| Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 december 2016, gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de non-profitsector, betreffende de sectorale definitie van de risicogroepen | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 december 2016, gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de non-profitsector, betreffende de sectorale definitie van de risicogroepen |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
| 30 AUGUSTUS 2017. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend | 30 AUGUSTUS 2017. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend |
| wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 december | wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 december |
| 2016, gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de | 2016, gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de |
| non-profitsector, betreffende de sectorale definitie van de | non-profitsector, betreffende de sectorale definitie van de |
| risicogroepen (1) | risicogroepen (1) |
| FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
| 28; | 28; |
| Gelet op het verzoek van het Aanvullend Paritair Comité voor de | Gelet op het verzoek van het Aanvullend Paritair Comité voor de |
| non-profitsector; | non-profitsector; |
| Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
| overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 6 december 2016, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 6 december 2016, |
| gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de non-profitsector, | gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de non-profitsector, |
| betreffende de sectorale definitie van de risicogroepen. | betreffende de sectorale definitie van de risicogroepen. |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
| dit besluit. | dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 30 augustus 2017. | Gegeven te Brussel, 30 augustus 2017. |
| FILIP | FILIP |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| K. PEETERS | K. PEETERS |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
| Bijlage | Bijlage |
| Aanvullend Paritair Comité voor de non-profitsector | Aanvullend Paritair Comité voor de non-profitsector |
| Collectieve arbeidsovereenkomst van 6 december 2016 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 6 december 2016 |
| Sectorale definitie van de risicogroepen | Sectorale definitie van de risicogroepen |
| (Overeenkomst geregistreerd op 9 januari 2017 onder het nummer | (Overeenkomst geregistreerd op 9 januari 2017 onder het nummer |
| 136888/CO/337) | 136888/CO/337) |
| HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Art. 3.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Art. 3.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
| de werknemers en op de werkgevers van de inrichtingen en diensten die | de werknemers en op de werkgevers van de inrichtingen en diensten die |
| vallen onder de bevoegdheid van het Aanvullend Paritair Comité voor de | vallen onder de bevoegdheid van het Aanvullend Paritair Comité voor de |
| non-profitsector (PC 337). | non-profitsector (PC 337). |
| § 2. In afwijking van het 1ste lid van deze bepaling, is deze | § 2. In afwijking van het 1ste lid van deze bepaling, is deze |
| overeenkomst niet van toepassing op de werknemers tewerkgesteld door | overeenkomst niet van toepassing op de werknemers tewerkgesteld door |
| de mutualiteiten, de vrije universiteiten en elke onderneming die op | de mutualiteiten, de vrije universiteiten en elke onderneming die op |
| datum van inwerkingtreding van onderhavige collectieve | datum van inwerkingtreding van onderhavige collectieve |
| arbeidsovereenkomst reeds over een collectieve arbeidsovereenkomst | arbeidsovereenkomst reeds over een collectieve arbeidsovereenkomst |
| betreffende de vorming van risicogroepen beschikt. | betreffende de vorming van risicogroepen beschikt. |
| Onder "vrije universiteiten" wordt verstaan : de vrije universitaire | Onder "vrije universiteiten" wordt verstaan : de vrije universitaire |
| instellingen. | instellingen. |
| Onder "mutualiteiten" wordt verstaan : | Onder "mutualiteiten" wordt verstaan : |
| - de mutualiteiten en de landsbonden van ziekenfondsen die | - de mutualiteiten en de landsbonden van ziekenfondsen die |
| respectievelijk vermeld worden in artikelen 2, § 1 en 6, § 1 van de | respectievelijk vermeld worden in artikelen 2, § 1 en 6, § 1 van de |
| wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden | wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden |
| van ziekenfondsen; | van ziekenfondsen; |
| - de maatschappijen van onderlinge bijstand, die onder het Aanvullend | - de maatschappijen van onderlinge bijstand, die onder het Aanvullend |
| Paritair Comité voor de non-profitsector vallen, opgericht in | Paritair Comité voor de non-profitsector vallen, opgericht in |
| uitvoering van artikel 43bis of van artikel 70 van de wet van 6 | uitvoering van artikel 43bis of van artikel 70 van de wet van 6 |
| augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van | augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van |
| ziekenfondsen; | ziekenfondsen; |
| - de privaatrechtelijke rechtspersonen, die onder het Aanvullend | - de privaatrechtelijke rechtspersonen, die onder het Aanvullend |
| Paritair Comité voor de non-profitsector vallen, en die via | Paritair Comité voor de non-profitsector vallen, en die via |
| ondernemingsovereenkomst er voor kiezen om integraal de | ondernemingsovereenkomst er voor kiezen om integraal de |
| arbeidsvoorwaarden van een bepaalde mutualiteit of landsbond van | arbeidsvoorwaarden van een bepaalde mutualiteit of landsbond van |
| mutualiteit toe te passen. | mutualiteit toe te passen. |
| § 3. De uitsluiting van de vrije universiteiten houdt rekening met het | § 3. De uitsluiting van de vrije universiteiten houdt rekening met het |
| feit dat het overeengekomen overleg door het protocolakkoord van 30 | feit dat het overeengekomen overleg door het protocolakkoord van 30 |
| januari 2014 betreffende de samenstelling en activering van de | januari 2014 betreffende de samenstelling en activering van de |
| paritair comités 200, 335, 336 en 337 afgesloten tussen ACV, ABVV, | paritair comités 200, 335, 336 en 337 afgesloten tussen ACV, ABVV, |
| ACLVB, VBO, UNIZO, UCM en Unisoc nog niet werd afgerond. | ACLVB, VBO, UNIZO, UCM en Unisoc nog niet werd afgerond. |
| De uitsluiting van de mutualiteiten houdt rekening met het bestaan van | De uitsluiting van de mutualiteiten houdt rekening met het bestaan van |
| een intern sociaal overleg dat, voor wat het onderwerp van deze | een intern sociaal overleg dat, voor wat het onderwerp van deze |
| collectieve arbeidsovereenkomst betreft, tot afsluiten van minstens | collectieve arbeidsovereenkomst betreft, tot afsluiten van minstens |
| evenwaardige collectieve voordelen geleid heeft. | evenwaardige collectieve voordelen geleid heeft. |
Art. 4.Onder "werknemers" wordt verstaan : de vrouwelijke en |
Art. 4.Onder "werknemers" wordt verstaan : de vrouwelijke en |
| mannelijke bedienden, de arbeiders en arbeidsters. | mannelijke bedienden, de arbeiders en arbeidsters. |
| HOOFDSTUK II. - Sectorale definitie van de risicogroepen | HOOFDSTUK II. - Sectorale definitie van de risicogroepen |
Art. 5.Met toepassing van de wet van 27 december 2006 houdende |
Art. 5.Met toepassing van de wet van 27 december 2006 houdende |
| diverse bepalingen en van het koninklijk besluit van 19 februari 2013 | diverse bepalingen en van het koninklijk besluit van 19 februari 2013 |
| genomen ter uitvoering van artikel 189, 4de lid van de wet van 27 | genomen ter uitvoering van artikel 189, 4de lid van de wet van 27 |
| december 2006, worden de volgende groepen, bedoeld door het voornoemd | december 2006, worden de volgende groepen, bedoeld door het voornoemd |
| koninklijk besluit, als risicogroepen beschouwd : | koninklijk besluit, als risicogroepen beschouwd : |
| 1. de werknemers van minstens 50 jaar oud die in de sector werken; | 1. de werknemers van minstens 50 jaar oud die in de sector werken; |
| 2. de werknemers van minstens 40 jaar oud die in de sector werken en | 2. de werknemers van minstens 40 jaar oud die in de sector werken en |
| bedreigd zijn met ontslag; | bedreigd zijn met ontslag; |
| 3. de niet-werkenden en de personen die sinds minder dan een jaar | 3. de niet-werkenden en de personen die sinds minder dan een jaar |
| werken en niet-werkend waren op het ogenblik van hun indiensttreding; | werken en niet-werkend waren op het ogenblik van hun indiensttreding; |
| 4. de personen met een verminderde arbeidsgeschiktheid; | 4. de personen met een verminderde arbeidsgeschiktheid; |
| 5. de jongeren die nog geen 26 jaar oud zijn en opgeleid worden, | 5. de jongeren die nog geen 26 jaar oud zijn en opgeleid worden, |
| hetzij in een stelsel van alternerend leren, hetzij in het kader van | hetzij in een stelsel van alternerend leren, hetzij in het kader van |
| een individuele beroepsopleiding in een onderneming, bedoeld in | een individuele beroepsopleiding in een onderneming, bedoeld in |
| artikel 27, 6° van het koninklijk besluit van 25 november 1991 | artikel 27, 6° van het koninklijk besluit van 25 november 1991 |
| houdende de werkloosheidsreglementering, hetzij in het kader van een | houdende de werkloosheidsreglementering, hetzij in het kader van een |
| instapstage, bedoeld in artikel 36quater van hetzelfde koninklijk | instapstage, bedoeld in artikel 36quater van hetzelfde koninklijk |
| besluit van 25 november 1991. | besluit van 25 november 1991. |
Art. 6.Worden ook als risicogroepen beschouwd voor de sector, de |
Art. 6.Worden ook als risicogroepen beschouwd voor de sector, de |
| werknemers van de sector voor dewelke het bevoegde fonds voor | werknemers van de sector voor dewelke het bevoegde fonds voor |
| bestaanszekerheid specifieke maatregelen heeft bepaald. | bestaanszekerheid specifieke maatregelen heeft bepaald. |
| HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen | HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen |
Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met |
Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met |
| ingang van 6 december 2016 en is gesloten voor onbepaalde tijd. | ingang van 6 december 2016 en is gesloten voor onbepaalde tijd. |
| Elke partij kan deze opzeggen met een opzeggingstermijn van zes | Elke partij kan deze opzeggen met een opzeggingstermijn van zes |
| maanden, per aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het | maanden, per aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het |
| paritair comité. De termijn van zes maanden neemt ingang vanaf de | paritair comité. De termijn van zes maanden neemt ingang vanaf de |
| datum waarop de aangetekende brief wordt verzonden naar de voorzitter. | datum waarop de aangetekende brief wordt verzonden naar de voorzitter. |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 30 augustus | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 30 augustus |
| 2017. | 2017. |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| K. PEETERS | K. PEETERS |