| Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2017, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten, betreffende de verlenging van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag vanaf de leeftijd van 62 jaar | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2017, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten, betreffende de verlenging van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag vanaf de leeftijd van 62 jaar |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
| 29 MEI 2018. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 29 MEI 2018. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
| verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2017, | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2017, |
| gesloten in het Paritair Comité voor de bewakings- en/of | gesloten in het Paritair Comité voor de bewakings- en/of |
| toezichtsdiensten, betreffende de verlenging van het stelsel van | toezichtsdiensten, betreffende de verlenging van het stelsel van |
| werkloosheid met bedrijfstoeslag vanaf de leeftijd van 62 jaar (1) | werkloosheid met bedrijfstoeslag vanaf de leeftijd van 62 jaar (1) |
| FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
| 28; | 28; |
| Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bewakings- en/of | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bewakings- en/of |
| toezichtsdiensten; | toezichtsdiensten; |
| Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
| overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2017, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2017, |
| gesloten in het Paritair Comité voor de bewakings- en/of | gesloten in het Paritair Comité voor de bewakings- en/of |
| toezichtsdiensten, betreffende de verlenging van het stelsel van | toezichtsdiensten, betreffende de verlenging van het stelsel van |
| werkloosheid met bedrijfstoeslag vanaf de leeftijd van 62 jaar. | werkloosheid met bedrijfstoeslag vanaf de leeftijd van 62 jaar. |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
| dit besluit. | dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 29 mei 2018. | Gegeven te Brussel, 29 mei 2018. |
| FILIP | FILIP |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| K. PEETERS | K. PEETERS |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
| Bijlage | Bijlage |
| Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten | Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten |
| Collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2017 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2017 |
| Verlenging van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag vanaf | Verlenging van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag vanaf |
| de leeftijd van 62 jaar (Overeenkomst geregistreerd op 13 november | de leeftijd van 62 jaar (Overeenkomst geregistreerd op 13 november |
| 2017 onder het nummer 142414/CO/317) | 2017 onder het nummer 142414/CO/317) |
| HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
| de werkgevers en op de werknemers van de ondernemingen die ressorteren | de werkgevers en op de werknemers van de ondernemingen die ressorteren |
| onder het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten. | onder het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten. |
| Onder "werknemer" wordt verstaan : zowel de mannelijke als de | Onder "werknemer" wordt verstaan : zowel de mannelijke als de |
| vrouwelijke arbeider of bediende. | vrouwelijke arbeider of bediende. |
| HOOFDSTUK II. - Werkloosheid met bedrijfstoeslag na ontslag van de | HOOFDSTUK II. - Werkloosheid met bedrijfstoeslag na ontslag van de |
| arbeiders | arbeiders |
| Afdeling 1. - Rechthebbenden | Afdeling 1. - Rechthebbenden |
Art. 2.Rekening houdend met de bepalingen van collectieve |
Art. 2.Rekening houdend met de bepalingen van collectieve |
| arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974, gesloten in de | arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974, gesloten in de |
| Nationale Arbeidsraad, en met het koninklijk besluit van 3 mei 2007 | Nationale Arbeidsraad, en met het koninklijk besluit van 3 mei 2007 |
| tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag in | tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag in |
| het kader van het Generatiepact, hebben de arbeiders die worden | het kader van het Generatiepact, hebben de arbeiders die worden |
| ontslagen om over te gaan tot het stelsel van werkloosheid met | ontslagen om over te gaan tot het stelsel van werkloosheid met |
| bedrijfstoeslag, recht op een aanvullende vergoeding bovenop de | bedrijfstoeslag, recht op een aanvullende vergoeding bovenop de |
| werkloosheidsuitkeringen ten laste van het "Fonds voor | werkloosheidsuitkeringen ten laste van het "Fonds voor |
| bestaanszekerheid van de bewaking", hierna het fonds genoemd. | bestaanszekerheid van de bewaking", hierna het fonds genoemd. |
Art. 3.De arbeiders bedoeld in artikel 2 hebben recht op deze |
Art. 3.De arbeiders bedoeld in artikel 2 hebben recht op deze |
| aanvullende vergoeding als : | aanvullende vergoeding als : |
| 1. Ze de leeftijd van 62 jaar hebben bereikt. Deze leeftijd moet | 1. Ze de leeftijd van 62 jaar hebben bereikt. Deze leeftijd moet |
| bereikt zijn als de opzegperiode effectief afloopt of op het moment | bereikt zijn als de opzegperiode effectief afloopt of op het moment |
| dat het contract effectief ten einde loopt; | dat het contract effectief ten einde loopt; |
| 2. Ze recht hebben op werkloosheidsuitkeringen; | 2. Ze recht hebben op werkloosheidsuitkeringen; |
| 3. Ze 10 jaar voltijdse anciënniteit tellen in de sector. | 3. Ze 10 jaar voltijdse anciënniteit tellen in de sector. |
| Voor de berekening van deze jaren : | Voor de berekening van deze jaren : |
| - kunnen periodes van deeltijds werken omgezet worden naar voltijds; | - kunnen periodes van deeltijds werken omgezet worden naar voltijds; |
| - worden gelijkgesteld de periodes van tijdskrediet opgenomen door de | - worden gelijkgesteld de periodes van tijdskrediet opgenomen door de |
| arbeiders in toepassing van de artikelen 3, 4 en 8 van de collectieve | arbeiders in toepassing van de artikelen 3, 4 en 8 van de collectieve |
| arbeidsovereenkomst nr. 103 van 27 juni 2012 tot invoering van een | arbeidsovereenkomst nr. 103 van 27 juni 2012 tot invoering van een |
| stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en landingsbanen; | stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en landingsbanen; |
| - kunnen de niet-gedekte jaren door de werkgever worden bijgepast door | - kunnen de niet-gedekte jaren door de werkgever worden bijgepast door |
| zijn tussenkomst in de oprichting van de wettelijke reserve van het | zijn tussenkomst in de oprichting van de wettelijke reserve van het |
| fonds ten belope van de ontbrekende jaren; | fonds ten belope van de ontbrekende jaren; |
| 4. De beroepsloopbaan kunnen verantwoorden bepaald in de wettelijk | 4. De beroepsloopbaan kunnen verantwoorden bepaald in de wettelijk |
| teksten ter zake : | teksten ter zake : |
| - Voor de periode tussen 1 januari 2018 en 31 december 2018 : | - Voor de periode tussen 1 januari 2018 en 31 december 2018 : |
| - 40 jaar als loontrekkende voor de vrouwelijke werknemers; | - 40 jaar als loontrekkende voor de vrouwelijke werknemers; |
| - 34 jaar als loontrekkende voor de vrouwelijke werknemers; | - 34 jaar als loontrekkende voor de vrouwelijke werknemers; |
| - Voor de periode tussen 1 januari 2019 en 31 december 2019 : | - Voor de periode tussen 1 januari 2019 en 31 december 2019 : |
| - 40 jaar als loontrekkende voor de mannelijke werknemers; | - 40 jaar als loontrekkende voor de mannelijke werknemers; |
| - 35 jaar als loontrekkende voor de vrouwelijke werknemers; | - 35 jaar als loontrekkende voor de vrouwelijke werknemers; |
| - Voor de periode tussen 1 januari 2020 en 31 december 2020 : | - Voor de periode tussen 1 januari 2020 en 31 december 2020 : |
| - 40 jaar als loontrekkende voor de mannelijke werknemers; | - 40 jaar als loontrekkende voor de mannelijke werknemers; |
| - 36 jaar als loontrekkende voor de vrouwelijke werknemers. | - 36 jaar als loontrekkende voor de vrouwelijke werknemers. |
| Afdeling 2. - Bedrag en uitkering | Afdeling 2. - Bedrag en uitkering |
Art. 4.§ 1. De aanvullende vergoeding bij werkloosheid met |
Art. 4.§ 1. De aanvullende vergoeding bij werkloosheid met |
| bedrijfstoeslag is gelijk aan de helft van het verschil tussen het | bedrijfstoeslag is gelijk aan de helft van het verschil tussen het |
| netto referentieloon en de werkloosheidsuitkering. | netto referentieloon en de werkloosheidsuitkering. |
| § 2. Het netto referentieloon wordt als volgt berekend : | § 2. Het netto referentieloon wordt als volgt berekend : |
| a) (gemiddeld bruto uurloon op een referteperiode van 3 maanden) x 37 | a) (gemiddeld bruto uurloon op een referteperiode van 3 maanden) x 37 |
| uren x 52 weken/12 maanden. | uren x 52 weken/12 maanden. |
| Onder "gemiddeld bruto uurloon" moet worden verstaan : het | Onder "gemiddeld bruto uurloon" moet worden verstaan : het |
| basisuurloon, vermeerderd met de premies voorzien in de sectorale | basisuurloon, vermeerderd met de premies voorzien in de sectorale |
| collectieve arbeidsovereenkomsten en/of op het niveau van de | collectieve arbeidsovereenkomsten en/of op het niveau van de |
| onderneming (het betreft terugkerende en periodieke premies) en waarop | onderneming (het betreft terugkerende en periodieke premies) en waarop |
| sociale bijdragen werden ingehouden, met uitsluiting van het | sociale bijdragen werden ingehouden, met uitsluiting van het |
| vakantiegeld en van de toeslagen voor overuren; | vakantiegeld en van de toeslagen voor overuren; |
| b) dit quotiënt wordt vermeerderd met 8,33 pct. om het bruto | b) dit quotiënt wordt vermeerderd met 8,33 pct. om het bruto |
| maandelijks referentieloon te bekomen; | maandelijks referentieloon te bekomen; |
| c) na aftrek van de RZS-bijdragen (berekend op basis van het loon aan | c) na aftrek van de RZS-bijdragen (berekend op basis van het loon aan |
| 100 pct. en niet aan 108 pct.) en aftrek van de bedrijfsvoorheffing | 100 pct. en niet aan 108 pct.) en aftrek van de bedrijfsvoorheffing |
| bekomt men het maandelijks netto referentieloon; | bekomt men het maandelijks netto referentieloon; |
| d) het uurloon voor de berekening is datgene dat is bepaald bij de | d) het uurloon voor de berekening is datgene dat is bepaald bij de |
| loonschaal of in voorkomend geval het toegepast individueel loon; | loonschaal of in voorkomend geval het toegepast individueel loon; |
| e) de coëfficiënt van de wekelijkse arbeidsduur, momenteel vastgesteld | e) de coëfficiënt van de wekelijkse arbeidsduur, momenteel vastgesteld |
| op 37, wordt aangepast naar gelang van de wekelijkse arbeidsduur die | op 37, wordt aangepast naar gelang van de wekelijkse arbeidsduur die |
| van kracht is op het ogenblik van de berekening van het maandelijks | van kracht is op het ogenblik van de berekening van het maandelijks |
| netto referentieloon; | netto referentieloon; |
| f) de dagen ziekte en de dagen afwezigheid ten gevolge van een | f) de dagen ziekte en de dagen afwezigheid ten gevolge van een |
| arbeidsongeval en de dagen klein verlet conform de collectieve | arbeidsongeval en de dagen klein verlet conform de collectieve |
| arbeidsovereenkomst nr. 16 van 24 oktober 1974 betreffende het behoud | arbeidsovereenkomst nr. 16 van 24 oktober 1974 betreffende het behoud |
| van het normale loon voor de werknemers voor dagen afwezigheid ter | van het normale loon voor de werknemers voor dagen afwezigheid ter |
| gelegenheid van bepaalde familiale gebeurtenissen, worden | gelegenheid van bepaalde familiale gebeurtenissen, worden |
| gelijkgesteld. | gelijkgesteld. |
Art. 5.De aanvullende vergoeding bij werkloosheid met bedrijfstoeslag |
Art. 5.De aanvullende vergoeding bij werkloosheid met bedrijfstoeslag |
| wordt uitgekeerd aan de gerechtigde zodra het dossier volledig is. | wordt uitgekeerd aan de gerechtigde zodra het dossier volledig is. |
| Afdeling 3. - Toezicht | Afdeling 3. - Toezicht |
Art. 6.De raad van bestuur van het fonds houdt toezicht over de |
Art. 6.De raad van bestuur van het fonds houdt toezicht over de |
| correcte uitvoering van deze collectieve arbeidsovereenkomst. | correcte uitvoering van deze collectieve arbeidsovereenkomst. |
| Afdeling 4. - Overgang van tijdskrediet of van een verlof voor | Afdeling 4. - Overgang van tijdskrediet of van een verlof voor |
| verzorging naar het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag | verzorging naar het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag |
Art. 7.De arbeider die geniet van een tijdskrediet zoals voorzien in |
Art. 7.De arbeider die geniet van een tijdskrediet zoals voorzien in |
| artikel 8, § 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van 27 | artikel 8, § 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van 27 |
| juni 2012 tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, | juni 2012 tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, |
| loopbaanvermindering en landingsbanen of van een loopbaanonderbreking | loopbaanvermindering en landingsbanen of van een loopbaanonderbreking |
| zoals voorzien in het koninklijk besluit van 1 augustus 1998 tot | zoals voorzien in het koninklijk besluit van 1 augustus 1998 tot |
| invoering van een recht op loopbaanonderbreking voor bijstand of | invoering van een recht op loopbaanonderbreking voor bijstand of |
| verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid, zoals meerdere | verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid, zoals meerdere |
| malen gewijzigd, heeft recht op de aanvullende vergoeding voor sommige | malen gewijzigd, heeft recht op de aanvullende vergoeding voor sommige |
| oudere werknemers, in geval van ontslag, onder de voorwaarden die zijn | oudere werknemers, in geval van ontslag, onder de voorwaarden die zijn |
| vastgesteld door artikelen 3 tot en met 6 van onderhavige collectieve | vastgesteld door artikelen 3 tot en met 6 van onderhavige collectieve |
| arbeidsovereenkomst. | arbeidsovereenkomst. |
| Ingeval de arbeider kan genieten van de bepalingen van alinea 1 van | Ingeval de arbeider kan genieten van de bepalingen van alinea 1 van |
| dit artikel, wordt de aanvullende vergoeding berekend alsof hij zijn | dit artikel, wordt de aanvullende vergoeding berekend alsof hij zijn |
| arbeidsprestaties niet heeft verminderd. | arbeidsprestaties niet heeft verminderd. |
| Het brutoloon dat de arbeider voor zijn prestaties ontvangt, wordt dus | Het brutoloon dat de arbeider voor zijn prestaties ontvangt, wordt dus |
| vermenigvuldigd met twee indien hij de voorkeur had gegeven aan een | vermenigvuldigd met twee indien hij de voorkeur had gegeven aan een |
| vermindering van zijn arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, | vermindering van zijn arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, |
| en met 5/4 indien hij de voorkeur had gegeven aan een | en met 5/4 indien hij de voorkeur had gegeven aan een |
| loopbaanvermindering van 1/5de. | loopbaanvermindering van 1/5de. |
| HOOFDSTUK III. - Werkloosheid met bedrijfstoeslag na ontslag van de | HOOFDSTUK III. - Werkloosheid met bedrijfstoeslag na ontslag van de |
| bedienden | bedienden |
| Afdeling 1. - Rechthebbenden | Afdeling 1. - Rechthebbenden |
Art. 8.Rekening houdend met de bepalingen vervat in de collectieve |
Art. 8.Rekening houdend met de bepalingen vervat in de collectieve |
| arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974, gesloten in de | arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974, gesloten in de |
| Nationale Arbeidsraad, met het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot | Nationale Arbeidsraad, met het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot |
| regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag in het | regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag in het |
| kader van het Generatiepact, hebben de bedienden die worden ontslagen | kader van het Generatiepact, hebben de bedienden die worden ontslagen |
| om over te gaan tot het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag, | om over te gaan tot het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag, |
| recht op een aanvullende vergoeding bovenop de | recht op een aanvullende vergoeding bovenop de |
| werkloosheidsuitkeringen ten laste van de werkgever. | werkloosheidsuitkeringen ten laste van de werkgever. |
Art. 9.Er wordt overeengekomen dat de dagen ziekte en wegens |
Art. 9.Er wordt overeengekomen dat de dagen ziekte en wegens |
| arbeidsongeval geassimileerd worden in het kader van de bestaande | arbeidsongeval geassimileerd worden in het kader van de bestaande |
| enveloppe. | enveloppe. |
Art. 10.De bedienden waarover sprake in artikel 8 hebben recht op |
Art. 10.De bedienden waarover sprake in artikel 8 hebben recht op |
| deze aanvullende vergoeding indien ze : | deze aanvullende vergoeding indien ze : |
| 1. De leeftijd van 62 jaar hebben bereikt. Deze leeftijd moet bereikt | 1. De leeftijd van 62 jaar hebben bereikt. Deze leeftijd moet bereikt |
| zijn op het ogenblik dat de opzeggingstermijn werkelijk afloopt of op | zijn op het ogenblik dat de opzeggingstermijn werkelijk afloopt of op |
| het ogenblik dat de overeenkomst werkelijk wordt beëindigd; | het ogenblik dat de overeenkomst werkelijk wordt beëindigd; |
| 2. Recht hebben op werkloosheidsuitkeringen; | 2. Recht hebben op werkloosheidsuitkeringen; |
| 3. Tien jaar anciënniteit tellen in de sector of in de onderneming, en | 3. Tien jaar anciënniteit tellen in de sector of in de onderneming, en |
| dit voltijds. | dit voltijds. |
| Voor de berekening van deze jaren : | Voor de berekening van deze jaren : |
| - kunnen periodes van deeltijds werken omgezet worden naar voltijds | - kunnen periodes van deeltijds werken omgezet worden naar voltijds |
| werk; | werk; |
| - worden periodes van tijdskrediet gelijkgesteld die door de bedienden | - worden periodes van tijdskrediet gelijkgesteld die door de bedienden |
| worden opgenomen in toepassing van de artikelen 3, 4 en 8 van de | worden opgenomen in toepassing van de artikelen 3, 4 en 8 van de |
| collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van 27 juni 2012 tot invoering | collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van 27 juni 2012 tot invoering |
| van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en | van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en |
| landingsbanen; | landingsbanen; |
| 4. De beroepsloopbaan kunnen verantwoorden bepaald in de wettelijk | 4. De beroepsloopbaan kunnen verantwoorden bepaald in de wettelijk |
| teksten ter zake : | teksten ter zake : |
| - Voor de periode tussen 1 januari 2018 en 31 december 2018 : | - Voor de periode tussen 1 januari 2018 en 31 december 2018 : |
| - 40 jaar als loontrekkende voor de mannelijke werknemers; | - 40 jaar als loontrekkende voor de mannelijke werknemers; |
| - 34 jaar als loontrekkende voor de vrouwelijke werknemers; | - 34 jaar als loontrekkende voor de vrouwelijke werknemers; |
| - Voor de periode tussen 1 januari 2019 en 31 december 2019 : | - Voor de periode tussen 1 januari 2019 en 31 december 2019 : |
| - 40 jaar als loontrekkende voor de mannelijke werknemers; | - 40 jaar als loontrekkende voor de mannelijke werknemers; |
| - 35 jaar als loontrekkende voor de vrouwelijke werknemers; | - 35 jaar als loontrekkende voor de vrouwelijke werknemers; |
| - Voor de periode tussen 1 januari 2020 en 31 december 2020 : | - Voor de periode tussen 1 januari 2020 en 31 december 2020 : |
| - 40 jaar als loontrekkende voor de mannelijke werknemers; | - 40 jaar als loontrekkende voor de mannelijke werknemers; |
| - 36 jaar als loontrekkende voor de vrouwelijke werknemers. | - 36 jaar als loontrekkende voor de vrouwelijke werknemers. |
Art. 11.Teneinde de lasten van de eventuele stelsels van werkloosheid |
Art. 11.Teneinde de lasten van de eventuele stelsels van werkloosheid |
| met bedrijfstoeslag te spreiden, hebben de sociale partners beslist de | met bedrijfstoeslag te spreiden, hebben de sociale partners beslist de |
| opdracht te geven aan een paritair orgaan, samengesteld uit de | opdracht te geven aan een paritair orgaan, samengesteld uit de |
| vertegenwoordigers van de directie en van de bedienden in de | vertegenwoordigers van de directie en van de bedienden in de |
| ondernemingsraad of, bij ontstentenis ervan, achtereenvolgens de | ondernemingsraad of, bij ontstentenis ervan, achtereenvolgens de |
| ondernemingsraad als dusdanig, of de syndicale delegatie of de | ondernemingsraad als dusdanig, of de syndicale delegatie of de |
| syndicale vertegenwoordigers en de directie, voorafgaandelijk kennis | syndicale vertegenwoordigers en de directie, voorafgaandelijk kennis |
| te nemen van ieder voornemen tot afdanking van bedienden bedoeld bij | te nemen van ieder voornemen tot afdanking van bedienden bedoeld bij |
| artikel 8 die eventueel tot de in toepassingstelling van onderhavig | artikel 8 die eventueel tot de in toepassingstelling van onderhavig |
| stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag kan leiden en waarbij de | stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag kan leiden en waarbij de |
| betaling wordt verzekerd van een toelage zoals voorzien in de | betaling wordt verzekerd van een toelage zoals voorzien in de |
| artikelen 4 tot 4quater van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 | artikelen 4 tot 4quater van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 |
| van 19 december 1974. | van 19 december 1974. |
| Te dien einde komen de sociale partners overeen dat in iedere | Te dien einde komen de sociale partners overeen dat in iedere |
| onderneming een speciale rekening dient te worden geopend, te spijzen | onderneming een speciale rekening dient te worden geopend, te spijzen |
| door 0,3 pct. van de brutowedden aan 100 pct. van de bedienden | door 0,3 pct. van de brutowedden aan 100 pct. van de bedienden |
| tewerkgesteld in de onderneming. | tewerkgesteld in de onderneming. |
| Deze rekening zal automatisch worden gespijsd door de onderneming | Deze rekening zal automatisch worden gespijsd door de onderneming |
| trimestrieel op het ogenblik van de RSZ-aangifte; de rechtvaardiging | trimestrieel op het ogenblik van de RSZ-aangifte; de rechtvaardiging |
| hiervan zal aan het aangeduide paritair orgaan worden verstrekt. Dit | hiervan zal aan het aangeduide paritair orgaan worden verstrekt. Dit |
| orgaan zal onder haar leden een vertegenwoordiger van het personeel en | orgaan zal onder haar leden een vertegenwoordiger van het personeel en |
| een vertegenwoordiger van de directie belasten met het lopend beheer | een vertegenwoordiger van de directie belasten met het lopend beheer |
| van genoemde rekening. De werkgever dient door genoemd orgaan minstens | van genoemde rekening. De werkgever dient door genoemd orgaan minstens |
| één maal per maand officieel te worden ingelicht over de stand van | één maal per maand officieel te worden ingelicht over de stand van |
| zaken. | zaken. |
| De sociale partners verklaren dat de aangewezen leden van het paritair | De sociale partners verklaren dat de aangewezen leden van het paritair |
| orgaan in die zin zullen moeten handelen. Teneinde elk probleem te | orgaan in die zin zullen moeten handelen. Teneinde elk probleem te |
| vermijden, wordt er beslist dat het totaal bedrag dat nodig is voor de | vermijden, wordt er beslist dat het totaal bedrag dat nodig is voor de |
| uitbetaling van elke bruggepensioneerde tot op de wettelijke | uitbetaling van elke bruggepensioneerde tot op de wettelijke |
| pensioenleeftijd, zal moeten gekapitaliseerd worden vanaf het vertrek. | pensioenleeftijd, zal moeten gekapitaliseerd worden vanaf het vertrek. |
Art. 12.a) De werkgever is ertoe gehouden, overeenkomstig de |
Art. 12.a) De werkgever is ertoe gehouden, overeenkomstig de |
| bepalingen van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van | bepalingen van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van |
| het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag in het kader van het | het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag in het kader van het |
| Generatiepact, om te voorzien in de vervanging van de werknemer die | Generatiepact, om te voorzien in de vervanging van de werknemer die |
| geniet van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag. | geniet van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag. |
| b) De werkgever verbindt zich ertoe het stelsel van werkloosheid met | b) De werkgever verbindt zich ertoe het stelsel van werkloosheid met |
| bedrijfstoeslag waarvan hier sprake, toe te kennen aan de bedienden | bedrijfstoeslag waarvan hier sprake, toe te kennen aan de bedienden |
| die de toestemming hebben gekregen van het aangewezen paritair orgaan | die de toestemming hebben gekregen van het aangewezen paritair orgaan |
| voor een eventuele ten laste neming van hun vergoedingen. | voor een eventuele ten laste neming van hun vergoedingen. |
| Afdeling 2. - Bedrag en uitkering | Afdeling 2. - Bedrag en uitkering |
Art. 13.§ 1. De aanvullende vergoeding bij werkloosheid met |
Art. 13.§ 1. De aanvullende vergoeding bij werkloosheid met |
| bedrijfstoeslag is gelijk aan de helft van het verschil tussen het | bedrijfstoeslag is gelijk aan de helft van het verschil tussen het |
| maandelijks referteloon en de werkloosheidsuitkering. | maandelijks referteloon en de werkloosheidsuitkering. |
| § 2. De netto refertewedde wordt als volgt berekend : | § 2. De netto refertewedde wordt als volgt berekend : |
| 1. (gemiddelde brutowedde op een referteperiode van 3 maanden) + | 1. (gemiddelde brutowedde op een referteperiode van 3 maanden) + |
| (eindejaarspremie/12). | (eindejaarspremie/12). |
| Onder "gemiddelde brutowedde" moet worden verstaan : de maandelijkse | Onder "gemiddelde brutowedde" moet worden verstaan : de maandelijkse |
| basiswedde, vermeerderd met de premies voorzien in de sectorale | basiswedde, vermeerderd met de premies voorzien in de sectorale |
| collectieve arbeidsovereenkomsten en/of op het niveau van de | collectieve arbeidsovereenkomsten en/of op het niveau van de |
| onderneming (het betreft terugkerende en periodieke premies) en waarop | onderneming (het betreft terugkerende en periodieke premies) en waarop |
| sociale bijdragen moeten betaald worden, met uitsluiting van het | sociale bijdragen moeten betaald worden, met uitsluiting van het |
| vakantiegeld en van de toeslagen voor overuren; | vakantiegeld en van de toeslagen voor overuren; |
| 2. dit quotiënt vertegenwoordigt de maandelijkse basiswedde waarvan de | 2. dit quotiënt vertegenwoordigt de maandelijkse basiswedde waarvan de |
| sociale lasten en de voorheffing dienen afgetrokken te worden; | sociale lasten en de voorheffing dienen afgetrokken te worden; |
| 3. men verstaat onder "maandelijkse basiswedde" : deze voorzien in het | 3. men verstaat onder "maandelijkse basiswedde" : deze voorzien in het |
| barema of voor zover deze hoger ligt, de toegepaste basiswedde. | barema of voor zover deze hoger ligt, de toegepaste basiswedde. |
Art. 14.De aanvullende vergoeding bij werkloosheid met |
Art. 14.De aanvullende vergoeding bij werkloosheid met |
| bedrijfstoeslag wordt uitgekeerd aan de gerechtigde in de loop van de | bedrijfstoeslag wordt uitgekeerd aan de gerechtigde in de loop van de |
| maand volgend op de maand waarop hij recht heeft op de | maand volgend op de maand waarop hij recht heeft op de |
| werkloosheidsuitkering. | werkloosheidsuitkering. |
| De uitkering gebeurt op voorlegging van een bewijskrachtig document | De uitkering gebeurt op voorlegging van een bewijskrachtig document |
| waaruit blijkt dat de betrokkene werkloosheiduitkeringen heeft | waaruit blijkt dat de betrokkene werkloosheiduitkeringen heeft |
| ontvangen. | ontvangen. |
| Afdeling 3. - Toezicht | Afdeling 3. - Toezicht |
Art. 15.Onverminderd de bevoegdheid van de ondernemingsraad en van de |
Art. 15.Onverminderd de bevoegdheid van de ondernemingsraad en van de |
| syndicale delegatie, houdt het onder artikel 11 aangewezen paritair | syndicale delegatie, houdt het onder artikel 11 aangewezen paritair |
| orgaan toezicht over de correcte uitvoering van onderhavige | orgaan toezicht over de correcte uitvoering van onderhavige |
| collectieve arbeidsovereenkomst op het vlak van de onderneming. | collectieve arbeidsovereenkomst op het vlak van de onderneming. |
| Afdeling 4. - Overgang van tijdskrediet of van een verlof voor | Afdeling 4. - Overgang van tijdskrediet of van een verlof voor |
| verzorging naar het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag | verzorging naar het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag |
Art. 16.De bediende die geniet van een tijdskrediet zoals voorzien in |
Art. 16.De bediende die geniet van een tijdskrediet zoals voorzien in |
| artikel 8, § l van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van 27 | artikel 8, § l van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van 27 |
| juni 2012 tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, | juni 2012 tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, |
| loopbaanvermindering en landingsbanen of van een loopbaanonderbreking | loopbaanvermindering en landingsbanen of van een loopbaanonderbreking |
| zoals voorzien in het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 tot | zoals voorzien in het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 tot |
| invoering van een recht op loopbaanonderbreking voor bijstand of | invoering van een recht op loopbaanonderbreking voor bijstand of |
| verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid, zoals meerdere | verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid, zoals meerdere |
| malen gewijzigd, heeft recht op de aanvullende vergoeding voor sommige | malen gewijzigd, heeft recht op de aanvullende vergoeding voor sommige |
| oudere werknemers indien zij worden ontslagen onder de voorwaarden die | oudere werknemers indien zij worden ontslagen onder de voorwaarden die |
| zijn vastgesteld door artikelen 9 tot en met 15 van onderhavige | zijn vastgesteld door artikelen 9 tot en met 15 van onderhavige |
| collectieve arbeidsovereenkomst. | collectieve arbeidsovereenkomst. |
| Ingeval de bediende kan genieten van de bepalingen van alinea 1 van | Ingeval de bediende kan genieten van de bepalingen van alinea 1 van |
| dit artikel, wordt de aanvullende vergoeding berekend alsof hij zijn | dit artikel, wordt de aanvullende vergoeding berekend alsof hij zijn |
| arbeidsprestaties niet had verminderd. | arbeidsprestaties niet had verminderd. |
| Het brutoloon dat de bediende voor zijn prestaties ontvangt, wordt dus | Het brutoloon dat de bediende voor zijn prestaties ontvangt, wordt dus |
| vermenigvuldigd met twee als hij de voorkeur gaf aan een vermindering | vermenigvuldigd met twee als hij de voorkeur gaf aan een vermindering |
| van zijn arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, en met 5/4 | van zijn arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, en met 5/4 |
| als hij de voorkeur gaf aan een loopbaanvermindering van 1/5de. | als hij de voorkeur gaf aan een loopbaanvermindering van 1/5de. |
| HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen | HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen |
Art. 17.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
Art. 17.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
| januari 2018 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2020. | januari 2018 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2020. |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 29 mei | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 29 mei |
| 2018. | 2018. |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| K. PEETERS | K. PEETERS |