Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 2023, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de permanente vorming | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 2023, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de permanente vorming |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
29 FEBRUARI 2024. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend | 29 FEBRUARI 2024. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend |
wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september | wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september |
2023, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, | 2023, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, |
betreffende de permanente vorming (1) | betreffende de permanente vorming (1) |
FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
28; | 28; |
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de |
voedingsnijverheid; | voedingsnijverheid; |
Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 2023, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 2023, |
gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, | gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, |
betreffende de permanente vorming. | betreffende de permanente vorming. |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
dit besluit. | dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 29 februari 2024. | Gegeven te Brussel, 29 februari 2024. |
FILIP | FILIP |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
P.-Y. DERMAGNE | P.-Y. DERMAGNE |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Bijlage | Bijlage |
Paritair Comité voor de voedingsnijverheid | Paritair Comité voor de voedingsnijverheid |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 2023 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 2023 |
Permanente vorming (Overeenkomst geregistreerd op 20 oktober 2023 | Permanente vorming (Overeenkomst geregistreerd op 20 oktober 2023 |
onder het nummer 183172/CO/118) | onder het nummer 183172/CO/118) |
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing |
Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing |
op de werkgevers en de arbeiders van de voedingsnijverheid, met | op de werkgevers en de arbeiders van de voedingsnijverheid, met |
uitzondering van de sector van de bakkerij en, de banketbakkerijen die | uitzondering van de sector van de bakkerij en, de banketbakkerijen die |
"verse" producten vervaardigen voor onmiddellijke consumptie met zeer | "verse" producten vervaardigen voor onmiddellijke consumptie met zeer |
beperkte houdbaarheid en verbruikszalen bij een banketbakkerij. | beperkte houdbaarheid en verbruikszalen bij een banketbakkerij. |
§ 2. Met "arbeiders" worden alle arbeiders bedoeld, zonder onderscheid | § 2. Met "arbeiders" worden alle arbeiders bedoeld, zonder onderscheid |
naar gender. | naar gender. |
HOOFDSTUK II. - Permanente vorming | HOOFDSTUK II. - Permanente vorming |
Art. 2.§ 1. De huidige collectieve arbeidsovereenkomst is afgesloten |
Art. 2.§ 1. De huidige collectieve arbeidsovereenkomst is afgesloten |
in uitvoering van de artikelen 53 en 54 (hoofdstuk 12) van de wet van | in uitvoering van de artikelen 53 en 54 (hoofdstuk 12) van de wet van |
3 oktober 2022 houdende diverse arbeidsbepalingen (Belgisch Staatsblad | 3 oktober 2022 houdende diverse arbeidsbepalingen (Belgisch Staatsblad |
van 10 november 2022). | van 10 november 2022). |
§ 2. Onderhavige overeenkomst concretiseert het groeipad als volgt : | § 2. Onderhavige overeenkomst concretiseert het groeipad als volgt : |
Vanaf 1 januari 2024 bedraagt het individueel recht op opleiding 3 | Vanaf 1 januari 2024 bedraagt het individueel recht op opleiding 3 |
dagen opleiding per jaar. | dagen opleiding per jaar. |
Vanaf 1 januari 2025 bedraagt het individueel recht op opleiding 4 | Vanaf 1 januari 2025 bedraagt het individueel recht op opleiding 4 |
dagen opleiding per jaar. | dagen opleiding per jaar. |
Vanaf 1 januari 2027 bedraagt het individueel recht op opleiding 5 | Vanaf 1 januari 2027 bedraagt het individueel recht op opleiding 5 |
dagen opleiding per jaar. | dagen opleiding per jaar. |
Art. 3.De praktische uitvoering van het individueel opleidingsrecht |
Art. 3.De praktische uitvoering van het individueel opleidingsrecht |
en de verwezenlijking van het groeipad worden in de bedrijven geregeld | en de verwezenlijking van het groeipad worden in de bedrijven geregeld |
en kunnen worden uitgevoerd met de steun van Alimento/IPV. | en kunnen worden uitgevoerd met de steun van Alimento/IPV. |
HOOFDSTUK III. - Opmaak van een opleidingsplan en mededeling aan | HOOFDSTUK III. - Opmaak van een opleidingsplan en mededeling aan |
ondernemingsraad | ondernemingsraad |
Art. 4.§ 1. In de ondernemingen met 20 werknemers en meer zal een |
Art. 4.§ 1. In de ondernemingen met 20 werknemers en meer zal een |
opleidingsplan opgesteld worden om de doelstelling uit artikel 2 te | opleidingsplan opgesteld worden om de doelstelling uit artikel 2 te |
bereiken en dit vóór 31 maart van elk jaar. | bereiken en dit vóór 31 maart van elk jaar. |
§ 2. Ondernemingen kunnen voor het opmaken van hun opleidingsplan een | § 2. Ondernemingen kunnen voor het opmaken van hun opleidingsplan een |
beroep doen op de ondersteuning van IPV/Alimenta. | beroep doen op de ondersteuning van IPV/Alimenta. |
§ 3. Het opleidingsplan zal met de ondernemingsraad en bij | § 3. Het opleidingsplan zal met de ondernemingsraad en bij |
ontstentenis, de vakbondsafvaardiging overlegd worden. De werkgever | ontstentenis, de vakbondsafvaardiging overlegd worden. De werkgever |
dient de informatie over de toepassing van deze maatregel te | dient de informatie over de toepassing van deze maatregel te |
organiseren zoals artikel 8 van de collectieve arbeidsovereenkomst | organiseren zoals artikel 8 van de collectieve arbeidsovereenkomst |
nummer 9 en de reglementering betreffende de sociale balans het | nummer 9 en de reglementering betreffende de sociale balans het |
voorschrijven. | voorschrijven. |
§ 4. Hiertoe legt de werkgever elk jaar een ontwerp van opleidingsplan | § 4. Hiertoe legt de werkgever elk jaar een ontwerp van opleidingsplan |
voor aan de ondernemingsraad, of bij ontstentenis ervan aan de | voor aan de ondernemingsraad, of bij ontstentenis ervan aan de |
vakbondsafvaardiging, ten minste vijftien dagen voor de vergadering | vakbondsafvaardiging, ten minste vijftien dagen voor de vergadering |
die wordt gepland met het oog op het onderzoeken ervan. De | die wordt gepland met het oog op het onderzoeken ervan. De |
ondernemingsraad, of bij ontstentenis ervan, de vakbondsafvaardiging, | ondernemingsraad, of bij ontstentenis ervan, de vakbondsafvaardiging, |
geeft advies over het ontwerp tegen uiterlijk 15 maart. Bij | geeft advies over het ontwerp tegen uiterlijk 15 maart. Bij |
ontstentenis van een ondernemingsraad en een vakbondsafvaardiging in | ontstentenis van een ondernemingsraad en een vakbondsafvaardiging in |
de onderneming legt de werkgever het opleidingsplan voor aan de | de onderneming legt de werkgever het opleidingsplan voor aan de |
werknemers tegen uiterlijk 15 maart. | werknemers tegen uiterlijk 15 maart. |
§ 5. In uitvoering van artikel 38 van de wet van 3 oktober 2022 | § 5. In uitvoering van artikel 38 van de wet van 3 oktober 2022 |
houdende diverse arbeidsbepalingen moet het opleidingsplan aan | houdende diverse arbeidsbepalingen moet het opleidingsplan aan |
Alimento worden overgedragen voor controle en jaarlijkse rapportage | Alimento worden overgedragen voor controle en jaarlijkse rapportage |
over de ontwikkeling van de sector door Alimento aan de sociale | over de ontwikkeling van de sector door Alimento aan de sociale |
gesprekspartners. | gesprekspartners. |
§ 6. In het opleidingsplan zal bijzondere aandacht uitgaan naar de | § 6. In het opleidingsplan zal bijzondere aandacht uitgaan naar de |
risicogroepen en ruime participatie van alle werknemersgroepen. | risicogroepen en ruime participatie van alle werknemersgroepen. |
§ 7. Om aanspraak te kunnen maken op de financiële tussenkomst van IPV | § 7. Om aanspraak te kunnen maken op de financiële tussenkomst van IPV |
zal de onderneming met meer dan 20 werknemers over een opleidingsplan | zal de onderneming met meer dan 20 werknemers over een opleidingsplan |
moeten beschikken opgesteld conform de collectieve arbeidsovereenkomst | moeten beschikken opgesteld conform de collectieve arbeidsovereenkomst |
van 18 december 2013 inzake het sectoraal model van opleidingsplan | van 18 december 2013 inzake het sectoraal model van opleidingsplan |
(algemeen verbindend verklaard door koninklijk besluit van 13 juli | (algemeen verbindend verklaard door koninklijk besluit van 13 juli |
2014, Belgisch Staatsblad van 7 januari 2015). | 2014, Belgisch Staatsblad van 7 januari 2015). |
§ 8. De sociale partners bevelen de ondernemingen aan om in de mate | § 8. De sociale partners bevelen de ondernemingen aan om in de mate |
van het mogelijke vorming te laten doorgaan tijdens de normale | van het mogelijke vorming te laten doorgaan tijdens de normale |
arbeidstijd van de arbeiders. | arbeidstijd van de arbeiders. |
HOOFDSTUK IV. - Opleidingen die in aanmerking worden genomen voor het | HOOFDSTUK IV. - Opleidingen die in aanmerking worden genomen voor het |
bepalen van het aantal dagen opleiding | bepalen van het aantal dagen opleiding |
Art. 5.De opleidingen die in aanmerking worden genomen voor het |
Art. 5.De opleidingen die in aanmerking worden genomen voor het |
bepalen van het aantal individuele opleidingsdagen, zijn : | bepalen van het aantal individuele opleidingsdagen, zijn : |
- de formele opleidingen en de informele opleidingen zoals beoogd in | - de formele opleidingen en de informele opleidingen zoals beoogd in |
artikel 50, § 1, a) en b) van de wet van 3 oktober 2022 houdende | artikel 50, § 1, a) en b) van de wet van 3 oktober 2022 houdende |
diverse arbeidsbepalingen; | diverse arbeidsbepalingen; |
- de opleidingen die betrekking hebben op de materies inzake welzijn, | - de opleidingen die betrekking hebben op de materies inzake welzijn, |
zoals bedoeld in de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn | zoals bedoeld in de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn |
van de werknemers bij de uitvoering van hun werk. | van de werknemers bij de uitvoering van hun werk. |
Paritair commentaar : | Paritair commentaar : |
Onder deze opleidingsactiviteiten vallen zowel de formele en de minder | Onder deze opleidingsactiviteiten vallen zowel de formele en de minder |
formele en informele voortgezette beroepsopleiding als de initiële | formele en informele voortgezette beroepsopleiding als de initiële |
beroepsopleidingsinitiatieven ten laste van de werkgever. | beroepsopleidingsinitiatieven ten laste van de werkgever. |
De tijd besteed aan bovenstaande professionele vorming dient beschouwd | De tijd besteed aan bovenstaande professionele vorming dient beschouwd |
te worden als arbeidstijd vermits de arbeider ter beschikking van de | te worden als arbeidstijd vermits de arbeider ter beschikking van de |
werkgever staat. | werkgever staat. |
HOOFDSTUK V. - Opvolging en paritaire evaluatie van de | HOOFDSTUK V. - Opvolging en paritaire evaluatie van de |
opleidingsinspanningen | opleidingsinspanningen |
Art. 6.Jaarlijks zal Alimento verslag uitbrengen over de ontwikkeling |
Art. 6.Jaarlijks zal Alimento verslag uitbrengen over de ontwikkeling |
van de sector met betrekking tot de gegeven opleidingen in de | van de sector met betrekking tot de gegeven opleidingen in de |
ondernemingen en de tussenkomsten die in de sector zijn verleend aan | ondernemingen en de tussenkomsten die in de sector zijn verleend aan |
de sectorale sociale gesprekspartners. | de sectorale sociale gesprekspartners. |
Deze globale rapportage zal zich baseren op de verschillende | Deze globale rapportage zal zich baseren op de verschillende |
opleidingsplannen die aan Alimento worden verstrekt. | opleidingsplannen die aan Alimento worden verstrekt. |
HOOFDSTUK VI. - Aanbod IPV/Alimento en recht op onderhoud | HOOFDSTUK VI. - Aanbod IPV/Alimento en recht op onderhoud |
Art. 7.§ 1. In het aanbod van IPV/Alimento wordt de nadruk nog meer |
Art. 7.§ 1. In het aanbod van IPV/Alimento wordt de nadruk nog meer |
gelegd op onder meer risicowerknemers, digitalisering, robotisering, | gelegd op onder meer risicowerknemers, digitalisering, robotisering, |
taalvorming en diversiteit. Arbeiders worden via dat aanbod verder | taalvorming en diversiteit. Arbeiders worden via dat aanbod verder |
versterkt in het kader van instroom, doorstroom en einde loopbaan. | versterkt in het kader van instroom, doorstroom en einde loopbaan. |
§ 2. Alimento ontwikkelt een vormingsaanbod waarop arbeiders | § 2. Alimento ontwikkelt een vormingsaanbod waarop arbeiders |
individueel kunnen intekenen. De sociale gesprekspartners zullen de | individueel kunnen intekenen. De sociale gesprekspartners zullen de |
deelname aan deze opleidingen faciliteren. | deelname aan deze opleidingen faciliteren. |
§ 3. Elke arbeider beschikt over een initiatiefrecht om een onderhoud | § 3. Elke arbeider beschikt over een initiatiefrecht om een onderhoud |
te vragen met de verantwoordelijke over zijn opleidingsmogelijkheden. | te vragen met de verantwoordelijke over zijn opleidingsmogelijkheden. |
Tijdens dit onderhoud zal het algemeen opleidingsaanbod van | Tijdens dit onderhoud zal het algemeen opleidingsaanbod van |
IPV/Alimento bekend gemaakt worden en zal ook het vormingsaanbod zoals | IPV/Alimento bekend gemaakt worden en zal ook het vormingsaanbod zoals |
voorzien in artikel 7, § 2 aan bod komen. | voorzien in artikel 7, § 2 aan bod komen. |
§ 4. De werknemersvertegenwoordigers/leden van de syndicale delegatie | § 4. De werknemersvertegenwoordigers/leden van de syndicale delegatie |
zullen het opleidingsaanbod van Alimento ontvangen alsook het | zullen het opleidingsaanbod van Alimento ontvangen alsook het |
vormingsaanbod zoals voorzien in artikel 7, § 2 en kunnen binnen de | vormingsaanbod zoals voorzien in artikel 7, § 2 en kunnen binnen de |
onderneming dit bekend maken. | onderneming dit bekend maken. |
HOOFDSTUK VII. - Onthaal van werknemers | HOOFDSTUK VII. - Onthaal van werknemers |
Art. 8.§ 1. Partijen herinneren aan het koninklijk besluit van 25 |
Art. 8.§ 1. Partijen herinneren aan het koninklijk besluit van 25 |
april 2007 betreffende het onthaal en de begeleiding van werknemers | april 2007 betreffende het onthaal en de begeleiding van werknemers |
met betrekking tot de bescherming van het welzijn bij de uitvoering | met betrekking tot de bescherming van het welzijn bij de uitvoering |
van hun werk (Belgisch Staatsblad van 10 mei 2007). | van hun werk (Belgisch Staatsblad van 10 mei 2007). |
§ 2. Met de ondernemingsraad en bij ontstentenis, de | § 2. Met de ondernemingsraad en bij ontstentenis, de |
vakbondsafvaardiging zal overlegd worden over de praktische toepassing | vakbondsafvaardiging zal overlegd worden over de praktische toepassing |
van dit koninklijk besluit in de onderneming en met name over de | van dit koninklijk besluit in de onderneming en met name over de |
faciliteiten en opleiding van de ervaren werknemers die worden | faciliteiten en opleiding van de ervaren werknemers die worden |
aangeduid voor de begeleiding van de beginnende werknemer. | aangeduid voor de begeleiding van de beginnende werknemer. |
IPV/Alimento zal een kosteloze training aanbieden om deze ervaren | IPV/Alimento zal een kosteloze training aanbieden om deze ervaren |
werknemers op te leiden voor deze taak. | werknemers op te leiden voor deze taak. |
HOOFDSTUK VIII. - Inspanningen ten voordele van de risicogroepen | HOOFDSTUK VIII. - Inspanningen ten voordele van de risicogroepen |
Art. 9.§ 1. Huidig hoofdstuk wordt gesloten ten eerste in toepassing |
Art. 9.§ 1. Huidig hoofdstuk wordt gesloten ten eerste in toepassing |
van : | van : |
- titel XIII, hoofdstuk VIII, afdeling 1 van de wet van 27 december | - titel XIII, hoofdstuk VIII, afdeling 1 van de wet van 27 december |
2006 houdende diverse bepalingen (I) (Belgisch Staatsblad van 28 | 2006 houdende diverse bepalingen (I) (Belgisch Staatsblad van 28 |
december 2006); | december 2006); |
- het koninklijk besluit van 19 februari 2013 tot uitvoering van | - het koninklijk besluit van 19 februari 2013 tot uitvoering van |
artikel 189, 4de lid van dezelfde wet, laatst gewijzigd door het | artikel 189, 4de lid van dezelfde wet, laatst gewijzigd door het |
koninklijk besluit van 19 april 2014 (Belgisch Staatsblad van 8 april | koninklijk besluit van 19 april 2014 (Belgisch Staatsblad van 8 april |
2013); | 2013); |
- hoofdstuk 1 van het koninklijk besluit van 2 juli 2023 tot | - hoofdstuk 1 van het koninklijk besluit van 2 juli 2023 tot |
uitvoering van het afsprakenkader in het kader van de | uitvoering van het afsprakenkader in het kader van de |
interprofessionele onderhandelingen voor de periode 2023-2024. | interprofessionele onderhandelingen voor de periode 2023-2024. |
§ 2. Gedurende de jaren 2023-2024 zal de sector 0,15 pct. van de | § 2. Gedurende de jaren 2023-2024 zal de sector 0,15 pct. van de |
brutolonen besteden aan de vorming van werkenden en werkzoekenden uit | brutolonen besteden aan de vorming van werkenden en werkzoekenden uit |
de risicogroepen. | de risicogroepen. |
Art. 10.Worden als risicogroepen beschouwd : |
Art. 10.Worden als risicogroepen beschouwd : |
- De werklozen in het algemeen en werklozen jonger dan 30 jaar in het | - De werklozen in het algemeen en werklozen jonger dan 30 jaar in het |
bijzonder; | bijzonder; |
- De laaggeschoolde werknemers; | - De laaggeschoolde werknemers; |
- De werknemers ouder dan 50 jaar; | - De werknemers ouder dan 50 jaar; |
- De werknemers bedreigd door een herstructurering, een collectief | - De werknemers bedreigd door een herstructurering, een collectief |
ontslag of een sluiting van onderneming; | ontslag of een sluiting van onderneming; |
- De ontslagen werknemers; | - De ontslagen werknemers; |
- De personen met een arbeidshandicap; | - De personen met een arbeidshandicap; |
- De langdurig zieken (personen in het voorbije jaar minstens 3 | - De langdurig zieken (personen in het voorbije jaar minstens 3 |
maanden ziek waren); | maanden ziek waren); |
- De allochtonen; | - De allochtonen; |
- De industriële leerlingen; | - De industriële leerlingen; |
- De werknemers vermeld in artikel 8, voor zover niet gevat door de | - De werknemers vermeld in artikel 8, voor zover niet gevat door de |
voorgaande punten. | voorgaande punten. |
Art. 11.Volgende inspanningen zullen worden gedaan tijdens de jaren |
Art. 11.Volgende inspanningen zullen worden gedaan tijdens de jaren |
2023-2024 : | 2023-2024 : |
§ 1. Het aantal industriële leerlingen gespreid over twee jaar zal | § 1. Het aantal industriële leerlingen gespreid over twee jaar zal |
minstens 200 bedragen. | minstens 200 bedragen. |
§ 2. Het aantal werkzoekenden en werkenden uit de risicogroepen dat | § 2. Het aantal werkzoekenden en werkenden uit de risicogroepen dat |
een IPV-vorming geniet zal jaarlijks minstens 3 000 bedragen. | een IPV-vorming geniet zal jaarlijks minstens 3 000 bedragen. |
§ 3. De vorming van werkzoekenden onder de risicogroepen zal zodanig | § 3. De vorming van werkzoekenden onder de risicogroepen zal zodanig |
georganiseerd worden dat de kansen op tewerkstelling in de sector | georganiseerd worden dat de kansen op tewerkstelling in de sector |
reëel zijn. | reëel zijn. |
§ 4. Een jaarlijkse inspanning van minstens 0,05 pct. (van de 0,15 | § 4. Een jaarlijkse inspanning van minstens 0,05 pct. (van de 0,15 |
pct.) van de brutolonen zal gedaan worden voor personen in doelgroepen | pct.) van de brutolonen zal gedaan worden voor personen in doelgroepen |
opgenomen in het koninklijk besluit van 19 februari 2013 tot | opgenomen in het koninklijk besluit van 19 februari 2013 tot |
uitvoering van artikel 189, 4de lid van de wet van 27 december 2006 | uitvoering van artikel 189, 4de lid van de wet van 27 december 2006 |
houdende diverse bepalingen (I) (Belgisch Staatsblad van 8 april | houdende diverse bepalingen (I) (Belgisch Staatsblad van 8 april |
2013). | 2013). |
§ 5. In toepassing van artikel 2 van het koninklijk besluit van 19 | § 5. In toepassing van artikel 2 van het koninklijk besluit van 19 |
februari 2013 tot uitvoering van artikel 189, 4de lid van de wet van | februari 2013 tot uitvoering van artikel 189, 4de lid van de wet van |
27 december 2006 houdende diverse bepalingen (I), gewijzigd door het | 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (I), gewijzigd door het |
koninklijk besluit van 23 augustus 2015, wordt ten minste 0,05 pct. | koninklijk besluit van 23 augustus 2015, wordt ten minste 0,05 pct. |
van de loonmassa besteed aan initiatieven ten voordele van personen | van de loonmassa besteed aan initiatieven ten voordele van personen |
die nog geen 26 jaar oud zijn en tot de risicogroepen behoren. | die nog geen 26 jaar oud zijn en tot de risicogroepen behoren. |
§ 6. De in § 5 bedoelde inspanningen worden geconcretiseerd door het | § 6. De in § 5 bedoelde inspanningen worden geconcretiseerd door het |
sluiten van één of meerdere partnerschapsovereeenkomsten tussen het | sluiten van één of meerdere partnerschapsovereeenkomsten tussen het |
IPV en de ondernemingen, de onderwijs of vormingsinstellingen of de | IPV en de ondernemingen, de onderwijs of vormingsinstellingen of de |
gewestelijke arbeidsbemiddelings- of opleidingdiensten. | gewestelijke arbeidsbemiddelings- of opleidingdiensten. |
§ 7. De in § 5 bedoelde inspanningen worden uitgevoerd door : | § 7. De in § 5 bedoelde inspanningen worden uitgevoerd door : |
- ingroeibanen zoals beschreven in artikel 3°/1 van het koninklijk | - ingroeibanen zoals beschreven in artikel 3°/1 van het koninklijk |
besluit van 26 november 2013; | besluit van 26 november 2013; |
- het stageaanbod in de onderneming; | - het stageaanbod in de onderneming; |
- de aanwerving in het kader van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde | - de aanwerving in het kader van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde |
of onbepaalde duur of voor een duidelijk omschreven werk zoals bedoeld | of onbepaalde duur of voor een duidelijk omschreven werk zoals bedoeld |
in artikel 7 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de | in artikel 7 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de |
arbeidsovereenkomsten; | arbeidsovereenkomsten; |
- het opleidingsaanbod in ondernemingen of in externe instellingen; | - het opleidingsaanbod in ondernemingen of in externe instellingen; |
- de vorming van opleiders; | - de vorming van opleiders; |
- de investering in het technologisch materiaal; | - de investering in het technologisch materiaal; |
- het gezamenlijk gebruik van opleidingsmateriaal; | - het gezamenlijk gebruik van opleidingsmateriaal; |
- de investering in laaggeschoolde jongeren jonger dan 26 jaar die | - de investering in laaggeschoolde jongeren jonger dan 26 jaar die |
gedurende hun eerste 12 maanden van tewerkstelling recht hebben op een | gedurende hun eerste 12 maanden van tewerkstelling recht hebben op een |
budget van 2 500 EUR voor het volgen van opleidingen bij IPV. De | budget van 2 500 EUR voor het volgen van opleidingen bij IPV. De |
modaliteiten zullen afgesproken worden binnen de raad van beheer van | modaliteiten zullen afgesproken worden binnen de raad van beheer van |
IPV. | IPV. |
HOOFDSTUK IX. - Berekening van de theoretische verplichting tot het | HOOFDSTUK IX. - Berekening van de theoretische verplichting tot het |
aanwerven van jongeren met een startbaanovereenkomst voor de sector | aanwerven van jongeren met een startbaanovereenkomst voor de sector |
Art. 12.Volgens gedecentraliseerde RSZ-gegevens opgenomen in het |
Art. 12.Volgens gedecentraliseerde RSZ-gegevens opgenomen in het |
verslag van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, van maart 2023, | verslag van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, van maart 2023, |
stelden de ondernemingen van de sector met 50 of meer werknemers, | stelden de ondernemingen van de sector met 50 of meer werknemers, |
samen 63 602 werknemers (arbeiders en bedienden) tewerk. | samen 63 602 werknemers (arbeiders en bedienden) tewerk. |
Op basis van deze gegevens is de sector verplicht om voor 1 908 | Op basis van deze gegevens is de sector verplicht om voor 1 908 |
personen een startbaanovereenkomst te sluiten. | personen een startbaanovereenkomst te sluiten. |
HOOFDSTUK X. - Financiering Alimento | HOOFDSTUK X. - Financiering Alimento |
Art. 13.De bijdrage van de werkgever is per arbeider vastgesteld op |
Art. 13.De bijdrage van de werkgever is per arbeider vastgesteld op |
0,30 pct. van de lonen. | 0,30 pct. van de lonen. |
Art. 14.IPV zal de bijdragen bedoeld in artikel 13 aanwenden voor de |
Art. 14.IPV zal de bijdragen bedoeld in artikel 13 aanwenden voor de |
vorming van de werkenden, werkzoekenden en industriële leerlingen. | vorming van de werkenden, werkzoekenden en industriële leerlingen. |
HOOFDSTUK XI. - Verwerking persoonsgegevens | HOOFDSTUK XI. - Verwerking persoonsgegevens |
Art. 15.Verwerkingen van persoonsgegevens die nodig zijn om te |
Art. 15.Verwerkingen van persoonsgegevens die nodig zijn om te |
voldoen aan de verplichtingen beschreven in deze collectieve | voldoen aan de verplichtingen beschreven in deze collectieve |
arbeidsovereenkomst moeten voldoen aan de Algemene Verordening | arbeidsovereenkomst moeten voldoen aan de Algemene Verordening |
Gegevensbescherming (AVG) en de nodige maatregelen moeten genomen | Gegevensbescherming (AVG) en de nodige maatregelen moeten genomen |
worden om deze gegevens te beschermen volgens een passend | worden om deze gegevens te beschermen volgens een passend |
beveiligingsniveau. | beveiligingsniveau. |
HOOFDSTUK XII. - Geldigheidsduur | HOOFDSTUK XII. - Geldigheidsduur |
Art. 16.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking |
Art. 16.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking |
op 1 januari 2023 en geldt voor onbepaalde tijd. | op 1 januari 2023 en geldt voor onbepaalde tijd. |
§ 2. Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 november | § 2. Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 november |
2021 betreffende de permanente vorming, gesloten in Paritair Comité | 2021 betreffende de permanente vorming, gesloten in Paritair Comité |
118 voor de voedingsnijverheid (registratienummer : 169120/CO/118 - | 118 voor de voedingsnijverheid (registratienummer : 169120/CO/118 - |
koninklijk besluit : 20 mei 2022 - Belgisch Staatsblad : 29 juni | koninklijk besluit : 20 mei 2022 - Belgisch Staatsblad : 29 juni |
2022). | 2022). |
§ 3. De collectieve arbeidsovereenkomst kan opgezegd worden door één | § 3. De collectieve arbeidsovereenkomst kan opgezegd worden door één |
der partijen, met een opzegging van drie maanden betekend bij een ter | der partijen, met een opzegging van drie maanden betekend bij een ter |
post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair | post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair |
Comité voor de voedingsnijverheid en aan de vertegenwoordigde | Comité voor de voedingsnijverheid en aan de vertegenwoordigde |
organisaties. | organisaties. |
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 29 februari | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 29 februari |
2024. | 2024. |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
P.-Y. DERMAGNE | P.-Y. DERMAGNE |