Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 september 2002, gesloten in het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, betreffende het klein verlet | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 september 2002, gesloten in het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, betreffende het klein verlet |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
29 FEBRUARI 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend | 29 FEBRUARI 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend |
wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 september | wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 september |
2002, gesloten in het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, | 2002, gesloten in het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, |
betreffende het klein verlet (1) | betreffende het klein verlet (1) |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
28; | 28; |
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het beheer van | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het beheer van |
gebouwen; | gebouwen; |
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, | Op de voordracht van Onze Minister van Werk, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 september 2002, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 september 2002, |
gesloten in het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, | gesloten in het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, |
betreffende het klein verlet. | betreffende het klein verlet. |
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit |
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit |
besluit. | besluit. |
Gegeven te Brussel, 29 februari 2004. | Gegeven te Brussel, 29 februari 2004. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
F. VANDENBROUCKE | F. VANDENBROUCKE |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Bijlage | Bijlage |
Paritair Comité voor het beheer van gebouwen | Paritair Comité voor het beheer van gebouwen |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 september 2002 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 september 2002 |
Klein verlet (Overeenkomst geregistreerd op 20 februari 2003 onder het | Klein verlet (Overeenkomst geregistreerd op 20 februari 2003 onder het |
nummer 65526/CO/323) | nummer 65526/CO/323) |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
de werkgevers en werknemers van de ondernemingen die tot de | de werkgevers en werknemers van de ondernemingen die tot de |
bevoegdheid behoren van het Paritair Comité voor het beheer van | bevoegdheid behoren van het Paritair Comité voor het beheer van |
gebouwen. | gebouwen. |
Onder "werknemers" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke | Onder "werknemers" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke |
bedienden, arbeiders en huispersoneel. | bedienden, arbeiders en huispersoneel. |
Art. 2.De werknemer heeft het recht, met behoud van zijn normaal |
Art. 2.De werknemer heeft het recht, met behoud van zijn normaal |
loon, ter gelegenheid van familiegebeurtenissen en voor de vervulling | loon, ter gelegenheid van familiegebeurtenissen en voor de vervulling |
van de staatburgerlijke verplichtingen of van de burgerlijke | van de staatburgerlijke verplichtingen of van de burgerlijke |
opdrachten die hierna zijn opgesomd, van het werk afwezig te blijven | opdrachten die hierna zijn opgesomd, van het werk afwezig te blijven |
voor een als volgt bepaalde duur : | voor een als volgt bepaalde duur : |
1. Huwelijk van de werknemer | 1. Huwelijk van de werknemer |
Drie dagen door de werknemer te kiezen tijdens de week waarin de | Drie dagen door de werknemer te kiezen tijdens de week waarin de |
gebeurtenis plaatsgrijpt of tijdens de daaropvolgende week. | gebeurtenis plaatsgrijpt of tijdens de daaropvolgende week. |
2. Huwelijk van een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e), | 2. Huwelijk van een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e), |
van broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de vader, moeder, | van broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de vader, moeder, |
schoonvader, stiefvader, schoonmoeder, stiefmoeder, stiefvader van een | schoonvader, stiefvader, schoonmoeder, stiefmoeder, stiefvader van een |
kleinkind van de werknemer. | kleinkind van de werknemer. |
De dag van de plechtigheid. | De dag van de plechtigheid. |
3. Priesterwijding of intrede in het klooster van een kind van de | 3. Priesterwijding of intrede in het klooster van een kind van de |
werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e), van broer, zuster, schoonbroer | werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e), van broer, zuster, schoonbroer |
of schoonzuster van de werknemer. | of schoonzuster van de werknemer. |
De dag van de plechtigheid. | De dag van de plechtigheid. |
4. Overlijden van de echtgenoot of echtgenote van een kind, van de | 4. Overlijden van de echtgenoot of echtgenote van een kind, van de |
werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e), van de vader, moeder, | werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e), van de vader, moeder, |
schoonvader, stiefvader, schoonmoeder of stiefmoeder van de werknemer. | schoonvader, stiefvader, schoonmoeder of stiefmoeder van de werknemer. |
Drie dagen door de werknemer te kiezen tijdens een periode van twaalf | Drie dagen door de werknemer te kiezen tijdens een periode van twaalf |
dagen die begint met de dag van het overlijden. | dagen die begint met de dag van het overlijden. |
5. Overlijden van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de | 5. Overlijden van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de |
grootvader, de grootmoeder, van een kleinkind, van een overgrootvader, | grootvader, de grootmoeder, van een kleinkind, van een overgrootvader, |
een overgrootmoeder, van een achterkleinkind, van een schoonzoon of | een overgrootmoeder, van een achterkleinkind, van een schoonzoon of |
schoondochter die bij de werknemer inwoont. | schoondochter die bij de werknemer inwoont. |
Twee dagen door de werknemer te kiezen in de periode van twaalf dagen | Twee dagen door de werknemer te kiezen in de periode van twaalf dagen |
die begint met de dag van het overlijden. | die begint met de dag van het overlijden. |
6. Overlijden van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de | 6. Overlijden van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de |
grootvader, de grootmoeder, van een kleinkind, van een overgrootvader, | grootvader, de grootmoeder, van een kleinkind, van een overgrootvader, |
een overgrootmoeder, van een achterkleinkind, van een schoonzoon of | een overgrootmoeder, van een achterkleinkind, van een schoonzoon of |
schoondochter die niet bij de werknemer inwoont. | schoondochter die niet bij de werknemer inwoont. |
De dag van de begrafenis. | De dag van de begrafenis. |
7. Plechtige communie van een kind van de werknemer of van zijn | 7. Plechtige communie van een kind van de werknemer of van zijn |
echtgeno(o)t(e). | echtgeno(o)t(e). |
De dag van de plechtigheid of de gewone activiteitsdag die de | De dag van de plechtigheid of de gewone activiteitsdag die de |
gebeurtenis onmiddellijk voorafgaat of volgt wanneer deze samenvalt | gebeurtenis onmiddellijk voorafgaat of volgt wanneer deze samenvalt |
met een zondag, een feestdag of een gewone inactiviteitsdag. | met een zondag, een feestdag of een gewone inactiviteitsdag. |
8. Deelneming van een kind van de werknemer of van zijn | 8. Deelneming van een kind van de werknemer of van zijn |
echtgeno(o)t(e) aan het feest van de "vrijzinnig jeugd" daar waar dit | echtgeno(o)t(e) aan het feest van de "vrijzinnig jeugd" daar waar dit |
feest plaats heeft. | feest plaats heeft. |
De dag van het feest of de gewone activiteitsdag die de gebeurtenis | De dag van het feest of de gewone activiteitsdag die de gebeurtenis |
onmiddellijk voorafgaat of volgt wanneer deze samenvalt met een | onmiddellijk voorafgaat of volgt wanneer deze samenvalt met een |
zondag, een feestdag of een gewone inactiviteitsdag. | zondag, een feestdag of een gewone inactiviteitsdag. |
9. Verblijf van een dienstplichtige werknemer in een rekrutering- en | 9. Verblijf van een dienstplichtige werknemer in een rekrutering- en |
selectiecentrum of in een militair hospitaal ten gevolge van zijn | selectiecentrum of in een militair hospitaal ten gevolge van zijn |
verblijf in een rekrutering- en selectiecentrum. | verblijf in een rekrutering- en selectiecentrum. |
De nodige tijd met een maximum van drie dagen. | De nodige tijd met een maximum van drie dagen. |
10. Verblijf van een werknemer gewetensbezwaarde op de administratieve | 10. Verblijf van een werknemer gewetensbezwaarde op de administratieve |
gezondheidsdienst in één van de verplegingsinrichtingen, die | gezondheidsdienst in één van de verplegingsinrichtingen, die |
overeenkomstig de wetgeving houdende het statuut van de | overeenkomstig de wetgeving houdende het statuut van de |
gewetensbezwaarden door de Koning zijn aangewezen. | gewetensbezwaarden door de Koning zijn aangewezen. |
De nodige tijd met een maximum van drie dagen. | De nodige tijd met een maximum van drie dagen. |
11. Bijwonen van een bijeenkomst van een familieraad, bijeengeroepen | 11. Bijwonen van een bijeenkomst van een familieraad, bijeengeroepen |
door de vrederechter. | door de vrederechter. |
De nodige tijd met een maximum van één dag. | De nodige tijd met een maximum van één dag. |
12. Deelneming aan een jury, oproeping als getuige voor de rechtbank | 12. Deelneming aan een jury, oproeping als getuige voor de rechtbank |
of persoonlijke verschijning op aanmaning van de arbeidsrechtbank. | of persoonlijke verschijning op aanmaning van de arbeidsrechtbank. |
De nodige tijd met een maximum van vijf dagen. | De nodige tijd met een maximum van vijf dagen. |
12bis. Ter uitoefening van het ambt van bijzitter in een | 12bis. Ter uitoefening van het ambt van bijzitter in een |
hoofdstembureau of enig stembureau bij de parlements-, provincieraads- | hoofdstembureau of enig stembureau bij de parlements-, provincieraads- |
en gemeenteraadsverkiezingen. | en gemeenteraadsverkiezingen. |
De nodige tijd. | De nodige tijd. |
12ter. Uitoefening van het ambt van bijzitter in één van de | 12ter. Uitoefening van het ambt van bijzitter in één van de |
hoofdbureaus bij de verkiezing van het Europees Parlement. | hoofdbureaus bij de verkiezing van het Europees Parlement. |
De nodige tijd met een maximum van vijf dagen. | De nodige tijd met een maximum van vijf dagen. |
13. Uitoefening van het ambt van bijzitter in een hoofdbureau voor | 13. Uitoefening van het ambt van bijzitter in een hoofdbureau voor |
stemopneming bij de parlements, provincieraads- of | stemopneming bij de parlements, provincieraads- of |
gemeenteraadsverkiezingen. | gemeenteraadsverkiezingen. |
De nodige tijd met een maximum van vijf dagen. | De nodige tijd met een maximum van vijf dagen. |
Art. 3.Voor de toepassing van artikel 2, nrs. 2, 3, 4, 7 en 8, wordt |
Art. 3.Voor de toepassing van artikel 2, nrs. 2, 3, 4, 7 en 8, wordt |
het aangenomen of natuurlijk erkend kind gelijkgesteld met het wettig | het aangenomen of natuurlijk erkend kind gelijkgesteld met het wettig |
of gewettigd kind. | of gewettigd kind. |
Art. 4.Voor de toepassing van artikel 2, nrs. 2, 3, 4, 7 en 8, wordt |
Art. 4.Voor de toepassing van artikel 2, nrs. 2, 3, 4, 7 en 8, wordt |
de partner met wie de bediende samenwoont gelijkgesteld met de | de partner met wie de bediende samenwoont gelijkgesteld met de |
echtgeno(o)t(e). Het samenwonen dient bewezen te worden aan de hand | echtgeno(o)t(e). Het samenwonen dient bewezen te worden aan de hand |
van de officiële domiciliering. | van de officiële domiciliering. |
Art. 5.Voor de toepassing van artikel 2, nrs. 5 en 6, worden de |
Art. 5.Voor de toepassing van artikel 2, nrs. 5 en 6, worden de |
schoonbroer, de schoonzuster, de grootvader en de grootmoeder van de | schoonbroer, de schoonzuster, de grootvader en de grootmoeder van de |
echtgeno(o)t(e) van de bediende gelijkgesteld met de schoonbroer, de | echtgeno(o)t(e) van de bediende gelijkgesteld met de schoonbroer, de |
schoonzuster, de grootvader en de grootmoeder van de bediende. | schoonzuster, de grootvader en de grootmoeder van de bediende. |
Art. 6.Overeenkomstig artikelen 27 en 29 van de wet van 10 augustus |
Art. 6.Overeenkomstig artikelen 27 en 29 van de wet van 10 augustus |
2001 betreffende de verzoening van werkgelegenheid en kwaliteit van | 2001 betreffende de verzoening van werkgelegenheid en kwaliteit van |
het leven (Belgisch Staatsblad van 15 september 2001), de werknemer | het leven (Belgisch Staatsblad van 15 september 2001), de werknemer |
heeft het recht om van het werk afwezig te zijn : | heeft het recht om van het werk afwezig te zijn : |
1° ter gelegenheid van de geboorte van een kind waarvan de afstamming | 1° ter gelegenheid van de geboorte van een kind waarvan de afstamming |
langs zijn zijde vaststaat, gedurende tien dagen, door hem te kiezen | langs zijn zijde vaststaat, gedurende tien dagen, door hem te kiezen |
binnen dertig dagen te rekenen vanaf de dag van de bevalling; | binnen dertig dagen te rekenen vanaf de dag van de bevalling; |
2° omwille van het onthaal van een kind in zijn gezin in het kader van | 2° omwille van het onthaal van een kind in zijn gezin in het kader van |
een adoptie, gedurende tien dagen, te kiezen binnen dertig dagen | een adoptie, gedurende tien dagen, te kiezen binnen dertig dagen |
volgend op de inschrijving van het kind in het bevolkingsregister of | volgend op de inschrijving van het kind in het bevolkingsregister of |
in het vreemdelingenregister van de gemeente waar de werknemer zijn | in het vreemdelingenregister van de gemeente waar de werknemer zijn |
verblijfplaats heeft, als deel uitmakend van het gezin. | verblijfplaats heeft, als deel uitmakend van het gezin. |
Gedurende de eerste drie dagen afwezigheid geniet de werknemer het | Gedurende de eerste drie dagen afwezigheid geniet de werknemer het |
behoud van zijn loon. | behoud van zijn loon. |
Gedurende de volgende zeven dagen geniet de werknemer een uitkering | Gedurende de volgende zeven dagen geniet de werknemer een uitkering |
waarvan het bedrag wordt bepaald door de Koning en die hem wordt | waarvan het bedrag wordt bepaald door de Koning en die hem wordt |
uitbetaald in het raam van de verzekering voor geneeskundige | uitbetaald in het raam van de verzekering voor geneeskundige |
verzorging en uitkeringen. | verzorging en uitkeringen. |
Art. 7.De deeltijdse werknemers hebben het recht, met behoud van hun |
Art. 7.De deeltijdse werknemers hebben het recht, met behoud van hun |
normaal loon, van het werk afwezig te zijn gedurende de dagen en | normaal loon, van het werk afwezig te zijn gedurende de dagen en |
perioden bedoeld in de artikelen 2 en 6 die samenvallen met de dagen | perioden bedoeld in de artikelen 2 en 6 die samenvallen met de dagen |
en perioden waarop zij normaal zouden hebben gewerkt. | en perioden waarop zij normaal zouden hebben gewerkt. |
Zij mogen de afwezigheidsdagen kiezen in dezelfde beperkingen als deze | Zij mogen de afwezigheidsdagen kiezen in dezelfde beperkingen als deze |
bedoeld in de artikelen 2 en 6. | bedoeld in de artikelen 2 en 6. |
Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
oktober 2002 en is gesloten voor onbepaalde tijd. | oktober 2002 en is gesloten voor onbepaalde tijd. |
Zij kan worden opgezegd door een van de ondertekenende partijen, met | Zij kan worden opgezegd door een van de ondertekenende partijen, met |
een opzeggingstermijn van drie maanden, bij aangetekende brief gericht | een opzeggingstermijn van drie maanden, bij aangetekende brief gericht |
aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het beheer van | aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het beheer van |
gebouwen. | gebouwen. |
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 29 februari | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 29 februari |
2004. | 2004. |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
F. VANDENBROUCKE | F. VANDENBROUCKE |