| Koninklijk besluit houdende vaststelling van het vakantiegeld van het personeel van de politiediensten | Koninklijk besluit houdende vaststelling van het vakantiegeld van het personeel van de politiediensten |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST | FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST |
| BINNENLANDSE ZAKEN | BINNENLANDSE ZAKEN |
| 29 APRIL 2009. - Koninklijk besluit houdende vaststelling van het | 29 APRIL 2009. - Koninklijk besluit houdende vaststelling van het |
| vakantiegeld van het personeel van de politiediensten | vakantiegeld van het personeel van de politiediensten |
| VERSLAG AAN DE KONING | VERSLAG AAN DE KONING |
| Sire, | Sire, |
| Het besluit dat wij de eer hebben aan Uwe Majesteit ter ondertekening | Het besluit dat wij de eer hebben aan Uwe Majesteit ter ondertekening |
| voor te leggen, strekt er voornamelijk toe om het vakantiegeld a rato | voor te leggen, strekt er voornamelijk toe om het vakantiegeld a rato |
| van 92 % van een twaalfde van de jaarwedde, geleidelijk aan uit te | van 92 % van een twaalfde van de jaarwedde, geleidelijk aan uit te |
| breiden naar de personeelsleden van het operationeel kader van de | breiden naar de personeelsleden van het operationeel kader van de |
| politiediensten. De huidige budgettaire context noopt er immers toe om | politiediensten. De huidige budgettaire context noopt er immers toe om |
| de kostprijs van een dergelijke statutaire maatregel te spreiden in de | de kostprijs van een dergelijke statutaire maatregel te spreiden in de |
| tijd. | tijd. |
| De personeelsleden van de politiediensten genoten tot op heden, | De personeelsleden van de politiediensten genoten tot op heden, |
| overeenkomstig artikel XI.III.4, eerste lid, 3°, van het koninklijk | overeenkomstig artikel XI.III.4, eerste lid, 3°, van het koninklijk |
| besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het | besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het |
| personeel van de politiediensten (RPPol), een vakantiegeld volgens de | personeel van de politiediensten (RPPol), een vakantiegeld volgens de |
| bedragen en voorwaarden vastgesteld voor de toekenning ervan aan de | bedragen en voorwaarden vastgesteld voor de toekenning ervan aan de |
| personeelsleden van de federale ministeries. | personeelsleden van de federale ministeries. |
| Aanvullend aan dit vakantiegeld, genoten de personeelsleden van het | Aanvullend aan dit vakantiegeld, genoten de personeelsleden van het |
| administratief en logistiek kader een premie, en dit overeenkomstig | administratief en logistiek kader een premie, en dit overeenkomstig |
| het koninklijk besluit van 16 januari 2003 tot toekenning van een | het koninklijk besluit van 16 januari 2003 tot toekenning van een |
| Copernicuspremie aan bepaalde personeelsleden van het administratief | Copernicuspremie aan bepaalde personeelsleden van het administratief |
| en logistiek kader van de geïntegreerde politie, gestructureerd op | en logistiek kader van de geïntegreerde politie, gestructureerd op |
| twee niveaus. Die Copernicuspremie stemde overeen met het verschil | twee niveaus. Die Copernicuspremie stemde overeen met het verschil |
| tussen het brutobedrag van het vakantiegeld en een bedrag gelijk aan | tussen het brutobedrag van het vakantiegeld en een bedrag gelijk aan |
| 92 % van één twaalfde van de jaarwedde. | 92 % van één twaalfde van de jaarwedde. |
| De progressieve toekenning van dit verhoogde vakantiegeld aan de | De progressieve toekenning van dit verhoogde vakantiegeld aan de |
| personeelsleden van het operationeel kader van de politiediensten | personeelsleden van het operationeel kader van de politiediensten |
| wordt als volgt gespreid in de tijd. | wordt als volgt gespreid in de tijd. |
| Vanaf het jaar 2009 is het percentage van 92 % van toepassing op de | Vanaf het jaar 2009 is het percentage van 92 % van toepassing op de |
| agenten van politie en enkel op de inspecteurs en de hoofdinspecteurs | agenten van politie en enkel op de inspecteurs en de hoofdinspecteurs |
| die op 1 oktober 2008 de volle leeftijd van 57 jaar hebben bereikt, | die op 1 oktober 2008 de volle leeftijd van 57 jaar hebben bereikt, |
| terwijl een percentage van 65 % van toepassing is op de andere | terwijl een percentage van 65 % van toepassing is op de andere |
| personeelsleden van het operationeel kader. | personeelsleden van het operationeel kader. |
| Vanaf het jaar 2010 is het percentage van 92 % van toepassing op de | Vanaf het jaar 2010 is het percentage van 92 % van toepassing op de |
| agenten van politie, op de inspecteurs en enkel op de hoofdinspecteurs | agenten van politie, op de inspecteurs en enkel op de hoofdinspecteurs |
| die op 1 oktober 2008 de volle leeftijd van 57 jaar hebben bereikt, | die op 1 oktober 2008 de volle leeftijd van 57 jaar hebben bereikt, |
| terwijl een percentage van 65 % van toepassing is op de andere | terwijl een percentage van 65 % van toepassing is op de andere |
| personeelsleden van het operationeel kader. | personeelsleden van het operationeel kader. |
| Vanaf het jaar 2011 zal het percentage van 92 % van toepassing zijn op | Vanaf het jaar 2011 zal het percentage van 92 % van toepassing zijn op |
| alle personeelsleden van het operationeel kader. | alle personeelsleden van het operationeel kader. |
| De personeelsleden van het administratief en logistiek kader van de | De personeelsleden van het administratief en logistiek kader van de |
| politiediensten beschikten reeds over de Copernicuspremie die hun | politiediensten beschikten reeds over de Copernicuspremie die hun |
| vakantiegeld aanvulde tot 92 % van hun maandwedde. Door het | vakantiegeld aanvulde tot 92 % van hun maandwedde. Door het |
| vaststellen van het vakantiegeld op 92 % van de maandwedde voor alle | vaststellen van het vakantiegeld op 92 % van de maandwedde voor alle |
| personeelsleden van de politiediensten is die premie zonder voorwerp | personeelsleden van de politiediensten is die premie zonder voorwerp |
| geworden. Het artikel XI.III.4, eerste lid, 3°, RPPol alsook het | geworden. Het artikel XI.III.4, eerste lid, 3°, RPPol alsook het |
| koninklijk besluit van 16 januari tot toekenning van een | koninklijk besluit van 16 januari tot toekenning van een |
| Copernicuspremie aan bepaalde personeelsleden 2003 van het | Copernicuspremie aan bepaalde personeelsleden 2003 van het |
| administratief en logistiek kader van de geïntegreerde politie, | administratief en logistiek kader van de geïntegreerde politie, |
| gestructureerd op twee niveaus, worden dan ook meteen opgeheven. | gestructureerd op twee niveaus, worden dan ook meteen opgeheven. |
| In zijn advies stelt de Raad van State zich evenwel vragen omtrent het | In zijn advies stelt de Raad van State zich evenwel vragen omtrent het |
| onderscheid op grond van leeftijd en de conformiteit ervan met de | onderscheid op grond van leeftijd en de conformiteit ervan met de |
| principes van gelijkheid en non-discriminatie. | principes van gelijkheid en non-discriminatie. |
| Overeenkomstig artikel 12, § 1, van de wet van 10 mei 2007 ter | Overeenkomstig artikel 12, § 1, van de wet van 10 mei 2007 ter |
| bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie, vormt een | bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie, vormt een |
| onderscheid op grond van leeftijd op het vlak van de | onderscheid op grond van leeftijd op het vlak van de |
| arbeidsbetrekkingen geen discriminatie wanneer het objectief en | arbeidsbetrekkingen geen discriminatie wanneer het objectief en |
| redelijk wordt gerechtvaardigd door een legitiem doel, in het | redelijk wordt gerechtvaardigd door een legitiem doel, in het |
| bijzonder door legitieme doelstellingen in het raam van het | bijzonder door legitieme doelstellingen in het raam van het |
| tewerkstellingsbeleid, de arbeidsmarkt of elk ander vergelijkbaar | tewerkstellingsbeleid, de arbeidsmarkt of elk ander vergelijkbaar |
| legitiem doel, en wanneer de middelen voor het bereiken van dat doel | legitiem doel, en wanneer de middelen voor het bereiken van dat doel |
| passend en nodig zijn. | passend en nodig zijn. |
| Het in het voorliggende ontwerpbesluit vervatte leeftijdsonderscheid | Het in het voorliggende ontwerpbesluit vervatte leeftijdsonderscheid |
| bestaat er in dat, vanaf het jaar 2009, het percentage van 92 % reeds | bestaat er in dat, vanaf het jaar 2009, het percentage van 92 % reeds |
| wordt toegekend aan de inspecteurs en de hoofdinspecteurs die op 1 | wordt toegekend aan de inspecteurs en de hoofdinspecteurs die op 1 |
| oktober 2008 de volle leeftijd van 57 jaar hebben bereikt. | oktober 2008 de volle leeftijd van 57 jaar hebben bereikt. |
| Dit onderscheid strekt er toe om de personeelsleden op korte termijn | Dit onderscheid strekt er toe om de personeelsleden op korte termijn |
| ertoe aan te zetten langer aan het werk te blijven. Deze maatregel | ertoe aan te zetten langer aan het werk te blijven. Deze maatregel |
| strookt dan ook volledig met de betrachting van het « Generatiepact » | strookt dan ook volledig met de betrachting van het « Generatiepact » |
| om oudere werknemers langer actief te houden op de arbeidsmarkt. In | om oudere werknemers langer actief te houden op de arbeidsmarkt. In |
| dat verband kan trouwens eveneens verwezen worden naar de maatregel | dat verband kan trouwens eveneens verwezen worden naar de maatregel |
| van het pensioencomplement wegens leeftijd bedoeld in de wet van 12 | van het pensioencomplement wegens leeftijd bedoeld in de wet van 12 |
| augustus 2000 houdende sociale, budgettaire en andere bepalingen, die | augustus 2000 houdende sociale, budgettaire en andere bepalingen, die |
| eveneens is ingegeven vanuit diezelfde bekommernis. Men kan derhalve | eveneens is ingegeven vanuit diezelfde bekommernis. Men kan derhalve |
| stellen dat het onderscheid niet discriminatoir is vermits het | stellen dat het onderscheid niet discriminatoir is vermits het |
| objectief en redelijk is gerechtvaardigd door een legitiem doel in het | objectief en redelijk is gerechtvaardigd door een legitiem doel in het |
| raam van het tewerkstellingsbeleid. | raam van het tewerkstellingsbeleid. |
| Wij hebben de eer te zijn, | Wij hebben de eer te zijn, |
| Sire, | Sire, |
| van Uwe Majesteit, | van Uwe Majesteit, |
| de zeer eerbiedige | de zeer eerbiedige |
| en zeer getrouwe dienaars, | en zeer getrouwe dienaars, |
| De Minister van Justitie, | De Minister van Justitie, |
| S. DE CLERCK | S. DE CLERCK |
| De Minister van Binnenlandse Zaken, | De Minister van Binnenlandse Zaken, |
| G. DE PADT | G. DE PADT |
| ADVIES VAN DE RAAD VAN STATE | ADVIES VAN DE RAAD VAN STATE |
| De Raad van State, afdeling wetgeving, tweede kamer, op 23 maart 2009 | De Raad van State, afdeling wetgeving, tweede kamer, op 23 maart 2009 |
| door de Minister van Binnenlandse Zaken verzocht hem, binnen een | door de Minister van Binnenlandse Zaken verzocht hem, binnen een |
| termijn van dertig dagen, van advies te dienen over een ontwerp van | termijn van dertig dagen, van advies te dienen over een ontwerp van |
| koninklijk besluit « houdende vaststelling van het vakantiegeld van | koninklijk besluit « houdende vaststelling van het vakantiegeld van |
| het personeel van de politiediensten », heeft het volgende advies | het personeel van de politiediensten », heeft het volgende advies |
| gegeven : | gegeven : |
| Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, | Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, |
| eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, | eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, |
| zoals het is vervangen bij de wet van 2 april 2003, beperkt de | zoals het is vervangen bij de wet van 2 april 2003, beperkt de |
| afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voornoemde | afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voornoemde |
| gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het | gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het |
| ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te | ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te |
| vervullen voorafgaande vormvereisten. | vervullen voorafgaande vormvereisten. |
| Wat deze drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de | Wat deze drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de |
| volgende opmerkingen. | volgende opmerkingen. |
| De artikelen 3 en 4 van het ontwerp voeren een verschil in behandeling | De artikelen 3 en 4 van het ontwerp voeren een verschil in behandeling |
| in tussen bepaalde leden van het personeel van het operationeel kader. | in tussen bepaalde leden van het personeel van het operationeel kader. |
| De grondwettelijke regels van gelijkheid en van niet-discriminatie | De grondwettelijke regels van gelijkheid en van niet-discriminatie |
| sluiten niet uit dat een verschil in behandeling tussen bepaalde | sluiten niet uit dat een verschil in behandeling tussen bepaalde |
| categorieën van personen zou worden ingesteld, voor zover voor het | categorieën van personen zou worden ingesteld, voor zover voor het |
| criterium van onderscheid een objectieve en redelijke verantwoording | criterium van onderscheid een objectieve en redelijke verantwoording |
| bestaat. Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden | bestaat. Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden |
| beoordeeld, rekening houdend met het doel en de gevolgen van de | beoordeeld, rekening houdend met het doel en de gevolgen van de |
| desbetreffende norm; het gelijkheidsbeginsel is geschonden wanneer | desbetreffende norm; het gelijkheidsbeginsel is geschonden wanneer |
| vaststaat dat geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen | vaststaat dat geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen |
| de aangewende middelen en het beoogde doel. | de aangewende middelen en het beoogde doel. |
| Omtrent het onderscheid onder de leden van het personeel van het | Omtrent het onderscheid onder de leden van het personeel van het |
| operationeel kader op basis van de leeftijd moet tevens rekening | operationeel kader op basis van de leeftijd moet tevens rekening |
| worden gehouden met de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van | worden gehouden met de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van |
| bepaalde vormen van discriminatie. Op het vlak van de | bepaalde vormen van discriminatie. Op het vlak van de |
| arbeidsbetrekkingen vormt een direct onderscheid op grond van leeftijd | arbeidsbetrekkingen vormt een direct onderscheid op grond van leeftijd |
| geen discriminatie wanneer het objectief en redelijk wordt | geen discriminatie wanneer het objectief en redelijk wordt |
| gerechtvaardigd door een legitiem doel, met inbegrip van legitieme | gerechtvaardigd door een legitiem doel, met inbegrip van legitieme |
| doelstellingen van het beleid op het terrein van de werkgelegenheid, | doelstellingen van het beleid op het terrein van de werkgelegenheid, |
| de arbeidsmarkt of elk ander vergelijkbaar legitiem doel, en de | de arbeidsmarkt of elk ander vergelijkbaar legitiem doel, en de |
| middelen voor het bereiken van dat doel passend en noodzakelijk zijn | middelen voor het bereiken van dat doel passend en noodzakelijk zijn |
| (artikel 12, § 1, van deze wet). | (artikel 12, § 1, van deze wet). |
| De in het ontwerp gemaakte onderscheiden kunnen alleen worden | De in het ontwerp gemaakte onderscheiden kunnen alleen worden |
| beschouwd als zijnde in overeenstemming met de beginselen van | beschouwd als zijnde in overeenstemming met de beginselen van |
| gelijkheid en non-discriminatie indien ze voldoen aan de voornoemde | gelijkheid en non-discriminatie indien ze voldoen aan de voornoemde |
| voorwaarden, wat niet het geval lijkt te zijn met het onderscheid | voorwaarden, wat niet het geval lijkt te zijn met het onderscheid |
| gebaseerd op de leeftijd. | gebaseerd op de leeftijd. |
| De kamer was samengesteld uit : | De kamer was samengesteld uit : |
| De heer Y. Kreins, kamervoorzitter; | De heer Y. Kreins, kamervoorzitter; |
| De heer P. Vandernoot en Mevr. M. Baguet, staatsraden; | De heer P. Vandernoot en Mevr. M. Baguet, staatsraden; |
| De heren G. Keutgen en G. de Leval, assessoren van de afdeling | De heren G. Keutgen en G. de Leval, assessoren van de afdeling |
| wetgeving; | wetgeving; |
| Mevr. B. Vigneron, griffier. | Mevr. B. Vigneron, griffier. |
| Het verslag werd uitgebracht door de heer R. Wimmer, auditeur. | Het verslag werd uitgebracht door de heer R. Wimmer, auditeur. |
| De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst werd | De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst werd |
| nagezien onder toezicht van de heer P. Vandernoot. | nagezien onder toezicht van de heer P. Vandernoot. |
| De griffier, | De griffier, |
| B. Vigneron. | B. Vigneron. |
| De voorzitter, | De voorzitter, |
| Y. Kreins. | Y. Kreins. |
| 29 APRIL 2009. - Koninklijk besluit houdende vaststelling van het | 29 APRIL 2009. - Koninklijk besluit houdende vaststelling van het |
| vakantiegeld van het personeel van de politiediensten | vakantiegeld van het personeel van de politiediensten |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een | Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een |
| geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, artikel | geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, artikel |
| 121, vervangen bij de wet van 26 april 2002; | 121, vervangen bij de wet van 26 april 2002; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de | Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de |
| rechtspositie van het personeel van de politiediensten (RPPol); | rechtspositie van het personeel van de politiediensten (RPPol); |
| Gelet op het koninklijk besluit van 16 januari 2003 tot toekenning van | Gelet op het koninklijk besluit van 16 januari 2003 tot toekenning van |
| een Copernicuspremie aan bepaalde personeelsleden van het | een Copernicuspremie aan bepaalde personeelsleden van het |
| administratief en logistiek kader van de geïntegreerde politie, | administratief en logistiek kader van de geïntegreerde politie, |
| gestructureerd op twee niveaus; | gestructureerd op twee niveaus; |
| Gelet op het protocol van onderhandelingen Nr 235bis van het | Gelet op het protocol van onderhandelingen Nr 235bis van het |
| Onderhandelingscomité voor de politiediensten, gesloten op 25 | Onderhandelingscomité voor de politiediensten, gesloten op 25 |
| september 2008; | september 2008; |
| Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 17 | Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 17 |
| november 2008; | november 2008; |
| Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken, | Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken, |
| gegeven op 15 januari 2009; | gegeven op 15 januari 2009; |
| Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, | Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, |
| gegeven op 11 maart 2009; | gegeven op 11 maart 2009; |
| Gelet op het advies van de Adviesraad van burgemeesters, gegeven op 4 | Gelet op het advies van de Adviesraad van burgemeesters, gegeven op 4 |
| februari 2009; | februari 2009; |
| Gelet op het advies 46.290/2 van de Raad van State, gegeven op 20 | Gelet op het advies 46.290/2 van de Raad van State, gegeven op 20 |
| april 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de | april 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de |
| wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; | wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
| Op de voordracht van de Minister van Justitie en de Minister van | Op de voordracht van de Minister van Justitie en de Minister van |
| Binnenlandse Zaken, | Binnenlandse Zaken, |
| Besluit : | Besluit : |
Artikel 1.In titel III van deel XI van het RPPol wordt een hoofdstuk |
Artikel 1.In titel III van deel XI van het RPPol wordt een hoofdstuk |
| IIbis ingevoegd dat het artikel XI.III.4bis bevat, luidende : | IIbis ingevoegd dat het artikel XI.III.4bis bevat, luidende : |
| « HOOFDSTUK IIbis - Het vakantiegeld | « HOOFDSTUK IIbis - Het vakantiegeld |
| Art. XI.III.4bis. De personeelsleden genieten jaarlijks een | Art. XI.III.4bis. De personeelsleden genieten jaarlijks een |
| vakantiegeld waarvan het bedrag voor volledige prestaties gedurende | vakantiegeld waarvan het bedrag voor volledige prestaties gedurende |
| het gehele referentiejaar wordt vastgesteld op 92 % van een twaalfde | het gehele referentiejaar wordt vastgesteld op 92 % van een twaalfde |
| van de jaarwedde, gekoppeld aan de index van de consumptieprijzen, die | van de jaarwedde, gekoppeld aan de index van de consumptieprijzen, die |
| verschuldigd is voor de maand maart van het kalenderjaar. Voor het | verschuldigd is voor de maand maart van het kalenderjaar. Voor het |
| overige wordt het berekend en toegekend volgens de nadere regels die | overige wordt het berekend en toegekend volgens de nadere regels die |
| gelden voor het personeel van de federale overheidsdiensten. | gelden voor het personeel van de federale overheidsdiensten. |
| De personeelsleden genieten evenwel het vakantiegeld berekend volgens | De personeelsleden genieten evenwel het vakantiegeld berekend volgens |
| de regels van vaststelling voor het personeel van de federale | de regels van vaststelling voor het personeel van de federale |
| overheidsdiensten indien dat voor hen gunstiger is. » | overheidsdiensten indien dat voor hen gunstiger is. » |
Art. 2.In artikel XI.III.4, eerste lid, RPPol, wordt de bepaling |
Art. 2.In artikel XI.III.4, eerste lid, RPPol, wordt de bepaling |
| onder 3° opgeheven. | onder 3° opgeheven. |
Art. 3.Voor de leden van het operationeel kader, met uitzondering van |
Art. 3.Voor de leden van het operationeel kader, met uitzondering van |
| de leden van het basis- en het middenkader die op 1 oktober 2008 de | de leden van het basis- en het middenkader die op 1 oktober 2008 de |
| volle leeftijd van 57 jaar hebben bereikt alsook van de agenten van | volle leeftijd van 57 jaar hebben bereikt alsook van de agenten van |
| politie, wordt, in het uitbetalingsjaar 2009, "92 %" in het artikel | politie, wordt, in het uitbetalingsjaar 2009, "92 %" in het artikel |
| XI.III.4bis, eerste lid, RPPol, evenwel gelezen als "65 %". | XI.III.4bis, eerste lid, RPPol, evenwel gelezen als "65 %". |
Art. 4.Voor de leden van het operationeel kader, met uitzondering van |
Art. 4.Voor de leden van het operationeel kader, met uitzondering van |
| de leden van het middenkader die op 1 oktober 2008 de volle leeftijd | de leden van het middenkader die op 1 oktober 2008 de volle leeftijd |
| van 57 jaar hebben bereikt, alsook van de agenten en de inspecteurs | van 57 jaar hebben bereikt, alsook van de agenten en de inspecteurs |
| van politie, wordt, in het uitbetalingsjaar 2010, "92 %" in het | van politie, wordt, in het uitbetalingsjaar 2010, "92 %" in het |
| artikel XI.III.4bis, eerste lid, RPPol, evenwel gelezen als "65 %". | artikel XI.III.4bis, eerste lid, RPPol, evenwel gelezen als "65 %". |
Art. 5.Het koninklijk besluit van 16 januari 2003 tot toekenning van |
Art. 5.Het koninklijk besluit van 16 januari 2003 tot toekenning van |
| een Copernicuspremie aan bepaalde personeelsleden van het | een Copernicuspremie aan bepaalde personeelsleden van het |
| administratief en logistiek kader van de geïntegreerde politie, | administratief en logistiek kader van de geïntegreerde politie, |
| gestructureerd op twee niveaus, wordt opgeheven. | gestructureerd op twee niveaus, wordt opgeheven. |
Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2009. |
Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2009. |
Art. 7.De Minister bevoegd voor Justitie en de Minister bevoegd voor |
Art. 7.De Minister bevoegd voor Justitie en de Minister bevoegd voor |
| Binnenlandse Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de | Binnenlandse Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de |
| uitvoering van dit besluit. | uitvoering van dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 29 april 2009. | Gegeven te Brussel, 29 april 2009. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Justitie, | De Minister van Justitie, |
| S. DE CLERCK | S. DE CLERCK |
| De Minister van Binnenlandse Zaken, | De Minister van Binnenlandse Zaken, |
| G. DE PADT | G. DE PADT |