Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 28/09/2016
← Terug naar "Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2015, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de wijziging en de coördinatie van de statuten van het sociaal fonds "
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2015, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de wijziging en de coördinatie van de statuten van het sociaal fonds Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2015, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de wijziging en de coördinatie van de statuten van het sociaal fonds
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG
28 SEPTEMBER 2016. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend 28 SEPTEMBER 2016. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend
wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2015, wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2015,
gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de
wijziging en de coördinatie van de statuten van het sociaal fonds (1) wijziging en de coördinatie van de statuten van het sociaal fonds (1)
FILIP, Koning der Belgen, FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor
bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2; bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel
28; 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het garagebedrijf; Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het garagebedrijf;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Op de voordracht van de Minister van Werk,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2015, overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2015,
gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de
wijziging en de coördinatie van de statuten van het sociaal fonds. wijziging en de coördinatie van de statuten van het sociaal fonds.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van

dit besluit. dit besluit.
Gegeven te Brussel, 28 september 2016. Gegeven te Brussel, 28 september 2016.
FILIP FILIP
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Werk, De Minister van Werk,
K. PEETERS K. PEETERS
_______ _______
Nota Nota
(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad :
Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958.
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Bijlage Bijlage
Paritair Comité voor het garagebedrijf Paritair Comité voor het garagebedrijf
Collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2015 Collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2015
Wijziging en coördinatie van de statuten van het sociaal fonds Wijziging en coördinatie van de statuten van het sociaal fonds
(Overeenkomst geregistreerd op 15 december 2015 (Overeenkomst geregistreerd op 15 december 2015
onder het nummer 130667/CO/112) onder het nummer 130667/CO/112)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op

de werkgevers en arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder de werkgevers en arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder
het Paritair Comité voor het garagebedrijf. het Paritair Comité voor het garagebedrijf.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt
onder "arbeiders" verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werklieden. onder "arbeiders" verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werklieden.

Art. 2.De statuten van het "Sociaal Fonds voor het garagebedrijf"

Art. 2.De statuten van het "Sociaal Fonds voor het garagebedrijf"

zijn bijgevoegd in bijlage. zijn bijgevoegd in bijlage.

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1

januari 2015 en wordt gesloten voor onbepaalde tijd. januari 2015 en wordt gesloten voor onbepaalde tijd.
De collectieve arbeidsovereenkomst kan worden opgezegd door één van de De collectieve arbeidsovereenkomst kan worden opgezegd door één van de
ondertekenende partijen mits een opzegging van 6 maanden, betekend bij ondertekenende partijen mits een opzegging van 6 maanden, betekend bij
een ter post aangetekend schrijven gericht aan de voorzitter van het een ter post aangetekend schrijven gericht aan de voorzitter van het
Paritair Comité voor het garagebedrijf. Paritair Comité voor het garagebedrijf.
Deze opzegging kan slechts ingaan ten vroegste vanaf 1 januari 2017. Deze opzegging kan slechts ingaan ten vroegste vanaf 1 januari 2017.

Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve

Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve

arbeidsovereenkomst van 29 april 2014 betreffende de wijziging en arbeidsovereenkomst van 29 april 2014 betreffende de wijziging en
coördinatie van de statuten van het sociaal fonds, geregistreerd op 7 coördinatie van de statuten van het sociaal fonds, geregistreerd op 7
juli 2014 onder het nummer 122105/CO/112 en algemeen verbindend juli 2014 onder het nummer 122105/CO/112 en algemeen verbindend
verklaard bij koninklijk besluit van 10 april 2015 (Belgisch verklaard bij koninklijk besluit van 10 april 2015 (Belgisch
Staatsblad van 6 mei 2015), en gewijzigd door : Staatsblad van 6 mei 2015), en gewijzigd door :
- de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 september 2014, - de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 september 2014,
geregistreerd onder het nummer 123946/CO/112 op 22 oktober 2014 geregistreerd onder het nummer 123946/CO/112 op 22 oktober 2014
(Belgisch Staatsblad van 21 november 2014) en algemeen verbindend (Belgisch Staatsblad van 21 november 2014) en algemeen verbindend
verklaard bij koninklijk besluit van 20 juli 2015 (Belgisch Staatsblad verklaard bij koninklijk besluit van 20 juli 2015 (Belgisch Staatsblad
van 31 juli 2015); van 31 juli 2015);
- en nogmaals gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 - en nogmaals gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 24
juni 2015, geregistreerd onder het nummer 128153/CO/112 op 23 juli juni 2015, geregistreerd onder het nummer 128153/CO/112 op 23 juli
2015 (Belgisch Staatsblad van 3 augustus 2015). 2015 (Belgisch Staatsblad van 3 augustus 2015).
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 28 Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 28
september 2016. september 2016.
De Minister van Werk, De Minister van Werk,
K. PEETERS K. PEETERS
Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2015, Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2015,
gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de
wijziging en de coördinatie van de statuten van het sociaal fonds wijziging en de coördinatie van de statuten van het sociaal fonds
STATUTEN VAN HET FONDS STATUTEN VAN HET FONDS
HOOFDSTUK I. - Benaming, zetel, opdrachten en duur HOOFDSTUK I. - Benaming, zetel, opdrachten en duur
1. Benaming 1. Benaming

Artikel 1.Er wordt een fonds voor bestaanszekerheid opgericht bij

Artikel 1.Er wordt een fonds voor bestaanszekerheid opgericht bij

collectieve arbeidsovereenkomst van 23 maart 1967, algemeen verbindend collectieve arbeidsovereenkomst van 23 maart 1967, algemeen verbindend
verklaard bij koninklijk besluit van 5 augustus 1967 (Belgisch verklaard bij koninklijk besluit van 5 augustus 1967 (Belgisch
Staatsblad van 12 augustus 1967), genaamd "Sociaal Fonds voor het Staatsblad van 12 augustus 1967), genaamd "Sociaal Fonds voor het
garagebedrijf". garagebedrijf".
Met "fonds" wordt verder in deze statuten "Sociaal Fonds voor het Met "fonds" wordt verder in deze statuten "Sociaal Fonds voor het
garagebedrijf" bedoeld. garagebedrijf" bedoeld.
2. Zetel 2. Zetel

Art. 2.De maatschappelijke zetel van het fonds is gevestigd te 1140

Art. 2.De maatschappelijke zetel van het fonds is gevestigd te 1140

Brussel, Jules Bordetlaan 164. Hij kan, bij beslissing van het Brussel, Jules Bordetlaan 164. Hij kan, bij beslissing van het
Paritair Comité voor het garagebedrijf, naar elke andere plaats in Paritair Comité voor het garagebedrijf, naar elke andere plaats in
België worden overgebracht. België worden overgebracht.
3. Opdrachten 3. Opdrachten

Art. 3.Het fonds heeft als opdracht :

Art. 3.Het fonds heeft als opdracht :

3.1. de inning en de invordering van de bijdragen ten laste van de in 3.1. de inning en de invordering van de bijdragen ten laste van de in
artikel 5 bedoelde werkgevers te regelen en te verzekeren; artikel 5 bedoelde werkgevers te regelen en te verzekeren;
3.2. de toekenning en de uitkering van de aanvullende vergoedingen te 3.2. de toekenning en de uitkering van de aanvullende vergoedingen te
regelen en te verzekeren; regelen en te verzekeren;
3.3. de vakbondsvorming van de arbeiders te bevorderen; 3.3. de vakbondsvorming van de arbeiders te bevorderen;
3.4. de vorming en informatie van de werkgevers te stimuleren; 3.4. de vorming en informatie van de werkgevers te stimuleren;
3.5. een deel van de werking en sommige initiatieven van de vzw 3.5. een deel van de werking en sommige initiatieven van de vzw
"Educam" te financieren; "Educam" te financieren;
3.6. ten laste nemen van bijzondere bijdragen; 3.6. ten laste nemen van bijzondere bijdragen;
3.7. de inning van de bijdrage voorzien voor de financiering en 3.7. de inning van de bijdrage voorzien voor de financiering en
inrichting van een sectoraal pensioenstelsel. inrichting van een sectoraal pensioenstelsel.
4. Duur 4. Duur

Art. 4.Het fonds wordt voor onbepaalde tijd opgericht.

Art. 4.Het fonds wordt voor onbepaalde tijd opgericht.

HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied

Art. 5.Deze statuten zijn van toepassing op de werkgevers en de

Art. 5.Deze statuten zijn van toepassing op de werkgevers en de

arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair
Comité voor het garagebedrijf. Comité voor het garagebedrijf.
Onder "arbeiders" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke Onder "arbeiders" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke
werklieden. werklieden.
HOOFDSTUK III. - Statutaire opdrachten van het fonds HOOFDSTUK III. - Statutaire opdrachten van het fonds
1. Inning en invordering van de bijdragen 1. Inning en invordering van de bijdragen

Art. 6.Het fonds is gelast de inning en de invordering van de

Art. 6.Het fonds is gelast de inning en de invordering van de

bijdragen ten laste van de in artikel 5 bedoelde werkgevers te regelen bijdragen ten laste van de in artikel 5 bedoelde werkgevers te regelen
en te verzekeren. en te verzekeren.
2. Toekenning en uitkering van de aanvullende vergoedingen 2. Toekenning en uitkering van de aanvullende vergoedingen
2.1. Aanvullende werkloosheidsvergoeding bij tijdelijke werkloosheid 2.1. Aanvullende werkloosheidsvergoeding bij tijdelijke werkloosheid

Art. 7.§ 1. De bij artikel 5 bedoelde arbeiders hebben recht, ten

Art. 7.§ 1. De bij artikel 5 bedoelde arbeiders hebben recht, ten

laste van het fonds, voor elke werkloosheidsuitkering of halve laste van het fonds, voor elke werkloosheidsuitkering of halve
werkloosheidsuitkering erkend door de Rijksdienst voor werkloosheidsuitkering erkend door de Rijksdienst voor
Arbeidsvoorziening en voorzien in : Arbeidsvoorziening en voorzien in :
- artikel 26, 1° - tijdelijke werkloosheid omwille van overmacht; - artikel 26, 1° - tijdelijke werkloosheid omwille van overmacht;
- artikel 28, § 1 - tijdelijke werkloosheid omwille van sluiting van - artikel 28, § 1 - tijdelijke werkloosheid omwille van sluiting van
de onderneming wegens jaarlijks verlof; de onderneming wegens jaarlijks verlof;
- artikel 49 - tijdelijke werkloosheid omwille van technische - artikel 49 - tijdelijke werkloosheid omwille van technische
stoornis; stoornis;
- artikel 50 - tijdelijke werkloosheid omwille van slecht weer; - artikel 50 - tijdelijke werkloosheid omwille van slecht weer;
- artikel 51 - tijdelijke werkloosheid omwille van economische - artikel 51 - tijdelijke werkloosheid omwille van economische
redenen, redenen,
van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten op de van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten op de
vergoeding voorzien in artikel 7, § 2 van deze statuten, voor zover vergoeding voorzien in artikel 7, § 2 van deze statuten, voor zover
zij volgende voorwaarden vervullen : zij volgende voorwaarden vervullen :
- werkloosheidsuitkeringen genieten in toepassing van de - werkloosheidsuitkeringen genieten in toepassing van de
reglementering op de werkloosheidsverzekering; reglementering op de werkloosheidsverzekering;
- op het ogenblik van de werkloosheid in dienst van de werkgever zijn. - op het ogenblik van de werkloosheid in dienst van de werkgever zijn.
§ 2. Vanaf 1 juli 2015 werd het bedrag van de aanvullende § 2. Vanaf 1 juli 2015 werd het bedrag van de aanvullende
werkloosheidsvergoeding vastgesteld op : werkloosheidsvergoeding vastgesteld op :
- 12,00 EUR per werkloosheidsuitkering betaald in toepassing van de - 12,00 EUR per werkloosheidsuitkering betaald in toepassing van de
reglementering op de werkloosheidsverzekering; reglementering op de werkloosheidsverzekering;
- 6,00 EUR per halve werkloosheidsuitkering betaald in toepassing van - 6,00 EUR per halve werkloosheidsuitkering betaald in toepassing van
de reglementering op de werkloosheidsverzekering. de reglementering op de werkloosheidsverzekering.

Art. 8.De aanvullende vergoeding bij tijdelijke werkloosheid dient te

Art. 8.De aanvullende vergoeding bij tijdelijke werkloosheid dient te

worden betaald bij jeugdvakantie en bij seniorenvakantie. worden betaald bij jeugdvakantie en bij seniorenvakantie.
2.2. Aanvullende werkloosheidsvergoeding bij volledige werkloosheid 2.2. Aanvullende werkloosheidsvergoeding bij volledige werkloosheid

Art. 9.§ 1. De bij artikel 5 bedoelde arbeiders hebben ten laste van

Art. 9.§ 1. De bij artikel 5 bedoelde arbeiders hebben ten laste van

het fonds, voor elke werkloosheidsuitkering recht op de bij artikel 9, het fonds, voor elke werkloosheidsuitkering recht op de bij artikel 9,
§ 2 voorziene vergoeding, met een maximum respectievelijk van 200 § 2 voorziene vergoeding, met een maximum respectievelijk van 200
dagen en 300 dagen per geval, al naargelang zij op de eerste dag van dagen en 300 dagen per geval, al naargelang zij op de eerste dag van
de werkloosheid minder dan 45 jaar oud zijn of 45 jaar en ouder zijn, de werkloosheid minder dan 45 jaar oud zijn of 45 jaar en ouder zijn,
en voor zover zij volgende voorwaarden vervullen : en voor zover zij volgende voorwaarden vervullen :
1. werkloosheidsuitkeringen genieten in toepassing van de wetgeving op 1. werkloosheidsuitkeringen genieten in toepassing van de wetgeving op
de werkloosheidsverzekering; de werkloosheidsverzekering;
2. door een in artikel 5 bedoelde werkgever ontslagen geweest zijn; 2. door een in artikel 5 bedoelde werkgever ontslagen geweest zijn;
3. op het ogenblik van het ontslag, ten minste vijf jaar tewerkgesteld 3. op het ogenblik van het ontslag, ten minste vijf jaar tewerkgesteld
zijn in één of meerdere ondernemingen die onder één van de volgende zijn in één of meerdere ondernemingen die onder één van de volgende
paritaire comités ressorteren : paritaire comités ressorteren :
- voor de ijzernijverheid (Paritair Comité 104); - voor de ijzernijverheid (Paritair Comité 104);
- voor de non-ferro metalen (Paritair Comité 105); - voor de non-ferro metalen (Paritair Comité 105);
- voor de metaal-, machine- en elektrische bouw (Paritair Comité 111); - voor de metaal-, machine- en elektrische bouw (Paritair Comité 111);
- voor de sectoren verwant aan de metaal-, machine- en elektrische - voor de sectoren verwant aan de metaal-, machine- en elektrische
bouw (Paritaire Subcomités 149.01, 149.02, 149.03 en 149.04); bouw (Paritaire Subcomités 149.01, 149.02, 149.03 en 149.04);
- voor het garagebedrijf (Paritair Comité 112); - voor het garagebedrijf (Paritair Comité 112);
- voor de terugwinning van metalen (Paritair Subcomité 142.01); - voor de terugwinning van metalen (Paritair Subcomité 142.01);
- voor de wapensmederij met de hand (Paritair Comité 147); - voor de wapensmederij met de hand (Paritair Comité 147);
4. een wachttijd van vijftien kalenderdagen hebben vervuld. Voor de 4. een wachttijd van vijftien kalenderdagen hebben vervuld. Voor de
berekening van de wachttijd, worden de dagen werkloosheid en ziekte, berekening van de wachttijd, worden de dagen werkloosheid en ziekte,
in voorkomend geval, gelijkgesteld. in voorkomend geval, gelijkgesteld.
§ 2. Het bedrag van de aanvullende werkloosheidsvergoeding werd § 2. Het bedrag van de aanvullende werkloosheidsvergoeding werd
vastgesteld op : vastgesteld op :
- 5,51 EUR per volledige werkloosheidsuitkering betaald in toepassing - 5,51 EUR per volledige werkloosheidsuitkering betaald in toepassing
van de reglementering op de werkloosheidsverzekering; van de reglementering op de werkloosheidsverzekering;
- 2,76 EUR per halve werkloosheidsuitkering betaald in toepassing van - 2,76 EUR per halve werkloosheidsuitkering betaald in toepassing van
de reglementering op de werkloosheidsverzekering. de reglementering op de werkloosheidsverzekering.
§ 3. Elke betaling van de aanvullende vergoeding in geval van § 3. Elke betaling van de aanvullende vergoeding in geval van
volledige werkloosheid aan de arbeiders, zoals beschreven in dit volledige werkloosheid aan de arbeiders, zoals beschreven in dit
artikel, na en omwille van een éénzijdige beëindiging van de artikel, na en omwille van een éénzijdige beëindiging van de
arbeidsovereenkomst door de werkgever, zal vanaf 1 juli 2015 stopgezet arbeidsovereenkomst door de werkgever, zal vanaf 1 juli 2015 stopgezet
worden. worden.
Na 1 juli 2015 worden enkel nog aanvullende vergoedingen in geval van Na 1 juli 2015 worden enkel nog aanvullende vergoedingen in geval van
volledige werkloosheid betaald in volgende gevallen : volledige werkloosheid betaald in volgende gevallen :
- de beëindiging van de arbeidsovereenkomst niet het gevolg is van een - de beëindiging van de arbeidsovereenkomst niet het gevolg is van een
éénzijdige beëindiging van de arbeidsovereenkomst door de werkgever éénzijdige beëindiging van de arbeidsovereenkomst door de werkgever
(bijvoorbeeld bij einde contract van bepaalde duur of duidelijk (bijvoorbeeld bij einde contract van bepaalde duur of duidelijk
omschreven werk, bij medische overmacht,...); omschreven werk, bij medische overmacht,...);
- arbeiders die zijn ontslagen na 1 januari 2014 in het kader van - arbeiders die zijn ontslagen na 1 januari 2014 in het kader van
collectieve ontslagen tot 31 december 2013; collectieve ontslagen tot 31 december 2013;
- arbeiders die reeds aanvullende vergoedingen bij volledige - arbeiders die reeds aanvullende vergoedingen bij volledige
werkloosheid ontvangen op 30 juni 2015 en hun saldo nog kunnen werkloosheid ontvangen op 30 juni 2015 en hun saldo nog kunnen
uitputten. uitputten.
2.3. Aanvullende ziektevergoeding 2.3. Aanvullende ziektevergoeding

Art. 10.§ 1. De bij artikel 5 bedoelde arbeiders hebben na tenminste

Art. 10.§ 1. De bij artikel 5 bedoelde arbeiders hebben na tenminste

zestig dagen ononderbroken arbeidsongeschiktheid ten gevolge van zestig dagen ononderbroken arbeidsongeschiktheid ten gevolge van
ziekte of ongeval, met uitsluiting van de arbeidsongeschiktheid ten ziekte of ongeval, met uitsluiting van de arbeidsongeschiktheid ten
gevolge van beroepsziekte of arbeidsongeval, recht, ten laste van het gevolge van beroepsziekte of arbeidsongeval, recht, ten laste van het
fonds, op een vergoeding die de uitkeringen van de ziekte- en fonds, op een vergoeding die de uitkeringen van de ziekte- en
invaliditeitsverzekering aanvult, voor zover de arbeiders volgende invaliditeitsverzekering aanvult, voor zover de arbeiders volgende
voorwaarden vervullen : voorwaarden vervullen :
- uitkeringen van de ziekte- en invaliditeitsverzekering bij - uitkeringen van de ziekte- en invaliditeitsverzekering bij
toepassing van de wetgeving ter zake genieten; toepassing van de wetgeving ter zake genieten;
- op het ogenblik waarop de ongeschiktheid aanvangt, in dienst van een - op het ogenblik waarop de ongeschiktheid aanvangt, in dienst van een
in artikel 5 bedoelde werkgever zijn. in artikel 5 bedoelde werkgever zijn.
§ 2. Het forfaitair bedrag van de bij artikel 10, § 1 bedoelde § 2. Het forfaitair bedrag van de bij artikel 10, § 1 bedoelde
vergoeding is als volgt vastgesteld : vergoeding is als volgt vastgesteld :
- 82,01 EUR na de eerste 60 dagen ononderbroken ongeschiktheid; - 82,01 EUR na de eerste 60 dagen ononderbroken ongeschiktheid;
- 82,01 EUR meer na de eerste 120 dagen ononderbroken ongeschiktheid; - 82,01 EUR meer na de eerste 120 dagen ononderbroken ongeschiktheid;
- 106,78 EUR meer na de eerste 180 dagen ononderbroken ongeschiktheid; - 106,78 EUR meer na de eerste 180 dagen ononderbroken ongeschiktheid;
- 106,78 EUR meer na de eerste 240 dagen ononderbroken ongeschiktheid; - 106,78 EUR meer na de eerste 240 dagen ononderbroken ongeschiktheid;
- 106,78 EUR meer na de eerste 300 dagen ononderbroken ongeschiktheid; - 106,78 EUR meer na de eerste 300 dagen ononderbroken ongeschiktheid;
- 106,78 EUR meer na de eerste 365 dagen ononderbroken ongeschiktheid; - 106,78 EUR meer na de eerste 365 dagen ononderbroken ongeschiktheid;
- 106,78 EUR meer na de eerste 455 dagen ononderbroken ongeschiktheid; - 106,78 EUR meer na de eerste 455 dagen ononderbroken ongeschiktheid;
- 106,78 EUR meer na de eerste 545 dagen ononderbroken ongeschiktheid; - 106,78 EUR meer na de eerste 545 dagen ononderbroken ongeschiktheid;
- 106,78 EUR meer na de eerste 635 dagen ononderbroken ongeschiktheid; - 106,78 EUR meer na de eerste 635 dagen ononderbroken ongeschiktheid;
- 106,78 EUR meer na de eerste 725 dagen ononderbroken ongeschiktheid; - 106,78 EUR meer na de eerste 725 dagen ononderbroken ongeschiktheid;
- 106,78 EUR meer na de eerste 815 dagen ononderbroken ongeschiktheid; - 106,78 EUR meer na de eerste 815 dagen ononderbroken ongeschiktheid;
- 106,78 EUR meer na de eerste 905 dagen ononderbroken ongeschiktheid; - 106,78 EUR meer na de eerste 905 dagen ononderbroken ongeschiktheid;
- 106,78 EUR meer na de eerste 995 dagen ononderbroken ongeschiktheid. - 106,78 EUR meer na de eerste 995 dagen ononderbroken ongeschiktheid.
§ 3. Een arbeidsongeschiktheid kan, ongeacht de duur ervan, slechts § 3. Een arbeidsongeschiktheid kan, ongeacht de duur ervan, slechts
aanleiding geven tot de toekenning van een enkele reeks vergoedingen; aanleiding geven tot de toekenning van een enkele reeks vergoedingen;
het hervallen in eenzelfde ziekte wordt beschouwd als integraal deel het hervallen in eenzelfde ziekte wordt beschouwd als integraal deel
uitmakend van de vorige ongeschiktheid wanneer die zich voordoet uitmakend van de vorige ongeschiktheid wanneer die zich voordoet
binnen de eerste veertien dagen volgend op het einde van die periode binnen de eerste veertien dagen volgend op het einde van die periode
van arbeidsongeschiktheid. van arbeidsongeschiktheid.
§ 4. Een arbeider die tijdens de ziekteperiode het werk deeltijds § 4. Een arbeider die tijdens de ziekteperiode het werk deeltijds
hervat en nog uitkeringen ontvangt van de ziekte- en hervat en nog uitkeringen ontvangt van de ziekte- en
invaliditeitsverzekering, heeft recht op een pro rata aanvullende invaliditeitsverzekering, heeft recht op een pro rata aanvullende
ziektevergoeding. ziektevergoeding.
2.4. Aanvullende vergoeding voor oudere werklozen 2.4. Aanvullende vergoeding voor oudere werklozen

Art. 11.§ 1. De in artikel 5 bedoelde arbeiders die volledig werkloos

Art. 11.§ 1. De in artikel 5 bedoelde arbeiders die volledig werkloos

worden gesteld, hebben voor elke werkloosheidsdag recht op de bij worden gesteld, hebben voor elke werkloosheidsdag recht op de bij
artikel 11, § 2 voorziene vergoeding tot het nemen van het wettelijk artikel 11, § 2 voorziene vergoeding tot het nemen van het wettelijk
pensioen, onder volgende voorwaarden : pensioen, onder volgende voorwaarden :
- ten minste 55 jaar oud zijn op de eerste dag van de werkloosheid; - ten minste 55 jaar oud zijn op de eerste dag van de werkloosheid;
- uitkeringen voor volledige werkloosheid genieten; - uitkeringen voor volledige werkloosheid genieten;
- 20 jaar beroepsverleden kunnen bewijzen waarvan 5 jaar in de sector - 20 jaar beroepsverleden kunnen bewijzen waarvan 5 jaar in de sector
garages (PC 112). garages (PC 112).
§ 2. Het bedrag van de aanvullende werkloosheidsvergoeding is § 2. Het bedrag van de aanvullende werkloosheidsvergoeding is
vastgesteld op : vastgesteld op :
- 5,51 EUR per volledige werkloosheidsuitkering betaald in toepassing - 5,51 EUR per volledige werkloosheidsuitkering betaald in toepassing
van de reglementering op de werkloosheidsverzekering; van de reglementering op de werkloosheidsverzekering;
- 2,76 EUR per halve werkloosheidsuitkering betaald in toepassing van - 2,76 EUR per halve werkloosheidsuitkering betaald in toepassing van
de reglementering op de werkloosheidsverzekering. de reglementering op de werkloosheidsverzekering.
§ 3. Arbeiders die zijn ontslagen en een aanvullende vergoeding § 3. Arbeiders die zijn ontslagen en een aanvullende vergoeding
ontvangen conform de bepalingen van artikel 11, § 1 en § 2, behouden ontvangen conform de bepalingen van artikel 11, § 1 en § 2, behouden
het recht op deze aanvullende vergoeding : het recht op deze aanvullende vergoeding :
- wanneer ze het werk hervatten als loontrekkende bij een andere - wanneer ze het werk hervatten als loontrekkende bij een andere
werkgever dan de werkgever die hen heeft ontslagen en die niet behoort werkgever dan de werkgever die hen heeft ontslagen en die niet behoort
tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen heeft tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen heeft
ontslagen; ontslagen;
- ingeval een zelfstandige activiteit in hoofdberoep wordt uitgeoefend - ingeval een zelfstandige activiteit in hoofdberoep wordt uitgeoefend
op voorwaarde dat die activiteit niet wordt uitgeoefend voor rekening op voorwaarde dat die activiteit niet wordt uitgeoefend voor rekening
van de werkgever die hen heeft ontslagen of voor rekening van een van de werkgever die hen heeft ontslagen of voor rekening van een
werkgever die behoort tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die behoort tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de
werkgever die hen heeft ontslagen. werkgever die hen heeft ontslagen.
§ 4. Elke betaling van de aanvullende vergoeding in geval van § 4. Elke betaling van de aanvullende vergoeding in geval van
volledige werkloosheid aan de arbeiders, zoals beschreven in dit volledige werkloosheid aan de arbeiders, zoals beschreven in dit
artikel, na en omwille van een éénzijdige beëindiging van de artikel, na en omwille van een éénzijdige beëindiging van de
arbeidsovereenkomst door de werkgever, zal vanaf 1 juli 2015 stopgezet arbeidsovereenkomst door de werkgever, zal vanaf 1 juli 2015 stopgezet
worden. worden.
Na 1 juli 2015 worden enkel nog aanvullende vergoedingen in geval van Na 1 juli 2015 worden enkel nog aanvullende vergoedingen in geval van
volledige werkloosheid betaald in volgende gevallen : volledige werkloosheid betaald in volgende gevallen :
- de beëindiging van de arbeidsovereenkomst is niet het gevolg is van - de beëindiging van de arbeidsovereenkomst is niet het gevolg is van
een éénzijdige beëindiging van de arbeidsovereenkomst door de een éénzijdige beëindiging van de arbeidsovereenkomst door de
werkgever (bijvoorbeeld bij einde contract van bepaalde duur of werkgever (bijvoorbeeld bij einde contract van bepaalde duur of
duidelijk omschreven werk, bij medische overmacht,...); duidelijk omschreven werk, bij medische overmacht,...);
- arbeiders die zijn ontslagen na 1 januari 2014 in het kader van - arbeiders die zijn ontslagen na 1 januari 2014 in het kader van
collectieve ontslagen tot 31 december 2013; collectieve ontslagen tot 31 december 2013;
- arbeiders die reeds aanvullende vergoedingen bij volledige - arbeiders die reeds aanvullende vergoedingen bij volledige
werkloosheid ontvangen op 30 juni 2015 en hun saldo nog kunnen werkloosheid ontvangen op 30 juni 2015 en hun saldo nog kunnen
uitputten. uitputten.
2.5. Aanvullende vergoeding voor oudere zieken 2.5. Aanvullende vergoeding voor oudere zieken

Art. 12.§ 1. De in artikel 5 bedoelde arbeiders die verkeren in een

Art. 12.§ 1. De in artikel 5 bedoelde arbeiders die verkeren in een

toestand van blijvende arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of ongeval, toestand van blijvende arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of ongeval,
met uitsluiting van arbeidsongeschiktheid wegens beroepsziekte of met uitsluiting van arbeidsongeschiktheid wegens beroepsziekte of
arbeidsongeval, hebben voor elke ziekte-uitkering recht op de bij arbeidsongeval, hebben voor elke ziekte-uitkering recht op de bij
artikel 12, § 2 voorziene vergoeding tot het nemen van het wettelijk artikel 12, § 2 voorziene vergoeding tot het nemen van het wettelijk
pensioen, onder de volgende voorwaarden : pensioen, onder de volgende voorwaarden :
- ten minste 55 jaar oud zijn op de eerste dag van de - ten minste 55 jaar oud zijn op de eerste dag van de
arbeidsongeschiktheid; arbeidsongeschiktheid;
- uitkeringen van de ziekte- en invaliditeitsverzekering genieten; - uitkeringen van de ziekte- en invaliditeitsverzekering genieten;
- een carenztijd van dertig kalenderdagen hebben vervuld, ingaande op - een carenztijd van dertig kalenderdagen hebben vervuld, ingaande op
de eerste dag van de ongeschiktheid; de eerste dag van de ongeschiktheid;
- 20 jaar beroepsverleden kunnen bewijzen waarvan 5 jaar in de sector - 20 jaar beroepsverleden kunnen bewijzen waarvan 5 jaar in de sector
garages (PC 112). garages (PC 112).
§ 2. Het bedrag van de aanvullende ziektevergoeding is vastgesteld op § 2. Het bedrag van de aanvullende ziektevergoeding is vastgesteld op
: :
- 5,51 EUR per volledige ziekte-uitkering betaald in toepassing van de - 5,51 EUR per volledige ziekte-uitkering betaald in toepassing van de
reglementering op de ziekteverzekering; reglementering op de ziekteverzekering;
- 2,76 EUR per halve ziekte-uitkering betaald in toepassing van de - 2,76 EUR per halve ziekte-uitkering betaald in toepassing van de
reglementering op de ziekteverzekering. reglementering op de ziekteverzekering.
§ 3. Een arbeider die tijdens de ziekteperiode het werk deeltijds § 3. Een arbeider die tijdens de ziekteperiode het werk deeltijds
hervat en nog uitkeringen ontvangt van de ziekte- en hervat en nog uitkeringen ontvangt van de ziekte- en
invaliditeitsverzekering, heeft recht op een pro rata aanvullende invaliditeitsverzekering, heeft recht op een pro rata aanvullende
ziektevergoeding. ziektevergoeding.

Art. 13.De arbeiders die de bij artikelen 11 en 12 bedoelde

Art. 13.De arbeiders die de bij artikelen 11 en 12 bedoelde

vergoeding genieten, hebben geen recht op de bij artikelen 9, 10 en 15 vergoeding genieten, hebben geen recht op de bij artikelen 9, 10 en 15
voorziene vergoedingen. voorziene vergoedingen.
2.6. Aanvullende vergoeding bij sluiting van de onderneming 2.6. Aanvullende vergoeding bij sluiting van de onderneming

Art. 14.De in artikel 5 bedoelde arbeiders hebben recht op een

Art. 14.De in artikel 5 bedoelde arbeiders hebben recht op een

aanvullende vergoeding in geval van sluiting van onderneming onder de aanvullende vergoeding in geval van sluiting van onderneming onder de
hierna gestelde voorwaarden : hierna gestelde voorwaarden :
1. op het ogenblik van de sluiting van onderneming tenminste 45 jaar 1. op het ogenblik van de sluiting van onderneming tenminste 45 jaar
oud zijn; oud zijn;
2. op het ogenblik van de sluiting van onderneming een anciënniteit 2. op het ogenblik van de sluiting van onderneming een anciënniteit
hebben in de firma van ten minste vijf jaar; hebben in de firma van ten minste vijf jaar;
3. het bewijs leveren niet opnieuw in dienst genomen te zijn krachtens 3. het bewijs leveren niet opnieuw in dienst genomen te zijn krachtens
een arbeidsovereenkomst binnen een termijn van 30 kalenderdagen vanaf een arbeidsovereenkomst binnen een termijn van 30 kalenderdagen vanaf
de dag van het ontslag. de dag van het ontslag.
Onder "sluiting van onderneming", zoals bedoeld bij het eerste lid van Onder "sluiting van onderneming", zoals bedoeld bij het eerste lid van
dit artikel, wordt verstaan : de volledige en definitieve stopzetting dit artikel, wordt verstaan : de volledige en definitieve stopzetting
van de werkzaamheden van de onderneming, behorende tot een grotere van de werkzaamheden van de onderneming, behorende tot een grotere
entiteit die deel uitmaakt van een ander paritair comité. entiteit die deel uitmaakt van een ander paritair comité.
Het bedrag van de aanvullende vergoeding is vastgesteld op 273,01 EUR. Het bedrag van de aanvullende vergoeding is vastgesteld op 273,01 EUR.
Dit bedrag wordt met 13,77 EUR verhoogd per jaar anciënniteit met een Dit bedrag wordt met 13,77 EUR verhoogd per jaar anciënniteit met een
maximum van 900,48 EUR. maximum van 900,48 EUR.
2.7. Aanvullende vergoeding bij stelsel van werkloosheid met 2.7. Aanvullende vergoeding bij stelsel van werkloosheid met
bedrijfstoeslag bedrijfstoeslag

Art. 15.§ 1. In toepassing van en overeenkomstig :

Art. 15.§ 1. In toepassing van en overeenkomstig :

- de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 gesloten op 19 december - de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 gesloten op 19 december
1974 in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van 1974 in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van
aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers
indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard bij indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard bij
koninklijk besluit van 16 januari 1975 (Belgisch Staatsblad van 31 koninklijk besluit van 16 januari 1975 (Belgisch Staatsblad van 31
januari 1975); januari 1975);
- de bestaande collectieve arbeidsovereenkomsten inzake stelsel van - de bestaande collectieve arbeidsovereenkomsten inzake stelsel van
werkloosheid met bedrijfstoeslag, gesloten in het Paritair Comité voor werkloosheid met bedrijfstoeslag, gesloten in het Paritair Comité voor
het garagebedrijf; het garagebedrijf;
- de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 oktober 1998 betreffende de - de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 oktober 1998 betreffende de
berekeningswijze van de aanvullende vergoeding brugpensioen, berekeningswijze van de aanvullende vergoeding brugpensioen,
afgesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, afgesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf,
neemt het fonds de helft van het verschil tussen het netto referteloon neemt het fonds de helft van het verschil tussen het netto referteloon
en de werkloosheidsuitkering ten laste. en de werkloosheidsuitkering ten laste.
Deze aanvullende vergoeding wordt berekend op het ogenblik dat het Deze aanvullende vergoeding wordt berekend op het ogenblik dat het
stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag een aanvang neemt en stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag een aanvang neemt en
blijft ongewijzigd, onder voorbehoud dat zij gekoppeld is aan de blijft ongewijzigd, onder voorbehoud dat zij gekoppeld is aan de
evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen, volgens de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen, volgens de
modaliteiten van toepassing op de werkloosheidsuitkeringen modaliteiten van toepassing op de werkloosheidsuitkeringen
overeenkomstig de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971. overeenkomstig de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971.
Bovendien wordt het bedrag van deze aanvullende vergoeding elk jaar op Bovendien wordt het bedrag van deze aanvullende vergoeding elk jaar op
1 januari herzien door de Nationale Arbeidsraad, in functie van de 1 januari herzien door de Nationale Arbeidsraad, in functie van de
conventionele evolutie van de lonen. conventionele evolutie van de lonen.
§ 2. De aanvullende werkloosheidsvergoedingen voorzien in artikel 9 § 2. De aanvullende werkloosheidsvergoedingen voorzien in artikel 9
van de statuten wordt in aanmerking genomen voor de berekening van de van de statuten wordt in aanmerking genomen voor de berekening van de
aanvullende uitkering voorzien in artikel 15, § 1. aanvullende uitkering voorzien in artikel 15, § 1.
§ 3. De betrokken arbeiders moeten bewijzen dat zij ten minste 5 jaar § 3. De betrokken arbeiders moeten bewijzen dat zij ten minste 5 jaar
hebben gewerkt als arbeiders in één of meerdere ondernemingen hebben gewerkt als arbeiders in één of meerdere ondernemingen
ressorterend onder het Paritair Comité voor het garagebedrijf. ressorterend onder het Paritair Comité voor het garagebedrijf.
Indien een arbeider een anciënniteit heeft opgebouwd in eenzelfde Indien een arbeider een anciënniteit heeft opgebouwd in eenzelfde
onderneming, die een bepaalde periode niet tot het Paritaire Comité onderneming, die een bepaalde periode niet tot het Paritaire Comité
van het garagebedrijf behoorde of die opgedeeld is in verschillende van het garagebedrijf behoorde of die opgedeeld is in verschillende
technische entiteiten behorende tot verschillende paritaire comités, technische entiteiten behorende tot verschillende paritaire comités,
dan wordt deze anciënniteit als één geheel beschouwd. dan wordt deze anciënniteit als één geheel beschouwd.
§ 4. Onder de voorwaarden bepaald in de collectieve § 4. Onder de voorwaarden bepaald in de collectieve
arbeidsovereenkomst nr. 17 en volgens de daarin bepaalde modaliteiten arbeidsovereenkomst nr. 17 en volgens de daarin bepaalde modaliteiten
behouden de arbeiders die zijn ontslagen met het oog op stelsel van behouden de arbeiders die zijn ontslagen met het oog op stelsel van
werkloosheid met bedrijfstoeslag in het kader van deze collectieve werkloosheid met bedrijfstoeslag in het kader van deze collectieve
arbeidsovereenkomsten of in het kader van een op ondernemingsniveau arbeidsovereenkomsten of in het kader van een op ondernemingsniveau
gesloten collectieve arbeidsovereenkomst inzake stelsel van gesloten collectieve arbeidsovereenkomst inzake stelsel van
werkloosheid met bedrijfstoeslag het recht op de aanvullende werkloosheid met bedrijfstoeslag het recht op de aanvullende
vergoeding : vergoeding :
- wanneer ze het werk hervatten als loontrekkende bij een andere - wanneer ze het werk hervatten als loontrekkende bij een andere
werkgever dan de werkgever die hen heeft ontslagen en die niet behoort werkgever dan de werkgever die hen heeft ontslagen en die niet behoort
tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen heeft tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen heeft
ontslagen; ontslagen;
- ingeval een zelfstandige activiteit in hoofdberoep wordt uitgeoefend - ingeval een zelfstandige activiteit in hoofdberoep wordt uitgeoefend
op voorwaarde dat die activiteit niet wordt uitgeoefend voor rekening op voorwaarde dat die activiteit niet wordt uitgeoefend voor rekening
van de werkgever die hen heeft ontslagen of voor rekening van een van de werkgever die hen heeft ontslagen of voor rekening van een
werkgever die behoort tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die behoort tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de
werkgever die hen heeft ontslagen. werkgever die hen heeft ontslagen.
§ 5. De ondernemingen die bij ondernemingsovereenkomst op eigen vlak § 5. De ondernemingen die bij ondernemingsovereenkomst op eigen vlak
de leeftijd voor het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag de leeftijd voor het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag
bepalen op een lagere leeftijd kunnen ten laatste op het ogenblik bepalen op een lagere leeftijd kunnen ten laatste op het ogenblik
waarop de bedoelde overeenkomst tot stand komt, een aanvraag indienen waarop de bedoelde overeenkomst tot stand komt, een aanvraag indienen
bij het bureau van het fonds, omtrent de overname door het fonds van bij het bureau van het fonds, omtrent de overname door het fonds van
de betaalplicht van deze aanvullende vergoeding met ingang van de de betaalplicht van deze aanvullende vergoeding met ingang van de
leeftijd van 60 jaar. leeftijd van 60 jaar.
De werkgever dient een kopie van de ondernemingsovereenkomst over te De werkgever dient een kopie van de ondernemingsovereenkomst over te
maken aan het sociaal fonds en dient de bijdrage, zoals voorzien in maken aan het sociaal fonds en dient de bijdrage, zoals voorzien in
artikel 35, te vereffenen. artikel 35, te vereffenen.
Deze aanvragen worden beantwoord uiterlijk binnen de zestig werkdagen Deze aanvragen worden beantwoord uiterlijk binnen de zestig werkdagen
na de ontvangst van de voormelde aanvraag. na de ontvangst van de voormelde aanvraag.
§ 6. Indien een arbeider in het kader van een stelsel van werkloosheid § 6. Indien een arbeider in het kader van een stelsel van werkloosheid
met bedrijfstoeslag, zijn rechten hieromtrent bij de Rijksdienst voor met bedrijfstoeslag, zijn rechten hieromtrent bij de Rijksdienst voor
Arbeidsvoorziening heeft vastgeklikt, wordt ook de uitbetaling van de Arbeidsvoorziening heeft vastgeklikt, wordt ook de uitbetaling van de
aanvullende vergoeding in dit kader bij het sociaal fonds vastgeklikt. aanvullende vergoeding in dit kader bij het sociaal fonds vastgeklikt.
2.8. Aanvullende vergoeding bij vermindering van de arbeidsprestaties 2.8. Aanvullende vergoeding bij vermindering van de arbeidsprestaties
tot een halftijdse betrekking tot een halftijdse betrekking

Art. 16.Het fonds betaalt een aanvullende vergoeding van 68,25 EUR

Art. 16.Het fonds betaalt een aanvullende vergoeding van 68,25 EUR

per maand gedurende 60 maanden aan arbeiders van 53 jaar en meer die per maand gedurende 60 maanden aan arbeiders van 53 jaar en meer die
hun arbeidsprestaties verminderen tot een halftijdse betrekking hun arbeidsprestaties verminderen tot een halftijdse betrekking
conform de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 77bis van 19 december conform de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 77bis van 19 december
2001 en nr. 103 van 27 juni 2012 en de hieraan aangebrachte 2001 en nr. 103 van 27 juni 2012 en de hieraan aangebrachte
wijzigingen in dit kader van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening wijzigingen in dit kader van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening
een uitkering ontvangen. een uitkering ontvangen.
2.9. Syndicale premie 2.9. Syndicale premie

Art. 17.§ 1. De bij artikel 5 bedoelde arbeiders, die sedert ten

Art. 17.§ 1. De bij artikel 5 bedoelde arbeiders, die sedert ten

minste één jaar lid zijn van één van de representatieve minste één jaar lid zijn van één van de representatieve
interprofessionele werknemersorganisaties welke op nationaal niveau interprofessionele werknemersorganisaties welke op nationaal niveau
verbonden zijn, hebben recht, ten laste van het fonds, op een verbonden zijn, hebben recht, ten laste van het fonds, op een
syndicale premie, voor zover zij op 1 oktober van het lopende jaar syndicale premie, voor zover zij op 1 oktober van het lopende jaar
ingeschreven zijn in het personeelsregister van de bij hetzelfde ingeschreven zijn in het personeelsregister van de bij hetzelfde
artikel 5 bedoelde ondernemingen. artikel 5 bedoelde ondernemingen.
§ 2. Het bedrag van de bij artikel 17, § 1 bedoelde syndicale premie § 2. Het bedrag van de bij artikel 17, § 1 bedoelde syndicale premie
wordt vastgelegd, op voorstel van de raad van bestuur van het fonds, wordt vastgelegd, op voorstel van de raad van bestuur van het fonds,
in een algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst. in een algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst.
2.10. Betalingsmodaliteiten van de bovengenoemde aanvullende 2.10. Betalingsmodaliteiten van de bovengenoemde aanvullende
vergoedingen vergoedingen

Art. 18.§ 1. De in artikelen 7 en 8 (aanvullende

Art. 18.§ 1. De in artikelen 7 en 8 (aanvullende

werkloosheidsvergoeding in geval van tijdelijke werkloosheid), 9 werkloosheidsvergoeding in geval van tijdelijke werkloosheid), 9
(aanvullende werkloosheidsvergoeding in geval van volledige (aanvullende werkloosheidsvergoeding in geval van volledige
werkloosheid), 10 (aanvullende ziektevergoeding), 11 (aanvullende werkloosheid), 10 (aanvullende ziektevergoeding), 11 (aanvullende
vergoeding voor oudere werklozen), 12 (aanvullende vergoeding voor vergoeding voor oudere werklozen), 12 (aanvullende vergoeding voor
oudere zieken), 14 (vergoeding voor sluiting van onderneming), 15 oudere zieken), 14 (vergoeding voor sluiting van onderneming), 15
(aanvullende vergoeding bij stelsel van werkloosheid met (aanvullende vergoeding bij stelsel van werkloosheid met
bedrijfstoeslag) en 16 (aanvullende vergoeding bij vermindering van de bedrijfstoeslag) en 16 (aanvullende vergoeding bij vermindering van de
arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking) bedoelde vergoedingen arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking) bedoelde vergoedingen
worden rechtstreeks door het fonds aan de betrokken arbeiders worden rechtstreeks door het fonds aan de betrokken arbeiders
uitbetaald, voor zover zij het bewijs leveren van hun recht op de uitbetaald, voor zover zij het bewijs leveren van hun recht op de
vergoedingen voorzien door voormelde artikelen en volgens de vergoedingen voorzien door voormelde artikelen en volgens de
modaliteiten bepaald door de raad van bestuur. modaliteiten bepaald door de raad van bestuur.
§ 2. De in artikel 17 bedoelde vergoeding wordt uitbetaald door de § 2. De in artikel 17 bedoelde vergoeding wordt uitbetaald door de
interprofessionele werknemersorganisaties die op nationaal vlak interprofessionele werknemersorganisaties die op nationaal vlak
verbonden zijn. verbonden zijn.

Art. 19.De raad van bestuur bepaalt de datum en de modaliteiten van

Art. 19.De raad van bestuur bepaalt de datum en de modaliteiten van

de betaling van de door het fonds toegekende vergoedingen. In geen de betaling van de door het fonds toegekende vergoedingen. In geen
geval mag de betaling van de vergoeding afhankelijk zijn van de geval mag de betaling van de vergoeding afhankelijk zijn van de
storting der bijdragen welke door de aan het fonds onderworpen storting der bijdragen welke door de aan het fonds onderworpen
werkgevers verschuldigd zijn. werkgevers verschuldigd zijn.
3. Bevorderen van de vakbondsvorming 3. Bevorderen van de vakbondsvorming

Art. 20.Op verzoek van de werkgevers die het voorschot hebben gedaan,

Art. 20.Op verzoek van de werkgevers die het voorschot hebben gedaan,

betaalt het fonds de uitbetaalde lonen terug (vermeerderd met de betaalt het fonds de uitbetaalde lonen terug (vermeerderd met de
patronale bijdragen) van de arbeiders die afwezig waren in toepassing patronale bijdragen) van de arbeiders die afwezig waren in toepassing
van de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 2011, gesloten in van de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 2011, gesloten in
het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de
vakbondsvorming. vakbondsvorming.

Art. 21.Het bedrag dat bestemd is voor de organisatie van deze

Art. 21.Het bedrag dat bestemd is voor de organisatie van deze

vakbondsvorming wordt jaarlijks vastgesteld door de raad van bestuur vakbondsvorming wordt jaarlijks vastgesteld door de raad van bestuur
van het fonds. van het fonds.
4. Vorming en informatie van de werkgevers stimuleren 4. Vorming en informatie van de werkgevers stimuleren

Art. 22.Het fonds kent aan de organisaties van de werkgevers,

Art. 22.Het fonds kent aan de organisaties van de werkgevers,

vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, een vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, een
tussenkomst toe in de kosten voor informatie en vorming van de tussenkomst toe in de kosten voor informatie en vorming van de
werkgevers. Zij wordt geïnd volgens de modaliteiten vastgesteld door werkgevers. Zij wordt geïnd volgens de modaliteiten vastgesteld door
de raad van bestuur. de raad van bestuur.
5. Financiering van de werking en de initiatieven van de vzw "Educam" 5. Financiering van de werking en de initiatieven van de vzw "Educam"

Art. 23.§ 1. In uitvoering van artikel 2 en artikel 7 van de

Art. 23.§ 1. In uitvoering van artikel 2 en artikel 7 van de

collectieve arbeidsovereenkomst inzake vorming en opleiding van 9 collectieve arbeidsovereenkomst inzake vorming en opleiding van 9
oktober 2015 financiert het fonds een deel van de werking en sommige oktober 2015 financiert het fonds een deel van de werking en sommige
van de initiatieven van de vzw Educam. Deze financiering zit vervat in van de initiatieven van de vzw Educam. Deze financiering zit vervat in
de basisbijdrage, zoals omschreven in onderhavig artikel 33, § 1 en § de basisbijdrage, zoals omschreven in onderhavig artikel 33, § 1 en §
2, en bedraagt 0,55 procentpunt voor wat betreft de permanente vorming 2, en bedraagt 0,55 procentpunt voor wat betreft de permanente vorming
enerzijds en 0,15 procentpunt voor wat betreft de risicogroepen enerzijds en 0,15 procentpunt voor wat betreft de risicogroepen
anderzijds. anderzijds.
§ 2. De vzw Educam organiseert voor de sector van het garagebedrijf de § 2. De vzw Educam organiseert voor de sector van het garagebedrijf de
beroepsopleiding en vorming voor de arbeiders zoals omschreven in de beroepsopleiding en vorming voor de arbeiders zoals omschreven in de
statuten van de vzw Educam. statuten van de vzw Educam.
6. Ten laste nemen van bijzondere bijdragen 6. Ten laste nemen van bijzondere bijdragen

Art. 24.§ 1. Wanneer het sociaal fonds de enige debiteur van de

Art. 24.§ 1. Wanneer het sociaal fonds de enige debiteur van de

aanvullende vergoeding is, is hij de bijzondere werkgeversbijdrage aanvullende vergoeding is, is hij de bijzondere werkgeversbijdrage
bedoeld in artikel 117 van de bovenvermelde wet van 27 december 2006, bedoeld in artikel 117 van de bovenvermelde wet van 27 december 2006,
de bijzondere compenserende werkgeversbijdrage zoals bedoeld in de bijzondere compenserende werkgeversbijdrage zoals bedoeld in
artikel 121, alsook de inhouding betreffende het stelsel van artikel 121, alsook de inhouding betreffende het stelsel van
werkloosheid met bedrijfstoeslag zoals voorzien in het artikel 126, § werkloosheid met bedrijfstoeslag zoals voorzien in het artikel 126, §
1 van de wet verschuldigd. 1 van de wet verschuldigd.
Wanneer het sociaal fonds en één of meerdere andere debiteurs elk een Wanneer het sociaal fonds en één of meerdere andere debiteurs elk een
aanvullende vergoeding of een deel van de aanvullende vergoeding aanvullende vergoeding of een deel van de aanvullende vergoeding
betalen, is elke debiteur de bijzondere werkgeversbijdrage en de betalen, is elke debiteur de bijzondere werkgeversbijdrage en de
bijzondere compenserende werkgeversbijdrage verschuldigd op de bijzondere compenserende werkgeversbijdrage verschuldigd op de
vergoeding of op het deel van de aanvullende vergoeding die hij vergoeding of op het deel van de aanvullende vergoeding die hij
betaalt. betaalt.
De inhouding betreffende het stelsel van werkloosheid met De inhouding betreffende het stelsel van werkloosheid met
bedrijfstoeslag moet door de debiteur van de hoogste aanvullende bedrijfstoeslag moet door de debiteur van de hoogste aanvullende
vergoeding integraal betaald worden. vergoeding integraal betaald worden.
§ 2. De bedoelde bijzondere bijdragen worden ten laste genomen voor de § 2. De bedoelde bijzondere bijdragen worden ten laste genomen voor de
arbeiders die een aanvullende vergoeding betaald krijgen in toepassing arbeiders die een aanvullende vergoeding betaald krijgen in toepassing
van artikel 15 van deze overeenkomst, en voor zover het stelsel van van artikel 15 van deze overeenkomst, en voor zover het stelsel van
werkloosheid met bedrijfstoeslag een aanvang heeft genomen tussen 1 werkloosheid met bedrijfstoeslag een aanvang heeft genomen tussen 1
januari 1991 en 31 december 2018. januari 1991 en 31 december 2018.
De bijzondere bijdragen worden ten laste genomen onder bovenvermelde De bijzondere bijdragen worden ten laste genomen onder bovenvermelde
voorwaarden en tot de oppensioenstelling van de arbeiders. voorwaarden en tot de oppensioenstelling van de arbeiders.

Art. 25.De raad van bestuur van het fonds bepaalt de

Art. 25.De raad van bestuur van het fonds bepaalt de

uitvoeringsmodaliteiten van artikel 24 van onderhavige statuten. uitvoeringsmodaliteiten van artikel 24 van onderhavige statuten.

Art. 26.De voorwaarden van toekenning van de vergoedingen welke door

Art. 26.De voorwaarden van toekenning van de vergoedingen welke door

het fonds worden verleend, evenals het bedrag kunnen gewijzigd worden het fonds worden verleend, evenals het bedrag kunnen gewijzigd worden
op voorstel van de raad van bestuur bij beslissing van het Paritair op voorstel van de raad van bestuur bij beslissing van het Paritair
Comité voor het garagebedrijf, algemeen verbindend verklaard bij Comité voor het garagebedrijf, algemeen verbindend verklaard bij
koninklijk besluit. koninklijk besluit.
HOOFDSTUK IV. - Beheer van het fonds HOOFDSTUK IV. - Beheer van het fonds

Art. 27.Het fonds wordt beheerd door een raad van bestuur, paritair

Art. 27.Het fonds wordt beheerd door een raad van bestuur, paritair

samengesteld uit vertegenwoordigers van de representatieve werkgevers- samengesteld uit vertegenwoordigers van de representatieve werkgevers-
en werknemersorganisaties. en werknemersorganisaties.
De raad van bestuur bestaat uit zestien leden, hetzij acht De raad van bestuur bestaat uit zestien leden, hetzij acht
vertegenwoordigers van de werkgevers en acht vertegenwoordigers van de vertegenwoordigers van de werkgevers en acht vertegenwoordigers van de
werknemers. werknemers.
De leden van de raad van bestuur worden door het Paritair Comité voor De leden van de raad van bestuur worden door het Paritair Comité voor
het garagebedrijf benoemd. het garagebedrijf benoemd.

Art. 28.Het voorzitterschap wordt door de werkgeversafgevaardigden

Art. 28.Het voorzitterschap wordt door de werkgeversafgevaardigden

waargenomen. De 1ste en 3de ondervoorzitter behoren tot de waargenomen. De 1ste en 3de ondervoorzitter behoren tot de
werknemersgroep en worden jaarlijks aangeduid door de raad van werknemersgroep en worden jaarlijks aangeduid door de raad van
bestuur. De 2de ondervoorzitter behoort tot de werkgeversgroep en bestuur. De 2de ondervoorzitter behoort tot de werkgeversgroep en
wordt jaarlijks door de raad van bestuur aangeduid. wordt jaarlijks door de raad van bestuur aangeduid.

Art. 29.§ 1. De raad van bestuur wordt door zijn voorzitter

Art. 29.§ 1. De raad van bestuur wordt door zijn voorzitter

bijeengeroepen. De voorzitter is ertoe gehouden de raad tenminste bijeengeroepen. De voorzitter is ertoe gehouden de raad tenminste
éénmaal per semester bijeen te roepen en telkens wanneer ten minste éénmaal per semester bijeen te roepen en telkens wanneer ten minste
twee leden van de raad erom verzoeken. twee leden van de raad erom verzoeken.
§ 2. De uitnodiging vermeldt de agenda. § 2. De uitnodiging vermeldt de agenda.
§ 3. De notulen worden door de door de raad van bestuur aangeduide § 3. De notulen worden door de door de raad van bestuur aangeduide
directeur opgesteld. directeur opgesteld.
De uittreksels uit deze notulen worden door de voorzitter of twee De uittreksels uit deze notulen worden door de voorzitter of twee
bestuurders ondertekend. bestuurders ondertekend.
§ 4. Wanneer tot de stemming moet worden overgegaan, dient een gelijk § 4. Wanneer tot de stemming moet worden overgegaan, dient een gelijk
aantal leden van elke afvaardiging aan de stemming deel te nemen. Is aantal leden van elke afvaardiging aan de stemming deel te nemen. Is
het aantal ongelijk, dan onthoudt (onthouden) zich het jongste lid (de het aantal ongelijk, dan onthoudt (onthouden) zich het jongste lid (de
jongste leden). jongste leden).
§ 5. De raad kan slechts geldig beslissen over de op de agenda § 5. De raad kan slechts geldig beslissen over de op de agenda
gestelde kwesties en in aanwezigheid van tenminste de helft van de gestelde kwesties en in aanwezigheid van tenminste de helft van de
leden die tot de werknemersafvaardiging en tenminste de helft van de leden die tot de werknemersafvaardiging en tenminste de helft van de
leden die tot de werkgeversafvaardiging behoren. De beslissingen leden die tot de werkgeversafvaardiging behoren. De beslissingen
worden met een meerderheid van twee derden van de stemgerechtigden worden met een meerderheid van twee derden van de stemgerechtigden
genomen. genomen.

Art. 30.§ 1. De raad van bestuur heeft tot taak het fonds te beheren

Art. 30.§ 1. De raad van bestuur heeft tot taak het fonds te beheren

en alle maatregelen te treffen die voor zijn goede werking zijn en alle maatregelen te treffen die voor zijn goede werking zijn
vereist. Hij beschikt over de meest uitgebreide bevoegdheid inzake het vereist. Hij beschikt over de meest uitgebreide bevoegdheid inzake het
beheer en de leiding van het fonds. beheer en de leiding van het fonds.
§ 2. De raad van bestuur keurt de rekeningen en de begroting goed en § 2. De raad van bestuur keurt de rekeningen en de begroting goed en
treedt in rechte op in naam van het fonds, op vervolging en ten treedt in rechte op in naam van het fonds, op vervolging en ten
verzoeke van de voorzitter of van een tot dat doel afgevaardigde verzoeke van de voorzitter of van een tot dat doel afgevaardigde
bestuurder. bestuurder.
§ 3. De raad van bestuur kan bijzondere bevoegdheden overdragen aan § 3. De raad van bestuur kan bijzondere bevoegdheden overdragen aan
één of meer van zijn leden of zelfs aan derden. één of meer van zijn leden of zelfs aan derden.
Voor al de andere handelingen dan deze waarvoor de raad speciale Voor al de andere handelingen dan deze waarvoor de raad speciale
volmachten heeft verleend, volstaan de gezamenlijke handtekeningen van volmachten heeft verleend, volstaan de gezamenlijke handtekeningen van
twee bestuurders (één van werknemerszijde en één van werkgeverszijde). twee bestuurders (één van werknemerszijde en één van werkgeverszijde).
§ 4. De verantwoordelijkheid van de bestuurders beperkt zich tot de § 4. De verantwoordelijkheid van de bestuurders beperkt zich tot de
uitvoering van hun mandaat en zij gaan geen enkele persoonlijke uitvoering van hun mandaat en zij gaan geen enkele persoonlijke
verbintenis aan betreffende hun beheer ten opzichte van de verbintenis aan betreffende hun beheer ten opzichte van de
verplichtingen van het fonds. verplichtingen van het fonds.
§ 5. Een lid dat voor de vergadering van de raad van bestuur belet is, § 5. Een lid dat voor de vergadering van de raad van bestuur belet is,
kan schriftelijk of per telefax volmacht verlenen aan één van zijn kan schriftelijk of per telefax volmacht verlenen aan één van zijn
collega's behorende tot dezelfde groep (werknemers- of collega's behorende tot dezelfde groep (werknemers- of
werkgeversgroep) om hem te vervangen. Nochtans mag geen enkel lid meer werkgeversgroep) om hem te vervangen. Nochtans mag geen enkel lid meer
dan één andere bestuurder vertegenwoordigen. dan één andere bestuurder vertegenwoordigen.

Art. 31.§ 1. De raad van bestuur richt in zijn schoot een bureau op

Art. 31.§ 1. De raad van bestuur richt in zijn schoot een bureau op

dat is paritair samengesteld uit de voorzitter en 7 bestuurders. dat is paritair samengesteld uit de voorzitter en 7 bestuurders.
§ 2. Het bureau staat in voor de politieke beslissingen van het fonds § 2. Het bureau staat in voor de politieke beslissingen van het fonds
en werkt volgens de beslissingen of richtlijnen van de raad van en werkt volgens de beslissingen of richtlijnen van de raad van
bestuur. Het bureau kan zich eveneens laten bijstaan door derden of bestuur. Het bureau kan zich eveneens laten bijstaan door derden of
deskundigen. deskundigen.
§ 3. Het bureau wordt door de voorzitter bijeengeroepen. De voorzitter § 3. Het bureau wordt door de voorzitter bijeengeroepen. De voorzitter
is ertoe gehouden het bureau tenminste éénmaal per semester bijeen te is ertoe gehouden het bureau tenminste éénmaal per semester bijeen te
roepen en telkens wanneer ten minste twee leden van het bureau erom roepen en telkens wanneer ten minste twee leden van het bureau erom
verzoeken. verzoeken.
§ 4. De uitnodiging vermeldt de agenda. § 4. De uitnodiging vermeldt de agenda.
§ 5. De notulen worden door de door het bureau aangeduide directeur § 5. De notulen worden door de door het bureau aangeduide directeur
opgesteld. De uittreksels uit deze notulen worden door de voorzitter opgesteld. De uittreksels uit deze notulen worden door de voorzitter
of door twee bestuurders ondertekend. of door twee bestuurders ondertekend.
§ 6. De beslissing van het bureau is slechts geldig over de kwesties § 6. De beslissing van het bureau is slechts geldig over de kwesties
die op de agenda vermeld staan en bij aanwezigheid van minimum de die op de agenda vermeld staan en bij aanwezigheid van minimum de
helft van de leden van de werknemersafvaardiging en de helft van de helft van de leden van de werknemersafvaardiging en de helft van de
leden van de werkgeversafvaardiging. leden van de werkgeversafvaardiging.
§ 7. De beslissingen worden bij unanimiteit genomen. § 7. De beslissingen worden bij unanimiteit genomen.
§ 8. Het bureau rapporteert aan de raad van bestuur over zijn § 8. Het bureau rapporteert aan de raad van bestuur over zijn
activiteiten en beslissingen. activiteiten en beslissingen.
HOOFDSTUK V. - Financiering van het fonds HOOFDSTUK V. - Financiering van het fonds

Art. 32.Om de financiering van de in artikel 8 tot artikel 24

Art. 32.Om de financiering van de in artikel 8 tot artikel 24

bedoelde vergoedingen en financiële tussenkomsten te verzekeren, bedoelde vergoedingen en financiële tussenkomsten te verzekeren,
beschikt het fonds over de bijdragen welke door de bij artikel 5 beschikt het fonds over de bijdragen welke door de bij artikel 5
bedoelde werkgevers verschuldigd zijn. bedoelde werkgevers verschuldigd zijn.

Art. 33.§ 1. Sinds 1 januari 2015 wordt de bijdrage van de werkgevers

Art. 33.§ 1. Sinds 1 januari 2015 wordt de bijdrage van de werkgevers

bepaald op 3,95 pct. van de brutolonen van de arbeiders, waarvan 1,7 bepaald op 3,95 pct. van de brutolonen van de arbeiders, waarvan 1,7
pct. is voorzien voor de financiering van het sociaal sectoraal pct. is voorzien voor de financiering van het sociaal sectoraal
pensioenstelsel. pensioenstelsel.
§ 2. Vanaf 1 januari 2016 wordt er gebruik gemaakt van de § 2. Vanaf 1 januari 2016 wordt er gebruik gemaakt van de
gedifferentieerde RSZ inningstechniek waardoor de pensioenbijdrage gedifferentieerde RSZ inningstechniek waardoor de pensioenbijdrage
voor het sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel wordt voor het sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel wordt
afgescheiden van de basisbijdrage bestemd voor het fonds voor afgescheiden van de basisbijdrage bestemd voor het fonds voor
bestaanszekerheid : bestaanszekerheid :
- De basisbijdrage wordt vastgesteld door een afzonderlijke - De basisbijdrage wordt vastgesteld door een afzonderlijke
collectieve arbeidsovereenkomst die algemeen verbindend zal verklaard collectieve arbeidsovereenkomst die algemeen verbindend zal verklaard
worden door een koninklijk besluit; worden door een koninklijk besluit;
- De pensioenbijdrage wordt vastgesteld door een afzonderlijke - De pensioenbijdrage wordt vastgesteld door een afzonderlijke
collectieve arbeidsovereenkomst die algemeen verbindend zal verklaard collectieve arbeidsovereenkomst die algemeen verbindend zal verklaard
worden door een koninklijk besluit. worden door een koninklijk besluit.
§ 3. Een buitengewone bijdrage kan door de raad van bestuur van het § 3. Een buitengewone bijdrage kan door de raad van bestuur van het
fonds worden bepaald met bepaling van de innings- en fonds worden bepaald met bepaling van de innings- en
verdelingsmodaliteiten. Deze buitengewone bijdrage moet het voorwerp verdelingsmodaliteiten. Deze buitengewone bijdrage moet het voorwerp
uitmaken van een afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomst uitmaken van een afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomst
bekrachtigd bij koninklijk besluit. bekrachtigd bij koninklijk besluit.

Art. 34.§ 1. De inning en invordering van de bijdragen worden door de

Art. 34.§ 1. De inning en invordering van de bijdragen worden door de

Rijksdienst voor Sociale Zekerheid verzekerd bij toepassing van Rijksdienst voor Sociale Zekerheid verzekerd bij toepassing van
artikel 7 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor artikel 7 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor
bestaanszekerheid. bestaanszekerheid.
§ 2. De raad van bestuur van het fonds bepaalt de verdeling van de § 2. De raad van bestuur van het fonds bepaalt de verdeling van de
bijdragen voorzien in de artikelen 7 tot en met 24. bijdragen voorzien in de artikelen 7 tot en met 24.

Art. 35.§ 1. Een basisbijdrage zoals voorzien in de aparte

Art. 35.§ 1. Een basisbijdrage zoals voorzien in de aparte

collectieve arbeidsovereenkomst inzake basisbijdrage aan het fonds, en collectieve arbeidsovereenkomst inzake basisbijdrage aan het fonds, en
gebaseerd op de laatste bruto bezoldiging aan 108 pct. verdiend door gebaseerd op de laatste bruto bezoldiging aan 108 pct. verdiend door
de arbeiders bedoeld bij artikel 15, § 5, wordt rechtstreeks aan het de arbeiders bedoeld bij artikel 15, § 5, wordt rechtstreeks aan het
fonds betaald door de werkgever. Zij wordt berekend vanaf de aanvang fonds betaald door de werkgever. Zij wordt berekend vanaf de aanvang
van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag in de onderneming van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag in de onderneming
tot de sectorale leeftijd van het stelsel van werkloosheid met tot de sectorale leeftijd van het stelsel van werkloosheid met
bedrijfstoeslag. bedrijfstoeslag.
§ 2. De bijdrage bedoeld onder § 1 wordt betaald door de werkgever § 2. De bijdrage bedoeld onder § 1 wordt betaald door de werkgever
vóór de datum van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag van vóór de datum van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag van
de arbeiders. Zij wordt forfaitair berekend en betaald volgens de de arbeiders. Zij wordt forfaitair berekend en betaald volgens de
modaliteiten bepaald door de raad van bestuur van het fonds. modaliteiten bepaald door de raad van bestuur van het fonds.
HOOFDSTUK VI. - Begroting en rekeningen van het fonds HOOFDSTUK VI. - Begroting en rekeningen van het fonds

Art. 36.Het dienstjaar vangt aan op 1 januari en sluit op 31

Art. 36.Het dienstjaar vangt aan op 1 januari en sluit op 31

december. december.

Art. 37.De rekeningen over het afgelopen jaar worden op 31 december

Art. 37.De rekeningen over het afgelopen jaar worden op 31 december

afgesloten. afgesloten.
De raad van bestuur, evenals de door het Paritair Comité voor het De raad van bestuur, evenals de door het Paritair Comité voor het
garagebedrijf aangeduide revisor of accountant, maken jaarlijks elk garagebedrijf aangeduide revisor of accountant, maken jaarlijks elk
een schriftelijk verslag op betreffende de uitvoering van hun opdracht een schriftelijk verslag op betreffende de uitvoering van hun opdracht
gedurende het afgelopen jaar. De balans, samen met de hierboven gedurende het afgelopen jaar. De balans, samen met de hierboven
bedoelde schriftelijke jaarverslagen, moeten uiterlijk gedurende de bedoelde schriftelijke jaarverslagen, moeten uiterlijk gedurende de
maand juli aan het Paritair Comité voor het garagebedrijf ter maand juli aan het Paritair Comité voor het garagebedrijf ter
goedkeuring worden voorgelegd. goedkeuring worden voorgelegd.
HOOFDSTUK VII. - Ontbinding en vereffening van het fonds HOOFDSTUK VII. - Ontbinding en vereffening van het fonds

Art. 38.Het fonds kan slechts bij éénparige beslissing van het

Art. 38.Het fonds kan slechts bij éénparige beslissing van het

Paritair Comité voor het garagebedrijf worden ontbonden. Dit laatste Paritair Comité voor het garagebedrijf worden ontbonden. Dit laatste
dient tegelijkertijd de vereffenaars te benoemen, hun bevoegdheden en dient tegelijkertijd de vereffenaars te benoemen, hun bevoegdheden en
hun bezoldiging vast te stellen en de bestemming van de netto-activa hun bezoldiging vast te stellen en de bestemming van de netto-activa
te bepalen. te bepalen.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 28 Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 28
september 2016. september 2016.
De Minister van Werk, De Minister van Werk,
K. PEETERS K. PEETERS
^