| Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2015, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de wijziging en de coördinatie van de statuten van het sociaal fonds | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2015, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de wijziging en de coördinatie van de statuten van het sociaal fonds |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
| 28 SEPTEMBER 2016. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend | 28 SEPTEMBER 2016. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend |
| wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2015, | wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2015, |
| gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de | gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de |
| wijziging en de coördinatie van de statuten van het sociaal fonds (1) | wijziging en de coördinatie van de statuten van het sociaal fonds (1) |
| FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor | Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor |
| bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2; | bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2; |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
| 28; | 28; |
| Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het garagebedrijf; | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het garagebedrijf; |
| Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
| overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2015, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2015, |
| gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de | gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de |
| wijziging en de coördinatie van de statuten van het sociaal fonds. | wijziging en de coördinatie van de statuten van het sociaal fonds. |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
| dit besluit. | dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 28 september 2016. | Gegeven te Brussel, 28 september 2016. |
| FILIP | FILIP |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| K. PEETERS | K. PEETERS |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. | Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. |
| Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
| Bijlage | Bijlage |
| Paritair Comité voor het garagebedrijf | Paritair Comité voor het garagebedrijf |
| Collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2015 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2015 |
| Wijziging en coördinatie van de statuten van het sociaal fonds | Wijziging en coördinatie van de statuten van het sociaal fonds |
| (Overeenkomst geregistreerd op 15 december 2015 | (Overeenkomst geregistreerd op 15 december 2015 |
| onder het nummer 130667/CO/112) | onder het nummer 130667/CO/112) |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
| de werkgevers en arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder | de werkgevers en arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder |
| het Paritair Comité voor het garagebedrijf. | het Paritair Comité voor het garagebedrijf. |
| Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt | Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt |
| onder "arbeiders" verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werklieden. | onder "arbeiders" verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werklieden. |
Art. 2.De statuten van het "Sociaal Fonds voor het garagebedrijf" |
Art. 2.De statuten van het "Sociaal Fonds voor het garagebedrijf" |
| zijn bijgevoegd in bijlage. | zijn bijgevoegd in bijlage. |
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
| januari 2015 en wordt gesloten voor onbepaalde tijd. | januari 2015 en wordt gesloten voor onbepaalde tijd. |
| De collectieve arbeidsovereenkomst kan worden opgezegd door één van de | De collectieve arbeidsovereenkomst kan worden opgezegd door één van de |
| ondertekenende partijen mits een opzegging van 6 maanden, betekend bij | ondertekenende partijen mits een opzegging van 6 maanden, betekend bij |
| een ter post aangetekend schrijven gericht aan de voorzitter van het | een ter post aangetekend schrijven gericht aan de voorzitter van het |
| Paritair Comité voor het garagebedrijf. | Paritair Comité voor het garagebedrijf. |
| Deze opzegging kan slechts ingaan ten vroegste vanaf 1 januari 2017. | Deze opzegging kan slechts ingaan ten vroegste vanaf 1 januari 2017. |
Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve |
Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve |
| arbeidsovereenkomst van 29 april 2014 betreffende de wijziging en | arbeidsovereenkomst van 29 april 2014 betreffende de wijziging en |
| coördinatie van de statuten van het sociaal fonds, geregistreerd op 7 | coördinatie van de statuten van het sociaal fonds, geregistreerd op 7 |
| juli 2014 onder het nummer 122105/CO/112 en algemeen verbindend | juli 2014 onder het nummer 122105/CO/112 en algemeen verbindend |
| verklaard bij koninklijk besluit van 10 april 2015 (Belgisch | verklaard bij koninklijk besluit van 10 april 2015 (Belgisch |
| Staatsblad van 6 mei 2015), en gewijzigd door : | Staatsblad van 6 mei 2015), en gewijzigd door : |
| - de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 september 2014, | - de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 september 2014, |
| geregistreerd onder het nummer 123946/CO/112 op 22 oktober 2014 | geregistreerd onder het nummer 123946/CO/112 op 22 oktober 2014 |
| (Belgisch Staatsblad van 21 november 2014) en algemeen verbindend | (Belgisch Staatsblad van 21 november 2014) en algemeen verbindend |
| verklaard bij koninklijk besluit van 20 juli 2015 (Belgisch Staatsblad | verklaard bij koninklijk besluit van 20 juli 2015 (Belgisch Staatsblad |
| van 31 juli 2015); | van 31 juli 2015); |
| - en nogmaals gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 | - en nogmaals gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 |
| juni 2015, geregistreerd onder het nummer 128153/CO/112 op 23 juli | juni 2015, geregistreerd onder het nummer 128153/CO/112 op 23 juli |
| 2015 (Belgisch Staatsblad van 3 augustus 2015). | 2015 (Belgisch Staatsblad van 3 augustus 2015). |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 28 | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 28 |
| september 2016. | september 2016. |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| K. PEETERS | K. PEETERS |
| Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2015, | Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2015, |
| gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de | gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de |
| wijziging en de coördinatie van de statuten van het sociaal fonds | wijziging en de coördinatie van de statuten van het sociaal fonds |
| STATUTEN VAN HET FONDS | STATUTEN VAN HET FONDS |
| HOOFDSTUK I. - Benaming, zetel, opdrachten en duur | HOOFDSTUK I. - Benaming, zetel, opdrachten en duur |
| 1. Benaming | 1. Benaming |
Artikel 1.Er wordt een fonds voor bestaanszekerheid opgericht bij |
Artikel 1.Er wordt een fonds voor bestaanszekerheid opgericht bij |
| collectieve arbeidsovereenkomst van 23 maart 1967, algemeen verbindend | collectieve arbeidsovereenkomst van 23 maart 1967, algemeen verbindend |
| verklaard bij koninklijk besluit van 5 augustus 1967 (Belgisch | verklaard bij koninklijk besluit van 5 augustus 1967 (Belgisch |
| Staatsblad van 12 augustus 1967), genaamd "Sociaal Fonds voor het | Staatsblad van 12 augustus 1967), genaamd "Sociaal Fonds voor het |
| garagebedrijf". | garagebedrijf". |
| Met "fonds" wordt verder in deze statuten "Sociaal Fonds voor het | Met "fonds" wordt verder in deze statuten "Sociaal Fonds voor het |
| garagebedrijf" bedoeld. | garagebedrijf" bedoeld. |
| 2. Zetel | 2. Zetel |
Art. 2.De maatschappelijke zetel van het fonds is gevestigd te 1140 |
Art. 2.De maatschappelijke zetel van het fonds is gevestigd te 1140 |
| Brussel, Jules Bordetlaan 164. Hij kan, bij beslissing van het | Brussel, Jules Bordetlaan 164. Hij kan, bij beslissing van het |
| Paritair Comité voor het garagebedrijf, naar elke andere plaats in | Paritair Comité voor het garagebedrijf, naar elke andere plaats in |
| België worden overgebracht. | België worden overgebracht. |
| 3. Opdrachten | 3. Opdrachten |
Art. 3.Het fonds heeft als opdracht : |
Art. 3.Het fonds heeft als opdracht : |
| 3.1. de inning en de invordering van de bijdragen ten laste van de in | 3.1. de inning en de invordering van de bijdragen ten laste van de in |
| artikel 5 bedoelde werkgevers te regelen en te verzekeren; | artikel 5 bedoelde werkgevers te regelen en te verzekeren; |
| 3.2. de toekenning en de uitkering van de aanvullende vergoedingen te | 3.2. de toekenning en de uitkering van de aanvullende vergoedingen te |
| regelen en te verzekeren; | regelen en te verzekeren; |
| 3.3. de vakbondsvorming van de arbeiders te bevorderen; | 3.3. de vakbondsvorming van de arbeiders te bevorderen; |
| 3.4. de vorming en informatie van de werkgevers te stimuleren; | 3.4. de vorming en informatie van de werkgevers te stimuleren; |
| 3.5. een deel van de werking en sommige initiatieven van de vzw | 3.5. een deel van de werking en sommige initiatieven van de vzw |
| "Educam" te financieren; | "Educam" te financieren; |
| 3.6. ten laste nemen van bijzondere bijdragen; | 3.6. ten laste nemen van bijzondere bijdragen; |
| 3.7. de inning van de bijdrage voorzien voor de financiering en | 3.7. de inning van de bijdrage voorzien voor de financiering en |
| inrichting van een sectoraal pensioenstelsel. | inrichting van een sectoraal pensioenstelsel. |
| 4. Duur | 4. Duur |
Art. 4.Het fonds wordt voor onbepaalde tijd opgericht. |
Art. 4.Het fonds wordt voor onbepaalde tijd opgericht. |
| HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied |
Art. 5.Deze statuten zijn van toepassing op de werkgevers en de |
Art. 5.Deze statuten zijn van toepassing op de werkgevers en de |
| arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair | arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair |
| Comité voor het garagebedrijf. | Comité voor het garagebedrijf. |
| Onder "arbeiders" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke | Onder "arbeiders" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke |
| werklieden. | werklieden. |
| HOOFDSTUK III. - Statutaire opdrachten van het fonds | HOOFDSTUK III. - Statutaire opdrachten van het fonds |
| 1. Inning en invordering van de bijdragen | 1. Inning en invordering van de bijdragen |
Art. 6.Het fonds is gelast de inning en de invordering van de |
Art. 6.Het fonds is gelast de inning en de invordering van de |
| bijdragen ten laste van de in artikel 5 bedoelde werkgevers te regelen | bijdragen ten laste van de in artikel 5 bedoelde werkgevers te regelen |
| en te verzekeren. | en te verzekeren. |
| 2. Toekenning en uitkering van de aanvullende vergoedingen | 2. Toekenning en uitkering van de aanvullende vergoedingen |
| 2.1. Aanvullende werkloosheidsvergoeding bij tijdelijke werkloosheid | 2.1. Aanvullende werkloosheidsvergoeding bij tijdelijke werkloosheid |
Art. 7.§ 1. De bij artikel 5 bedoelde arbeiders hebben recht, ten |
Art. 7.§ 1. De bij artikel 5 bedoelde arbeiders hebben recht, ten |
| laste van het fonds, voor elke werkloosheidsuitkering of halve | laste van het fonds, voor elke werkloosheidsuitkering of halve |
| werkloosheidsuitkering erkend door de Rijksdienst voor | werkloosheidsuitkering erkend door de Rijksdienst voor |
| Arbeidsvoorziening en voorzien in : | Arbeidsvoorziening en voorzien in : |
| - artikel 26, 1° - tijdelijke werkloosheid omwille van overmacht; | - artikel 26, 1° - tijdelijke werkloosheid omwille van overmacht; |
| - artikel 28, § 1 - tijdelijke werkloosheid omwille van sluiting van | - artikel 28, § 1 - tijdelijke werkloosheid omwille van sluiting van |
| de onderneming wegens jaarlijks verlof; | de onderneming wegens jaarlijks verlof; |
| - artikel 49 - tijdelijke werkloosheid omwille van technische | - artikel 49 - tijdelijke werkloosheid omwille van technische |
| stoornis; | stoornis; |
| - artikel 50 - tijdelijke werkloosheid omwille van slecht weer; | - artikel 50 - tijdelijke werkloosheid omwille van slecht weer; |
| - artikel 51 - tijdelijke werkloosheid omwille van economische | - artikel 51 - tijdelijke werkloosheid omwille van economische |
| redenen, | redenen, |
| van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten op de | van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten op de |
| vergoeding voorzien in artikel 7, § 2 van deze statuten, voor zover | vergoeding voorzien in artikel 7, § 2 van deze statuten, voor zover |
| zij volgende voorwaarden vervullen : | zij volgende voorwaarden vervullen : |
| - werkloosheidsuitkeringen genieten in toepassing van de | - werkloosheidsuitkeringen genieten in toepassing van de |
| reglementering op de werkloosheidsverzekering; | reglementering op de werkloosheidsverzekering; |
| - op het ogenblik van de werkloosheid in dienst van de werkgever zijn. | - op het ogenblik van de werkloosheid in dienst van de werkgever zijn. |
| § 2. Vanaf 1 juli 2015 werd het bedrag van de aanvullende | § 2. Vanaf 1 juli 2015 werd het bedrag van de aanvullende |
| werkloosheidsvergoeding vastgesteld op : | werkloosheidsvergoeding vastgesteld op : |
| - 12,00 EUR per werkloosheidsuitkering betaald in toepassing van de | - 12,00 EUR per werkloosheidsuitkering betaald in toepassing van de |
| reglementering op de werkloosheidsverzekering; | reglementering op de werkloosheidsverzekering; |
| - 6,00 EUR per halve werkloosheidsuitkering betaald in toepassing van | - 6,00 EUR per halve werkloosheidsuitkering betaald in toepassing van |
| de reglementering op de werkloosheidsverzekering. | de reglementering op de werkloosheidsverzekering. |
Art. 8.De aanvullende vergoeding bij tijdelijke werkloosheid dient te |
Art. 8.De aanvullende vergoeding bij tijdelijke werkloosheid dient te |
| worden betaald bij jeugdvakantie en bij seniorenvakantie. | worden betaald bij jeugdvakantie en bij seniorenvakantie. |
| 2.2. Aanvullende werkloosheidsvergoeding bij volledige werkloosheid | 2.2. Aanvullende werkloosheidsvergoeding bij volledige werkloosheid |
Art. 9.§ 1. De bij artikel 5 bedoelde arbeiders hebben ten laste van |
Art. 9.§ 1. De bij artikel 5 bedoelde arbeiders hebben ten laste van |
| het fonds, voor elke werkloosheidsuitkering recht op de bij artikel 9, | het fonds, voor elke werkloosheidsuitkering recht op de bij artikel 9, |
| § 2 voorziene vergoeding, met een maximum respectievelijk van 200 | § 2 voorziene vergoeding, met een maximum respectievelijk van 200 |
| dagen en 300 dagen per geval, al naargelang zij op de eerste dag van | dagen en 300 dagen per geval, al naargelang zij op de eerste dag van |
| de werkloosheid minder dan 45 jaar oud zijn of 45 jaar en ouder zijn, | de werkloosheid minder dan 45 jaar oud zijn of 45 jaar en ouder zijn, |
| en voor zover zij volgende voorwaarden vervullen : | en voor zover zij volgende voorwaarden vervullen : |
| 1. werkloosheidsuitkeringen genieten in toepassing van de wetgeving op | 1. werkloosheidsuitkeringen genieten in toepassing van de wetgeving op |
| de werkloosheidsverzekering; | de werkloosheidsverzekering; |
| 2. door een in artikel 5 bedoelde werkgever ontslagen geweest zijn; | 2. door een in artikel 5 bedoelde werkgever ontslagen geweest zijn; |
| 3. op het ogenblik van het ontslag, ten minste vijf jaar tewerkgesteld | 3. op het ogenblik van het ontslag, ten minste vijf jaar tewerkgesteld |
| zijn in één of meerdere ondernemingen die onder één van de volgende | zijn in één of meerdere ondernemingen die onder één van de volgende |
| paritaire comités ressorteren : | paritaire comités ressorteren : |
| - voor de ijzernijverheid (Paritair Comité 104); | - voor de ijzernijverheid (Paritair Comité 104); |
| - voor de non-ferro metalen (Paritair Comité 105); | - voor de non-ferro metalen (Paritair Comité 105); |
| - voor de metaal-, machine- en elektrische bouw (Paritair Comité 111); | - voor de metaal-, machine- en elektrische bouw (Paritair Comité 111); |
| - voor de sectoren verwant aan de metaal-, machine- en elektrische | - voor de sectoren verwant aan de metaal-, machine- en elektrische |
| bouw (Paritaire Subcomités 149.01, 149.02, 149.03 en 149.04); | bouw (Paritaire Subcomités 149.01, 149.02, 149.03 en 149.04); |
| - voor het garagebedrijf (Paritair Comité 112); | - voor het garagebedrijf (Paritair Comité 112); |
| - voor de terugwinning van metalen (Paritair Subcomité 142.01); | - voor de terugwinning van metalen (Paritair Subcomité 142.01); |
| - voor de wapensmederij met de hand (Paritair Comité 147); | - voor de wapensmederij met de hand (Paritair Comité 147); |
| 4. een wachttijd van vijftien kalenderdagen hebben vervuld. Voor de | 4. een wachttijd van vijftien kalenderdagen hebben vervuld. Voor de |
| berekening van de wachttijd, worden de dagen werkloosheid en ziekte, | berekening van de wachttijd, worden de dagen werkloosheid en ziekte, |
| in voorkomend geval, gelijkgesteld. | in voorkomend geval, gelijkgesteld. |
| § 2. Het bedrag van de aanvullende werkloosheidsvergoeding werd | § 2. Het bedrag van de aanvullende werkloosheidsvergoeding werd |
| vastgesteld op : | vastgesteld op : |
| - 5,51 EUR per volledige werkloosheidsuitkering betaald in toepassing | - 5,51 EUR per volledige werkloosheidsuitkering betaald in toepassing |
| van de reglementering op de werkloosheidsverzekering; | van de reglementering op de werkloosheidsverzekering; |
| - 2,76 EUR per halve werkloosheidsuitkering betaald in toepassing van | - 2,76 EUR per halve werkloosheidsuitkering betaald in toepassing van |
| de reglementering op de werkloosheidsverzekering. | de reglementering op de werkloosheidsverzekering. |
| § 3. Elke betaling van de aanvullende vergoeding in geval van | § 3. Elke betaling van de aanvullende vergoeding in geval van |
| volledige werkloosheid aan de arbeiders, zoals beschreven in dit | volledige werkloosheid aan de arbeiders, zoals beschreven in dit |
| artikel, na en omwille van een éénzijdige beëindiging van de | artikel, na en omwille van een éénzijdige beëindiging van de |
| arbeidsovereenkomst door de werkgever, zal vanaf 1 juli 2015 stopgezet | arbeidsovereenkomst door de werkgever, zal vanaf 1 juli 2015 stopgezet |
| worden. | worden. |
| Na 1 juli 2015 worden enkel nog aanvullende vergoedingen in geval van | Na 1 juli 2015 worden enkel nog aanvullende vergoedingen in geval van |
| volledige werkloosheid betaald in volgende gevallen : | volledige werkloosheid betaald in volgende gevallen : |
| - de beëindiging van de arbeidsovereenkomst niet het gevolg is van een | - de beëindiging van de arbeidsovereenkomst niet het gevolg is van een |
| éénzijdige beëindiging van de arbeidsovereenkomst door de werkgever | éénzijdige beëindiging van de arbeidsovereenkomst door de werkgever |
| (bijvoorbeeld bij einde contract van bepaalde duur of duidelijk | (bijvoorbeeld bij einde contract van bepaalde duur of duidelijk |
| omschreven werk, bij medische overmacht,...); | omschreven werk, bij medische overmacht,...); |
| - arbeiders die zijn ontslagen na 1 januari 2014 in het kader van | - arbeiders die zijn ontslagen na 1 januari 2014 in het kader van |
| collectieve ontslagen tot 31 december 2013; | collectieve ontslagen tot 31 december 2013; |
| - arbeiders die reeds aanvullende vergoedingen bij volledige | - arbeiders die reeds aanvullende vergoedingen bij volledige |
| werkloosheid ontvangen op 30 juni 2015 en hun saldo nog kunnen | werkloosheid ontvangen op 30 juni 2015 en hun saldo nog kunnen |
| uitputten. | uitputten. |
| 2.3. Aanvullende ziektevergoeding | 2.3. Aanvullende ziektevergoeding |
Art. 10.§ 1. De bij artikel 5 bedoelde arbeiders hebben na tenminste |
Art. 10.§ 1. De bij artikel 5 bedoelde arbeiders hebben na tenminste |
| zestig dagen ononderbroken arbeidsongeschiktheid ten gevolge van | zestig dagen ononderbroken arbeidsongeschiktheid ten gevolge van |
| ziekte of ongeval, met uitsluiting van de arbeidsongeschiktheid ten | ziekte of ongeval, met uitsluiting van de arbeidsongeschiktheid ten |
| gevolge van beroepsziekte of arbeidsongeval, recht, ten laste van het | gevolge van beroepsziekte of arbeidsongeval, recht, ten laste van het |
| fonds, op een vergoeding die de uitkeringen van de ziekte- en | fonds, op een vergoeding die de uitkeringen van de ziekte- en |
| invaliditeitsverzekering aanvult, voor zover de arbeiders volgende | invaliditeitsverzekering aanvult, voor zover de arbeiders volgende |
| voorwaarden vervullen : | voorwaarden vervullen : |
| - uitkeringen van de ziekte- en invaliditeitsverzekering bij | - uitkeringen van de ziekte- en invaliditeitsverzekering bij |
| toepassing van de wetgeving ter zake genieten; | toepassing van de wetgeving ter zake genieten; |
| - op het ogenblik waarop de ongeschiktheid aanvangt, in dienst van een | - op het ogenblik waarop de ongeschiktheid aanvangt, in dienst van een |
| in artikel 5 bedoelde werkgever zijn. | in artikel 5 bedoelde werkgever zijn. |
| § 2. Het forfaitair bedrag van de bij artikel 10, § 1 bedoelde | § 2. Het forfaitair bedrag van de bij artikel 10, § 1 bedoelde |
| vergoeding is als volgt vastgesteld : | vergoeding is als volgt vastgesteld : |
| - 82,01 EUR na de eerste 60 dagen ononderbroken ongeschiktheid; | - 82,01 EUR na de eerste 60 dagen ononderbroken ongeschiktheid; |
| - 82,01 EUR meer na de eerste 120 dagen ononderbroken ongeschiktheid; | - 82,01 EUR meer na de eerste 120 dagen ononderbroken ongeschiktheid; |
| - 106,78 EUR meer na de eerste 180 dagen ononderbroken ongeschiktheid; | - 106,78 EUR meer na de eerste 180 dagen ononderbroken ongeschiktheid; |
| - 106,78 EUR meer na de eerste 240 dagen ononderbroken ongeschiktheid; | - 106,78 EUR meer na de eerste 240 dagen ononderbroken ongeschiktheid; |
| - 106,78 EUR meer na de eerste 300 dagen ononderbroken ongeschiktheid; | - 106,78 EUR meer na de eerste 300 dagen ononderbroken ongeschiktheid; |
| - 106,78 EUR meer na de eerste 365 dagen ononderbroken ongeschiktheid; | - 106,78 EUR meer na de eerste 365 dagen ononderbroken ongeschiktheid; |
| - 106,78 EUR meer na de eerste 455 dagen ononderbroken ongeschiktheid; | - 106,78 EUR meer na de eerste 455 dagen ononderbroken ongeschiktheid; |
| - 106,78 EUR meer na de eerste 545 dagen ononderbroken ongeschiktheid; | - 106,78 EUR meer na de eerste 545 dagen ononderbroken ongeschiktheid; |
| - 106,78 EUR meer na de eerste 635 dagen ononderbroken ongeschiktheid; | - 106,78 EUR meer na de eerste 635 dagen ononderbroken ongeschiktheid; |
| - 106,78 EUR meer na de eerste 725 dagen ononderbroken ongeschiktheid; | - 106,78 EUR meer na de eerste 725 dagen ononderbroken ongeschiktheid; |
| - 106,78 EUR meer na de eerste 815 dagen ononderbroken ongeschiktheid; | - 106,78 EUR meer na de eerste 815 dagen ononderbroken ongeschiktheid; |
| - 106,78 EUR meer na de eerste 905 dagen ononderbroken ongeschiktheid; | - 106,78 EUR meer na de eerste 905 dagen ononderbroken ongeschiktheid; |
| - 106,78 EUR meer na de eerste 995 dagen ononderbroken ongeschiktheid. | - 106,78 EUR meer na de eerste 995 dagen ononderbroken ongeschiktheid. |
| § 3. Een arbeidsongeschiktheid kan, ongeacht de duur ervan, slechts | § 3. Een arbeidsongeschiktheid kan, ongeacht de duur ervan, slechts |
| aanleiding geven tot de toekenning van een enkele reeks vergoedingen; | aanleiding geven tot de toekenning van een enkele reeks vergoedingen; |
| het hervallen in eenzelfde ziekte wordt beschouwd als integraal deel | het hervallen in eenzelfde ziekte wordt beschouwd als integraal deel |
| uitmakend van de vorige ongeschiktheid wanneer die zich voordoet | uitmakend van de vorige ongeschiktheid wanneer die zich voordoet |
| binnen de eerste veertien dagen volgend op het einde van die periode | binnen de eerste veertien dagen volgend op het einde van die periode |
| van arbeidsongeschiktheid. | van arbeidsongeschiktheid. |
| § 4. Een arbeider die tijdens de ziekteperiode het werk deeltijds | § 4. Een arbeider die tijdens de ziekteperiode het werk deeltijds |
| hervat en nog uitkeringen ontvangt van de ziekte- en | hervat en nog uitkeringen ontvangt van de ziekte- en |
| invaliditeitsverzekering, heeft recht op een pro rata aanvullende | invaliditeitsverzekering, heeft recht op een pro rata aanvullende |
| ziektevergoeding. | ziektevergoeding. |
| 2.4. Aanvullende vergoeding voor oudere werklozen | 2.4. Aanvullende vergoeding voor oudere werklozen |
Art. 11.§ 1. De in artikel 5 bedoelde arbeiders die volledig werkloos |
Art. 11.§ 1. De in artikel 5 bedoelde arbeiders die volledig werkloos |
| worden gesteld, hebben voor elke werkloosheidsdag recht op de bij | worden gesteld, hebben voor elke werkloosheidsdag recht op de bij |
| artikel 11, § 2 voorziene vergoeding tot het nemen van het wettelijk | artikel 11, § 2 voorziene vergoeding tot het nemen van het wettelijk |
| pensioen, onder volgende voorwaarden : | pensioen, onder volgende voorwaarden : |
| - ten minste 55 jaar oud zijn op de eerste dag van de werkloosheid; | - ten minste 55 jaar oud zijn op de eerste dag van de werkloosheid; |
| - uitkeringen voor volledige werkloosheid genieten; | - uitkeringen voor volledige werkloosheid genieten; |
| - 20 jaar beroepsverleden kunnen bewijzen waarvan 5 jaar in de sector | - 20 jaar beroepsverleden kunnen bewijzen waarvan 5 jaar in de sector |
| garages (PC 112). | garages (PC 112). |
| § 2. Het bedrag van de aanvullende werkloosheidsvergoeding is | § 2. Het bedrag van de aanvullende werkloosheidsvergoeding is |
| vastgesteld op : | vastgesteld op : |
| - 5,51 EUR per volledige werkloosheidsuitkering betaald in toepassing | - 5,51 EUR per volledige werkloosheidsuitkering betaald in toepassing |
| van de reglementering op de werkloosheidsverzekering; | van de reglementering op de werkloosheidsverzekering; |
| - 2,76 EUR per halve werkloosheidsuitkering betaald in toepassing van | - 2,76 EUR per halve werkloosheidsuitkering betaald in toepassing van |
| de reglementering op de werkloosheidsverzekering. | de reglementering op de werkloosheidsverzekering. |
| § 3. Arbeiders die zijn ontslagen en een aanvullende vergoeding | § 3. Arbeiders die zijn ontslagen en een aanvullende vergoeding |
| ontvangen conform de bepalingen van artikel 11, § 1 en § 2, behouden | ontvangen conform de bepalingen van artikel 11, § 1 en § 2, behouden |
| het recht op deze aanvullende vergoeding : | het recht op deze aanvullende vergoeding : |
| - wanneer ze het werk hervatten als loontrekkende bij een andere | - wanneer ze het werk hervatten als loontrekkende bij een andere |
| werkgever dan de werkgever die hen heeft ontslagen en die niet behoort | werkgever dan de werkgever die hen heeft ontslagen en die niet behoort |
| tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen heeft | tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen heeft |
| ontslagen; | ontslagen; |
| - ingeval een zelfstandige activiteit in hoofdberoep wordt uitgeoefend | - ingeval een zelfstandige activiteit in hoofdberoep wordt uitgeoefend |
| op voorwaarde dat die activiteit niet wordt uitgeoefend voor rekening | op voorwaarde dat die activiteit niet wordt uitgeoefend voor rekening |
| van de werkgever die hen heeft ontslagen of voor rekening van een | van de werkgever die hen heeft ontslagen of voor rekening van een |
| werkgever die behoort tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de | werkgever die behoort tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de |
| werkgever die hen heeft ontslagen. | werkgever die hen heeft ontslagen. |
| § 4. Elke betaling van de aanvullende vergoeding in geval van | § 4. Elke betaling van de aanvullende vergoeding in geval van |
| volledige werkloosheid aan de arbeiders, zoals beschreven in dit | volledige werkloosheid aan de arbeiders, zoals beschreven in dit |
| artikel, na en omwille van een éénzijdige beëindiging van de | artikel, na en omwille van een éénzijdige beëindiging van de |
| arbeidsovereenkomst door de werkgever, zal vanaf 1 juli 2015 stopgezet | arbeidsovereenkomst door de werkgever, zal vanaf 1 juli 2015 stopgezet |
| worden. | worden. |
| Na 1 juli 2015 worden enkel nog aanvullende vergoedingen in geval van | Na 1 juli 2015 worden enkel nog aanvullende vergoedingen in geval van |
| volledige werkloosheid betaald in volgende gevallen : | volledige werkloosheid betaald in volgende gevallen : |
| - de beëindiging van de arbeidsovereenkomst is niet het gevolg is van | - de beëindiging van de arbeidsovereenkomst is niet het gevolg is van |
| een éénzijdige beëindiging van de arbeidsovereenkomst door de | een éénzijdige beëindiging van de arbeidsovereenkomst door de |
| werkgever (bijvoorbeeld bij einde contract van bepaalde duur of | werkgever (bijvoorbeeld bij einde contract van bepaalde duur of |
| duidelijk omschreven werk, bij medische overmacht,...); | duidelijk omschreven werk, bij medische overmacht,...); |
| - arbeiders die zijn ontslagen na 1 januari 2014 in het kader van | - arbeiders die zijn ontslagen na 1 januari 2014 in het kader van |
| collectieve ontslagen tot 31 december 2013; | collectieve ontslagen tot 31 december 2013; |
| - arbeiders die reeds aanvullende vergoedingen bij volledige | - arbeiders die reeds aanvullende vergoedingen bij volledige |
| werkloosheid ontvangen op 30 juni 2015 en hun saldo nog kunnen | werkloosheid ontvangen op 30 juni 2015 en hun saldo nog kunnen |
| uitputten. | uitputten. |
| 2.5. Aanvullende vergoeding voor oudere zieken | 2.5. Aanvullende vergoeding voor oudere zieken |
Art. 12.§ 1. De in artikel 5 bedoelde arbeiders die verkeren in een |
Art. 12.§ 1. De in artikel 5 bedoelde arbeiders die verkeren in een |
| toestand van blijvende arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of ongeval, | toestand van blijvende arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of ongeval, |
| met uitsluiting van arbeidsongeschiktheid wegens beroepsziekte of | met uitsluiting van arbeidsongeschiktheid wegens beroepsziekte of |
| arbeidsongeval, hebben voor elke ziekte-uitkering recht op de bij | arbeidsongeval, hebben voor elke ziekte-uitkering recht op de bij |
| artikel 12, § 2 voorziene vergoeding tot het nemen van het wettelijk | artikel 12, § 2 voorziene vergoeding tot het nemen van het wettelijk |
| pensioen, onder de volgende voorwaarden : | pensioen, onder de volgende voorwaarden : |
| - ten minste 55 jaar oud zijn op de eerste dag van de | - ten minste 55 jaar oud zijn op de eerste dag van de |
| arbeidsongeschiktheid; | arbeidsongeschiktheid; |
| - uitkeringen van de ziekte- en invaliditeitsverzekering genieten; | - uitkeringen van de ziekte- en invaliditeitsverzekering genieten; |
| - een carenztijd van dertig kalenderdagen hebben vervuld, ingaande op | - een carenztijd van dertig kalenderdagen hebben vervuld, ingaande op |
| de eerste dag van de ongeschiktheid; | de eerste dag van de ongeschiktheid; |
| - 20 jaar beroepsverleden kunnen bewijzen waarvan 5 jaar in de sector | - 20 jaar beroepsverleden kunnen bewijzen waarvan 5 jaar in de sector |
| garages (PC 112). | garages (PC 112). |
| § 2. Het bedrag van de aanvullende ziektevergoeding is vastgesteld op | § 2. Het bedrag van de aanvullende ziektevergoeding is vastgesteld op |
| : | : |
| - 5,51 EUR per volledige ziekte-uitkering betaald in toepassing van de | - 5,51 EUR per volledige ziekte-uitkering betaald in toepassing van de |
| reglementering op de ziekteverzekering; | reglementering op de ziekteverzekering; |
| - 2,76 EUR per halve ziekte-uitkering betaald in toepassing van de | - 2,76 EUR per halve ziekte-uitkering betaald in toepassing van de |
| reglementering op de ziekteverzekering. | reglementering op de ziekteverzekering. |
| § 3. Een arbeider die tijdens de ziekteperiode het werk deeltijds | § 3. Een arbeider die tijdens de ziekteperiode het werk deeltijds |
| hervat en nog uitkeringen ontvangt van de ziekte- en | hervat en nog uitkeringen ontvangt van de ziekte- en |
| invaliditeitsverzekering, heeft recht op een pro rata aanvullende | invaliditeitsverzekering, heeft recht op een pro rata aanvullende |
| ziektevergoeding. | ziektevergoeding. |
Art. 13.De arbeiders die de bij artikelen 11 en 12 bedoelde |
Art. 13.De arbeiders die de bij artikelen 11 en 12 bedoelde |
| vergoeding genieten, hebben geen recht op de bij artikelen 9, 10 en 15 | vergoeding genieten, hebben geen recht op de bij artikelen 9, 10 en 15 |
| voorziene vergoedingen. | voorziene vergoedingen. |
| 2.6. Aanvullende vergoeding bij sluiting van de onderneming | 2.6. Aanvullende vergoeding bij sluiting van de onderneming |
Art. 14.De in artikel 5 bedoelde arbeiders hebben recht op een |
Art. 14.De in artikel 5 bedoelde arbeiders hebben recht op een |
| aanvullende vergoeding in geval van sluiting van onderneming onder de | aanvullende vergoeding in geval van sluiting van onderneming onder de |
| hierna gestelde voorwaarden : | hierna gestelde voorwaarden : |
| 1. op het ogenblik van de sluiting van onderneming tenminste 45 jaar | 1. op het ogenblik van de sluiting van onderneming tenminste 45 jaar |
| oud zijn; | oud zijn; |
| 2. op het ogenblik van de sluiting van onderneming een anciënniteit | 2. op het ogenblik van de sluiting van onderneming een anciënniteit |
| hebben in de firma van ten minste vijf jaar; | hebben in de firma van ten minste vijf jaar; |
| 3. het bewijs leveren niet opnieuw in dienst genomen te zijn krachtens | 3. het bewijs leveren niet opnieuw in dienst genomen te zijn krachtens |
| een arbeidsovereenkomst binnen een termijn van 30 kalenderdagen vanaf | een arbeidsovereenkomst binnen een termijn van 30 kalenderdagen vanaf |
| de dag van het ontslag. | de dag van het ontslag. |
| Onder "sluiting van onderneming", zoals bedoeld bij het eerste lid van | Onder "sluiting van onderneming", zoals bedoeld bij het eerste lid van |
| dit artikel, wordt verstaan : de volledige en definitieve stopzetting | dit artikel, wordt verstaan : de volledige en definitieve stopzetting |
| van de werkzaamheden van de onderneming, behorende tot een grotere | van de werkzaamheden van de onderneming, behorende tot een grotere |
| entiteit die deel uitmaakt van een ander paritair comité. | entiteit die deel uitmaakt van een ander paritair comité. |
| Het bedrag van de aanvullende vergoeding is vastgesteld op 273,01 EUR. | Het bedrag van de aanvullende vergoeding is vastgesteld op 273,01 EUR. |
| Dit bedrag wordt met 13,77 EUR verhoogd per jaar anciënniteit met een | Dit bedrag wordt met 13,77 EUR verhoogd per jaar anciënniteit met een |
| maximum van 900,48 EUR. | maximum van 900,48 EUR. |
| 2.7. Aanvullende vergoeding bij stelsel van werkloosheid met | 2.7. Aanvullende vergoeding bij stelsel van werkloosheid met |
| bedrijfstoeslag | bedrijfstoeslag |
Art. 15.§ 1. In toepassing van en overeenkomstig : |
Art. 15.§ 1. In toepassing van en overeenkomstig : |
| - de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 gesloten op 19 december | - de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 gesloten op 19 december |
| 1974 in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van | 1974 in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van |
| aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers | aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers |
| indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard bij | indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard bij |
| koninklijk besluit van 16 januari 1975 (Belgisch Staatsblad van 31 | koninklijk besluit van 16 januari 1975 (Belgisch Staatsblad van 31 |
| januari 1975); | januari 1975); |
| - de bestaande collectieve arbeidsovereenkomsten inzake stelsel van | - de bestaande collectieve arbeidsovereenkomsten inzake stelsel van |
| werkloosheid met bedrijfstoeslag, gesloten in het Paritair Comité voor | werkloosheid met bedrijfstoeslag, gesloten in het Paritair Comité voor |
| het garagebedrijf; | het garagebedrijf; |
| - de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 oktober 1998 betreffende de | - de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 oktober 1998 betreffende de |
| berekeningswijze van de aanvullende vergoeding brugpensioen, | berekeningswijze van de aanvullende vergoeding brugpensioen, |
| afgesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, | afgesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, |
| neemt het fonds de helft van het verschil tussen het netto referteloon | neemt het fonds de helft van het verschil tussen het netto referteloon |
| en de werkloosheidsuitkering ten laste. | en de werkloosheidsuitkering ten laste. |
| Deze aanvullende vergoeding wordt berekend op het ogenblik dat het | Deze aanvullende vergoeding wordt berekend op het ogenblik dat het |
| stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag een aanvang neemt en | stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag een aanvang neemt en |
| blijft ongewijzigd, onder voorbehoud dat zij gekoppeld is aan de | blijft ongewijzigd, onder voorbehoud dat zij gekoppeld is aan de |
| evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen, volgens de | evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen, volgens de |
| modaliteiten van toepassing op de werkloosheidsuitkeringen | modaliteiten van toepassing op de werkloosheidsuitkeringen |
| overeenkomstig de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971. | overeenkomstig de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971. |
| Bovendien wordt het bedrag van deze aanvullende vergoeding elk jaar op | Bovendien wordt het bedrag van deze aanvullende vergoeding elk jaar op |
| 1 januari herzien door de Nationale Arbeidsraad, in functie van de | 1 januari herzien door de Nationale Arbeidsraad, in functie van de |
| conventionele evolutie van de lonen. | conventionele evolutie van de lonen. |
| § 2. De aanvullende werkloosheidsvergoedingen voorzien in artikel 9 | § 2. De aanvullende werkloosheidsvergoedingen voorzien in artikel 9 |
| van de statuten wordt in aanmerking genomen voor de berekening van de | van de statuten wordt in aanmerking genomen voor de berekening van de |
| aanvullende uitkering voorzien in artikel 15, § 1. | aanvullende uitkering voorzien in artikel 15, § 1. |
| § 3. De betrokken arbeiders moeten bewijzen dat zij ten minste 5 jaar | § 3. De betrokken arbeiders moeten bewijzen dat zij ten minste 5 jaar |
| hebben gewerkt als arbeiders in één of meerdere ondernemingen | hebben gewerkt als arbeiders in één of meerdere ondernemingen |
| ressorterend onder het Paritair Comité voor het garagebedrijf. | ressorterend onder het Paritair Comité voor het garagebedrijf. |
| Indien een arbeider een anciënniteit heeft opgebouwd in eenzelfde | Indien een arbeider een anciënniteit heeft opgebouwd in eenzelfde |
| onderneming, die een bepaalde periode niet tot het Paritaire Comité | onderneming, die een bepaalde periode niet tot het Paritaire Comité |
| van het garagebedrijf behoorde of die opgedeeld is in verschillende | van het garagebedrijf behoorde of die opgedeeld is in verschillende |
| technische entiteiten behorende tot verschillende paritaire comités, | technische entiteiten behorende tot verschillende paritaire comités, |
| dan wordt deze anciënniteit als één geheel beschouwd. | dan wordt deze anciënniteit als één geheel beschouwd. |
| § 4. Onder de voorwaarden bepaald in de collectieve | § 4. Onder de voorwaarden bepaald in de collectieve |
| arbeidsovereenkomst nr. 17 en volgens de daarin bepaalde modaliteiten | arbeidsovereenkomst nr. 17 en volgens de daarin bepaalde modaliteiten |
| behouden de arbeiders die zijn ontslagen met het oog op stelsel van | behouden de arbeiders die zijn ontslagen met het oog op stelsel van |
| werkloosheid met bedrijfstoeslag in het kader van deze collectieve | werkloosheid met bedrijfstoeslag in het kader van deze collectieve |
| arbeidsovereenkomsten of in het kader van een op ondernemingsniveau | arbeidsovereenkomsten of in het kader van een op ondernemingsniveau |
| gesloten collectieve arbeidsovereenkomst inzake stelsel van | gesloten collectieve arbeidsovereenkomst inzake stelsel van |
| werkloosheid met bedrijfstoeslag het recht op de aanvullende | werkloosheid met bedrijfstoeslag het recht op de aanvullende |
| vergoeding : | vergoeding : |
| - wanneer ze het werk hervatten als loontrekkende bij een andere | - wanneer ze het werk hervatten als loontrekkende bij een andere |
| werkgever dan de werkgever die hen heeft ontslagen en die niet behoort | werkgever dan de werkgever die hen heeft ontslagen en die niet behoort |
| tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen heeft | tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen heeft |
| ontslagen; | ontslagen; |
| - ingeval een zelfstandige activiteit in hoofdberoep wordt uitgeoefend | - ingeval een zelfstandige activiteit in hoofdberoep wordt uitgeoefend |
| op voorwaarde dat die activiteit niet wordt uitgeoefend voor rekening | op voorwaarde dat die activiteit niet wordt uitgeoefend voor rekening |
| van de werkgever die hen heeft ontslagen of voor rekening van een | van de werkgever die hen heeft ontslagen of voor rekening van een |
| werkgever die behoort tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de | werkgever die behoort tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de |
| werkgever die hen heeft ontslagen. | werkgever die hen heeft ontslagen. |
| § 5. De ondernemingen die bij ondernemingsovereenkomst op eigen vlak | § 5. De ondernemingen die bij ondernemingsovereenkomst op eigen vlak |
| de leeftijd voor het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag | de leeftijd voor het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag |
| bepalen op een lagere leeftijd kunnen ten laatste op het ogenblik | bepalen op een lagere leeftijd kunnen ten laatste op het ogenblik |
| waarop de bedoelde overeenkomst tot stand komt, een aanvraag indienen | waarop de bedoelde overeenkomst tot stand komt, een aanvraag indienen |
| bij het bureau van het fonds, omtrent de overname door het fonds van | bij het bureau van het fonds, omtrent de overname door het fonds van |
| de betaalplicht van deze aanvullende vergoeding met ingang van de | de betaalplicht van deze aanvullende vergoeding met ingang van de |
| leeftijd van 60 jaar. | leeftijd van 60 jaar. |
| De werkgever dient een kopie van de ondernemingsovereenkomst over te | De werkgever dient een kopie van de ondernemingsovereenkomst over te |
| maken aan het sociaal fonds en dient de bijdrage, zoals voorzien in | maken aan het sociaal fonds en dient de bijdrage, zoals voorzien in |
| artikel 35, te vereffenen. | artikel 35, te vereffenen. |
| Deze aanvragen worden beantwoord uiterlijk binnen de zestig werkdagen | Deze aanvragen worden beantwoord uiterlijk binnen de zestig werkdagen |
| na de ontvangst van de voormelde aanvraag. | na de ontvangst van de voormelde aanvraag. |
| § 6. Indien een arbeider in het kader van een stelsel van werkloosheid | § 6. Indien een arbeider in het kader van een stelsel van werkloosheid |
| met bedrijfstoeslag, zijn rechten hieromtrent bij de Rijksdienst voor | met bedrijfstoeslag, zijn rechten hieromtrent bij de Rijksdienst voor |
| Arbeidsvoorziening heeft vastgeklikt, wordt ook de uitbetaling van de | Arbeidsvoorziening heeft vastgeklikt, wordt ook de uitbetaling van de |
| aanvullende vergoeding in dit kader bij het sociaal fonds vastgeklikt. | aanvullende vergoeding in dit kader bij het sociaal fonds vastgeklikt. |
| 2.8. Aanvullende vergoeding bij vermindering van de arbeidsprestaties | 2.8. Aanvullende vergoeding bij vermindering van de arbeidsprestaties |
| tot een halftijdse betrekking | tot een halftijdse betrekking |
Art. 16.Het fonds betaalt een aanvullende vergoeding van 68,25 EUR |
Art. 16.Het fonds betaalt een aanvullende vergoeding van 68,25 EUR |
| per maand gedurende 60 maanden aan arbeiders van 53 jaar en meer die | per maand gedurende 60 maanden aan arbeiders van 53 jaar en meer die |
| hun arbeidsprestaties verminderen tot een halftijdse betrekking | hun arbeidsprestaties verminderen tot een halftijdse betrekking |
| conform de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 77bis van 19 december | conform de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 77bis van 19 december |
| 2001 en nr. 103 van 27 juni 2012 en de hieraan aangebrachte | 2001 en nr. 103 van 27 juni 2012 en de hieraan aangebrachte |
| wijzigingen in dit kader van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening | wijzigingen in dit kader van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening |
| een uitkering ontvangen. | een uitkering ontvangen. |
| 2.9. Syndicale premie | 2.9. Syndicale premie |
Art. 17.§ 1. De bij artikel 5 bedoelde arbeiders, die sedert ten |
Art. 17.§ 1. De bij artikel 5 bedoelde arbeiders, die sedert ten |
| minste één jaar lid zijn van één van de representatieve | minste één jaar lid zijn van één van de representatieve |
| interprofessionele werknemersorganisaties welke op nationaal niveau | interprofessionele werknemersorganisaties welke op nationaal niveau |
| verbonden zijn, hebben recht, ten laste van het fonds, op een | verbonden zijn, hebben recht, ten laste van het fonds, op een |
| syndicale premie, voor zover zij op 1 oktober van het lopende jaar | syndicale premie, voor zover zij op 1 oktober van het lopende jaar |
| ingeschreven zijn in het personeelsregister van de bij hetzelfde | ingeschreven zijn in het personeelsregister van de bij hetzelfde |
| artikel 5 bedoelde ondernemingen. | artikel 5 bedoelde ondernemingen. |
| § 2. Het bedrag van de bij artikel 17, § 1 bedoelde syndicale premie | § 2. Het bedrag van de bij artikel 17, § 1 bedoelde syndicale premie |
| wordt vastgelegd, op voorstel van de raad van bestuur van het fonds, | wordt vastgelegd, op voorstel van de raad van bestuur van het fonds, |
| in een algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst. | in een algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst. |
| 2.10. Betalingsmodaliteiten van de bovengenoemde aanvullende | 2.10. Betalingsmodaliteiten van de bovengenoemde aanvullende |
| vergoedingen | vergoedingen |
Art. 18.§ 1. De in artikelen 7 en 8 (aanvullende |
Art. 18.§ 1. De in artikelen 7 en 8 (aanvullende |
| werkloosheidsvergoeding in geval van tijdelijke werkloosheid), 9 | werkloosheidsvergoeding in geval van tijdelijke werkloosheid), 9 |
| (aanvullende werkloosheidsvergoeding in geval van volledige | (aanvullende werkloosheidsvergoeding in geval van volledige |
| werkloosheid), 10 (aanvullende ziektevergoeding), 11 (aanvullende | werkloosheid), 10 (aanvullende ziektevergoeding), 11 (aanvullende |
| vergoeding voor oudere werklozen), 12 (aanvullende vergoeding voor | vergoeding voor oudere werklozen), 12 (aanvullende vergoeding voor |
| oudere zieken), 14 (vergoeding voor sluiting van onderneming), 15 | oudere zieken), 14 (vergoeding voor sluiting van onderneming), 15 |
| (aanvullende vergoeding bij stelsel van werkloosheid met | (aanvullende vergoeding bij stelsel van werkloosheid met |
| bedrijfstoeslag) en 16 (aanvullende vergoeding bij vermindering van de | bedrijfstoeslag) en 16 (aanvullende vergoeding bij vermindering van de |
| arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking) bedoelde vergoedingen | arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking) bedoelde vergoedingen |
| worden rechtstreeks door het fonds aan de betrokken arbeiders | worden rechtstreeks door het fonds aan de betrokken arbeiders |
| uitbetaald, voor zover zij het bewijs leveren van hun recht op de | uitbetaald, voor zover zij het bewijs leveren van hun recht op de |
| vergoedingen voorzien door voormelde artikelen en volgens de | vergoedingen voorzien door voormelde artikelen en volgens de |
| modaliteiten bepaald door de raad van bestuur. | modaliteiten bepaald door de raad van bestuur. |
| § 2. De in artikel 17 bedoelde vergoeding wordt uitbetaald door de | § 2. De in artikel 17 bedoelde vergoeding wordt uitbetaald door de |
| interprofessionele werknemersorganisaties die op nationaal vlak | interprofessionele werknemersorganisaties die op nationaal vlak |
| verbonden zijn. | verbonden zijn. |
Art. 19.De raad van bestuur bepaalt de datum en de modaliteiten van |
Art. 19.De raad van bestuur bepaalt de datum en de modaliteiten van |
| de betaling van de door het fonds toegekende vergoedingen. In geen | de betaling van de door het fonds toegekende vergoedingen. In geen |
| geval mag de betaling van de vergoeding afhankelijk zijn van de | geval mag de betaling van de vergoeding afhankelijk zijn van de |
| storting der bijdragen welke door de aan het fonds onderworpen | storting der bijdragen welke door de aan het fonds onderworpen |
| werkgevers verschuldigd zijn. | werkgevers verschuldigd zijn. |
| 3. Bevorderen van de vakbondsvorming | 3. Bevorderen van de vakbondsvorming |
Art. 20.Op verzoek van de werkgevers die het voorschot hebben gedaan, |
Art. 20.Op verzoek van de werkgevers die het voorschot hebben gedaan, |
| betaalt het fonds de uitbetaalde lonen terug (vermeerderd met de | betaalt het fonds de uitbetaalde lonen terug (vermeerderd met de |
| patronale bijdragen) van de arbeiders die afwezig waren in toepassing | patronale bijdragen) van de arbeiders die afwezig waren in toepassing |
| van de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 2011, gesloten in | van de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 2011, gesloten in |
| het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de | het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de |
| vakbondsvorming. | vakbondsvorming. |
Art. 21.Het bedrag dat bestemd is voor de organisatie van deze |
Art. 21.Het bedrag dat bestemd is voor de organisatie van deze |
| vakbondsvorming wordt jaarlijks vastgesteld door de raad van bestuur | vakbondsvorming wordt jaarlijks vastgesteld door de raad van bestuur |
| van het fonds. | van het fonds. |
| 4. Vorming en informatie van de werkgevers stimuleren | 4. Vorming en informatie van de werkgevers stimuleren |
Art. 22.Het fonds kent aan de organisaties van de werkgevers, |
Art. 22.Het fonds kent aan de organisaties van de werkgevers, |
| vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, een | vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, een |
| tussenkomst toe in de kosten voor informatie en vorming van de | tussenkomst toe in de kosten voor informatie en vorming van de |
| werkgevers. Zij wordt geïnd volgens de modaliteiten vastgesteld door | werkgevers. Zij wordt geïnd volgens de modaliteiten vastgesteld door |
| de raad van bestuur. | de raad van bestuur. |
| 5. Financiering van de werking en de initiatieven van de vzw "Educam" | 5. Financiering van de werking en de initiatieven van de vzw "Educam" |
Art. 23.§ 1. In uitvoering van artikel 2 en artikel 7 van de |
Art. 23.§ 1. In uitvoering van artikel 2 en artikel 7 van de |
| collectieve arbeidsovereenkomst inzake vorming en opleiding van 9 | collectieve arbeidsovereenkomst inzake vorming en opleiding van 9 |
| oktober 2015 financiert het fonds een deel van de werking en sommige | oktober 2015 financiert het fonds een deel van de werking en sommige |
| van de initiatieven van de vzw Educam. Deze financiering zit vervat in | van de initiatieven van de vzw Educam. Deze financiering zit vervat in |
| de basisbijdrage, zoals omschreven in onderhavig artikel 33, § 1 en § | de basisbijdrage, zoals omschreven in onderhavig artikel 33, § 1 en § |
| 2, en bedraagt 0,55 procentpunt voor wat betreft de permanente vorming | 2, en bedraagt 0,55 procentpunt voor wat betreft de permanente vorming |
| enerzijds en 0,15 procentpunt voor wat betreft de risicogroepen | enerzijds en 0,15 procentpunt voor wat betreft de risicogroepen |
| anderzijds. | anderzijds. |
| § 2. De vzw Educam organiseert voor de sector van het garagebedrijf de | § 2. De vzw Educam organiseert voor de sector van het garagebedrijf de |
| beroepsopleiding en vorming voor de arbeiders zoals omschreven in de | beroepsopleiding en vorming voor de arbeiders zoals omschreven in de |
| statuten van de vzw Educam. | statuten van de vzw Educam. |
| 6. Ten laste nemen van bijzondere bijdragen | 6. Ten laste nemen van bijzondere bijdragen |
Art. 24.§ 1. Wanneer het sociaal fonds de enige debiteur van de |
Art. 24.§ 1. Wanneer het sociaal fonds de enige debiteur van de |
| aanvullende vergoeding is, is hij de bijzondere werkgeversbijdrage | aanvullende vergoeding is, is hij de bijzondere werkgeversbijdrage |
| bedoeld in artikel 117 van de bovenvermelde wet van 27 december 2006, | bedoeld in artikel 117 van de bovenvermelde wet van 27 december 2006, |
| de bijzondere compenserende werkgeversbijdrage zoals bedoeld in | de bijzondere compenserende werkgeversbijdrage zoals bedoeld in |
| artikel 121, alsook de inhouding betreffende het stelsel van | artikel 121, alsook de inhouding betreffende het stelsel van |
| werkloosheid met bedrijfstoeslag zoals voorzien in het artikel 126, § | werkloosheid met bedrijfstoeslag zoals voorzien in het artikel 126, § |
| 1 van de wet verschuldigd. | 1 van de wet verschuldigd. |
| Wanneer het sociaal fonds en één of meerdere andere debiteurs elk een | Wanneer het sociaal fonds en één of meerdere andere debiteurs elk een |
| aanvullende vergoeding of een deel van de aanvullende vergoeding | aanvullende vergoeding of een deel van de aanvullende vergoeding |
| betalen, is elke debiteur de bijzondere werkgeversbijdrage en de | betalen, is elke debiteur de bijzondere werkgeversbijdrage en de |
| bijzondere compenserende werkgeversbijdrage verschuldigd op de | bijzondere compenserende werkgeversbijdrage verschuldigd op de |
| vergoeding of op het deel van de aanvullende vergoeding die hij | vergoeding of op het deel van de aanvullende vergoeding die hij |
| betaalt. | betaalt. |
| De inhouding betreffende het stelsel van werkloosheid met | De inhouding betreffende het stelsel van werkloosheid met |
| bedrijfstoeslag moet door de debiteur van de hoogste aanvullende | bedrijfstoeslag moet door de debiteur van de hoogste aanvullende |
| vergoeding integraal betaald worden. | vergoeding integraal betaald worden. |
| § 2. De bedoelde bijzondere bijdragen worden ten laste genomen voor de | § 2. De bedoelde bijzondere bijdragen worden ten laste genomen voor de |
| arbeiders die een aanvullende vergoeding betaald krijgen in toepassing | arbeiders die een aanvullende vergoeding betaald krijgen in toepassing |
| van artikel 15 van deze overeenkomst, en voor zover het stelsel van | van artikel 15 van deze overeenkomst, en voor zover het stelsel van |
| werkloosheid met bedrijfstoeslag een aanvang heeft genomen tussen 1 | werkloosheid met bedrijfstoeslag een aanvang heeft genomen tussen 1 |
| januari 1991 en 31 december 2018. | januari 1991 en 31 december 2018. |
| De bijzondere bijdragen worden ten laste genomen onder bovenvermelde | De bijzondere bijdragen worden ten laste genomen onder bovenvermelde |
| voorwaarden en tot de oppensioenstelling van de arbeiders. | voorwaarden en tot de oppensioenstelling van de arbeiders. |
Art. 25.De raad van bestuur van het fonds bepaalt de |
Art. 25.De raad van bestuur van het fonds bepaalt de |
| uitvoeringsmodaliteiten van artikel 24 van onderhavige statuten. | uitvoeringsmodaliteiten van artikel 24 van onderhavige statuten. |
Art. 26.De voorwaarden van toekenning van de vergoedingen welke door |
Art. 26.De voorwaarden van toekenning van de vergoedingen welke door |
| het fonds worden verleend, evenals het bedrag kunnen gewijzigd worden | het fonds worden verleend, evenals het bedrag kunnen gewijzigd worden |
| op voorstel van de raad van bestuur bij beslissing van het Paritair | op voorstel van de raad van bestuur bij beslissing van het Paritair |
| Comité voor het garagebedrijf, algemeen verbindend verklaard bij | Comité voor het garagebedrijf, algemeen verbindend verklaard bij |
| koninklijk besluit. | koninklijk besluit. |
| HOOFDSTUK IV. - Beheer van het fonds | HOOFDSTUK IV. - Beheer van het fonds |
Art. 27.Het fonds wordt beheerd door een raad van bestuur, paritair |
Art. 27.Het fonds wordt beheerd door een raad van bestuur, paritair |
| samengesteld uit vertegenwoordigers van de representatieve werkgevers- | samengesteld uit vertegenwoordigers van de representatieve werkgevers- |
| en werknemersorganisaties. | en werknemersorganisaties. |
| De raad van bestuur bestaat uit zestien leden, hetzij acht | De raad van bestuur bestaat uit zestien leden, hetzij acht |
| vertegenwoordigers van de werkgevers en acht vertegenwoordigers van de | vertegenwoordigers van de werkgevers en acht vertegenwoordigers van de |
| werknemers. | werknemers. |
| De leden van de raad van bestuur worden door het Paritair Comité voor | De leden van de raad van bestuur worden door het Paritair Comité voor |
| het garagebedrijf benoemd. | het garagebedrijf benoemd. |
Art. 28.Het voorzitterschap wordt door de werkgeversafgevaardigden |
Art. 28.Het voorzitterschap wordt door de werkgeversafgevaardigden |
| waargenomen. De 1ste en 3de ondervoorzitter behoren tot de | waargenomen. De 1ste en 3de ondervoorzitter behoren tot de |
| werknemersgroep en worden jaarlijks aangeduid door de raad van | werknemersgroep en worden jaarlijks aangeduid door de raad van |
| bestuur. De 2de ondervoorzitter behoort tot de werkgeversgroep en | bestuur. De 2de ondervoorzitter behoort tot de werkgeversgroep en |
| wordt jaarlijks door de raad van bestuur aangeduid. | wordt jaarlijks door de raad van bestuur aangeduid. |
Art. 29.§ 1. De raad van bestuur wordt door zijn voorzitter |
Art. 29.§ 1. De raad van bestuur wordt door zijn voorzitter |
| bijeengeroepen. De voorzitter is ertoe gehouden de raad tenminste | bijeengeroepen. De voorzitter is ertoe gehouden de raad tenminste |
| éénmaal per semester bijeen te roepen en telkens wanneer ten minste | éénmaal per semester bijeen te roepen en telkens wanneer ten minste |
| twee leden van de raad erom verzoeken. | twee leden van de raad erom verzoeken. |
| § 2. De uitnodiging vermeldt de agenda. | § 2. De uitnodiging vermeldt de agenda. |
| § 3. De notulen worden door de door de raad van bestuur aangeduide | § 3. De notulen worden door de door de raad van bestuur aangeduide |
| directeur opgesteld. | directeur opgesteld. |
| De uittreksels uit deze notulen worden door de voorzitter of twee | De uittreksels uit deze notulen worden door de voorzitter of twee |
| bestuurders ondertekend. | bestuurders ondertekend. |
| § 4. Wanneer tot de stemming moet worden overgegaan, dient een gelijk | § 4. Wanneer tot de stemming moet worden overgegaan, dient een gelijk |
| aantal leden van elke afvaardiging aan de stemming deel te nemen. Is | aantal leden van elke afvaardiging aan de stemming deel te nemen. Is |
| het aantal ongelijk, dan onthoudt (onthouden) zich het jongste lid (de | het aantal ongelijk, dan onthoudt (onthouden) zich het jongste lid (de |
| jongste leden). | jongste leden). |
| § 5. De raad kan slechts geldig beslissen over de op de agenda | § 5. De raad kan slechts geldig beslissen over de op de agenda |
| gestelde kwesties en in aanwezigheid van tenminste de helft van de | gestelde kwesties en in aanwezigheid van tenminste de helft van de |
| leden die tot de werknemersafvaardiging en tenminste de helft van de | leden die tot de werknemersafvaardiging en tenminste de helft van de |
| leden die tot de werkgeversafvaardiging behoren. De beslissingen | leden die tot de werkgeversafvaardiging behoren. De beslissingen |
| worden met een meerderheid van twee derden van de stemgerechtigden | worden met een meerderheid van twee derden van de stemgerechtigden |
| genomen. | genomen. |
Art. 30.§ 1. De raad van bestuur heeft tot taak het fonds te beheren |
Art. 30.§ 1. De raad van bestuur heeft tot taak het fonds te beheren |
| en alle maatregelen te treffen die voor zijn goede werking zijn | en alle maatregelen te treffen die voor zijn goede werking zijn |
| vereist. Hij beschikt over de meest uitgebreide bevoegdheid inzake het | vereist. Hij beschikt over de meest uitgebreide bevoegdheid inzake het |
| beheer en de leiding van het fonds. | beheer en de leiding van het fonds. |
| § 2. De raad van bestuur keurt de rekeningen en de begroting goed en | § 2. De raad van bestuur keurt de rekeningen en de begroting goed en |
| treedt in rechte op in naam van het fonds, op vervolging en ten | treedt in rechte op in naam van het fonds, op vervolging en ten |
| verzoeke van de voorzitter of van een tot dat doel afgevaardigde | verzoeke van de voorzitter of van een tot dat doel afgevaardigde |
| bestuurder. | bestuurder. |
| § 3. De raad van bestuur kan bijzondere bevoegdheden overdragen aan | § 3. De raad van bestuur kan bijzondere bevoegdheden overdragen aan |
| één of meer van zijn leden of zelfs aan derden. | één of meer van zijn leden of zelfs aan derden. |
| Voor al de andere handelingen dan deze waarvoor de raad speciale | Voor al de andere handelingen dan deze waarvoor de raad speciale |
| volmachten heeft verleend, volstaan de gezamenlijke handtekeningen van | volmachten heeft verleend, volstaan de gezamenlijke handtekeningen van |
| twee bestuurders (één van werknemerszijde en één van werkgeverszijde). | twee bestuurders (één van werknemerszijde en één van werkgeverszijde). |
| § 4. De verantwoordelijkheid van de bestuurders beperkt zich tot de | § 4. De verantwoordelijkheid van de bestuurders beperkt zich tot de |
| uitvoering van hun mandaat en zij gaan geen enkele persoonlijke | uitvoering van hun mandaat en zij gaan geen enkele persoonlijke |
| verbintenis aan betreffende hun beheer ten opzichte van de | verbintenis aan betreffende hun beheer ten opzichte van de |
| verplichtingen van het fonds. | verplichtingen van het fonds. |
| § 5. Een lid dat voor de vergadering van de raad van bestuur belet is, | § 5. Een lid dat voor de vergadering van de raad van bestuur belet is, |
| kan schriftelijk of per telefax volmacht verlenen aan één van zijn | kan schriftelijk of per telefax volmacht verlenen aan één van zijn |
| collega's behorende tot dezelfde groep (werknemers- of | collega's behorende tot dezelfde groep (werknemers- of |
| werkgeversgroep) om hem te vervangen. Nochtans mag geen enkel lid meer | werkgeversgroep) om hem te vervangen. Nochtans mag geen enkel lid meer |
| dan één andere bestuurder vertegenwoordigen. | dan één andere bestuurder vertegenwoordigen. |
Art. 31.§ 1. De raad van bestuur richt in zijn schoot een bureau op |
Art. 31.§ 1. De raad van bestuur richt in zijn schoot een bureau op |
| dat is paritair samengesteld uit de voorzitter en 7 bestuurders. | dat is paritair samengesteld uit de voorzitter en 7 bestuurders. |
| § 2. Het bureau staat in voor de politieke beslissingen van het fonds | § 2. Het bureau staat in voor de politieke beslissingen van het fonds |
| en werkt volgens de beslissingen of richtlijnen van de raad van | en werkt volgens de beslissingen of richtlijnen van de raad van |
| bestuur. Het bureau kan zich eveneens laten bijstaan door derden of | bestuur. Het bureau kan zich eveneens laten bijstaan door derden of |
| deskundigen. | deskundigen. |
| § 3. Het bureau wordt door de voorzitter bijeengeroepen. De voorzitter | § 3. Het bureau wordt door de voorzitter bijeengeroepen. De voorzitter |
| is ertoe gehouden het bureau tenminste éénmaal per semester bijeen te | is ertoe gehouden het bureau tenminste éénmaal per semester bijeen te |
| roepen en telkens wanneer ten minste twee leden van het bureau erom | roepen en telkens wanneer ten minste twee leden van het bureau erom |
| verzoeken. | verzoeken. |
| § 4. De uitnodiging vermeldt de agenda. | § 4. De uitnodiging vermeldt de agenda. |
| § 5. De notulen worden door de door het bureau aangeduide directeur | § 5. De notulen worden door de door het bureau aangeduide directeur |
| opgesteld. De uittreksels uit deze notulen worden door de voorzitter | opgesteld. De uittreksels uit deze notulen worden door de voorzitter |
| of door twee bestuurders ondertekend. | of door twee bestuurders ondertekend. |
| § 6. De beslissing van het bureau is slechts geldig over de kwesties | § 6. De beslissing van het bureau is slechts geldig over de kwesties |
| die op de agenda vermeld staan en bij aanwezigheid van minimum de | die op de agenda vermeld staan en bij aanwezigheid van minimum de |
| helft van de leden van de werknemersafvaardiging en de helft van de | helft van de leden van de werknemersafvaardiging en de helft van de |
| leden van de werkgeversafvaardiging. | leden van de werkgeversafvaardiging. |
| § 7. De beslissingen worden bij unanimiteit genomen. | § 7. De beslissingen worden bij unanimiteit genomen. |
| § 8. Het bureau rapporteert aan de raad van bestuur over zijn | § 8. Het bureau rapporteert aan de raad van bestuur over zijn |
| activiteiten en beslissingen. | activiteiten en beslissingen. |
| HOOFDSTUK V. - Financiering van het fonds | HOOFDSTUK V. - Financiering van het fonds |
Art. 32.Om de financiering van de in artikel 8 tot artikel 24 |
Art. 32.Om de financiering van de in artikel 8 tot artikel 24 |
| bedoelde vergoedingen en financiële tussenkomsten te verzekeren, | bedoelde vergoedingen en financiële tussenkomsten te verzekeren, |
| beschikt het fonds over de bijdragen welke door de bij artikel 5 | beschikt het fonds over de bijdragen welke door de bij artikel 5 |
| bedoelde werkgevers verschuldigd zijn. | bedoelde werkgevers verschuldigd zijn. |
Art. 33.§ 1. Sinds 1 januari 2015 wordt de bijdrage van de werkgevers |
Art. 33.§ 1. Sinds 1 januari 2015 wordt de bijdrage van de werkgevers |
| bepaald op 3,95 pct. van de brutolonen van de arbeiders, waarvan 1,7 | bepaald op 3,95 pct. van de brutolonen van de arbeiders, waarvan 1,7 |
| pct. is voorzien voor de financiering van het sociaal sectoraal | pct. is voorzien voor de financiering van het sociaal sectoraal |
| pensioenstelsel. | pensioenstelsel. |
| § 2. Vanaf 1 januari 2016 wordt er gebruik gemaakt van de | § 2. Vanaf 1 januari 2016 wordt er gebruik gemaakt van de |
| gedifferentieerde RSZ inningstechniek waardoor de pensioenbijdrage | gedifferentieerde RSZ inningstechniek waardoor de pensioenbijdrage |
| voor het sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel wordt | voor het sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel wordt |
| afgescheiden van de basisbijdrage bestemd voor het fonds voor | afgescheiden van de basisbijdrage bestemd voor het fonds voor |
| bestaanszekerheid : | bestaanszekerheid : |
| - De basisbijdrage wordt vastgesteld door een afzonderlijke | - De basisbijdrage wordt vastgesteld door een afzonderlijke |
| collectieve arbeidsovereenkomst die algemeen verbindend zal verklaard | collectieve arbeidsovereenkomst die algemeen verbindend zal verklaard |
| worden door een koninklijk besluit; | worden door een koninklijk besluit; |
| - De pensioenbijdrage wordt vastgesteld door een afzonderlijke | - De pensioenbijdrage wordt vastgesteld door een afzonderlijke |
| collectieve arbeidsovereenkomst die algemeen verbindend zal verklaard | collectieve arbeidsovereenkomst die algemeen verbindend zal verklaard |
| worden door een koninklijk besluit. | worden door een koninklijk besluit. |
| § 3. Een buitengewone bijdrage kan door de raad van bestuur van het | § 3. Een buitengewone bijdrage kan door de raad van bestuur van het |
| fonds worden bepaald met bepaling van de innings- en | fonds worden bepaald met bepaling van de innings- en |
| verdelingsmodaliteiten. Deze buitengewone bijdrage moet het voorwerp | verdelingsmodaliteiten. Deze buitengewone bijdrage moet het voorwerp |
| uitmaken van een afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomst | uitmaken van een afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomst |
| bekrachtigd bij koninklijk besluit. | bekrachtigd bij koninklijk besluit. |
Art. 34.§ 1. De inning en invordering van de bijdragen worden door de |
Art. 34.§ 1. De inning en invordering van de bijdragen worden door de |
| Rijksdienst voor Sociale Zekerheid verzekerd bij toepassing van | Rijksdienst voor Sociale Zekerheid verzekerd bij toepassing van |
| artikel 7 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor | artikel 7 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor |
| bestaanszekerheid. | bestaanszekerheid. |
| § 2. De raad van bestuur van het fonds bepaalt de verdeling van de | § 2. De raad van bestuur van het fonds bepaalt de verdeling van de |
| bijdragen voorzien in de artikelen 7 tot en met 24. | bijdragen voorzien in de artikelen 7 tot en met 24. |
Art. 35.§ 1. Een basisbijdrage zoals voorzien in de aparte |
Art. 35.§ 1. Een basisbijdrage zoals voorzien in de aparte |
| collectieve arbeidsovereenkomst inzake basisbijdrage aan het fonds, en | collectieve arbeidsovereenkomst inzake basisbijdrage aan het fonds, en |
| gebaseerd op de laatste bruto bezoldiging aan 108 pct. verdiend door | gebaseerd op de laatste bruto bezoldiging aan 108 pct. verdiend door |
| de arbeiders bedoeld bij artikel 15, § 5, wordt rechtstreeks aan het | de arbeiders bedoeld bij artikel 15, § 5, wordt rechtstreeks aan het |
| fonds betaald door de werkgever. Zij wordt berekend vanaf de aanvang | fonds betaald door de werkgever. Zij wordt berekend vanaf de aanvang |
| van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag in de onderneming | van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag in de onderneming |
| tot de sectorale leeftijd van het stelsel van werkloosheid met | tot de sectorale leeftijd van het stelsel van werkloosheid met |
| bedrijfstoeslag. | bedrijfstoeslag. |
| § 2. De bijdrage bedoeld onder § 1 wordt betaald door de werkgever | § 2. De bijdrage bedoeld onder § 1 wordt betaald door de werkgever |
| vóór de datum van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag van | vóór de datum van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag van |
| de arbeiders. Zij wordt forfaitair berekend en betaald volgens de | de arbeiders. Zij wordt forfaitair berekend en betaald volgens de |
| modaliteiten bepaald door de raad van bestuur van het fonds. | modaliteiten bepaald door de raad van bestuur van het fonds. |
| HOOFDSTUK VI. - Begroting en rekeningen van het fonds | HOOFDSTUK VI. - Begroting en rekeningen van het fonds |
Art. 36.Het dienstjaar vangt aan op 1 januari en sluit op 31 |
Art. 36.Het dienstjaar vangt aan op 1 januari en sluit op 31 |
| december. | december. |
Art. 37.De rekeningen over het afgelopen jaar worden op 31 december |
Art. 37.De rekeningen over het afgelopen jaar worden op 31 december |
| afgesloten. | afgesloten. |
| De raad van bestuur, evenals de door het Paritair Comité voor het | De raad van bestuur, evenals de door het Paritair Comité voor het |
| garagebedrijf aangeduide revisor of accountant, maken jaarlijks elk | garagebedrijf aangeduide revisor of accountant, maken jaarlijks elk |
| een schriftelijk verslag op betreffende de uitvoering van hun opdracht | een schriftelijk verslag op betreffende de uitvoering van hun opdracht |
| gedurende het afgelopen jaar. De balans, samen met de hierboven | gedurende het afgelopen jaar. De balans, samen met de hierboven |
| bedoelde schriftelijke jaarverslagen, moeten uiterlijk gedurende de | bedoelde schriftelijke jaarverslagen, moeten uiterlijk gedurende de |
| maand juli aan het Paritair Comité voor het garagebedrijf ter | maand juli aan het Paritair Comité voor het garagebedrijf ter |
| goedkeuring worden voorgelegd. | goedkeuring worden voorgelegd. |
| HOOFDSTUK VII. - Ontbinding en vereffening van het fonds | HOOFDSTUK VII. - Ontbinding en vereffening van het fonds |
Art. 38.Het fonds kan slechts bij éénparige beslissing van het |
Art. 38.Het fonds kan slechts bij éénparige beslissing van het |
| Paritair Comité voor het garagebedrijf worden ontbonden. Dit laatste | Paritair Comité voor het garagebedrijf worden ontbonden. Dit laatste |
| dient tegelijkertijd de vereffenaars te benoemen, hun bevoegdheden en | dient tegelijkertijd de vereffenaars te benoemen, hun bevoegdheden en |
| hun bezoldiging vast te stellen en de bestemming van de netto-activa | hun bezoldiging vast te stellen en de bestemming van de netto-activa |
| te bepalen. | te bepalen. |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 28 | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 28 |
| september 2016. | september 2016. |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| K. PEETERS | K. PEETERS |