| Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2000, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, tot vaststelling van de werkgeversbijdrage aan het « Waarborg- en Sociaal Fonds voor het tuinbouwbedrijf » | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2000, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, tot vaststelling van de werkgeversbijdrage aan het « Waarborg- en Sociaal Fonds voor het tuinbouwbedrijf » |
|---|---|
| MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID | MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID |
| 28 NOVEMBER 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend | 28 NOVEMBER 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend |
| wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2000, | wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2000, |
| gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, tot | gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, tot |
| vaststelling van de werkgeversbijdrage aan het « Waarborg- en Sociaal | vaststelling van de werkgeversbijdrage aan het « Waarborg- en Sociaal |
| Fonds voor het tuinbouwbedrijf » (1) | Fonds voor het tuinbouwbedrijf » (1) |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor | Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor |
| bestaanszekerheid; | bestaanszekerheid; |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
| 28; | 28; |
| Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juni 1991, gesloten | Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juni 1991, gesloten |
| in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf tot oprichting van een | in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf tot oprichting van een |
| Fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten, | Fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten, |
| algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 3 oktober | algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 3 oktober |
| 1991; inzonderheid op artikel 14, gewijzigd bij collectieve | 1991; inzonderheid op artikel 14, gewijzigd bij collectieve |
| arbeidsovereenkomst van 18 april 1995, algemeen verbindend verklaard | arbeidsovereenkomst van 18 april 1995, algemeen verbindend verklaard |
| bij koninklijk besluit van 24 april 1996; | bij koninklijk besluit van 24 april 1996; |
| Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf; | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf; |
| Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, | Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
| overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2000, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2000, |
| gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, tot | gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, tot |
| vaststelling van de werkgeversbijdrage aan het « Waarborg- en Sociaal | vaststelling van de werkgeversbijdrage aan het « Waarborg- en Sociaal |
| Fonds voor het tuinbouwbedrijf ». | Fonds voor het tuinbouwbedrijf ». |
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
| van dit besluit. | van dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, op 28 november 2001. | Gegeven te Brussel, op 28 november 2001. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Werkgelegenheid, | De Minister van Werkgelegenheid, |
| Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. | Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. |
| Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
| Koninklijk besluit van 3 oktober 1991, Belgisch Staatsblad van 29 | Koninklijk besluit van 3 oktober 1991, Belgisch Staatsblad van 29 |
| oktober 1991. | oktober 1991. |
| Koninklijk besluit van 24 april 1996, Belgisch Staatsblad van 28 juni | Koninklijk besluit van 24 april 1996, Belgisch Staatsblad van 28 juni |
| 1996. | 1996. |
| Bijlage | Bijlage |
| Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf | Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf |
| Collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2000 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2000 |
| Vaststelling van de werkgeversbijdrage | Vaststelling van de werkgeversbijdrage |
| aan het « Waarborg- en Sociaal Fonds voor het tuinbouwbedrijf » | aan het « Waarborg- en Sociaal Fonds voor het tuinbouwbedrijf » |
| (Overeenkomst geregistreerd op 14 november 2000 | (Overeenkomst geregistreerd op 14 november 2000 |
| onder het nummer 55845/CO/145) | onder het nummer 55845/CO/145) |
| HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
| de werkgevers die ressorteren onder het toepassingsgebied van het | de werkgevers die ressorteren onder het toepassingsgebied van het |
| Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf en waarvan de hoofdactiviteit | Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf en waarvan de hoofdactiviteit |
| de bloemisterij betreft en op de door deze werkgever tewerkgestelde | de bloemisterij betreft en op de door deze werkgever tewerkgestelde |
| arbeiders en arbeidsters. | arbeiders en arbeidsters. |
| HOOFDSTUK II. - Werkgeversbijdragen | HOOFDSTUK II. - Werkgeversbijdragen |
Art. 2.In toepassing van artikel 14 van de collectieve |
Art. 2.In toepassing van artikel 14 van de collectieve |
| arbeidsovereenkomst van 7 juni 1991, gesloten in het Paritair Comité | arbeidsovereenkomst van 7 juni 1991, gesloten in het Paritair Comité |
| voor het tuinbouwbedrijf tot oprichting van een fonds voor | voor het tuinbouwbedrijf tot oprichting van een fonds voor |
| bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten, algemeen | bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten, algemeen |
| verbindend verklaard bij het koninklijk besluit van 3 oktober 1991, | verbindend verklaard bij het koninklijk besluit van 3 oktober 1991, |
| wordt de werkgeversbijdrage van het « Waarborg- en Sociaal Fonds voor | wordt de werkgeversbijdrage van het « Waarborg- en Sociaal Fonds voor |
| het tuinbouwbedrijf » voor de in artikel 1 bedoelde werkgevers als | het tuinbouwbedrijf » voor de in artikel 1 bedoelde werkgevers als |
| volgt vastgesteld : | volgt vastgesteld : |
| - voor wat de arbeiders en arbeidsters betreft die op reguliere basis | - voor wat de arbeiders en arbeidsters betreft die op reguliere basis |
| in dienst zijn genomen dit wil zeggen met uitzondering van het | in dienst zijn genomen dit wil zeggen met uitzondering van het |
| seizoens- en gelegenheidspersoneel zoals bedoeld in artikel 8bis van | seizoens- en gelegenheidspersoneel zoals bedoeld in artikel 8bis van |
| het koninklijk besluit van 28 november 1969 : | het koninklijk besluit van 28 november 1969 : |
| - vanaf 1 januari 2000 : 8 pct. van de loonmassa, met inbegrip van de | - vanaf 1 januari 2000 : 8 pct. van de loonmassa, met inbegrip van de |
| 0,15 pct. voor de risicogroepen. | 0,15 pct. voor de risicogroepen. |
| - voor wat de arbeiders en arbeidsters betreft die bedoeld worden in | - voor wat de arbeiders en arbeidsters betreft die bedoeld worden in |
| het artikel 8bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969 : | het artikel 8bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969 : |
| - vanaf 1 januari 2000 : 8 pct. van de loonmassa met inbegrip van de | - vanaf 1 januari 2000 : 8 pct. van de loonmassa met inbegrip van de |
| 0,15 pct. voor de risicogroepen. | 0,15 pct. voor de risicogroepen. |
Art. 3.In toepassing van artikel 15 van dezelfde collectieve |
Art. 3.In toepassing van artikel 15 van dezelfde collectieve |
| arbeidsovereenkomst, wordt de bij artikel 2 vastgestelde | arbeidsovereenkomst, wordt de bij artikel 2 vastgestelde |
| werkgeversbijdrage geïnd en ingevorderd door de Rijksdienst voor | werkgeversbijdrage geïnd en ingevorderd door de Rijksdienst voor |
| Sociale Zekerheid. | Sociale Zekerheid. |
| HOOFDSTUK III. - Geldigheid | HOOFDSTUK III. - Geldigheid |
Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
| juli 1999 en is gesloten voor een onbepaalde duur. | juli 1999 en is gesloten voor een onbepaalde duur. |
| Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999 tot | Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999 tot |
| aanpassing van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 november | aanpassing van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 november |
| 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf tot | 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf tot |
| vaststelling van de werkgeversbijdrage aan het « Waarborg- en Sociaal | vaststelling van de werkgeversbijdrage aan het « Waarborg- en Sociaal |
| Fonds voor het tuinbouwbedrijf » algemeen verbindend verklaard bij | Fonds voor het tuinbouwbedrijf » algemeen verbindend verklaard bij |
| koninklijk besluit van 28 september 1998. | koninklijk besluit van 28 september 1998. |
| Zij kan door elk van de ondertekenende partijen worden opgezegd met | Zij kan door elk van de ondertekenende partijen worden opgezegd met |
| een opzegging van tenminste drie maanden, betekend bij een ter post | een opzegging van tenminste drie maanden, betekend bij een ter post |
| aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité | aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité |
| voor het tuinbouwbedrijf. | voor het tuinbouwbedrijf. |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 28 november | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 28 november |
| 2001. | 2001. |
| De Minister van Werkgelegenheid, | De Minister van Werkgelegenheid, |
| Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |