Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 28/03/2014
← Terug naar "Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2013, gesloten in het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige arbeiders die op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst 56 jaar of ouder zijn en een beroepsverleden kunnen laten gelden van tenminste 40 jaar als loontrekkende "
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2013, gesloten in het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige arbeiders die op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst 56 jaar of ouder zijn en een beroepsverleden kunnen laten gelden van tenminste 40 jaar als loontrekkende Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2013, gesloten in het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige arbeiders die op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst 56 jaar of ouder zijn en een beroepsverleden kunnen laten gelden van tenminste 40 jaar als loontrekkende
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG
28 MAART 2014. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt 28 MAART 2014. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt
verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2013, verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2013,
gesloten in het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het gesloten in het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het
administratief arrondissement Verviers, betreffende de toekenning van administratief arrondissement Verviers, betreffende de toekenning van
een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige arbeiders die op het een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige arbeiders die op het
ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst 56 jaar of ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst 56 jaar of
ouder zijn en een beroepsverleden kunnen laten gelden van tenminste 40 ouder zijn en een beroepsverleden kunnen laten gelden van tenminste 40
jaar als loontrekkende (1) jaar als loontrekkende (1)
FILIP, Koning der Belgen, FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel
28; 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de
textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers; textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Op de voordracht van de Minister van Werk,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2013, gesloten overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2013, gesloten
in het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het in het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het
administratief arrondissement Verviers, betreffende de toekenning van administratief arrondissement Verviers, betreffende de toekenning van
een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige arbeiders die op het een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige arbeiders die op het
ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst 56 jaar of ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst 56 jaar of
ouder zijn en een beroepsverleden kunnen laten gelden van tenmiste 40 ouder zijn en een beroepsverleden kunnen laten gelden van tenmiste 40
jaar als loontrekkende. jaar als loontrekkende.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van

dit besluit. dit besluit.
Gegeven te Brussel, 28 maart 2014. Gegeven te Brussel, 28 maart 2014.
FILIP FILIP
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Werk, De Minister van Werk,
Mevr. M. DE CONINCK Mevr. M. DE CONINCK
_______ _______
Nota Nota
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Vertaling Vertaling
Bijlage Bijlage
Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief
arrondissement Verviers arrondissement Verviers
Collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2013 Collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2013
Toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige Toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige
arbeiders die op het ogenblik van de beëindiging van de arbeiders die op het ogenblik van de beëindiging van de
arbeidsovereenkomst 56 jaar of ouder zijn en een beroepsverleden arbeidsovereenkomst 56 jaar of ouder zijn en een beroepsverleden
kunnen laten gelden van tenmiste 40 jaar als loontrekkende kunnen laten gelden van tenmiste 40 jaar als loontrekkende
(Overeenkomst geregistreerd op 1 oktober 2013 onder het nummer (Overeenkomst geregistreerd op 1 oktober 2013 onder het nummer
117166/CO/120.01) 117166/CO/120.01)
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op

alle textielondernemingen en op alle daarin tewerkgestelde arbeiders alle textielondernemingen en op alle daarin tewerkgestelde arbeiders
en arbeidsters (hierna arbeiders genoemd) die onder de bevoegdheid en arbeidsters (hierna arbeiders genoemd) die onder de bevoegdheid
vallen van het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het vallen van het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het
administratief arrondissement Verviers (PSC 120.01). administratief arrondissement Verviers (PSC 120.01).
HOOFDSTUK II. - Rechthebbenden HOOFDSTUK II. - Rechthebbenden

Art. 2.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst regelt de toekenning

Art. 2.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst regelt de toekenning

van een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige oudere arbeiders van een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige oudere arbeiders
aan wie het ontslag, behalve om dringende redenen, wordt betekend en aan wie het ontslag, behalve om dringende redenen, wordt betekend en
die toetreden tot het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag na die toetreden tot het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag na
31 december 2012. 31 december 2012.
§ 2. Voor de toepassing van § 1 wordt geen rekening gehouden met de § 2. Voor de toepassing van § 1 wordt geen rekening gehouden met de
verlenging van de opzeggingstermijn ingevolge toepassing van de verlenging van de opzeggingstermijn ingevolge toepassing van de
artikelen 38, § 2 en 38bis van de wet van 3 juli 1978 betreffende de artikelen 38, § 2 en 38bis van de wet van 3 juli 1978 betreffende de
arbeidsovereenkomsten. arbeidsovereenkomsten.

Art. 3.§ 1. De in artikel 2, § 1 bedoelde ontslagen arbeiders, die op

Art. 3.§ 1. De in artikel 2, § 1 bedoelde ontslagen arbeiders, die op

het ogenblik van de beëindiging van hun arbeidsovereenkomst en tijdens het ogenblik van de beëindiging van hun arbeidsovereenkomst en tijdens
de periode van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013 de leeftijd de periode van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013 de leeftijd
van 56 jaar of ouder hebben en op het ogenblik van de beëindiging van van 56 jaar of ouder hebben en op het ogenblik van de beëindiging van
hun arbeidsovereenkomst een beroepsverleden van tenminste 40 jaar als hun arbeidsovereenkomst een beroepsverleden van tenminste 40 jaar als
loontrekkende kunnen aantonen en die gedurende deze periode recht loontrekkende kunnen aantonen en die gedurende deze periode recht
verkrijgen op wettelijke werkloosheidsvergoedingen, ontvangen een verkrijgen op wettelijke werkloosheidsvergoedingen, ontvangen een
aanvullende vergoeding, zoals bedoeld in artikel 5, ten laste van het aanvullende vergoeding, zoals bedoeld in artikel 5, ten laste van het
fonds voor bestaanszekerheid. fonds voor bestaanszekerheid.
§ 2. Onder het in § 1 hiervoor bedoeld ogenblik van de beëindiging van § 2. Onder het in § 1 hiervoor bedoeld ogenblik van de beëindiging van
de arbeidsovereenkomst wordt verstaan het ogenblik waarop de arbeider de arbeidsovereenkomst wordt verstaan het ogenblik waarop de arbeider
uit dienst treedt na het verstrijken van de opzeggingstermijn of, uit dienst treedt na het verstrijken van de opzeggingstermijn of,
wanneer er geen opzegging werd betekend of wanneer aan de betekende wanneer er geen opzegging werd betekend of wanneer aan de betekende
opzeggingstermijn voortijdig een einde wordt gemaakt, het ogenblik opzeggingstermijn voortijdig een einde wordt gemaakt, het ogenblik
waarop de arbeider de onderneming verlaat. waarop de arbeider de onderneming verlaat.
§ 3. In afwijking van § 1 hiervoor mag de opzeggingstermijn of de door § 3. In afwijking van § 1 hiervoor mag de opzeggingstermijn of de door
de opzeggingsvergoeding gedekte periode van de ontslagen arbeider een de opzeggingsvergoeding gedekte periode van de ontslagen arbeider een
einde nemen buiten de geldigheidsduur van de collectieve einde nemen buiten de geldigheidsduur van de collectieve
arbeidsovereenkomst, op voorwaarde dat de opzeggingstermijn werd arbeidsovereenkomst, op voorwaarde dat de opzeggingstermijn werd
betekend of de arbeidsovereenkomst werd verbroken tijdens de betekend of de arbeidsovereenkomst werd verbroken tijdens de
geldigheidsduur van de collectieve arbeidsovereenkomst en de ontslagen geldigheidsduur van de collectieve arbeidsovereenkomst en de ontslagen
arbeider de in § 1 hiervoor voorziene leeftijd bereikt heeft tijdens arbeider de in § 1 hiervoor voorziene leeftijd bereikt heeft tijdens
de geldigheidsduur van de collectieve arbeidsovereenkomst. de geldigheidsduur van de collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 4.Bovenop het vereiste beroepsverleden als loontrekkende, moeten

Art. 4.Bovenop het vereiste beroepsverleden als loontrekkende, moeten

de arbeiders, om recht te kunnen hebben op werkloosheid met de arbeiders, om recht te kunnen hebben op werkloosheid met
bedrijfstoeslag, voldoen aan één van de volgende bedrijfstoeslag, voldoen aan één van de volgende
anciënniteitsvoorwaarden : anciënniteitsvoorwaarden :
- ofwel 15 jaar loondienst in de sectoren textiel, breigoed, kleding, - ofwel 15 jaar loondienst in de sectoren textiel, breigoed, kleding,
confectie, vlasbereiding en/of juteverwerking; confectie, vlasbereiding en/of juteverwerking;
- ofwel 5 jaar loondienst in de sectoren textiel, breigoed, kleding, - ofwel 5 jaar loondienst in de sectoren textiel, breigoed, kleding,
confectie, vlasbereiding en/of juteverwerking tijdens de laatste 10 confectie, vlasbereiding en/of juteverwerking tijdens de laatste 10
jaren, waarvan minstens 1 jaar in de laatste 2 jaren. jaren, waarvan minstens 1 jaar in de laatste 2 jaren.
Voor de gelijkstelling met arbeidsdagen dient verwezen naar de Voor de gelijkstelling met arbeidsdagen dient verwezen naar de
gelijkstellingen voor het beroepsverleden als loontrekkende. gelijkstellingen voor het beroepsverleden als loontrekkende.
HOOFDSTUK III. - Betaling van de aanvullende vergoeding HOOFDSTUK III. - Betaling van de aanvullende vergoeding

Art. 5.De in artikel 2, § 1 bedoelde aanvullende vergoeding behelst

Art. 5.De in artikel 2, § 1 bedoelde aanvullende vergoeding behelst

het toekennen van gelijkaardige voordelen als die welke bepaald worden het toekennen van gelijkaardige voordelen als die welke bepaald worden
in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, gesloten in de Nationale in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, gesloten in de Nationale
Arbeidsraad op 19 december 1974. Arbeidsraad op 19 december 1974.
De betaling van de aanvullende vergoeding valt ten laste van het De betaling van de aanvullende vergoeding valt ten laste van het
"Fonds voor bestaanszekerheid van de textielnijverheid uit het "Fonds voor bestaanszekerheid van de textielnijverheid uit het
administratief arrondissement Verviers". Daarvoor moeten de werkgevers administratief arrondissement Verviers". Daarvoor moeten de werkgevers
het juiste formulier gebruiken dat kan verkregen worden op de zetel het juiste formulier gebruiken dat kan verkregen worden op de zetel
van het fonds, rue de Bruxelles 41, te 4800 Verviers. van het fonds, rue de Bruxelles 41, te 4800 Verviers.
De administratieve richtlijnen van het beheerscomité van het fonds De administratieve richtlijnen van het beheerscomité van het fonds
moeten nageleefd worden. moeten nageleefd worden.

Art. 6.§ 1. Aan de arbeiders die tot dit stelsel van werkloosheid met

Art. 6.§ 1. Aan de arbeiders die tot dit stelsel van werkloosheid met

bedrijfstoeslag toetreden, wordt de aanvullende vergoeding betaald bedrijfstoeslag toetreden, wordt de aanvullende vergoeding betaald
door het sociaal fonds genaamd "Fonds de sécurité d'existence de door het sociaal fonds genaamd "Fonds de sécurité d'existence de
l'industrie textile de l'arrondissement administratif de Verviers" l'industrie textile de l'arrondissement administratif de Verviers"
(hierna het fonds genoemd). Die aanvullende vergoeding wordt beperkt (hierna het fonds genoemd). Die aanvullende vergoeding wordt beperkt
tot het bedrag dat berekend wordt overeenkomstig de collectieve tot het bedrag dat berekend wordt overeenkomstig de collectieve
arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad, ongeacht de arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad, ongeacht de
toepassing van het in artikel 11 bepaald garantiemechanisme. toepassing van het in artikel 11 bepaald garantiemechanisme.
De door de wettelijke bepalingen en de uitvoeringsbesluiten opgelegde De door de wettelijke bepalingen en de uitvoeringsbesluiten opgelegde
bijzondere werkgeversbijdragen die verschuldigd zijn op het bedrag van bijzondere werkgeversbijdragen die verschuldigd zijn op het bedrag van
de overeenkomstig collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de de overeenkomstig collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de
Nationale Arbeidsraad, maar ongeacht de toepassing van het in artikel Nationale Arbeidsraad, maar ongeacht de toepassing van het in artikel
11 bepaalde garantiemechanisme, berekende aanvullende vergoeding, zijn 11 bepaalde garantiemechanisme, berekende aanvullende vergoeding, zijn
eveneens ten laste van het fonds. eveneens ten laste van het fonds.
§ 2. In afwijking op § 1 hiervoor wordt, in uitvoering van en § 2. In afwijking op § 1 hiervoor wordt, in uitvoering van en
overeenkomstig de voorwaarden gesteld in artikel 52 van de wet van 26 overeenkomstig de voorwaarden gesteld in artikel 52 van de wet van 26
juni 2002 betreffende de sluiting van ondernemingen, de aanvullende juni 2002 betreffende de sluiting van ondernemingen, de aanvullende
vergoeding aan de arbeiders die vanaf 50 jaar in de onderneming werden vergoeding aan de arbeiders die vanaf 50 jaar in de onderneming werden
aangeworven, door het Fonds voor sluiting van ondernemingen betaald, aangeworven, door het Fonds voor sluiting van ondernemingen betaald,
vanaf de eerste dag van de maand volgend op deze waarop de arbeider vanaf de eerste dag van de maand volgend op deze waarop de arbeider
die recht heeft op deze aanvullende vergoeding bij brugpensioen, de die recht heeft op deze aanvullende vergoeding bij brugpensioen, de
leeftijd van 60 jaar heeft bereikt. leeftijd van 60 jaar heeft bereikt.

Art. 7.De in de artikelen 2 tot en met 4 bedoelde arbeiders hebben,

Art. 7.De in de artikelen 2 tot en met 4 bedoelde arbeiders hebben,

voorzover zij de wettelijke werkloosheidsuitkeringen ontvangen, recht voorzover zij de wettelijke werkloosheidsuitkeringen ontvangen, recht
op de aanvullende vergoeding tot op de datum dat zij de leeftijd op de aanvullende vergoeding tot op de datum dat zij de leeftijd
bereiken waarop zij wettelijk pensioengerechtigd zijn binnen de bereiken waarop zij wettelijk pensioengerechtigd zijn binnen de
voorwaarden die door de pensioenreglementering zijn vastgesteld. voorwaarden die door de pensioenreglementering zijn vastgesteld.
In afwijking van het voorgaande lid, hebben die arbeiders ook recht op In afwijking van het voorgaande lid, hebben die arbeiders ook recht op
een aanvullende vergoeding vanaf de eerste dag van de kalendermaand een aanvullende vergoeding vanaf de eerste dag van de kalendermaand
volgend op de maand tijdens welke zij geen werkloosheidsuitkeringen volgend op de maand tijdens welke zij geen werkloosheidsuitkeringen
meer genieten, alleen omdat zij de leeftijdsgrens hebben bereikt die meer genieten, alleen omdat zij de leeftijdsgrens hebben bereikt die
is vastgesteld in artikel 64 van het koninklijk besluit van 25 is vastgesteld in artikel 64 van het koninklijk besluit van 25
november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, tot de laatste november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, tot de laatste
dag van de kalendermaand waarin zij 65 jaar worden. dag van de kalendermaand waarin zij 65 jaar worden.
De regeling geldt eveneens voor de arbeiders die tijdelijk uit het De regeling geldt eveneens voor de arbeiders die tijdelijk uit het
stelsel zouden getreden zijn en nadien opnieuw van de regeling wensen stelsel zouden getreden zijn en nadien opnieuw van de regeling wensen
te genieten, voorzover zij opnieuw de wettelijke te genieten, voorzover zij opnieuw de wettelijke
werkloosheidsvergoeding ontvangen. werkloosheidsvergoeding ontvangen.

Art. 8.In afwijking van artikel 7 hebben de in de artikelen 2 tot en

Art. 8.In afwijking van artikel 7 hebben de in de artikelen 2 tot en

met 4 bedoelde arbeiders die hun hoofdverblijfplaats hebben in een met 4 bedoelde arbeiders die hun hoofdverblijfplaats hebben in een
land van de Europese Economische Ruimte, ook recht op een aanvullende land van de Europese Economische Ruimte, ook recht op een aanvullende
vergoeding ten laste van hun werkgever voor zover zij geen vergoeding ten laste van hun werkgever voor zover zij geen
werkloosheidsuitkeringen kunnen genieten of kunnen blijven genieten in werkloosheidsuitkeringen kunnen genieten of kunnen blijven genieten in
het kader van de regelgeving inzake werkloosheid met bedrijfstoeslag, het kader van de regelgeving inzake werkloosheid met bedrijfstoeslag,
alleen omdat zij hun hoofdverblijfplaats niet of niet meer in België alleen omdat zij hun hoofdverblijfplaats niet of niet meer in België
hebben in de zin van artikel 66 van het koninklijk besluit van 25 hebben in de zin van artikel 66 van het koninklijk besluit van 25
november 1991 houdende werkloosheidsreglementering en voor zover zij november 1991 houdende werkloosheidsreglementering en voor zover zij
werkloosheidsuitkeringen genieten krachtens de wetgeving van hun werkloosheidsuitkeringen genieten krachtens de wetgeving van hun
woonland. woonland.
Die aanvullende vergoeding moet berekend worden alsof die werknemers Die aanvullende vergoeding moet berekend worden alsof die werknemers
werkloosheidsuitkeringen genieten op basis van de Belgische wetgeving. werkloosheidsuitkeringen genieten op basis van de Belgische wetgeving.

Art. 9.§ 1. In afwijking van het eerste lid van artikel 7 en van

Art. 9.§ 1. In afwijking van het eerste lid van artikel 7 en van

artikel 8 behouden de arbeiders die zijn ontslagen in het kader van artikel 8 behouden de arbeiders die zijn ontslagen in het kader van
deze collectieve overeenkomst, het recht op de aanvullende vergoeding deze collectieve overeenkomst, het recht op de aanvullende vergoeding
ten laste van de laatste werkgever wanneer ze het werk hervatten als ten laste van de laatste werkgever wanneer ze het werk hervatten als
loontrekkende bij een andere werkgever dan de werkgever die hen heeft loontrekkende bij een andere werkgever dan de werkgever die hen heeft
ontslagen en die niet behoort tot dezelfde technische bedrijfseenheid ontslagen en die niet behoort tot dezelfde technische bedrijfseenheid
als de werkgever die hen heeft ontslagen. als de werkgever die hen heeft ontslagen.
§ 2. In afwijking van het eerste lid van artikel 7 en van artikel 8 § 2. In afwijking van het eerste lid van artikel 7 en van artikel 8
behouden de arbeiders die zijn ontslagen in het kader van deze behouden de arbeiders die zijn ontslagen in het kader van deze
overeenkomst ook het recht op de aanvullende vergoeding ten laste van overeenkomst ook het recht op de aanvullende vergoeding ten laste van
de laatste werkgever, ingeval een zelfstandige activiteit in de laatste werkgever, ingeval een zelfstandige activiteit in
hoofdberoep wordt uitgeoefend, op voorwaarde dat die activiteit niet hoofdberoep wordt uitgeoefend, op voorwaarde dat die activiteit niet
wordt uitgeoefend voor rekening van de werkgever die hen heeft wordt uitgeoefend voor rekening van de werkgever die hen heeft
ontslagen of voor rekening van een werkgever die behoort tot dezelfde ontslagen of voor rekening van een werkgever die behoort tot dezelfde
technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen heeft ontslagen. technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen heeft ontslagen.
§ 3. In de in § 1 en § 2 bedoelde gevallen hebben de ontslagen § 3. In de in § 1 en § 2 bedoelde gevallen hebben de ontslagen
arbeiders, wanneer ze het werk hervatten tijdens de door de arbeiders, wanneer ze het werk hervatten tijdens de door de
opzeggingsvergoeding gedekte periode, op zijn vroegst maar recht op de opzeggingsvergoeding gedekte periode, op zijn vroegst maar recht op de
aanvullende vergoeding vanaf de dag waarop ze recht zouden hebben aanvullende vergoeding vanaf de dag waarop ze recht zouden hebben
gehad op werkloosheidsuitkeringen indien ze het werk niet hadden gehad op werkloosheidsuitkeringen indien ze het werk niet hadden
hervat. hervat.
§ 4. In de in § 1 en § 2 bedoelde gevallen blijft het recht op de § 4. In de in § 1 en § 2 bedoelde gevallen blijft het recht op de
aanvullende vergoeding bestaan tijdens de hele duur van de aanvullende vergoeding bestaan tijdens de hele duur van de
tewerkstelling op grond van een arbeidsovereenkomst of tijdens de hele tewerkstelling op grond van een arbeidsovereenkomst of tijdens de hele
duur van de uitoefening van een zelfstandige activiteit in hoofdberoep duur van de uitoefening van een zelfstandige activiteit in hoofdberoep
volgens de in deze collectieve arbeidsovereenkomst bepaalde regels en volgens de in deze collectieve arbeidsovereenkomst bepaalde regels en
voor heel de periode gedurende dewelke de arbeiders die recht hebben voor heel de periode gedurende dewelke de arbeiders die recht hebben
op de aanvullende uitkering geen werkloosheidsuitkeringen als volledig op de aanvullende uitkering geen werkloosheidsuitkeringen als volledig
uitkeringsgerechtigde werkloze meer genieten. uitkeringsgerechtigde werkloze meer genieten.
De in § 1 en § 2 bedoelde arbeiders leveren aan het fonds het bewijs De in § 1 en § 2 bedoelde arbeiders leveren aan het fonds het bewijs
dat zij opnieuw in dienst zijn genomen op grond van een dat zij opnieuw in dienst zijn genomen op grond van een
arbeidsovereenkomst of dat zij een zelfstandige activiteit in arbeidsovereenkomst of dat zij een zelfstandige activiteit in
hoofdberoep uitoefenen. hoofdberoep uitoefenen.
HOOFDSTUK IV. - Bedrag van de aanvullende vergoeding HOOFDSTUK IV. - Bedrag van de aanvullende vergoeding

Art. 10.Het bedrag van de aanvullende vergoeding is gelijk aan de

Art. 10.Het bedrag van de aanvullende vergoeding is gelijk aan de

helft van het verschil tussen het netto-referteloon en de helft van het verschil tussen het netto-referteloon en de
werkloosheidsuitkering. werkloosheidsuitkering.

Art. 11.De in het kader van werkloosheid met bedrijfstoeslag voor

Art. 11.De in het kader van werkloosheid met bedrijfstoeslag voor

arbeiders toegekende aanvullende vergoeding, waarvan het brutobedrag arbeiders toegekende aanvullende vergoeding, waarvan het brutobedrag
lager ligt dan 99,16 EUR per maand, wordt verhoogd tot 99,16 EUR bruto lager ligt dan 99,16 EUR per maand, wordt verhoogd tot 99,16 EUR bruto
per maand. Deze verhoging van het bedrag van de aanvullende vergoeding per maand. Deze verhoging van het bedrag van de aanvullende vergoeding
mag evenwel niet tot gevolg hebben dat het totaal bruto maandbedrag mag evenwel niet tot gevolg hebben dat het totaal bruto maandbedrag
van deze aanvullende vergoeding en de werkloosheidsuitkeringen samen van deze aanvullende vergoeding en de werkloosheidsuitkeringen samen
hoger komt te liggen dan de drempel die voor de werknemer zonder hoger komt te liggen dan de drempel die voor de werknemer zonder
gezinslast in aanmerking wordt genomen voor de berekening van de gezinslast in aanmerking wordt genomen voor de berekening van de
bijdrage van 6,5 pct. die ingehouden wordt op het geheel van de bijdrage van 6,5 pct. die ingehouden wordt op het geheel van de
sociale uitkering en de aanvullende vergoeding. sociale uitkering en de aanvullende vergoeding.

Art. 12.Het netto-referteloon is gelijk aan het bruto maandloon

Art. 12.Het netto-referteloon is gelijk aan het bruto maandloon

begrensd tot 3 780,69 EUR (bedrag op 1 januari 2013) en verminderd met begrensd tot 3 780,69 EUR (bedrag op 1 januari 2013) en verminderd met
de persoonlijke sociale zekerheidsbijdrage en de fiscale inhouding. de persoonlijke sociale zekerheidsbijdrage en de fiscale inhouding.
Voor de berekening van de persoonlijke sociale zekerheidsbijdrage, op Voor de berekening van de persoonlijke sociale zekerheidsbijdrage, op
het loon aan 100 pct., dient rekening gehouden met de bepalingen van het loon aan 100 pct., dient rekening gehouden met de bepalingen van
de wet van 20 december 1999 tot toekenning van een werkbonus onder de de wet van 20 december 1999 tot toekenning van een werkbonus onder de
vorm van een vermindering van de persoonlijke sociale vorm van een vermindering van de persoonlijke sociale
zekerheidsbijdragen aan werknemers met lage lonen en aan sommige zekerheidsbijdragen aan werknemers met lage lonen en aan sommige
werknemers die het slachtoffer werden van een herstructurering. werknemers die het slachtoffer werden van een herstructurering.
De bovengrens van het maandelijks brutoloon wordt gekoppeld aan de De bovengrens van het maandelijks brutoloon wordt gekoppeld aan de
schommelingen van de index der consumptieprijzen, overeenkomstig de schommelingen van de index der consumptieprijzen, overeenkomstig de
bepalingen van de wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting van een bepalingen van de wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting van een
stelsel voor koppeling aan het indexcijfer van de consumptieprijzen. stelsel voor koppeling aan het indexcijfer van de consumptieprijzen.
Deze grens wordt daarenboven op 1 januari van elk jaar herzien om Deze grens wordt daarenboven op 1 januari van elk jaar herzien om
rekening te houden met de evolutie van de conventionele lonen rekening te houden met de evolutie van de conventionele lonen
overeenkomstig hetgeen dienaangaande wordt beslist in de Nationale overeenkomstig hetgeen dienaangaande wordt beslist in de Nationale
Arbeidsraad. Arbeidsraad.
Het netto-referteloon wordt afgerond naar de hogere euro. Het netto-referteloon wordt afgerond naar de hogere euro.

Art. 13.1. Het brutoloon omvat de contractuele premies die

Art. 13.1. Het brutoloon omvat de contractuele premies die

rechtstreeks gebonden zijn aan de door de arbeider verrichte rechtstreeks gebonden zijn aan de door de arbeider verrichte
prestaties waarop inhoudingen voor sociale zekerheid worden uitgevoerd prestaties waarop inhoudingen voor sociale zekerheid worden uitgevoerd
en waarvan de periodiciteit van betaling geen maand overschrijdt. en waarvan de periodiciteit van betaling geen maand overschrijdt.
Het omvat ook de voordelen in natura die aan inhoudingen voor sociale Het omvat ook de voordelen in natura die aan inhoudingen voor sociale
zekerheid onderworpen zijn. zekerheid onderworpen zijn.
Daarentegen worden de premies of vergoedingen, die als tegenwaarde van Daarentegen worden de premies of vergoedingen, die als tegenwaarde van
werkelijke kosten worden verleend, niet in aanmerking genomen. werkelijke kosten worden verleend, niet in aanmerking genomen.
2. Voor de per maand betaalde arbeider wordt als brutoloon beschouwd, 2. Voor de per maand betaalde arbeider wordt als brutoloon beschouwd,
het loon dat hij gedurende de in navolgend punt 6 bepaalde het loon dat hij gedurende de in navolgend punt 6 bepaalde
refertemaand heeft verdiend. refertemaand heeft verdiend.
3. Voor de arbeider die niet per maand wordt betaald, wordt het 3. Voor de arbeider die niet per maand wordt betaald, wordt het
brutoloon berekend op grond van het normale uurloon. brutoloon berekend op grond van het normale uurloon.
Het normale uurloon wordt bekomen door het loon voor de normale Het normale uurloon wordt bekomen door het loon voor de normale
prestaties van de refertemaand te delen door het aantal tijdens die prestaties van de refertemaand te delen door het aantal tijdens die
periode gewerkte normale uren. Het aldus bekomen resultaat wordt periode gewerkte normale uren. Het aldus bekomen resultaat wordt
vermenigvuldigd met het aantal arbeidsuren, bepaald bij de wekelijkse vermenigvuldigd met het aantal arbeidsuren, bepaald bij de wekelijkse
arbeidstijdregeling van de werknemer; dat product, vermenigvuldigd met arbeidstijdregeling van de werknemer; dat product, vermenigvuldigd met
52 en gedeeld door 12, stemt overeen met het maandloon. 52 en gedeeld door 12, stemt overeen met het maandloon.
4. Het brutoloon van een arbeider die gedurende de ganse refertemaand 4. Het brutoloon van een arbeider die gedurende de ganse refertemaand
niet heeft gewerkt, wordt berekend alsof hij aanwezig was geweest op niet heeft gewerkt, wordt berekend alsof hij aanwezig was geweest op
alle arbeidsdagen die in de beschouwde maand vallen. alle arbeidsdagen die in de beschouwde maand vallen.
Indien een arbeider, krachtens de bepalingen van zijn Indien een arbeider, krachtens de bepalingen van zijn
arbeidsovereenkomst, slechts gedurende een gedeelte van de arbeidsovereenkomst, slechts gedurende een gedeelte van de
refertemaand moet werken en hij al die tijd niet heeft gewerkt, wordt refertemaand moet werken en hij al die tijd niet heeft gewerkt, wordt
zijn brutoloon berekend op grond van het aantal arbeidsdagen dat in de zijn brutoloon berekend op grond van het aantal arbeidsdagen dat in de
arbeidsovereenkomst is vastgesteld. arbeidsovereenkomst is vastgesteld.
5. Het door de arbeider verdiende brutoloon, ongeacht of het per maand 5. Het door de arbeider verdiende brutoloon, ongeacht of het per maand
of anderszins wordt betaald, wordt vermeerderd met een twaalfde van of anderszins wordt betaald, wordt vermeerderd met een twaalfde van
het totaal der contractuele premies en van de veranderlijke het totaal der contractuele premies en van de veranderlijke
bezoldiging waarvan de betalingsperiodiciteit geen maand overschrijdt bezoldiging waarvan de betalingsperiodiciteit geen maand overschrijdt
en door die arbeider in de loop van de twaalf maanden die aan het en door die arbeider in de loop van de twaalf maanden die aan het
ontslag voorafgaan afzonderlijk werden ontvangen. ontslag voorafgaan afzonderlijk werden ontvangen.
6. Naar aanleiding van het bij artikel 17 voorzien overleg, zal in 6. Naar aanleiding van het bij artikel 17 voorzien overleg, zal in
gemeen akkoord worden beslist met welke refertemaand rekening moet gemeen akkoord worden beslist met welke refertemaand rekening moet
worden gehouden. Indien geen refertemaand wordt vastgesteld, wordt de worden gehouden. Indien geen refertemaand wordt vastgesteld, wordt de
kalendermaand die de datum van het ontslag voorafgaat, in aanmerking kalendermaand die de datum van het ontslag voorafgaat, in aanmerking
genomen. genomen.
HOOFDSTUK V. - Aanpassing van het bedrag van de aanvullende vergoeding HOOFDSTUK V. - Aanpassing van het bedrag van de aanvullende vergoeding

Art. 14.Het bedrag van de uitgekeerde aanvullende vergoedingen wordt

Art. 14.Het bedrag van de uitgekeerde aanvullende vergoedingen wordt

gekoppeld aan de schommelingen van het indexcijfer der gekoppeld aan de schommelingen van het indexcijfer der
consumptieprijzen, volgens de toepassingsvoorwaarden die van consumptieprijzen, volgens de toepassingsvoorwaarden die van
toepassing zijn inzake werkloosheidsuitkeringen, overeenkomstig de toepassing zijn inzake werkloosheidsuitkeringen, overeenkomstig de
bepalingen van de wet van 2 augustus 1971. bepalingen van de wet van 2 augustus 1971.
Het bedrag van deze vergoedingen wordt daarenboven elk jaar op 1 Het bedrag van deze vergoedingen wordt daarenboven elk jaar op 1
januari herzien ten opzichte van de ontwikkeling van de conventionele januari herzien ten opzichte van de ontwikkeling van de conventionele
lonen, overeenkomstig hetgeen dienaangaande wordt beslist in de lonen, overeenkomstig hetgeen dienaangaande wordt beslist in de
Nationale Arbeidsraad. Nationale Arbeidsraad.
Voor de arbeiders die in de loop van het jaar tot de regeling Voor de arbeiders die in de loop van het jaar tot de regeling
toetreden wordt de aanpassing op grond van het verloop van de toetreden wordt de aanpassing op grond van het verloop van de
regelingslonen verricht, rekening houdend met het ogenblik van het regelingslonen verricht, rekening houdend met het ogenblik van het
jaar waarop zij in het stelsel treden; elk kwartaal wordt in jaar waarop zij in het stelsel treden; elk kwartaal wordt in
aanmerking genomen voor de berekening van de aanpassing. aanmerking genomen voor de berekening van de aanpassing.
HOOFDSTUK VI. - Betalingsperiodiciteit van de aanvullende vergoeding HOOFDSTUK VI. - Betalingsperiodiciteit van de aanvullende vergoeding

Art. 15.De betaling van de aanvullende vergoeding gebeurt

Art. 15.De betaling van de aanvullende vergoeding gebeurt

maandelijks. maandelijks.
HOOFDSTUK VII. - Cumulatie van de aanvullende vergoeding met andere HOOFDSTUK VII. - Cumulatie van de aanvullende vergoeding met andere
voordelen voordelen

Art. 16.De aanvullende vergoeding mag niet worden gecumuleerd met

Art. 16.De aanvullende vergoeding mag niet worden gecumuleerd met

andere wegens afdanking verleende speciale vergoedingen of toeslagen, andere wegens afdanking verleende speciale vergoedingen of toeslagen,
die worden toegekend krachtens wettelijke of reglementaire bepalingen. die worden toegekend krachtens wettelijke of reglementaire bepalingen.
De in de artikelen 2 tot en met 4 bedoelde arbeider zal dus eerst de De in de artikelen 2 tot en met 4 bedoelde arbeider zal dus eerst de
uit die bepalingen voortvloeiende rechten moeten uitputten alvorens uit die bepalingen voortvloeiende rechten moeten uitputten alvorens
aanspraak te kunnen maken op de in artikel 5 bepaalde aanvullende aanspraak te kunnen maken op de in artikel 5 bepaalde aanvullende
vergoeding. vergoeding.
HOOFDSTUK VIII. - Overlegprocedure HOOFDSTUK VIII. - Overlegprocedure

Art. 17.Vooraleer één of meerdere in de artikelen 2 tot en met 4

Art. 17.Vooraleer één of meerdere in de artikelen 2 tot en met 4

bedoelde arbeiders te ontslaan pleegt de werkgever overleg met de bedoelde arbeiders te ontslaan pleegt de werkgever overleg met de
vertegenwoordigers van het personeel in de ondernemingsraad of, bij vertegenwoordigers van het personeel in de ondernemingsraad of, bij
ontstentenis daarvan, met de vakbondsafvaardiging. Onverminderd de ontstentenis daarvan, met de vakbondsafvaardiging. Onverminderd de
bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 9 van 9 maart bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 9 van 9 maart
1972, inzonderheid van artikel 12, heeft deze beraadslaging tot doel 1972, inzonderheid van artikel 12, heeft deze beraadslaging tot doel
in gemeen overleg te beslissen of, afgezien van de in de onderneming in gemeen overleg te beslissen of, afgezien van de in de onderneming
van kracht zijnde afdankingscriteria, arbeiders die aan het in artikel van kracht zijnde afdankingscriteria, arbeiders die aan het in artikel
3 bepaalde leeftijdscriterium voldoen, bij voorrang kunnen worden 3 bepaalde leeftijdscriterium voldoen, bij voorrang kunnen worden
ontslagen en derhalve het voordeel van de aanvullende regeling kunnen ontslagen en derhalve het voordeel van de aanvullende regeling kunnen
genieten. genieten.
Bij ontbreken van een ondernemingsraad of een vakbondsafvaardiging Bij ontbreken van een ondernemingsraad of een vakbondsafvaardiging
heeft dit overleg plaats met de vertegenwoordigers van de heeft dit overleg plaats met de vertegenwoordigers van de
representatieve werknemersorganisaties of, bij ontstentenis, met de representatieve werknemersorganisaties of, bij ontstentenis, met de
arbeiders van de onderneming. arbeiders van de onderneming.
Vooraleer een beslissing tot ontslag te nemen nodigt de werkgever Vooraleer een beslissing tot ontslag te nemen nodigt de werkgever
daarenboven de betrokken arbeider bij aangetekende brief uit tot een daarenboven de betrokken arbeider bij aangetekende brief uit tot een
onderhoud tijdens de werkuren op de zetel van de onderneming. Dat onderhoud tijdens de werkuren op de zetel van de onderneming. Dat
onderhoud heeft tot doel aan de arbeider de gelegenheid te bieden zijn onderhoud heeft tot doel aan de arbeider de gelegenheid te bieden zijn
bezwaren tegen het door de werkgever voorgenomen ontslag kenbaar te bezwaren tegen het door de werkgever voorgenomen ontslag kenbaar te
maken. maken.
Overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 mei 1972, Overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 mei 1972,
inzonderheid artikel 7, kan de arbeider zich bij dit onderhoud laten inzonderheid artikel 7, kan de arbeider zich bij dit onderhoud laten
bijstaan door zijn vakbondsafgevaardigde. het ontslag kan ten vroegste bijstaan door zijn vakbondsafgevaardigde. het ontslag kan ten vroegste
geschieden op de tweede werkdag na de dag waarop dat onderhoud plaats geschieden op de tweede werkdag na de dag waarop dat onderhoud plaats
had of waarop het gepland was. had of waarop het gepland was.
De ontslagen arbeiders hebben de mogelijkheid de aanvullende regeling De ontslagen arbeiders hebben de mogelijkheid de aanvullende regeling
te aanvaarden of deze te weigeren en aldus deel uit te maken van de te aanvaarden of deze te weigeren en aldus deel uit te maken van de
arbeidsreserve. arbeidsreserve.
HOOFDSTUK IX. - Slotbepalingen HOOFDSTUK IX. - Slotbepalingen

Art. 18.De voor de uitvoering van deze overeenkomst vereiste

Art. 18.De voor de uitvoering van deze overeenkomst vereiste

administratieve formaliteiten worden door het beheerscomité van het administratieve formaliteiten worden door het beheerscomité van het
fonds vastgesteld. De administratieve richtlijnen van het fonds vastgesteld. De administratieve richtlijnen van het
beheerscomité van het fonds moeten door de werkgever nageleefd worden. beheerscomité van het fonds moeten door de werkgever nageleefd worden.

Art. 19.De algemene interpretatiemoeilijkheden van deze collectieve

Art. 19.De algemene interpretatiemoeilijkheden van deze collectieve

arbeidsovereenkomst worden door het beheerscomité van het fonds arbeidsovereenkomst worden door het beheerscomité van het fonds
beslecht in de geest van en met verwijzing naar de collectieve beslecht in de geest van en met verwijzing naar de collectieve
arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad. arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad.

Art. 20.De ondertekenende partijen vragen de

Art. 20.De ondertekenende partijen vragen de

algemeenverbindendverklaring bij koninklijk besluit van deze algemeenverbindendverklaring bij koninklijk besluit van deze
collectieve arbeidsovereenkomst. collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 21.Deze overeenkomst is van toepassing vanaf 1 januari 2013 tot

Art. 21.Deze overeenkomst is van toepassing vanaf 1 januari 2013 tot

en met 31 december 2013. en met 31 december 2013.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 28 maart Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 28 maart
2014. 2014.
De Minister van Werk, De Minister van Werk,
Mevr. M. DE CONINCK Mevr. M. DE CONINCK
^