Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 28/06/2019
← Terug naar "Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden van de erkenning als landbouwonderneming en als sociale onderneming "
Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden van de erkenning als landbouwonderneming en als sociale onderneming Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden van de erkenning als landbouwonderneming en als sociale onderneming
FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE
28 JUNI 2019. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden 28 JUNI 2019. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden
van de erkenning als landbouwonderneming en als sociale onderneming van de erkenning als landbouwonderneming en als sociale onderneming
FILIP, Koning der Belgen, FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, de artikelen Gelet op het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, de artikelen
8:2 en 8:5; 8:2 en 8:5;
Gelet op de wet van 20 juli 1955 houdende instelling van een Nationale Gelet op de wet van 20 juli 1955 houdende instelling van een Nationale
Raad voor Coöperatie, het Sociaal Ondernemerschap en de Raad voor Coöperatie, het Sociaal Ondernemerschap en de
Landbouwonderneming, artikel 5; Landbouwonderneming, artikel 5;
Gelet op het advies nr. 65.806/2 van de Raad van State, gegeven op 25 Gelet op het advies nr. 65.806/2 van de Raad van State, gegeven op 25
april 2019, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de april 2019, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de
wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat de voorwaarden voor de erkenning als Overwegende dat de voorwaarden voor de erkenning als
landbouwonderneming in overeenstemming zijn met de voorwaarden landbouwonderneming in overeenstemming zijn met de voorwaarden
inherent aan de landbouwvennootschap bedoeld in artikelen 41 en 42 van inherent aan de landbouwvennootschap bedoeld in artikelen 41 en 42 van
de wet van 23 maart 2019 tot invoering van het Wetboek van de wet van 23 maart 2019 tot invoering van het Wetboek van
vennootschappen en verenigingen en houdende diverse bepalingen; vennootschappen en verenigingen en houdende diverse bepalingen;
Op de voordracht van de Minister van Economie en de Minister van Op de voordracht van de Minister van Economie en de Minister van
Justitie, Justitie,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
HOOFDSTUK 1. - Definities HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

1° landbouwactiviteit: de landbouw- en/of tuinbouwactiviteit, vermeld 1° landbouwactiviteit: de landbouw- en/of tuinbouwactiviteit, vermeld
in de bijlage 1, gevoegd bij dit besluit; in de bijlage 1, gevoegd bij dit besluit;
2° beherende vennoot: de vennoot, natuurlijke persoon, die statutair 2° beherende vennoot: de vennoot, natuurlijke persoon, die statutair
voor onbepaalde duur als zaakvoerder of bestuurder van de vennootschap voor onbepaalde duur als zaakvoerder of bestuurder van de vennootschap
aangeduid wordt en die minstens belast is met het dagelijks bestuur aangeduid wordt en die minstens belast is met het dagelijks bestuur
van de vennootschap; van de vennootschap;
3° dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur, als bepaald in de 3° dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur, als bepaald in de
artikelen 5:79 en 6:67 van het wetboek; artikelen 5:79 en 6:67 van het wetboek;
4° beroepsinkomen uit de actieve uitbating: het beroepsinkomen dat 4° beroepsinkomen uit de actieve uitbating: het beroepsinkomen dat
wordt behaald uit de uitbating van de landbouwactiviteit, met wordt behaald uit de uitbating van de landbouwactiviteit, met
uitsluiting van de vervangingsinkomens en de pensioenen; uitsluiting van de vervangingsinkomens en de pensioenen;
5° wetboek: het Wetboek van vennootschappen en verenigingen; 5° wetboek: het Wetboek van vennootschappen en verenigingen;
6° FOD Economie: de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., 6° FOD Economie: de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O.,
Middenstand en Energie. Middenstand en Energie.
HOOFDSTUK 2. - Landbouwondernemingen HOOFDSTUK 2. - Landbouwondernemingen
Afdeling 1. - Erkenningsvoorwaarden Afdeling 1. - Erkenningsvoorwaarden

Art. 2.§ 1. Een erkenning als landbouwonderneming wordt toegekend

Art. 2.§ 1. Een erkenning als landbouwonderneming wordt toegekend

door de minister van Economie aan een van de vennootschappen bedoeld door de minister van Economie aan een van de vennootschappen bedoeld
in artikel 8:2 van het wetboek, wanneer de statuten, de werking en de in artikel 8:2 van het wetboek, wanneer de statuten, de werking en de
activiteiten van de betrokken vennootschap in overeenstemming zijn met activiteiten van de betrokken vennootschap in overeenstemming zijn met
de volgende voorwaarden: de volgende voorwaarden:
1° de vennootschap heeft hoofdzakelijk de uitbating van een 1° de vennootschap heeft hoofdzakelijk de uitbating van een
landbouwactiviteit tot doel; landbouwactiviteit tot doel;
2° enkel natuurlijke personen kunnen vennoot zijn; 2° enkel natuurlijke personen kunnen vennoot zijn;
3° de vennootschap bestaat uit minstens twee vennoten, waarvan 3° de vennootschap bestaat uit minstens twee vennoten, waarvan
minstens één vennoot een beherende vennoot is; minstens één vennoot een beherende vennoot is;
4° de aandelen van de vennootschap staan op naam en zijn van gelijke 4° de aandelen van de vennootschap staan op naam en zijn van gelijke
waarde; waarde;
5° de beherende vennoot besteedt minstens de helft van zijn 5° de beherende vennoot besteedt minstens de helft van zijn
arbeidstijd aan de uitbating van de landbouwactiviteit en haalt arbeidstijd aan de uitbating van de landbouwactiviteit en haalt
minstens de helft van zijn beroepsinkomen uit de actieve uitbating van minstens de helft van zijn beroepsinkomen uit de actieve uitbating van
de landbouwactiviteit; de landbouwactiviteit;
6° de algemene vergadering van de vennootschap beslist, met naleving 6° de algemene vergadering van de vennootschap beslist, met naleving
van de aanwezigheids- en meerderheidsvereisten voorgeschreven voor een van de aanwezigheids- en meerderheidsvereisten voorgeschreven voor een
statutenwijziging, over de volgende punten: statutenwijziging, over de volgende punten:
a) de beëindiging van het mandaat van beherende vennoot en de daaruit a) de beëindiging van het mandaat van beherende vennoot en de daaruit
volgende opzeggingstermijn; volgende opzeggingstermijn;
b) de aanstelling van een beherende vennoot en de toekenning van de b) de aanstelling van een beherende vennoot en de toekenning van de
bevoegdheden van deze beherende vennoot; bevoegdheden van deze beherende vennoot;
c) de afzetting van de beherende vennoot bij zwaarwichtige redenen; c) de afzetting van de beherende vennoot bij zwaarwichtige redenen;
7° de instemming van de algemene vergadering van de vennootschap is 7° de instemming van de algemene vergadering van de vennootschap is
vereist bij de overdracht van aandelen van één of meerdere vennoten vereist bij de overdracht van aandelen van één of meerdere vennoten
bij overlijden of onder levenden; bij overlijden of onder levenden;
8° bij elke overdracht van aandelen onder levenden heeft elke 8° bij elke overdracht van aandelen onder levenden heeft elke
beherende vennoot een recht van voorkoop; beherende vennoot een recht van voorkoop;
9° de instemming van elke beherende vennoot is vereist bij elke 9° de instemming van elke beherende vennoot is vereist bij elke
statutenwijziging van de vennootschap, alsook bij de vrijwillige statutenwijziging van de vennootschap, alsook bij de vrijwillige
ontbinding van de vennootschap, met uitzondering van de bepaling onder ontbinding van de vennootschap, met uitzondering van de bepaling onder
6°, c); 6°, c);
10° de minimale beloning uit de vennootschap komt rechtstreeks toe aan 10° de minimale beloning uit de vennootschap komt rechtstreeks toe aan
de beherende vennoot of beherende vennoten. de beherende vennoot of beherende vennoten.
§ 2. In afwijking van paragraaf 1, 7°, is de instemming van de § 2. In afwijking van paragraaf 1, 7°, is de instemming van de
algemene vergadering van de vennootschap niet vereist bij de algemene vergadering van de vennootschap niet vereist bij de
overdracht van aandelen van één of meerdere vennoten bij overlijden of overdracht van aandelen van één of meerdere vennoten bij overlijden of
onder levenden aan een andere vennoot, de echtgenoot of de wettelijk onder levenden aan een andere vennoot, de echtgenoot of de wettelijk
samenwonende van de overdrager, de bloedverwanten in rechte opgaande samenwonende van de overdrager, de bloedverwanten in rechte opgaande
lijn, de bloedverwanten in de rechte nederdalende lijn en hun lijn, de bloedverwanten in de rechte nederdalende lijn en hun
aanverwanten, met inbegrip van de adoptieve kinderen en de kinderen aanverwanten, met inbegrip van de adoptieve kinderen en de kinderen
van de echtgenoot of van de wettelijk samenwonende. van de echtgenoot of van de wettelijk samenwonende.
De statuten van de vennootschap vermelden de bepalingen bedoeld in het De statuten van de vennootschap vermelden de bepalingen bedoeld in het
eerste lid. eerste lid.
§ 3. Wanneer de vennootschap nog andere uitkeringen dan de beloning § 3. Wanneer de vennootschap nog andere uitkeringen dan de beloning
als bedoeld in paragraaf 1, 10°, voorziet, dan vermelden de statuten als bedoeld in paragraaf 1, 10°, voorziet, dan vermelden de statuten
van de vennootschap uitdrukkelijk de voorwaarden en de begunstigden van de vennootschap uitdrukkelijk de voorwaarden en de begunstigden
van deze uitkeringen. van deze uitkeringen.
Afdeling 2. - De aanvraag tot erkenning als landbouwonderneming Afdeling 2. - De aanvraag tot erkenning als landbouwonderneming

Art. 3.De vennootschap bedoeld in artikel 8:2 van het wetboek dient

Art. 3.De vennootschap bedoeld in artikel 8:2 van het wetboek dient

bij de FOD Economie een aanvraag van erkenning in, volgens het model bij de FOD Economie een aanvraag van erkenning in, volgens het model
als bijlage 2 gevoegd bij dit besluit. als bijlage 2 gevoegd bij dit besluit.
De aanvraag tot erkenning wordt ingediend met de post of met de De aanvraag tot erkenning wordt ingediend met de post of met de
elektronische post. elektronische post.
Bij de aanvraag tot erkenning worden gevoegd: Bij de aanvraag tot erkenning worden gevoegd:
1° een bewijs van oprichting in het land waar de vennootschap is 1° een bewijs van oprichting in het land waar de vennootschap is
opgericht; opgericht;
2° een exemplaar van de gecoördineerde statuten van de vennootschap; 2° een exemplaar van de gecoördineerde statuten van de vennootschap;
3° in voorkomend geval, een exemplaar van het intern reglement van de 3° in voorkomend geval, een exemplaar van het intern reglement van de
vennootschap; vennootschap;
4° de notulen van de laatste algemene vergadering van de vennootschap. 4° de notulen van de laatste algemene vergadering van de vennootschap.
Wanneer hij dat nodig acht, kan de FOD Economie bij de aanvrager om Wanneer hij dat nodig acht, kan de FOD Economie bij de aanvrager om
bijkomende inlichtingen met betrekking tot de aanvraag tot erkenning bijkomende inlichtingen met betrekking tot de aanvraag tot erkenning
vragen, met inbegrip van de bewijsstukken die de situatie als bedoeld vragen, met inbegrip van de bewijsstukken die de situatie als bedoeld
in het artikel 2, § 1, 5°, kunnen staven. in het artikel 2, § 1, 5°, kunnen staven.
De erkenning als landbouwonderneming wordt door de minister van De erkenning als landbouwonderneming wordt door de minister van
Economie geweigerd wanneer de statuten, de werking of de activiteiten Economie geweigerd wanneer de statuten, de werking of de activiteiten
van de betrokken vennootschap niet in overeenstemming zijn met de van de betrokken vennootschap niet in overeenstemming zijn met de
erkenningsvoorwaarden als bedoeld in artikel 2. erkenningsvoorwaarden als bedoeld in artikel 2.
Afdeling 3. - De controle van de erkenningen als landbouwonderneming Afdeling 3. - De controle van de erkenningen als landbouwonderneming

Art. 4.De ambtenaren van de FOD Economie gaan op regelmatige basis na

Art. 4.De ambtenaren van de FOD Economie gaan op regelmatige basis na

of de vennootschappen, erkend als landbouwonderneming, aan de of de vennootschappen, erkend als landbouwonderneming, aan de
voorwaarden van de erkenning die hun is toegekend, blijven voldoen. voorwaarden van de erkenning die hun is toegekend, blijven voldoen.
In het kader van de controle van de erkenningsvoorwaarden kan de FOD In het kader van de controle van de erkenningsvoorwaarden kan de FOD
Economie bij de vennootschap erkend als landbouwonderneming bijkomende Economie bij de vennootschap erkend als landbouwonderneming bijkomende
inlichtingen vragen of aan haar bijkomende stukken opvragen. inlichtingen vragen of aan haar bijkomende stukken opvragen.
Afdeling 4. - De intrekking van de erkenning als landbouwonderneming Afdeling 4. - De intrekking van de erkenning als landbouwonderneming

Art. 5.De erkenning als landbouwonderneming wordt door de minister

Art. 5.De erkenning als landbouwonderneming wordt door de minister

van Economie ingetrokken wanneer: van Economie ingetrokken wanneer:
1° de vennootschap hierom verzoekt; 1° de vennootschap hierom verzoekt;
2° de statuten, de werking of de activiteiten van de vennootschap 2° de statuten, de werking of de activiteiten van de vennootschap
erkend als landbouwonderneming, niet meer in overeenstemming zijn met erkend als landbouwonderneming, niet meer in overeenstemming zijn met
de erkenningsvoorwaarden bepaald in artikel 2; de erkenningsvoorwaarden bepaald in artikel 2;
3° de vennootschap ontbonden is of een andere rechtsvorm heeft 3° de vennootschap ontbonden is of een andere rechtsvorm heeft
aangenomen dan deze vormen bepaald in artikel 8:2 van het wetboek; aangenomen dan deze vormen bepaald in artikel 8:2 van het wetboek;
4° de vennootschap niet, binnen de termijn bepaald door de FOD 4° de vennootschap niet, binnen de termijn bepaald door de FOD
Economie, de bijkomende inlichtingen of stukken nodig voor de controle Economie, de bijkomende inlichtingen of stukken nodig voor de controle
van de erkenningsvoorwaarden bedoeld in artikel 4, overmaakt. van de erkenningsvoorwaarden bedoeld in artikel 4, overmaakt.
HOOFDSTUK 3. - Sociale ondernemingen HOOFDSTUK 3. - Sociale ondernemingen
Afdeling 1. - Erkenningsvoorwaarden Afdeling 1. - Erkenningsvoorwaarden

Art. 6.§ 1. Een erkenning als sociale onderneming wordt toegekend

Art. 6.§ 1. Een erkenning als sociale onderneming wordt toegekend

door de minister van Economie aan een coöperatieve vennootschap door de minister van Economie aan een coöperatieve vennootschap
wanneer haar statuten, haar werking en haar activiteiten in wanneer haar statuten, haar werking en haar activiteiten in
overeenstemming zijn met de volgende voorwaarden: overeenstemming zijn met de volgende voorwaarden:
1° de vennootschap heeft hoofdzakelijk tot doel, in het algemeen 1° de vennootschap heeft hoofdzakelijk tot doel, in het algemeen
belang, een positieve maatschappelijke impact te bewerkstelligen op de belang, een positieve maatschappelijke impact te bewerkstelligen op de
mens, het milieu of de samenleving, overeenkomstig artikel 8:5, § 1, mens, het milieu of de samenleving, overeenkomstig artikel 8:5, § 1,
1°, van het wetboek; 1°, van het wetboek;
2° de statuten omschrijven het voorwerp van de vennootschap waarbij 2° de statuten omschrijven het voorwerp van de vennootschap waarbij
uitdrukkelijk tot uiting komt dat dit voorwerp dienstig is om een uitdrukkelijk tot uiting komt dat dit voorwerp dienstig is om een
positieve maatschappelijke impact op de mens, het milieu of de positieve maatschappelijke impact op de mens, het milieu of de
samenleving te bewerkstelligen; samenleving te bewerkstelligen;
3° bij uittreding ontvangt de uittredende aandeelhouder maximum de 3° bij uittreding ontvangt de uittredende aandeelhouder maximum de
nominale waarde van zijn werkelijke inbreng; nominale waarde van zijn werkelijke inbreng;
4° het mandaat van bestuurder is onbezoldigd, tenzij de algemene 4° het mandaat van bestuurder is onbezoldigd, tenzij de algemene
vergadering van aandeelhouders beslist over een beperkte vergadering van aandeelhouders beslist over een beperkte
onkostenvergoeding of presentiegeld; onkostenvergoeding of presentiegeld;
5° geen enkele aandeelhouder mag aan een stemming in de algemene 5° geen enkele aandeelhouder mag aan een stemming in de algemene
vergadering deelnemen met meer dan een tiende van het aantal stemmen vergadering deelnemen met meer dan een tiende van het aantal stemmen
verbonden aan de vertegenwoordigde aandelen; verbonden aan de vertegenwoordigde aandelen;
6° het bedrag van het dividend uit te keren aan de aandeelhouders kan 6° het bedrag van het dividend uit te keren aan de aandeelhouders kan
slechts worden bepaald na bepaling van een bedrag dat de vennootschap slechts worden bepaald na bepaling van een bedrag dat de vennootschap
voorbehoudt aan projecten of bestemmingen die nodig of dienstig zijn voorbehoudt aan projecten of bestemmingen die nodig of dienstig zijn
tot verwezenlijking van haar voorwerp; tot verwezenlijking van haar voorwerp;
7° het enig vermogensvoordeel dat de vennootschap rechtstreeks of 7° het enig vermogensvoordeel dat de vennootschap rechtstreeks of
onrechtstreeks aan haar aandeelhouders uitkeert, onder welke vorm dan onrechtstreeks aan haar aandeelhouders uitkeert, onder welke vorm dan
ook, mag niet hoger zijn dan de rentevoet vastgesteld in artikel 8:5, ook, mag niet hoger zijn dan de rentevoet vastgesteld in artikel 8:5,
§ 1, 2°, van het wetboek, en toegepast op het door de aandeelhouders § 1, 2°, van het wetboek, en toegepast op het door de aandeelhouders
werkelijk gestorte bedrag op de aandelen; werkelijk gestorte bedrag op de aandelen;
8° bij vereffening van de vennootschap is het vermogen dat overblijft 8° bij vereffening van de vennootschap is het vermogen dat overblijft
na aanzuivering van het passief en terugbetaling van het door de na aanzuivering van het passief en terugbetaling van het door de
aandeelhouders werkelijke gestorte en nog niet terugbetaalde bedrag op aandeelhouders werkelijke gestorte en nog niet terugbetaalde bedrag op
de aandelen, bestemd voor een bestemming dat zo nauw mogelijk aansluit de aandelen, bestemd voor een bestemming dat zo nauw mogelijk aansluit
bij haar voorwerp overeenkomstig artikel 8:5, § 1, 3°, van het bij haar voorwerp overeenkomstig artikel 8:5, § 1, 3°, van het
wetboek. wetboek.
§ 2. Het bestuursorgaan van de vennootschap stelt jaarlijks een § 2. Het bestuursorgaan van de vennootschap stelt jaarlijks een
bijzonder verslag over het afgesloten boekjaar op waarin het ten bijzonder verslag over het afgesloten boekjaar op waarin het ten
minste melding maakt van: minste melding maakt van:
1° de informatie vermeld in artikel 6:120, § 2, van het wetboek; 1° de informatie vermeld in artikel 6:120, § 2, van het wetboek;
2° de wijze waarop het bestuursorgaan van de vennootschap toezicht 2° de wijze waarop het bestuursorgaan van de vennootschap toezicht
houdt op de toepassing van de erkenningsvoorwaarden, bepaald in houdt op de toepassing van de erkenningsvoorwaarden, bepaald in
paragraaf 1; paragraaf 1;
3° de activiteiten die de vennootschap heeft verricht ter 3° de activiteiten die de vennootschap heeft verricht ter
verwezenlijking van haar voorwerp; verwezenlijking van haar voorwerp;
4° de middelen die de vennootschap hiervoor heeft ingezet. 4° de middelen die de vennootschap hiervoor heeft ingezet.
Het bijzonder verslag wordt ingevoegd in het jaarverslag dat Het bijzonder verslag wordt ingevoegd in het jaarverslag dat
overeenkomstig artikelen 3:5 en 3:6 van het wetboek wordt opgesteld en overeenkomstig artikelen 3:5 en 3:6 van het wetboek wordt opgesteld en
neergelegd. neergelegd.
Het bestuursorgaan van een vennootschap dat overeenkomstig artikel 3:4 Het bestuursorgaan van een vennootschap dat overeenkomstig artikel 3:4
van het wetboek niet gehouden is een jaarverslag op te stellen en neer van het wetboek niet gehouden is een jaarverslag op te stellen en neer
te leggen, stuurt een kopie van het bijzonder verslag naar de FOD te leggen, stuurt een kopie van het bijzonder verslag naar de FOD
Economie binnen de zeven maanden na de datum van afsluiting van het Economie binnen de zeven maanden na de datum van afsluiting van het
boekjaar. boekjaar.
Het bijzonder verslag wordt op de zetel van de vennootschap bewaard. Het bijzonder verslag wordt op de zetel van de vennootschap bewaard.
Afdeling 2. - De aanvraag tot erkenning als sociale onderneming Afdeling 2. - De aanvraag tot erkenning als sociale onderneming

Art. 7.De vennootschap dient een aanvraag van erkenning als sociale

Art. 7.De vennootschap dient een aanvraag van erkenning als sociale

onderneming in bij de FOD Economie, volgens het model als bijlage 3 onderneming in bij de FOD Economie, volgens het model als bijlage 3
gevoegd bij dit besluit. gevoegd bij dit besluit.
De aanvraag tot erkenning als sociale onderneming wordt met de post of De aanvraag tot erkenning als sociale onderneming wordt met de post of
met de elektronische post ingediend. met de elektronische post ingediend.
Bij de aanvraag tot erkenning als sociale onderneming worden gevoegd: Bij de aanvraag tot erkenning als sociale onderneming worden gevoegd:
1° een bewijs van oprichting in het land waar de vennootschap is 1° een bewijs van oprichting in het land waar de vennootschap is
opgericht; opgericht;
2° een exemplaar van de gecoördineerde statuten van de vennootschap; 2° een exemplaar van de gecoördineerde statuten van de vennootschap;
3° in voorkomend geval, een exemplaar van het intern reglement van de 3° in voorkomend geval, een exemplaar van het intern reglement van de
vennootschap; vennootschap;
4° de notulen van de laatste algemene vergadering van de vennootschap. 4° de notulen van de laatste algemene vergadering van de vennootschap.
Wanneer hij dat nodig acht, kan de FOD Economie bij de aanvrager om Wanneer hij dat nodig acht, kan de FOD Economie bij de aanvrager om
bijkomende inlichtingen met betrekking tot de aanvraag tot erkenning bijkomende inlichtingen met betrekking tot de aanvraag tot erkenning
vragen. vragen.
De erkenning als sociale onderneming wordt door de minister van De erkenning als sociale onderneming wordt door de minister van
Economie geweigerd wanneer de statuten, de werking of de activiteiten Economie geweigerd wanneer de statuten, de werking of de activiteiten
van de betrokken vennootschap niet in overeenstemming zijn met de van de betrokken vennootschap niet in overeenstemming zijn met de
bepalingen van artikel 6. bepalingen van artikel 6.
Afdeling 3. - De controle van de vennootschappen erkend als sociale Afdeling 3. - De controle van de vennootschappen erkend als sociale
ondernemingen ondernemingen

Art. 8.De ambtenaren van de FOD Economie gaan op regelmatige basis na

Art. 8.De ambtenaren van de FOD Economie gaan op regelmatige basis na

of de coöperatieve vennootschappen erkend als sociale ondernemingen, of de coöperatieve vennootschappen erkend als sociale ondernemingen,
aan de voorwaarden van de erkenning die hun is toegekend, blijven aan de voorwaarden van de erkenning die hun is toegekend, blijven
voldoen. voldoen.
In het kader van de controle van de erkenningsvoorwaarden kan de FOD In het kader van de controle van de erkenningsvoorwaarden kan de FOD
Economie bij de coöperatieve vennootschap erkend als sociale Economie bij de coöperatieve vennootschap erkend als sociale
onderneming bijkomende inlichtingen of stukken opvragen. onderneming bijkomende inlichtingen of stukken opvragen.
Afdeling 4. - De intrekking van de erkenning als sociale onderneming Afdeling 4. - De intrekking van de erkenning als sociale onderneming

Art. 9.De erkenning als sociale onderneming wordt door de minister

Art. 9.De erkenning als sociale onderneming wordt door de minister

van Economie ingetrokken wanneer: van Economie ingetrokken wanneer:
1° de vennootschap hierom verzoekt; 1° de vennootschap hierom verzoekt;
2° de statuten, de werking of de activiteiten van de coöperatieve 2° de statuten, de werking of de activiteiten van de coöperatieve
vennootschap erkend als sociale onderneming, niet meer in vennootschap erkend als sociale onderneming, niet meer in
overeenstemming zijn met de bepalingen van artikel 6; overeenstemming zijn met de bepalingen van artikel 6;
3° de vennootschap ontbonden is of niet langer de rechtsvorm van 3° de vennootschap ontbonden is of niet langer de rechtsvorm van
coöperatieve vennootschap heeft; coöperatieve vennootschap heeft;
4° de vennootschap niet, binnen de termijn bepaald door de FOD 4° de vennootschap niet, binnen de termijn bepaald door de FOD
Economie, de bijkomende inlichtingen of stukken nodig voor de controle Economie, de bijkomende inlichtingen of stukken nodig voor de controle
van de erkenningsvoorwaarden bedoeld in artikel 8, overmaakt. van de erkenningsvoorwaarden bedoeld in artikel 8, overmaakt.
HOOFDSTUK 4. - De erkende coöperatieve vennootschap die erkend is als HOOFDSTUK 4. - De erkende coöperatieve vennootschap die erkend is als
sociale onderneming sociale onderneming
Afdeling 1. - De aanvraag tot erkenning Afdeling 1. - De aanvraag tot erkenning

Art. 10.De aanvraag tot erkenning bedoeld in deze afdeling betreft de

Art. 10.De aanvraag tot erkenning bedoeld in deze afdeling betreft de

volgende vennootschappen: volgende vennootschappen:
1° een coöperatieve vennootschap die tegelijk de erkenning als erkende 1° een coöperatieve vennootschap die tegelijk de erkenning als erkende
coöperatieve vennootschap bedoeld in artikel 8:4 van het wetboek en de coöperatieve vennootschap bedoeld in artikel 8:4 van het wetboek en de
erkenning als sociale onderneming bedoeld in artikel 8:5 van het erkenning als sociale onderneming bedoeld in artikel 8:5 van het
wetboek aanvraagt; wetboek aanvraagt;
2° een erkende coöperatieve vennootschap bedoeld in artikel 8:4 van 2° een erkende coöperatieve vennootschap bedoeld in artikel 8:4 van
het wetboek die de erkenning als sociale onderneming aanvraagt; het wetboek die de erkenning als sociale onderneming aanvraagt;
3° een coöperatieve vennootschap erkend als sociale onderneming 3° een coöperatieve vennootschap erkend als sociale onderneming
bedoeld in artikel 8:5 van het wetboek en die de erkenning als erkende bedoeld in artikel 8:5 van het wetboek en die de erkenning als erkende
coöperatieve vennootschap aanvraagt. coöperatieve vennootschap aanvraagt.

Art. 11.De coöperatieve vennootschap bedoeld in artikel 10 dient een

Art. 11.De coöperatieve vennootschap bedoeld in artikel 10 dient een

aanvraag tot erkenning in bij de FOD Economie: aanvraag tot erkenning in bij de FOD Economie:
1° volgens het model dat als bijlage 4 is gevoegd bij dit besluit, 1° volgens het model dat als bijlage 4 is gevoegd bij dit besluit,
wanneer het gaat om een coöperatieve vennootschap, die op hetzelfde wanneer het gaat om een coöperatieve vennootschap, die op hetzelfde
ogenblik beide erkenningen aanvraagt; ogenblik beide erkenningen aanvraagt;
2° volgens het model dat als bijlage 3 is gevoegd bij dit besluit, 2° volgens het model dat als bijlage 3 is gevoegd bij dit besluit,
wanneer het gaat om een erkende coöperatieve vennootschap bedoeld in wanneer het gaat om een erkende coöperatieve vennootschap bedoeld in
artikel 8:4 die een erkenning als sociale onderneming aanvraagt; artikel 8:4 die een erkenning als sociale onderneming aanvraagt;
3° volgens het model vastgesteld door de Koning, tot uitvoering van de 3° volgens het model vastgesteld door de Koning, tot uitvoering van de
wet van 20 juli 1955 houdende instelling van een Nationale Raad voor wet van 20 juli 1955 houdende instelling van een Nationale Raad voor
de Coöperatie, het Sociaal Ondernemerschap en de Landbouwonderneming, de Coöperatie, het Sociaal Ondernemerschap en de Landbouwonderneming,
wanneer het gaat om een coöperatieve vennootschap, erkend als sociale wanneer het gaat om een coöperatieve vennootschap, erkend als sociale
onderneming, die een erkenning als erkende coöperatieve vennootschap onderneming, die een erkenning als erkende coöperatieve vennootschap
aanvraagt. aanvraagt.
De aanvraag tot erkenning wordt ingediend met de post of met de De aanvraag tot erkenning wordt ingediend met de post of met de
elektronische post. elektronische post.
Bij de aanvraag tot erkenning worden gevoegd: Bij de aanvraag tot erkenning worden gevoegd:
1° een bewijs van oprichting in het land waar de vennootschap is 1° een bewijs van oprichting in het land waar de vennootschap is
opgericht; opgericht;
2° een exemplaar van de gecoördineerde statuten van de vennootschap; 2° een exemplaar van de gecoördineerde statuten van de vennootschap;
3° in voorkomend geval, een exemplaar van het intern reglement van de 3° in voorkomend geval, een exemplaar van het intern reglement van de
vennootschap. vennootschap.
Wanneer hij dat nodig acht, kan de FOD Economie bij de aanvrager om Wanneer hij dat nodig acht, kan de FOD Economie bij de aanvrager om
bijkomende inlichtingen met betrekking tot de aanvraag tot erkenning bijkomende inlichtingen met betrekking tot de aanvraag tot erkenning
vragen. vragen.

Art. 12.De erkenning wordt door de minister van Economie geweigerd

Art. 12.De erkenning wordt door de minister van Economie geweigerd

wanneer de statuten, de werking of de activiteiten van de betrokken wanneer de statuten, de werking of de activiteiten van de betrokken
vennootschap niet in overeenstemming zijn met de erkenningsvoorwaarden vennootschap niet in overeenstemming zijn met de erkenningsvoorwaarden
die op haar van toepassing zijn. die op haar van toepassing zijn.
Afdeling 2. - De gevolgen van de intrekking van een erkenning op het Afdeling 2. - De gevolgen van de intrekking van een erkenning op het
behoud van de andere erkenning behoud van de andere erkenning

Art. 13.De erkende coöperatieve vennootschap bedoeld in artikelen 8:4

Art. 13.De erkende coöperatieve vennootschap bedoeld in artikelen 8:4

en 8:5 van het wetboek behoudt na intrekking van haar erkenning als en 8:5 van het wetboek behoudt na intrekking van haar erkenning als
sociale onderneming, haar erkenning als erkende coöperatieve sociale onderneming, haar erkenning als erkende coöperatieve
vennootschap bedoeld in artikel 8:4 van het wetboek wanneer zij blijft vennootschap bedoeld in artikel 8:4 van het wetboek wanneer zij blijft
voldoen aan de voorwaarden bepaald door de wet van 20 juli 1955 voldoen aan de voorwaarden bepaald door de wet van 20 juli 1955
houdende instelling van een Nationale Raad voor de Coöperatie, het houdende instelling van een Nationale Raad voor de Coöperatie, het
Sociaal Ondernemerschap en de Landbouwonderneming en haar Sociaal Ondernemerschap en de Landbouwonderneming en haar
uitvoeringsbesluiten. uitvoeringsbesluiten.
De erkende coöperatieve vennootschap bedoeld in artikelen 8:4 en 8:5 De erkende coöperatieve vennootschap bedoeld in artikelen 8:4 en 8:5
van het wetboek behoudt na intrekking van haar erkenning als erkende van het wetboek behoudt na intrekking van haar erkenning als erkende
coöperatieve vennootschap bedoeld in artikel 8: 4 van het wetboek haar coöperatieve vennootschap bedoeld in artikel 8: 4 van het wetboek haar
erkenning als sociale onderneming wanneer zij blijft voldoen aan de erkenning als sociale onderneming wanneer zij blijft voldoen aan de
erkenningsvoorwaarden bepaald in artikel 6. erkenningsvoorwaarden bepaald in artikel 6.
HOOFDSTUK 5. - Gemeenschappelijke bepalingen HOOFDSTUK 5. - Gemeenschappelijke bepalingen

Art. 14.Elke erkenning en elke intrekking van een erkenning maken het

Art. 14.Elke erkenning en elke intrekking van een erkenning maken het

voorwerp uit van een ministerieel besluit, dat in het Belgisch voorwerp uit van een ministerieel besluit, dat in het Belgisch
Staatsblad en op de website van de FOD Economie wordt bekendgemaakt. Staatsblad en op de website van de FOD Economie wordt bekendgemaakt.
HOOFDSTUK 6. - Slotbepalingen HOOFDSTUK 6. - Slotbepalingen

Art. 15.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het besluit in

Art. 15.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het besluit in

het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, met uitzondering van het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, met uitzondering van
hoofdstuk 2, dat in werking treedt op 15 juli 2019. hoofdstuk 2, dat in werking treedt op 15 juli 2019.

Art. 16.De minister bevoegd voor Economie en de minister bevoegd voor

Art. 16.De minister bevoegd voor Economie en de minister bevoegd voor

Justitie, zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van Justitie, zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van
dit besluit. dit besluit.
Gegeven te Brussel, 28 juni 2019. Gegeven te Brussel, 28 juni 2019.
FILIP FILIP
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Economie, De Minister van Economie,
K. PEETERS K. PEETERS
De Minister van Justitie, De Minister van Justitie,
K. GEENS K. GEENS
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
^