Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 28/12/2020
← Terug naar "Koninklijk besluit tot aanpassing van diverse bepalingen inzake sociale zekerheid en vrijwilligerswerk in het kader van de bestrijding van de sociaal-economische gevolgen van de coronaviruspandemie "
Koninklijk besluit tot aanpassing van diverse bepalingen inzake sociale zekerheid en vrijwilligerswerk in het kader van de bestrijding van de sociaal-economische gevolgen van de coronaviruspandemie Koninklijk besluit tot aanpassing van diverse bepalingen inzake sociale zekerheid en vrijwilligerswerk in het kader van de bestrijding van de sociaal-economische gevolgen van de coronaviruspandemie
FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID
28 DECEMBER 2020. - Koninklijk besluit tot aanpassing van diverse 28 DECEMBER 2020. - Koninklijk besluit tot aanpassing van diverse
bepalingen inzake sociale zekerheid en vrijwilligerswerk in het kader bepalingen inzake sociale zekerheid en vrijwilligerswerk in het kader
van de bestrijding van de sociaal-economische gevolgen van de van de bestrijding van de sociaal-economische gevolgen van de
coronaviruspandemie coronaviruspandemie
FILIP, Koning der Belgen, FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van Gelet op de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van
28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der
arbeiders, artikelen 2, § 1, 2°, en 14, § 2; arbeiders, artikelen 2, § 1, 2°, en 14, § 2;
Gelet op de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van Gelet op de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van
de sociale zekerheid voor de werknemers, artikel 23, tweede lid, de sociale zekerheid voor de werknemers, artikel 23, tweede lid,
laatst gewijzigd bij de wet van 24 juli 2008; laatst gewijzigd bij de wet van 24 juli 2008;
Gelet op de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van de Gelet op de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van de
vrijwilligers, artikel 12; vrijwilligers, artikel 12;
Gelet op het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering Gelet op het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering
van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28
december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders; december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders;
Gelet op het koninklijk besluit van 20 december 2018 tot verhoging van Gelet op het koninklijk besluit van 20 december 2018 tot verhoging van
het jaarlijks kostenplafond, zoals bepaald in artikel 10, eerste lid het jaarlijks kostenplafond, zoals bepaald in artikel 10, eerste lid
van de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van de van de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van de
vrijwilligers, voor bepaalde categorieën van vrijwilligers; vrijwilligers, voor bepaalde categorieën van vrijwilligers;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 12 Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 12
november 2020; november 2020;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting,
d.d. 16 november 2020; d.d. 16 november 2020;
Gelet op het advies van 24 november 2020 van het paritair comité nr. Gelet op het advies van 24 november 2020 van het paritair comité nr.
144 voor de landbouw en het paritair comité nr. 145 voor het 144 voor de landbouw en het paritair comité nr. 145 voor het
tuinbouwbedrijf; tuinbouwbedrijf;
Gelet op de wet van 25 april 1963 betreffende het beheer van de Gelet op de wet van 25 april 1963 betreffende het beheer van de
instellingen van openbaar nut voor sociale zekerheid en sociale instellingen van openbaar nut voor sociale zekerheid en sociale
voorzorg, artikel 15, eerste lid; voorzorg, artikel 15, eerste lid;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid; Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Gelet op de uitzondering inzake het verrichten van de Gelet op de uitzondering inzake het verrichten van de
regelgevingsimpactanalyse, bedoeld in artikel 8, § 2, 2°, van de wet regelgevingsimpactanalyse, bedoeld in artikel 8, § 2, 2°, van de wet
van 15 december 2013 houdende diverse bepalingen inzake van 15 december 2013 houdende diverse bepalingen inzake
administratieve vereenvoudiging; administratieve vereenvoudiging;
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de
omstandigheid dat de situatie inzake het coronavirus COVID-19 niet omstandigheid dat de situatie inzake het coronavirus COVID-19 niet
toelaat om dertig dagen te wachten op het advies van de afdeling toelaat om dertig dagen te wachten op het advies van de afdeling
wetgeving van de Raad van State, in het bijzonder omwille van de wetgeving van de Raad van State, in het bijzonder omwille van de
noodzaak om zonder verwijl de nodige maatregelen te treffen om de noodzaak om zonder verwijl de nodige maatregelen te treffen om de
sociaal-economische gevolgen van het coronavirus COVID-19 te milderen sociaal-economische gevolgen van het coronavirus COVID-19 te milderen
voor werkgevers; voor werkgevers;
Overwegende dat de COVID-19 in 2021 het teeltseizoen in de land- en Overwegende dat de COVID-19 in 2021 het teeltseizoen in de land- en
tuinbouw zal treffen. De pandemie betekent dat er voor deze sectoren tuinbouw zal treffen. De pandemie betekent dat er voor deze sectoren
minder buitenlandse werknemers beschikbaar zijn en zullen zijn. Daarom minder buitenlandse werknemers beschikbaar zijn en zullen zijn. Daarom
moeten degenen die beschikbaar zullen zijn de mogelijkheid krijgen om moeten degenen die beschikbaar zullen zijn de mogelijkheid krijgen om
hun activiteit uit te breiden tot boven de quota's van de hun activiteit uit te breiden tot boven de quota's van de
gebruikelijke tewerkstellingsdagen; gebruikelijke tewerkstellingsdagen;
Overwegende dat de toename van het aantal bijkomende vrijwillige Overwegende dat de toename van het aantal bijkomende vrijwillige
overuren bij werkgevers die tot de cruciale sectoren behoren die vanaf overuren bij werkgevers die tot de cruciale sectoren behoren die vanaf
1 oktober 2020 van toepassing zullen zijn in uitvoering van de wet van 1 oktober 2020 van toepassing zullen zijn in uitvoering van de wet van
20 december 2020 houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten 20 december 2020 houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten
gevolge van de COVID-19-pandemie, vereist dat deze uren vanaf dezelfde gevolge van de COVID-19-pandemie, vereist dat deze uren vanaf dezelfde
datum worden vrijgesteld van de berekening van de datum worden vrijgesteld van de berekening van de
socialezekerheidsbijdragen; socialezekerheidsbijdragen;
Overwegende dat veel organisaties in het kader van hun ondersteunende Overwegende dat veel organisaties in het kader van hun ondersteunende
interventies in verband met de COVID-19-crisis hebben kunnen rekenen interventies in verband met de COVID-19-crisis hebben kunnen rekenen
op de voortdurende inzet van veel vrijwilligers; dat voor veel op de voortdurende inzet van veel vrijwilligers; dat voor veel
vrijwilligers de opdrachten frequenter waren en de verplaatsingen vrijwilligers de opdrachten frequenter waren en de verplaatsingen
langer duurden dan in de gebruikelijke context; dat gelet op deze langer duurden dan in de gebruikelijke context; dat gelet op deze
context van gezondheidscrisis een aantal vrijwilligers, die in het context van gezondheidscrisis een aantal vrijwilligers, die in het
vierde kwartaal van 2020 en het eerste kwartaal van 2021 bijzonder vierde kwartaal van 2020 en het eerste kwartaal van 2021 bijzonder
betrokken zijn bij operationele opdrachten die rechtstreeks verband betrokken zijn bij operationele opdrachten die rechtstreeks verband
houden met de gezondheidscrisis, het jaarlijkse plafond van de houden met de gezondheidscrisis, het jaarlijkse plafond van de
forfaitaire kostenvergoedingen, zoals bepaald in artikel 10 van de wet forfaitaire kostenvergoedingen, zoals bepaald in artikel 10 van de wet
van 3 juli 2005 betreffende de rechten van de vrijwilligers, hebben van 3 juli 2005 betreffende de rechten van de vrijwilligers, hebben
bereikt of weldra zullen bereiken; dat dit tot gevolg heeft of zal bereikt of weldra zullen bereiken; dat dit tot gevolg heeft of zal
hebben dat zij niet meer ingezet (zouden) kunnen worden voor hebben dat zij niet meer ingezet (zouden) kunnen worden voor
opdrachten die verband houden met COVID-19 of voor opdrachten die opdrachten die verband houden met COVID-19 of voor opdrachten die
verband houden met de gebruikelijke operaties; verband houden met de gebruikelijke operaties;
Gelet op het advies nr. 68.383/1 van de Raad van State, gegeven op 7 Gelet op het advies nr. 68.383/1 van de Raad van State, gegeven op 7
december 2020 in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van december 2020 in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van
de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Werk en de Minister van Sociale Op de voordracht van de Minister van Werk en de Minister van Sociale
Zaken en op het advies van de in Raad vergaderde ministers, Zaken en op het advies van de in Raad vergaderde ministers,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 28 november HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 28 november
1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de
besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke
zekerheid der arbeiders met het oog op de aanpassing van bepaalde zekerheid der arbeiders met het oog op de aanpassing van bepaalde
regels die van toepassing zijn in de land- en tuinbouwsector regels die van toepassing zijn in de land- en tuinbouwsector

Artikel 1.In artikel 8bis van het koninklijk besluit van 28 november

Artikel 1.In artikel 8bis van het koninklijk besluit van 28 november

1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de
besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke
zekerheid der arbeiders, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 21 zekerheid der arbeiders, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 21
juni 1994 en laatst gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 28 juni 1994 en laatst gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 28
april 2014 en nr. 5 van 9 april 2020, worden de volgende wijzigingen april 2014 en nr. 5 van 9 april 2020, worden de volgende wijzigingen
aangebracht : aangebracht :
a) in paragraaf 1, tweede lid, 1°, worden de woorden "of de a) in paragraaf 1, tweede lid, 1°, worden de woorden "of de
champignonteelt" vervangen door de woorden ", de champignonteelt of de champignonteelt" vervangen door de woorden ", de champignonteelt of de
fruitteelt"; fruitteelt";
b) paragraaf 1, tweede lid, wordt aangevuld met de bepaling onder 6°, b) paragraaf 1, tweede lid, wordt aangevuld met de bepaling onder 6°,
luidende : luidende :
"6° wat de handarbeiders betreft die tewerkgesteld zijn in de "6° wat de handarbeiders betreft die tewerkgesteld zijn in de
fruitteelt: de handarbeider tewerkgesteld gedurende maximaal 100 dagen fruitteelt: de handarbeider tewerkgesteld gedurende maximaal 100 dagen
per kalenderjaar, met uitzondering van de werknemers die ressorteren per kalenderjaar, met uitzondering van de werknemers die ressorteren
onder het Paritair Comité voor de uitzendarbeid, wat de laatste 35 onder het Paritair Comité voor de uitzendarbeid, wat de laatste 35
dagen van de 100 dagen betreft."; dagen van de 100 dagen betreft.";
c) paragraaf 1 wordt aangevuld met een lid, luidende : c) paragraaf 1 wordt aangevuld met een lid, luidende :
"In afwijking van het tweede lid, worden de quota bedoeld in het "In afwijking van het tweede lid, worden de quota bedoeld in het
tweede lid voor het jaar 2021 aangepast als volgt: het maximum van 30 tweede lid voor het jaar 2021 aangepast als volgt: het maximum van 30
dagen wordt telkens 60 dagen en het maximum van 65 dagen wordt telkens dagen wordt telkens 60 dagen en het maximum van 65 dagen wordt telkens
100 dagen."; 100 dagen.";
d) paragraaf 2 wordt aangevuld met een lid, luidende : d) paragraaf 2 wordt aangevuld met een lid, luidende :
"Voor het jaar 2021 wordt het maximum van 65 dagen, bedoeld in het "Voor het jaar 2021 wordt het maximum van 65 dagen, bedoeld in het
eerste lid, 100 dagen."; eerste lid, 100 dagen.";
e) er wordt een paragraaf 2ter ingevoegd, luidende : e) er wordt een paragraaf 2ter ingevoegd, luidende :
" § 2ter. In afwijking van paragraaf 2, eerste lid, kan, wat de " § 2ter. In afwijking van paragraaf 2, eerste lid, kan, wat de
handarbeiders betreft die in de fruitteelt tewerkgesteld zijn, de handarbeiders betreft die in de fruitteelt tewerkgesteld zijn, de
beperking van de onderwerping bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, beperking van de onderwerping bedoeld in paragraaf 1, eerste lid,
verlengd worden met 35 extra dagen per handarbeider die geen verlengd worden met 35 extra dagen per handarbeider die geen
uitzendarbeider is en dit voor 33 % van het aantal uitzendarbeider is en dit voor 33 % van het aantal
gelegenheidswerknemers die de betrokken werkgever in het jaar 2020 gelegenheidswerknemers die de betrokken werkgever in het jaar 2020
heeft aangegeven, voor zover gelijktijdig aan de volgende voorwaarden heeft aangegeven, voor zover gelijktijdig aan de volgende voorwaarden
is voldaan : is voldaan :
1° de betrokken werkgever toont voor het jaar 2021 een 1° de betrokken werkgever toont voor het jaar 2021 een
tewerkstellingsvolume aan, uitgedrukt in voltijds equivalent, dat tewerkstellingsvolume aan, uitgedrukt in voltijds equivalent, dat
minstens gelijk is aan het gemiddelde van de vier multifunctionele minstens gelijk is aan het gemiddelde van de vier multifunctionele
aangiften bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid voor het aangiften bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid voor het
kalenderjaar 2019; kalenderjaar 2019;
2° de betrokken werkgever moet, uiterlijk op 15 april 2021, een 2° de betrokken werkgever moet, uiterlijk op 15 april 2021, een
schriftelijke aanvraag richten aan de voorzitter van het Paritair schriftelijke aanvraag richten aan de voorzitter van het Paritair
Comité voor het tuinbouwbedrijf en aan het Waarborg- en Sociaal Fonds Comité voor het tuinbouwbedrijf en aan het Waarborg- en Sociaal Fonds
voor het tuinbouwbedrijf. Deze aanvraag bevat een verklaring, die voor het tuinbouwbedrijf. Deze aanvraag bevat een verklaring, die
samen met de aanvraag ingediend moet worden opdat deze ontvankelijk samen met de aanvraag ingediend moet worden opdat deze ontvankelijk
zou zijn, en waarin de werkgever zich verbindt om : zou zijn, en waarin de werkgever zich verbindt om :
- de sociale wetgeving en de collectieve arbeidsovereenkomsten correct - de sociale wetgeving en de collectieve arbeidsovereenkomsten correct
toe te passen; toe te passen;
- geen gebruik te maken van detacheringsconstructies; - geen gebruik te maken van detacheringsconstructies;
- geen beroep te doen op schijnzelfstandigen; - geen beroep te doen op schijnzelfstandigen;
- niet aan sociale dumping te doen; - niet aan sociale dumping te doen;
- niet te werken met constructies van aannemings- of - niet te werken met constructies van aannemings- of
dienstverleningscontracten met Belgische of buitenlandse ondernemingen dienstverleningscontracten met Belgische of buitenlandse ondernemingen
om de Belgische wetgeving betreffende de verboden om de Belgische wetgeving betreffende de verboden
terbeschikkingstelling te omzeilen. terbeschikkingstelling te omzeilen.
Het Waarborg- en Sociaal Fonds voor het tuinbouwbedrijf stelt een Het Waarborg- en Sociaal Fonds voor het tuinbouwbedrijf stelt een
modeldocument ter beschikking voor de schriftelijke aanvraag en de modeldocument ter beschikking voor de schriftelijke aanvraag en de
verklaring bedoeld in het eerste lid. verklaring bedoeld in het eerste lid.
In de gevallen bedoeld in het eerste lid beoordeelt een werkgroep In de gevallen bedoeld in het eerste lid beoordeelt een werkgroep
"Fruitteelt", opgericht binnen het Paritair Comité voor het "Fruitteelt", opgericht binnen het Paritair Comité voor het
tuinbouwbedrijf, de aanvragen vóór 10 mei 2021 aan de hand van de tuinbouwbedrijf, de aanvragen vóór 10 mei 2021 aan de hand van de
DmfA- en de Dimona-aangiften. DmfA- en de Dimona-aangiften.
Het Waarborg- en Sociaal Fonds voor het tuinbouwbedrijf berekent voor Het Waarborg- en Sociaal Fonds voor het tuinbouwbedrijf berekent voor
elke onderneming die de aanvraag indient, het aantal elke onderneming die de aanvraag indient, het aantal
gelegenheidswerknemers tijdens het jaar 2020 en het aantal dat gelegenheidswerknemers tijdens het jaar 2020 en het aantal dat
overeenkomt met 33 % daarvan voor het jaar 2021. overeenkomt met 33 % daarvan voor het jaar 2021.
De werkgroep "Fruitteelt" onderzoekt het dossier en formuleert een De werkgroep "Fruitteelt" onderzoekt het dossier en formuleert een
advies aan het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf dat de advies aan het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf dat de
beslissing neemt. Deze beslissing geeft onder meer het aantal beslissing neemt. Deze beslissing geeft onder meer het aantal
gelegenheidswerknemers tewerkgesteld in de fruitteelt weer waarop de gelegenheidswerknemers tewerkgesteld in de fruitteelt weer waarop de
werkgever een beroep kan doen voor het tot 100 dagen uitgebreide werkgever een beroep kan doen voor het tot 100 dagen uitgebreide
stelsel voor het jaar 2021. Het Paritair Comité deelt deze beslissing stelsel voor het jaar 2021. Het Paritair Comité deelt deze beslissing
mee aan de betrokken werkgever en bezorgt ze uiterlijk op 31 mei 2021 mee aan de betrokken werkgever en bezorgt ze uiterlijk op 31 mei 2021
tevens aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en aan de minister tevens aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en aan de minister
die Sociale Zaken onder zijn bevoegdheid heeft. die Sociale Zaken onder zijn bevoegdheid heeft.
f) paragraaf 3 wordt aangevuld met een lid, luidende: f) paragraaf 3 wordt aangevuld met een lid, luidende:
"Voor het jaar 2021 wordt, in afwijking van het eerst lid, de "Voor het jaar 2021 wordt, in afwijking van het eerst lid, de
beperking tot 65 dagen verhoogd tot 100 dagen."; beperking tot 65 dagen verhoogd tot 100 dagen.";
g) in paragraaf 4 worden de woorden "de land- of tuinbouwsector" g) in paragraaf 4 worden de woorden "de land- of tuinbouwsector"
vervangen door de woorden "dezelfde onderneming"; vervangen door de woorden "dezelfde onderneming";
h) paragraaf 4 wordt aangevuld met een lid, luidende: h) paragraaf 4 wordt aangevuld met een lid, luidende:
"Voor de toepassing van deze paragraaf verstaat men onder dezelfde "Voor de toepassing van deze paragraaf verstaat men onder dezelfde
onderneming, het geheel van juridische entiteiten die worden bestuurd onderneming, het geheel van juridische entiteiten die worden bestuurd
door dezelfde bestuurders en/ of beheerders of die behoren tot door dezelfde bestuurders en/ of beheerders of die behoren tot
dezelfde technische bedrijfseenheid zoals bedoeld in de wet van 20 dezelfde technische bedrijfseenheid zoals bedoeld in de wet van 20
september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven."; september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven.";
i) in het artikel worden de paragrafen 4/1 en 4/2 ingevoegd, luidende: i) in het artikel worden de paragrafen 4/1 en 4/2 ingevoegd, luidende:
" § 4/1. Voor de berekening van de 180 dagen, bedoeld in paragraaf 4, " § 4/1. Voor de berekening van de 180 dagen, bedoeld in paragraaf 4,
wordt geen rekening gehouden met een tewerkstelling in de onderneming wordt geen rekening gehouden met een tewerkstelling in de onderneming
tijdens genoemde periode, wanneer deze werd uitgevoerd in het kader tijdens genoemde periode, wanneer deze werd uitgevoerd in het kader
van een contract voor bepaalde duur of voor een duidelijk omschreven van een contract voor bepaalde duur of voor een duidelijk omschreven
werk van maximaal zes opeenvolgende kalenderweken. werk van maximaal zes opeenvolgende kalenderweken.
§ 4/2. In afwijking van paragraaf 4 is de 180-dagenregel niet van § 4/2. In afwijking van paragraaf 4 is de 180-dagenregel niet van
toepassing op de werknemer die als gelegenheidswerknemer in dezelfde toepassing op de werknemer die als gelegenheidswerknemer in dezelfde
onderneming wenst te werken nadat diens arbeidsovereenkomst op de onderneming wenst te werken nadat diens arbeidsovereenkomst op de
wettelijke pensioenleeftijd werd beëindigd.". wettelijke pensioenleeftijd werd beëindigd.".

Art. 2.Artikel 31bis, § 1, tweede lid, van hetzelfde besluit,

Art. 2.Artikel 31bis, § 1, tweede lid, van hetzelfde besluit,

ingevoegd bij het koninklijk besluit van 21 juni 1994, vervangen bij ingevoegd bij het koninklijk besluit van 21 juni 1994, vervangen bij
het koninklijk besluit van 30 april 2007, en laatst gewijzigd bij de het koninklijk besluit van 30 april 2007, en laatst gewijzigd bij de
koninklijke besluiten van 18 maart 2018 en nr. 5 van 9 april 2020, koninklijke besluiten van 18 maart 2018 en nr. 5 van 9 april 2020,
wordt aangevuld met de woorden: wordt aangevuld met de woorden:
"Voor het jaar 2021 wordt de regeling voor de eerste 65 dagen "Voor het jaar 2021 wordt de regeling voor de eerste 65 dagen
uitgebreid tot de eerste 100 dagen."; uitgebreid tot de eerste 100 dagen.";

Art. 3.Dit hoofdstuk heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2021

Art. 3.Dit hoofdstuk heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2021

en treedt buiten werking op 31 december 2021. en treedt buiten werking op 31 december 2021.
HOOFDSTUK 2. - Uitsluiting uit het begrip loon dat onderworpen is aan HOOFDSTUK 2. - Uitsluiting uit het begrip loon dat onderworpen is aan
sociale zekerheidsbijdragen voor vrijwillige overuren in de kritieke sociale zekerheidsbijdragen voor vrijwillige overuren in de kritieke
sectoren als bedoeld in de wet van houdende tijdelijke sectoren als bedoeld in de wet van houdende tijdelijke
ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie

Art. 4.In artikel 19, § 2, van het koninklijk besluit van 28 november

Art. 4.In artikel 19, § 2, van het koninklijk besluit van 28 november

1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de
besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke
zekerheid der arbeiders, wordt de bepaling onder 24°, ingevoegd en zekerheid der arbeiders, wordt de bepaling onder 24°, ingevoegd en
opgeheven bij het koninklijk besluit van 5 juni 2020, hersteld als opgeheven bij het koninklijk besluit van 5 juni 2020, hersteld als
volgt : volgt :
"24° de netto-vergoedingen voor de 120 bijkomende overuren die "24° de netto-vergoedingen voor de 120 bijkomende overuren die
gepresteerd zijn in toepassing van artikel 52, §§ 1 en 2, van de wet gepresteerd zijn in toepassing van artikel 52, §§ 1 en 2, van de wet
van 20 december 2020 houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten van 20 december 2020 houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten
gevolge van de COVID-19-pandemie." gevolge van de COVID-19-pandemie."

Art. 5.Dit hoofdstuk heeft uitwerking met ingang van 1 oktober 2020

Art. 5.Dit hoofdstuk heeft uitwerking met ingang van 1 oktober 2020

en treedt buiten werking op 31 maart 2021. en treedt buiten werking op 31 maart 2021.
HOOFDSTUK 3. - Wijziging van het artikel 19quinquies van het HOOFDSTUK 3. - Wijziging van het artikel 19quinquies van het
koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van
27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944
betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders met het oog op betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders met het oog op
de toekenning van de consumptiecheque de toekenning van de consumptiecheque

Art. 6.In artikel 19quinquies van hetzelfde besluit, ingevoegd bij

Art. 6.In artikel 19quinquies van hetzelfde besluit, ingevoegd bij

het koninklijk besluit van 15 juli 2020 en gewijzigd bij de wet van 31 het koninklijk besluit van 15 juli 2020 en gewijzigd bij de wet van 31
juli 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht : juli 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in paragraaf 2, 4°, eerste en derde lid, wordt de datum "7 juni 1° in paragraaf 2, 4°, eerste en derde lid, wordt de datum "7 juni
2021" telkens vervangen door de datum "31 december 2021"; 2021" telkens vervangen door de datum "31 december 2021";
2° paragraaf 2, 4°, wordt aangevuld met de volgende leden, luidende : 2° paragraaf 2, 4°, wordt aangevuld met de volgende leden, luidende :
"De geldigheidsduur van de consumptiecheque op papieren drager waarop "De geldigheidsduur van de consumptiecheque op papieren drager waarop
vermeld staat dat hij geldig is tot 7 juni 2021, wordt verlengd tot en vermeld staat dat hij geldig is tot 7 juni 2021, wordt verlengd tot en
met 31 december 2021. met 31 december 2021.
In afwijking van het eerste en derde lid, mag de consumptiecheque, op In afwijking van het eerste en derde lid, mag de consumptiecheque, op
papieren drager of in elektronische vorm, uitgereikt worden tot en met papieren drager of in elektronische vorm, uitgereikt worden tot en met
30 juni 2021 in de sectoren die beslist hebben over de toekenning van 30 juni 2021 in de sectoren die beslist hebben over de toekenning van
een consumptiecheque na een financieringsbeslissing van de een consumptiecheque na een financieringsbeslissing van de
subsidiërende federale overheid of gefedereerde entiteit in de periode subsidiërende federale overheid of gefedereerde entiteit in de periode
van 1 november 2020 tot en met 31 december 2020." van 1 november 2020 tot en met 31 december 2020."

Art. 7.Dit hoofdstuk treedt in werking de dag waarop dit besluit in

Art. 7.Dit hoofdstuk treedt in werking de dag waarop dit besluit in

het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
HOOFDSTUK 4. - Wijziging van het koninklijk besluit van 20 december HOOFDSTUK 4. - Wijziging van het koninklijk besluit van 20 december
2018 tot verhoging van het jaarlijks kostenplafond, zoals bepaald in 2018 tot verhoging van het jaarlijks kostenplafond, zoals bepaald in
artikel 10, eerste lid van de wet van 3 juli 2005 betreffende de artikel 10, eerste lid van de wet van 3 juli 2005 betreffende de
rechten van de vrijwilligers, voor bepaalde categorieën van rechten van de vrijwilligers, voor bepaalde categorieën van
vrijwilligers vrijwilligers

Art. 8.In artikel 1, eerste lid, van het koninklijk besluit van 20

Art. 8.In artikel 1, eerste lid, van het koninklijk besluit van 20

december 2018 tot verhoging van het jaarlijks kostenplafond, zoals december 2018 tot verhoging van het jaarlijks kostenplafond, zoals
bepaald in artikel 10, eerste lid van de wet van 3 juli 2005 bepaald in artikel 10, eerste lid van de wet van 3 juli 2005
betreffende de rechten van de vrijwilligers, voor bepaalde categorieën betreffende de rechten van de vrijwilligers, voor bepaalde categorieën
van vrijwilligers, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 28 van vrijwilligers, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 28
augustus 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht : augustus 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° het lid wordt aangevuld met de bepaling onder een vijfde streepje, 1° het lid wordt aangevuld met de bepaling onder een vijfde streepje,
luidende : luidende :
"- de vrijwilligers die effectief ingezet werden in de ondernemingen, "- de vrijwilligers die effectief ingezet werden in de ondernemingen,
verenigingen en diensten die noodzakelijk zijn voor de bescherming van verenigingen en diensten die noodzakelijk zijn voor de bescherming van
de vitale belangen van de Natie en de behoeften van de bevolking de vitale belangen van de Natie en de behoeften van de bevolking
bedoeld in de bijlage van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 bedoeld in de bijlage van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020
houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus
COVID-19 te beperken, voor activiteiten in het kader van het beheer COVID-19 te beperken, voor activiteiten in het kader van het beheer
van de COVID-19 crisis, in het vierde kwartaal van 2020;"; van de COVID-19 crisis, in het vierde kwartaal van 2020;";
2° het lid wordt aangevuld met de bepaling onder een zesde streepje, 2° het lid wordt aangevuld met de bepaling onder een zesde streepje,
luidende : luidende :
"- de vrijwilligers die effectief ingezet werden in de ondernemingen, "- de vrijwilligers die effectief ingezet werden in de ondernemingen,
verenigingen en diensten die noodzakelijk zijn voor de bescherming van verenigingen en diensten die noodzakelijk zijn voor de bescherming van
de vitale belangen van de Natie en de behoeften van de bevolking de vitale belangen van de Natie en de behoeften van de bevolking
bedoeld in de bijlage van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 bedoeld in de bijlage van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020
houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus
COVID-19 te beperken, voor activiteiten in het kader van het beheer COVID-19 te beperken, voor activiteiten in het kader van het beheer
van de COVID-19 crisis, in het eerste kwartaal van 2021." van de COVID-19 crisis, in het eerste kwartaal van 2021."

Art. 9.Artikel 8, 1°, heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2020

Art. 9.Artikel 8, 1°, heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2020

en treedt buiten werking op 31 december 2020. Artikel 8, 2°, heeft en treedt buiten werking op 31 december 2020. Artikel 8, 2°, heeft
uitwerking met ingang van 1 januari 2021 en treedt buiten werking op uitwerking met ingang van 1 januari 2021 en treedt buiten werking op
31 december 2021. 31 december 2021.
HOOFDSTUK 5. - Slotbepaling HOOFDSTUK 5. - Slotbepaling

Art. 10.De minister bevoegd voor Werk en de minister bevoegd voor

Art. 10.De minister bevoegd voor Werk en de minister bevoegd voor

Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering
van dit besluit. van dit besluit.
Gegeven te Ciergnon, 28 december 2020. Gegeven te Ciergnon, 28 december 2020.
FILIP FILIP
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Werk, De Minister van Werk,
P.-Y. DERMAGNE P.-Y. DERMAGNE
De Minister van Sociale Zaken, De Minister van Sociale Zaken,
Fr. VANDENBROUCKE Fr. VANDENBROUCKE
^