| Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 oktober 2013, gesloten in het Paritair Comité voor het tabaksbedrijf, betreffende de vorming van de werknemers in 2013-2014 | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 oktober 2013, gesloten in het Paritair Comité voor het tabaksbedrijf, betreffende de vorming van de werknemers in 2013-2014 |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
| 28 APRIL 2014. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 28 APRIL 2014. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
| verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 oktober 2013, | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 oktober 2013, |
| gesloten in het Paritair Comité voor het tabaksbedrijf, betreffende de | gesloten in het Paritair Comité voor het tabaksbedrijf, betreffende de |
| vorming van de werknemers in 2013-2014 (1) | vorming van de werknemers in 2013-2014 (1) |
| FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
| 28; | 28; |
| Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het tabaksbedrijf; | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het tabaksbedrijf; |
| Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
| overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 24 oktober 2013, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 24 oktober 2013, |
| gesloten in het Paritair Comité voor het tabaksbedrijf, betreffende de | gesloten in het Paritair Comité voor het tabaksbedrijf, betreffende de |
| vorming van de werknemers in 2013-2014. | vorming van de werknemers in 2013-2014. |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
| dit besluit. | dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 28 april 2014. | Gegeven te Brussel, 28 april 2014. |
| FILIP | FILIP |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| Mevr. M. DE CONINCK | Mevr. M. DE CONINCK |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
| Bijlage | Bijlage |
| Paritair Comité voor het tabaksbedrijf | Paritair Comité voor het tabaksbedrijf |
| Collectieve arbeidsovereenkomst van 24 oktober 2013 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 24 oktober 2013 |
| Vorming van de werknemers in 2013-2014 | Vorming van de werknemers in 2013-2014 |
| (Overeenkomst geregistreerd op 5 december 2013 onder het nummer | (Overeenkomst geregistreerd op 5 december 2013 onder het nummer |
| 118228/CO/133) | 118228/CO/133) |
| Toepassingsgebied | Toepassingsgebied |
Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing |
Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing |
| op de werkgevers en de arbeiders die ressorteren onder het Paritair | op de werkgevers en de arbeiders die ressorteren onder het Paritair |
| Comité voor het tabaksbedrijf. | Comité voor het tabaksbedrijf. |
| § 2. Met "arbeiders" worden de mannelijke en vrouwelijke arbeiders | § 2. Met "arbeiders" worden de mannelijke en vrouwelijke arbeiders |
| bedoeld. | bedoeld. |
| Vormingsinspanning | Vormingsinspanning |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in |
| uitvoering van : | uitvoering van : |
| - artikel 30 van de wet van 23 december 2005 betreffende het | - artikel 30 van de wet van 23 december 2005 betreffende het |
| Generatiepact (Belgisch Staatsblad van 30 december 2005); | Generatiepact (Belgisch Staatsblad van 30 december 2005); |
| - het koninklijk besluit van 11 oktober 2007 (Belgisch Staatsblad van | - het koninklijk besluit van 11 oktober 2007 (Belgisch Staatsblad van |
| 5 december 2007) tot uitvoering van een bijkomende werkgeversbijdrage | 5 december 2007) tot uitvoering van een bijkomende werkgeversbijdrage |
| ten bate van de financiering van het betaald educatief verlof voor de | ten bate van de financiering van het betaald educatief verlof voor de |
| werkgevers die behoren tot sectoren die onvoldoende | werkgevers die behoren tot sectoren die onvoldoende |
| opleidingsinspanningen realiseren, in uitvoering van artikel 30 van de | opleidingsinspanningen realiseren, in uitvoering van artikel 30 van de |
| wet van 23 december 2005 betreffende het Generatiepact, zoals | wet van 23 december 2005 betreffende het Generatiepact, zoals |
| gewijzigd bij koninklijk besluit van 23 december 2008 (Belgisch | gewijzigd bij koninklijk besluit van 23 december 2008 (Belgisch |
| Staatsblad van 29 december 2008). | Staatsblad van 29 december 2008). |
Art. 3.De ondertekenende partijen komen overeen dat de ondernemingen |
Art. 3.De ondertekenende partijen komen overeen dat de ondernemingen |
| van de sector van het tabaksbedrijf een bijkomende inspanning zullen | van de sector van het tabaksbedrijf een bijkomende inspanning zullen |
| leveren voor de opleiding van de arbeiders door de participatiegraad | leveren voor de opleiding van de arbeiders door de participatiegraad |
| aan opleiding in 2013 met 10 pct. en in 2014 met 15 pct. te verhogen. | aan opleiding in 2013 met 10 pct. en in 2014 met 15 pct. te verhogen. |
Art. 4.Deze bijkomende opleidingsinspanningen zullen worden |
Art. 4.Deze bijkomende opleidingsinspanningen zullen worden |
| gerealiseerd door op het niveau van de onderneming de collectieve | gerealiseerd door op het niveau van de onderneming de collectieve |
| opleidingstijd voor de groep van de arbeiders te verhogen met 10 pct. | opleidingstijd voor de groep van de arbeiders te verhogen met 10 pct. |
| in 2013 en met 15 pct. in 2014. Deze bijkomende inspanningen komen | in 2013 en met 15 pct. in 2014. Deze bijkomende inspanningen komen |
| bovenop het reeds bestaande individuele recht op één dag opleiding per | bovenop het reeds bestaande individuele recht op één dag opleiding per |
| jaar voor de arbeiders, dat behouden blijft. | jaar voor de arbeiders, dat behouden blijft. |
| De gevolgde uren vorming van de werknemer worden beschouwd als | De gevolgde uren vorming van de werknemer worden beschouwd als |
| arbeidstijd, ongeacht het tijdstip waarop de vorming plaatsvindt. | arbeidstijd, ongeacht het tijdstip waarop de vorming plaatsvindt. |
| De werkgever betaalt het gewone loon voor de uren effectieve vorming | De werkgever betaalt het gewone loon voor de uren effectieve vorming |
| die de arbeider gevolgd heeft. | die de arbeider gevolgd heeft. |
Art. 5.Binnen elke onderneming zullen jaarlijks afspraken gemaakt |
Art. 5.Binnen elke onderneming zullen jaarlijks afspraken gemaakt |
| worden met de ondernemingsraad, het comité preventie en bescherming op | worden met de ondernemingsraad, het comité preventie en bescherming op |
| het werk of de syndicale delegatie over de concrete toepassing van de | het werk of de syndicale delegatie over de concrete toepassing van de |
| bijkomende opleidingsinspanningen bepaald in artikel 4. | bijkomende opleidingsinspanningen bepaald in artikel 4. |
| Geldigheidsduur | Geldigheidsduur |
Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
| januari 2013 en treedt buiten werking op 31 december 2014. | januari 2013 en treedt buiten werking op 31 december 2014. |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 28 april | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 28 april |
| 2014. | 2014. |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| Mevr. M. DE CONINCK | Mevr. M. DE CONINCK |