Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 28/08/2002
← Terug naar "Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, betreffende maatregelen ten behoeve van de risicogroepen "
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, betreffende maatregelen ten behoeve van de risicogroepen Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, betreffende maatregelen ten behoeve van de risicogroepen
MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID
28 AUGUSTUS 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend 28 AUGUSTUS 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend
wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2001, wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2001,
gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, betreffende gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, betreffende
maatregelen ten behoeve van de risicogroepen (1) maatregelen ten behoeve van de risicogroepen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel
28; 28;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 1976, gesloten Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 1976, gesloten
in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, tot oprichting van in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, tot oprichting van
een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn
statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 7 statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 7
oktober 1976; oktober 1976;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf; Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2001, gesloten overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2001, gesloten
in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, betreffende in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, betreffende
maatregelen ten behoeve van de risicogroepen. maatregelen ten behoeve van de risicogroepen.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering

van dit besluit. van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 28 augustus 2002. Gegeven te Brussel, 28 augustus 2002.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Werkgelegenheid, De Minister van Werkgelegenheid,
Mevr. L. ONKELINX Mevr. L. ONKELINX
_______ _______
Nota Nota
(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad :
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Koninklijk besluit van 7 oktober 1976, Belgisch Staatsblad van 22 Koninklijk besluit van 7 oktober 1976, Belgisch Staatsblad van 22
oktober 1976. oktober 1976.
Bijlage Bijlage
Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf
Collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2001 Collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2001
Maatregelen ten behoeve van de risicogroepen Maatregelen ten behoeve van de risicogroepen
(Overeenkomst geregistreerd op 23 augustus 2001 (Overeenkomst geregistreerd op 23 augustus 2001
onder het nummer 58608/CO/145) onder het nummer 58608/CO/145)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op

de werkgevers en de werklieden en werksters van de ondernemingen die de werkgevers en de werklieden en werksters van de ondernemingen die
ressorteren onder het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf en ressorteren onder het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf en
waarvan de hoofdactiviteit bestaat in het inplanten en onderhouden van waarvan de hoofdactiviteit bestaat in het inplanten en onderhouden van
parken en tuinen. parken en tuinen.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in

toepassing van het interprofessioneel akkoord van 22 december 2000 en toepassing van het interprofessioneel akkoord van 22 december 2000 en
van de reglementaire omkadering die hierop volgt. van de reglementaire omkadering die hierop volgt.
De ondertekenende partijen hebben de bedoeling om door middel van deze De ondertekenende partijen hebben de bedoeling om door middel van deze
collectieve arbeidsovereenkomst voor de jaren 2001 en 2002 een collectieve arbeidsovereenkomst voor de jaren 2001 en 2002 een
inspanning te voorzien ten belope van 0,30 pct. berekend op het inspanning te voorzien ten belope van 0,30 pct. berekend op het
volledige loon van de werknemers zoals bedoeld in artikel 23 van de volledige loon van de werknemers zoals bedoeld in artikel 23 van de
wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale
zekerheid van de werknemers (Belgisch Staatsblad van 2 juli 1981). zekerheid van de werknemers (Belgisch Staatsblad van 2 juli 1981).
De hierboven bedoelde 0,30 pct. bijdrage wordt geïnd en ingevorderd De hierboven bedoelde 0,30 pct. bijdrage wordt geïnd en ingevorderd
door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en doorgestort aan het door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en doorgestort aan het
Sociaal Fonds voor de inplanting en het onderhoud van parken en Sociaal Fonds voor de inplanting en het onderhoud van parken en
tuinen, opgericht bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni tuinen, opgericht bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni
1976, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot 1976, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot
vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij
koninklijk besluit van 7 oktober 1976. koninklijk besluit van 7 oktober 1976.

Art. 3.De in artikel 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst

Art. 3.De in artikel 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst

vermelde inspanning van 0,30 pct. wordt besteed ten behoeve van vermelde inspanning van 0,30 pct. wordt besteed ten behoeve van
personen die, bij hun aanwerving, behoren tot de risicogroepen onder personen die, bij hun aanwerving, behoren tot de risicogroepen onder
de werkzoekenden en/of ten behoeve van de personen op wie het de werkzoekenden en/of ten behoeve van de personen op wie het
begeleidingsplan dat bedoeld wordt in het samenwerkingsakkoord tussen begeleidingsplan dat bedoeld wordt in het samenwerkingsakkoord tussen
de federale overheid, de gemeenschappen en de gewesten betreffende het de federale overheid, de gemeenschappen en de gewesten betreffende het
begeleidingsplan, van toepassing is. begeleidingsplan, van toepassing is.

Art. 4.§ 1. Voor de uitvoering van deze collectieve

Art. 4.§ 1. Voor de uitvoering van deze collectieve

arbeidsovereenkomst, wordt onder "risicogroepen" verstaan, de personen arbeidsovereenkomst, wordt onder "risicogroepen" verstaan, de personen
die behoren tot één van de volgende categorieën : langdurige die behoren tot één van de volgende categorieën : langdurige
werklozen, laaggeschoolde werklozen, gehandicapten, deeltijds werklozen, laaggeschoolde werklozen, gehandicapten, deeltijds
leerplichtigen, herintreders, bestaansminimumtrekkers en leerplichtigen, herintreders, bestaansminimumtrekkers en
laaggeschoolde werknemers en allochtonen. laaggeschoolde werknemers en allochtonen.
a) Onder "langdurige werkloze" wordt verstaan, de werkzoekende die, a) Onder "langdurige werkloze" wordt verstaan, de werkzoekende die,
gedurende de twaalf maanden die aan zijn indienstneming voorafgaan, gedurende de twaalf maanden die aan zijn indienstneming voorafgaan,
zonder onderbreking genoten heeft van werkloosheids- of zonder onderbreking genoten heeft van werkloosheids- of
wachtuitkeringen voor alle dagen van de week. wachtuitkeringen voor alle dagen van de week.
b) Onder "laaggeschoolde werkloze" wordt verstaan, de werkzoekende, b) Onder "laaggeschoolde werkloze" wordt verstaan, de werkzoekende,
ouder dan 18 jaar, die geen houder is van : ouder dan 18 jaar, die geen houder is van :
1) ofwel een diploma van het universitair onderwijs; 1) ofwel een diploma van het universitair onderwijs;
2) ofwel een diploma of een getuigschrift van het hoger onderwijs van 2) ofwel een diploma of een getuigschrift van het hoger onderwijs van
het lange of korte type; het lange of korte type;
3) ofwel een getuigschrift van het hoger secundair onderwijs. 3) ofwel een getuigschrift van het hoger secundair onderwijs.
c) Onder "gehandicapte" wordt verstaan, de werkzoekende mindervalide c) Onder "gehandicapte" wordt verstaan, de werkzoekende mindervalide
die op het ogenblik van zijn indienstneming bij het Vlaams Fonds voor die op het ogenblik van zijn indienstneming bij het Vlaams Fonds voor
sociale integratie voor personen met een handicap of het "Fonds sociale integratie voor personen met een handicap of het "Fonds
communautaire pour l'intégration sociale et professionnelle des communautaire pour l'intégration sociale et professionnelle des
handicapés" ingeschreven is. handicapés" ingeschreven is.
d) Onder "deeltijds leerplichtige" wordt verstaan, de werkzoekende van d) Onder "deeltijds leerplichtige" wordt verstaan, de werkzoekende van
minder dan 18 jaar die onderworpen is aan de deeltijdse leerplicht en minder dan 18 jaar die onderworpen is aan de deeltijdse leerplicht en
die het secundair onderwijs met volledig leerplan niet meer volgt. die het secundair onderwijs met volledig leerplan niet meer volgt.
e) Onder "herintreder" wordt verstaan, de werkzoekende die e) Onder "herintreder" wordt verstaan, de werkzoekende die
tegelijkertijd de volgende voorwaarden vervult : tegelijkertijd de volgende voorwaarden vervult :
1) geen werkloosheidsuitkeringen of loopbaanonderbrekingsuitkeringen 1) geen werkloosheidsuitkeringen of loopbaanonderbrekingsuitkeringen
genoten heeft gedurende de periode van drie jaar die zijn genoten heeft gedurende de periode van drie jaar die zijn
indienstneming voorafgaat; indienstneming voorafgaat;
2) geen beroepsactiviteit verricht heeft gedurende de periode van drie 2) geen beroepsactiviteit verricht heeft gedurende de periode van drie
jaar die zijn indienstneming voorafgaat; jaar die zijn indienstneming voorafgaat;
3) voor de periode van drie jaar voorzien in punt 1 en punt 2, zijn 3) voor de periode van drie jaar voorzien in punt 1 en punt 2, zijn
beroepsactiviteit onderbroken heeft ofwel nooit een dergelijke beroepsactiviteit onderbroken heeft ofwel nooit een dergelijke
activiteit begonnen is. activiteit begonnen is.
f) Onder "bestaansminimumtrekker" wordt verstaan, de werkzoekende die f) Onder "bestaansminimumtrekker" wordt verstaan, de werkzoekende die
op het ogenblik van zijn indienstneming sinds minstens zes maanden op het ogenblik van zijn indienstneming sinds minstens zes maanden
zonder onderbreking het bestaansminimum ontvangt. zonder onderbreking het bestaansminimum ontvangt.
g) Onder "laaggeschoolde werknemer" wordt verstaan, de werknemer, g) Onder "laaggeschoolde werknemer" wordt verstaan, de werknemer,
ouder dan 18 jaar, die geen houder is van : ouder dan 18 jaar, die geen houder is van :
1) ofwel een diploma van het universitair onderwijs; 1) ofwel een diploma van het universitair onderwijs;
2) ofwel een diploma of een getuigschrift van het hoger onderwijs van 2) ofwel een diploma of een getuigschrift van het hoger onderwijs van
het lange of korte type; het lange of korte type;
3) ofwel een getuigschrift van het hoger secundair onderwijs. 3) ofwel een getuigschrift van het hoger secundair onderwijs.
h) Onder "allochtonen" wordt verstaan de personen van een h) Onder "allochtonen" wordt verstaan de personen van een
niet-Belgische afkomst. niet-Belgische afkomst.
§ 2. Ook de personen die het begeleidingsplan dat voor werklozen § 2. Ook de personen die het begeleidingsplan dat voor werklozen
uitgewerkt is, gevolgd hebben vallen onder de in deze collectieve uitgewerkt is, gevolgd hebben vallen onder de in deze collectieve
arbeidsovereenkomst bedoelde doelgroepen. arbeidsovereenkomst bedoelde doelgroepen.

Art. 5.Gelet op het artikel 13 van voornoemde collectieve

Art. 5.Gelet op het artikel 13 van voornoemde collectieve

arbeidsovereenkomst van 23 juni 1976, genieten de ondernemingen die in arbeidsovereenkomst van 23 juni 1976, genieten de ondernemingen die in
2001 en 2002 een werknemer in dienst nemen die behoort tot de 2001 en 2002 een werknemer in dienst nemen die behoort tot de
categorieën vermeld in artikel 3 van deze collectieve categorieën vermeld in artikel 3 van deze collectieve
arbeidsovereenkomst, een forfaitaire tegemoetkoming van maximum 247,89 arbeidsovereenkomst, een forfaitaire tegemoetkoming van maximum 247,89
EUR per maand tewerkstelling met een maximum van 2 974,72 EUR op EUR per maand tewerkstelling met een maximum van 2 974,72 EUR op
jaarbasis. jaarbasis.
Deze tegemoetkoming wordt uitbetaald door het Sociaal Fonds voor de Deze tegemoetkoming wordt uitbetaald door het Sociaal Fonds voor de
inplanting en het onderhoud van parken en tuinen dat hiervoor gebruik inplanting en het onderhoud van parken en tuinen dat hiervoor gebruik
maakt van 2/3 van de in deze collectieve arbeidsovereenkomst voorziene maakt van 2/3 van de in deze collectieve arbeidsovereenkomst voorziene
middelen. middelen.
De raad van bestuur van het Sociaal Fonds voor de inplanting en het De raad van bestuur van het Sociaal Fonds voor de inplanting en het
onderhoud van parken en tuinen bepaalt de praktische onderhoud van parken en tuinen bepaalt de praktische
toekenningsvoorwaarden. toekenningsvoorwaarden.

Art. 6.Het overige 1/3 van de voorziene middelen zal worden aangewend

Art. 6.Het overige 1/3 van de voorziene middelen zal worden aangewend

voor het organiseren van begeleidende maatregelen voor de betrokken voor het organiseren van begeleidende maatregelen voor de betrokken
werkgevers en werknemers. Deze hebben tot doel een betere integratie werkgevers en werknemers. Deze hebben tot doel een betere integratie
te realiseren voor groepen werknemers met bijzondere moeilijkheden. te realiseren voor groepen werknemers met bijzondere moeilijkheden.
De raad van bestuur van het Sociaal Fonds voor de inplanting en het De raad van bestuur van het Sociaal Fonds voor de inplanting en het
onderhoud van parken en tuinen bepaalt welke begeleidende maatregelen onderhoud van parken en tuinen bepaalt welke begeleidende maatregelen
noodzakelijk zijn en hoe deze hun uitwerking zullen krijgen. noodzakelijk zijn en hoe deze hun uitwerking zullen krijgen.

Art. 7.De bedragen en de periodes van tussenkomst vermeld in deze

Art. 7.De bedragen en de periodes van tussenkomst vermeld in deze

collectieve arbeidsovereenkomst evenals de uitgewerkte praktische collectieve arbeidsovereenkomst evenals de uitgewerkte praktische
toekenningsvoorwaarden, kunnen door de raad van bestuur van het toekenningsvoorwaarden, kunnen door de raad van bestuur van het
Sociaal Fonds voor de inplanting en het onderhoud van parken en tuinen Sociaal Fonds voor de inplanting en het onderhoud van parken en tuinen
aangepast worden in functie van de jaarlijks voorziene budgettaire aangepast worden in functie van de jaarlijks voorziene budgettaire
bestedingsmogelijkheden. bestedingsmogelijkheden.
Een aparte regeling wordt uitgewerkt voor de deeltijds leerplichtingen Een aparte regeling wordt uitgewerkt voor de deeltijds leerplichtingen
zoals bedoeld in artikel 4, § 1, d, van deze collectieve zoals bedoeld in artikel 4, § 1, d, van deze collectieve
arbeidsovereenkomst. arbeidsovereenkomst.

Art. 8.De ondertekenende partijen zullen een evaluatieverslag en een

Art. 8.De ondertekenende partijen zullen een evaluatieverslag en een

financieel rapport neerleggen op de Griffie van de Administratie van financieel rapport neerleggen op de Griffie van de Administratie van
de collectieve arbeidsbetrekkingen van het Ministerie van de collectieve arbeidsbetrekkingen van het Ministerie van
Tewerkstelling en Arbeid en dit overeenkomstig de modaliteiten van de Tewerkstelling en Arbeid en dit overeenkomstig de modaliteiten van de
toepasselijke wetgeving in uitvoering van het interprofessioneel toepasselijke wetgeving in uitvoering van het interprofessioneel
akkoord 2001-2002. akkoord 2001-2002.

Art. 9.Het artikel dat in de eerste rij van de volgende tabel wordt

Art. 9.Het artikel dat in de eerste rij van de volgende tabel wordt

vermeld, heeft betrekking op deze collectieve arbeidsovereenkomst. vermeld, heeft betrekking op deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Voor het bedrag dat in euro wordt vermeld geldt vanaf de dag van Voor het bedrag dat in euro wordt vermeld geldt vanaf de dag van
inwerkingtreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst tot 31 inwerkingtreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst tot 31
december 2001 het bedrag dat in Belgische frank vermeld wordt in de december 2001 het bedrag dat in Belgische frank vermeld wordt in de
tweede kolom. tweede kolom.
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met

Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met

ingang van 1 januari 2001 en treedt buiten werking op 1 juli 2003. ingang van 1 januari 2001 en treedt buiten werking op 1 juli 2003.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 28 augustus Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 28 augustus
2002. 2002.
De Minister van Werkgelegenheid, De Minister van Werkgelegenheid,
Mevr. L. ONKELINX Mevr. L. ONKELINX
^