| Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de warenhuizen, betreffende de lonen | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de warenhuizen, betreffende de lonen |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
| 27 SEPTEMBER 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend | 27 SEPTEMBER 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend |
| wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2005, | wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2005, |
| gesloten in het Paritair Comité voor de warenhuizen, betreffende de | gesloten in het Paritair Comité voor de warenhuizen, betreffende de |
| lonen (1) | lonen (1) |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
| 28; | 28; |
| Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de warenhuizen; | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de warenhuizen; |
| Op de voordracht van Onze Minister van Werk, | Op de voordracht van Onze Minister van Werk, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
| overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2005, gesloten | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2005, gesloten |
| in het Paritair Comité voor de warenhuizen, betreffende de lonen. | in het Paritair Comité voor de warenhuizen, betreffende de lonen. |
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit |
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit |
| besluit. | besluit. |
| Gegeven te Brussel, 27 september 2006. | Gegeven te Brussel, 27 september 2006. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Werk | De Minister van Werk |
| P. VANVELTHOVEN | P. VANVELTHOVEN |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
| Bijlage | Bijlage |
| Paritair Comité voor de warenhuizen | Paritair Comité voor de warenhuizen |
| Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2005 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2005 |
| Lonen | Lonen |
| (Overeenkomst geregistreerd op 1 augustus 2005 onder het nummer | (Overeenkomst geregistreerd op 1 augustus 2005 onder het nummer |
| 75869/CO/312) | 75869/CO/312) |
| HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
| de werkgevers en op de werknemers van de ondernemingen die ressorteren | de werkgevers en op de werknemers van de ondernemingen die ressorteren |
| onder het Paritair Comité voor de warenhuizen. | onder het Paritair Comité voor de warenhuizen. |
| HOOFDSTUK II. - Loonschalen | HOOFDSTUK II. - Loonschalen |
| Afdeling 1. - Bedienden | Afdeling 1. - Bedienden |
| A. Ondergeschikte bedienden | A. Ondergeschikte bedienden |
| 1. Loonschalen | 1. Loonschalen |
Art. 2.De opklimming in de loonschaal van de ondergeschikte bedienden |
Art. 2.De opklimming in de loonschaal van de ondergeschikte bedienden |
| geschiedt op basis van de volgende verdeling : | geschiedt op basis van de volgende verdeling : |
| 1° voor de bedienden die in dienst worden genomen zonder | 1° voor de bedienden die in dienst worden genomen zonder |
| beroepservaring, 100 pct. op basis van de anciënniteit in de | beroepservaring, 100 pct. op basis van de anciënniteit in de |
| onderneming; | onderneming; |
| 2° voor de bedienden die in dienst worden genomen met beroepservaring, | 2° voor de bedienden die in dienst worden genomen met beroepservaring, |
| 50 pct. voor de ervaring verworven vóór de indiensttreding in de | 50 pct. voor de ervaring verworven vóór de indiensttreding in de |
| onderneming en 50 pct. voor de anciënniteit in de onderneming. | onderneming en 50 pct. voor de anciënniteit in de onderneming. |
Art. 3.De totale opklimming in de loonschaal van de ondergeschikte |
Art. 3.De totale opklimming in de loonschaal van de ondergeschikte |
| bedienden, in absolute waarde uitgedrukt is gesteld tegenover het | bedienden, in absolute waarde uitgedrukt is gesteld tegenover het |
| indexcijfer 114,85, spil van de stabilisatieschijf | indexcijfer 114,85, spil van de stabilisatieschijf |
| 112,59-114,85-117,14 wordt als volgt vastgesteld (basis 1996 = 100) : | 112,59-114,85-117,14 wordt als volgt vastgesteld (basis 1996 = 100) : |
| - eerste categorie : 1.303,25 EUR tot 1.506,54 EUR; | - eerste categorie : 1.303,25 EUR tot 1.506,54 EUR; |
| - tweede categorie : 1.377,73 EUR tot 1.671,51 EUR; | - tweede categorie : 1.377,73 EUR tot 1.671,51 EUR; |
| - derde categorie : 1.441,56 EUR tot 1.885,99 EUR; | - derde categorie : 1.441,56 EUR tot 1.885,99 EUR; |
| - vierde categorie : 1.537,42 EUR tot 2.035,56 EUR. | - vierde categorie : 1.537,42 EUR tot 2.035,56 EUR. |
| De in de eerste alinea vastgestelde bedragen worden op 1 september | De in de eerste alinea vastgestelde bedragen worden op 1 september |
| 2005 verhoogd met 15 EUR. | 2005 verhoogd met 15 EUR. |
| Deze bedragen zijn gesteld tegenover het spilindexcijfer dat van | Deze bedragen zijn gesteld tegenover het spilindexcijfer dat van |
| kracht zal zijn op het ogenblik van de respectievelijke verhogingen. | kracht zal zijn op het ogenblik van de respectievelijke verhogingen. |
| Deze loonsverhogingen zijn niet van toepassing op de ondernemingen in | Deze loonsverhogingen zijn niet van toepassing op de ondernemingen in |
| moeilijkheden die hiertoe op ondernemingsniveau een collectieve | moeilijkheden die hiertoe op ondernemingsniveau een collectieve |
| arbeidsovereenkomst sluiten en dit zolang de onderneming in | arbeidsovereenkomst sluiten en dit zolang de onderneming in |
| moeilijkheden is. | moeilijkheden is. |
Art. 4.De loonschalen van de minimum maandlonen van de ondergeschikte |
Art. 4.De loonschalen van de minimum maandlonen van de ondergeschikte |
| bedienden zijn opgesteld overeenkomstig de volgende aanvangsleeftijden | bedienden zijn opgesteld overeenkomstig de volgende aanvangsleeftijden |
| : | : |
| - éénentwintig jaar voor de bedienden ingedeeld in de eerste, de | - éénentwintig jaar voor de bedienden ingedeeld in de eerste, de |
| tweede en derde categorie; | tweede en derde categorie; |
| - tweeëntwintig jaar voor de bedienden ingedeeld in de vierde | - tweeëntwintig jaar voor de bedienden ingedeeld in de vierde |
| categorie. | categorie. |
| De loonschalen van de minimum maandlonen van de ondergeschikte | De loonschalen van de minimum maandlonen van de ondergeschikte |
| bedienden zijn vastgesteld zoals is aangegeven in de tabellen in | bedienden zijn vastgesteld zoals is aangegeven in de tabellen in |
| bijlage I. | bijlage I. |
| Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |
| - De bedragen op 20 jaar worden verhoogd met 15 EUR op 1 september | - De bedragen op 20 jaar worden verhoogd met 15 EUR op 1 september |
| 2005. | 2005. |
| Deze bedragen zijn gesteld tegenover het spilindexcijfer dat van | Deze bedragen zijn gesteld tegenover het spilindexcijfer dat van |
| kracht zal zijn op het ogenblik van de respectievelijke verhogingen. | kracht zal zijn op het ogenblik van de respectievelijke verhogingen. |
| Deze loonsverhogingen zijn niet van toepassing op de ondernemingen in | Deze loonsverhogingen zijn niet van toepassing op de ondernemingen in |
| moeilijkheden die hiertoe op ondernemingsniveau een collectieve | moeilijkheden die hiertoe op ondernemingsniveau een collectieve |
| arbeidsovereenkomst sluiten en dit zolang de onderneming in | arbeidsovereenkomst sluiten en dit zolang de onderneming in |
| moeilijkheden is. | moeilijkheden is. |
| De bedragen op 19, 18, 17 en 16 jaar worden proportioneel verhoogd op | De bedragen op 19, 18, 17 en 16 jaar worden proportioneel verhoogd op |
| dezelfde datum, rekening houdend met de bestaande degressiviteit ten | dezelfde datum, rekening houdend met de bestaande degressiviteit ten |
| opzichte van de bedragen op 20 jaar. | opzichte van de bedragen op 20 jaar. |
Art. 5.Vanaf de leeftijd van twintig jaar genieten de ondergeschikte |
Art. 5.Vanaf de leeftijd van twintig jaar genieten de ondergeschikte |
| bedienden het volledig minimum maandloon waarin is voorzien bij de | bedienden het volledig minimum maandloon waarin is voorzien bij de |
| indienstneming in de categorie waarin zij worden gerangschikt. | indienstneming in de categorie waarin zij worden gerangschikt. |
| De minimum maandlonen worden, gesteld tegenover het indexcijfer | De minimum maandlonen worden, gesteld tegenover het indexcijfer |
| 114,85, spil van de stabilisatieschijf 112,59-114,85-117,14 (basis | 114,85, spil van de stabilisatieschijf 112,59-114,85-117,14 (basis |
| 1996 = 100), wordt vastgesteld als volgt : | 1996 = 100), wordt vastgesteld als volgt : |
| - 1 303,25 EUR voor de eerste categorie; | - 1 303,25 EUR voor de eerste categorie; |
| - 1 377,73 EUR voor de tweede categorie; | - 1 377,73 EUR voor de tweede categorie; |
| - 1 441,56 EUR voor de derde categorie; | - 1 441,56 EUR voor de derde categorie; |
| - 1 537,42 EUR voor de vierde categorie. | - 1 537,42 EUR voor de vierde categorie. |
| De opklimming in de loonschalen op grond van de anciënniteit vangt aan | De opklimming in de loonschalen op grond van de anciënniteit vangt aan |
| op het ogenblik dat deze bedienden de in artikel 4 vastgestelde | op het ogenblik dat deze bedienden de in artikel 4 vastgestelde |
| aanvangsleeftijd hebben bereikt. | aanvangsleeftijd hebben bereikt. |
| De in de eerste alinea vastgestelde bedragen worden verhoogd met 15 | De in de eerste alinea vastgestelde bedragen worden verhoogd met 15 |
| EUR op 1 september 2005. | EUR op 1 september 2005. |
| Deze bedragen zijn gesteld tegenover het spilindexcijfer dat van | Deze bedragen zijn gesteld tegenover het spilindexcijfer dat van |
| kracht zal zijn op het ogenblik van de respectievelijke verhogingen. | kracht zal zijn op het ogenblik van de respectievelijke verhogingen. |
| Deze loonsverhogingen zijn niet van toepassing op de ondernemingen in | Deze loonsverhogingen zijn niet van toepassing op de ondernemingen in |
| moeilijkheden die hiertoe op ondernemingsniveau een collectieve | moeilijkheden die hiertoe op ondernemingsniveau een collectieve |
| arbeidsovereenkomst sluiten en dit zolang de onderneming in | arbeidsovereenkomst sluiten en dit zolang de onderneming in |
| moeilijkheden is. | moeilijkheden is. |
Art. 6.De verhogingen verschuldigd ingevolge de opklimming op grond |
Art. 6.De verhogingen verschuldigd ingevolge de opklimming op grond |
| van de anciënniteit worden elk jaar uitbetaald. | van de anciënniteit worden elk jaar uitbetaald. |
| 2. Minimum maandloon | 2. Minimum maandloon |
Art. 7.De ondergeschikte bedienden van twintig jaar en ouder genieten |
Art. 7.De ondergeschikte bedienden van twintig jaar en ouder genieten |
| ten minste een maandloon van 923,10 EUR. | ten minste een maandloon van 923,10 EUR. |
| Dit minimum maandloon staat tegenover het indexcijfer 114,85, spil van | Dit minimum maandloon staat tegenover het indexcijfer 114,85, spil van |
| de stabilisatieschijf 112,59-114,85-117,14 (basis 1996 = 100), en | de stabilisatieschijf 112,59-114,85-117,14 (basis 1996 = 100), en |
| wordt berekend in verhouding tot het werkelijk loon. Daarin zijn | wordt berekend in verhouding tot het werkelijk loon. Daarin zijn |
| begrepen de conventionele en contractuele premies en overlonen, | begrepen de conventionele en contractuele premies en overlonen, |
| behalve die voor laattijdige opening van winkels en overuren op | behalve die voor laattijdige opening van winkels en overuren op |
| zaterdag die bepaald zijn in de artikelen 2 en 4 van de collectieve | zaterdag die bepaald zijn in de artikelen 2 en 4 van de collectieve |
| arbeidsovereenkomst van 5 november 2002 betreffende premies en | arbeidsovereenkomst van 5 november 2002 betreffende premies en |
| overlonen. | overlonen. |
| 3. Bedienden van de zelfbediening en verkoopbedienden van de | 3. Bedienden van de zelfbediening en verkoopbedienden van de |
| warenhuizen | warenhuizen |
Art. 8.De bedienden van de "zelfbediening" waarvan sprake is in |
Art. 8.De bedienden van de "zelfbediening" waarvan sprake is in |
| artikel 11 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 november 2002 | artikel 11 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 november 2002 |
| betreffende de functieclassificatie, alsmede het verkooppersoneel van | betreffende de functieclassificatie, alsmede het verkooppersoneel van |
| de warenhuizen, genieten na 2 jaar anciënniteit de minimumloonschaal | de warenhuizen, genieten na 2 jaar anciënniteit de minimumloonschaal |
| van de bedienden van de derde categorie, die is vastgesteld in artikel | van de bedienden van de derde categorie, die is vastgesteld in artikel |
| 4, maar met een opklimming op grond van de anciënniteit die ophoudt | 4, maar met een opklimming op grond van de anciënniteit die ophoudt |
| bij het bedrag voor de leeftijd van 21 jaar. | bij het bedrag voor de leeftijd van 21 jaar. |
| De bedoelde bedienden die worden aangeworven vanaf 1 april 1993 | De bedoelde bedienden die worden aangeworven vanaf 1 april 1993 |
| bekomen na 1 jaar anciënniteit de minimumloonschaal van de bedienden | bekomen na 1 jaar anciënniteit de minimumloonschaal van de bedienden |
| van de derde categorie, in dezelfde voorwaarden. | van de derde categorie, in dezelfde voorwaarden. |
| De opklimming op grond van de anciënniteit wordt, voor elke bediende, | De opklimming op grond van de anciënniteit wordt, voor elke bediende, |
| op 22 jaar gebracht op het ogenblik van de toekenning van de | op 22 jaar gebracht op het ogenblik van de toekenning van de |
| jaarlijkse verhoging. | jaarlijkse verhoging. |
| Het wegwerken van het verschil tussen de werkelijke anciënniteit te | Het wegwerken van het verschil tussen de werkelijke anciënniteit te |
| rekenen vanaf de aanvangsleeftijd van de categorie en de baremieke | rekenen vanaf de aanvangsleeftijd van de categorie en de baremieke |
| anciënniteit geschiedt eveneens op het ogenblik van de toekenning van | anciënniteit geschiedt eveneens op het ogenblik van de toekenning van |
| de jaarlijkse verhoging, zoals voor de verlenging van de loonschaal. | de jaarlijkse verhoging, zoals voor de verlenging van de loonschaal. |
| 4. Bedienden van de tweede categorie | 4. Bedienden van de tweede categorie |
Art. 9.De andere bedienden dan diegenen die in artikel 8 worden |
Art. 9.De andere bedienden dan diegenen die in artikel 8 worden |
| genoemd en die meer dan zes maanden ervaring hebben in de onderneming | genoemd en die meer dan zes maanden ervaring hebben in de onderneming |
| in een functie van de tweede categorie, genieten de minimum loonschaal | in een functie van de tweede categorie, genieten de minimum loonschaal |
| van de bedienden van de derde categorie, zoals deze werd vastgesteld | van de bedienden van de derde categorie, zoals deze werd vastgesteld |
| in artikel 4, maar met een opklimming op grond van de anciënniteit die | in artikel 4, maar met een opklimming op grond van de anciënniteit die |
| ophoudt bij het bedrag voor de leeftijd van 21 jaar. | ophoudt bij het bedrag voor de leeftijd van 21 jaar. |
| De opklimming op grond van de anciënniteit wordt gebracht op 22 jaar, | De opklimming op grond van de anciënniteit wordt gebracht op 22 jaar, |
| volgens de modaliteiten vastgesteld in artikel 9. | volgens de modaliteiten vastgesteld in artikel 9. |
| B. Kaderpersoneel | B. Kaderpersoneel |
| Loonschalen | Loonschalen |
Art. 10.De opklimming in de loonschalen van het kaderpersoneel |
Art. 10.De opklimming in de loonschalen van het kaderpersoneel |
| geschiedt jaarlijks. Zij wordt gespreid over een periode van | geschiedt jaarlijks. Zij wordt gespreid over een periode van |
| tweeëntwintig jaar. | tweeëntwintig jaar. |
| De opklimming in de loonschalen van het kaderpersoneel geschiedt op | De opklimming in de loonschalen van het kaderpersoneel geschiedt op |
| basis van de volgende verdeling : | basis van de volgende verdeling : |
| - voor de bedienden die in dienst worden genomen zonder | - voor de bedienden die in dienst worden genomen zonder |
| beroepservaring, 100 pct. op grond van de anciënniteit in de | beroepservaring, 100 pct. op grond van de anciënniteit in de |
| onderneming; | onderneming; |
| - voor de bedienden die in dienst worden genomen met beroepservaring, | - voor de bedienden die in dienst worden genomen met beroepservaring, |
| 50 pct. voor de ervaring verworven vóór de indiensttreding in de | 50 pct. voor de ervaring verworven vóór de indiensttreding in de |
| onderneming en 50 pct. voor de anciënniteit in de onderneming. | onderneming en 50 pct. voor de anciënniteit in de onderneming. |
Art. 11.De totale opklimming in de loonschalen van het |
Art. 11.De totale opklimming in de loonschalen van het |
| kaderpersoneel, in absolute waarde uitgedrukt en gesteld tegenover het | kaderpersoneel, in absolute waarde uitgedrukt en gesteld tegenover het |
| indexcijfer 114,85, spil van de stabilisatieschijf | indexcijfer 114,85, spil van de stabilisatieschijf |
| 112,59-114,85-117,14 (basis 1996 = 100), wordt als volgt vastgesteld : | 112,59-114,85-117,14 (basis 1996 = 100), wordt als volgt vastgesteld : |
| - vijfde categorie : 1 741,84 EUR tot 2 366,72 EUR; | - vijfde categorie : 1 741,84 EUR tot 2 366,72 EUR; |
| - zesde categorie : 1 949,75 EUR tot 2 683,10 EUR; | - zesde categorie : 1 949,75 EUR tot 2 683,10 EUR; |
| - zevende categorie : 2 230,15 EUR tot 3 104,83 EUR. | - zevende categorie : 2 230,15 EUR tot 3 104,83 EUR. |
| De in de eerste alinea vastgestelde bedragen worden verhoogd met 15 | De in de eerste alinea vastgestelde bedragen worden verhoogd met 15 |
| EUR op 1 september 2005. | EUR op 1 september 2005. |
| Deze bedragen zijn gesteld tegenover het spilindexcijfer dat van | Deze bedragen zijn gesteld tegenover het spilindexcijfer dat van |
| kracht zal zijn op het ogenblik van de respectievelijke verhogingen. | kracht zal zijn op het ogenblik van de respectievelijke verhogingen. |
| Deze loonsverhogingen zijn niet van toepassing op de ondernemingen in | Deze loonsverhogingen zijn niet van toepassing op de ondernemingen in |
| moeilijkheden die hiertoe op ondernemingsniveau een collectieve | moeilijkheden die hiertoe op ondernemingsniveau een collectieve |
| arbeidsovereenkomst sluiten en dit zolang de onderneming in | arbeidsovereenkomst sluiten en dit zolang de onderneming in |
| moeilijkheden is. | moeilijkheden is. |
Art. 12.De loonschalen van de minimum maandlonen van het |
Art. 12.De loonschalen van de minimum maandlonen van het |
| kaderpersoneel worden vastgesteld zonder rekening te houden met de | kaderpersoneel worden vastgesteld zonder rekening te houden met de |
| aanvangsleeftijden. Zij zijn vastgesteld zoals is aangegeven in de | aanvangsleeftijden. Zij zijn vastgesteld zoals is aangegeven in de |
| loonschalen in bijlage I. | loonschalen in bijlage I. |
Art. 13.De maandelijkse minimumbedragen van de aanvangslonen van het |
Art. 13.De maandelijkse minimumbedragen van de aanvangslonen van het |
| kaderpersoneel, gesteld tegenover het indexcijfer 114,85, spil van de | kaderpersoneel, gesteld tegenover het indexcijfer 114,85, spil van de |
| stabilisatieschijf 112,59-114,85-117,14 (basis 1996 = 100), zijn de | stabilisatieschijf 112,59-114,85-117,14 (basis 1996 = 100), zijn de |
| volgende : | volgende : |
| - 1 741,84 EUR voor de vijfde categorie; | - 1 741,84 EUR voor de vijfde categorie; |
| - 1 949,75 EUR voor de zesde categorie; | - 1 949,75 EUR voor de zesde categorie; |
| - 2 230,15 EUR voor de zevende categorie. | - 2 230,15 EUR voor de zevende categorie. |
| De in de eerste alinea vastgestelde bedragen worden verhoogd met 15 | De in de eerste alinea vastgestelde bedragen worden verhoogd met 15 |
| EUR op 1 september 2005. | EUR op 1 september 2005. |
| Deze bedragen zijn gesteld tegenover het spilindexcijfer dat van | Deze bedragen zijn gesteld tegenover het spilindexcijfer dat van |
| kracht zal zijn op het ogenblik van de respectievelijke verhogingen. | kracht zal zijn op het ogenblik van de respectievelijke verhogingen. |
| Deze loonsverhogingen zijn niet van toepassing op de ondernemingen in | Deze loonsverhogingen zijn niet van toepassing op de ondernemingen in |
| moeilijkheden die hiertoe op ondernemingsniveau een collectieve | moeilijkheden die hiertoe op ondernemingsniveau een collectieve |
| arbeidsovereenkomst sluiten en dit zolang de onderneming in | arbeidsovereenkomst sluiten en dit zolang de onderneming in |
| moeilijkheden is. | moeilijkheden is. |
Art. 14.De verhogingen verschuldigd ingevolge de opklimming in de |
Art. 14.De verhogingen verschuldigd ingevolge de opklimming in de |
| loonschaal op grond van de anciënniteit worden elk jaar betaald. | loonschaal op grond van de anciënniteit worden elk jaar betaald. |
| De kaderleden van de zesde en zevende categorie hebben recht op een | De kaderleden van de zesde en zevende categorie hebben recht op een |
| bijkomende verhoging die wordt toegekend ter gelegenheid van de | bijkomende verhoging die wordt toegekend ter gelegenheid van de |
| uitbetaling van de in alinea 1 bepaalde verhogingen. Deze bijkomende | uitbetaling van de in alinea 1 bepaalde verhogingen. Deze bijkomende |
| verhoging is gelijk aan 33 pct. van de nominale waarde van de | verhoging is gelijk aan 33 pct. van de nominale waarde van de |
| jaarlijkse verhoging. | jaarlijkse verhoging. |
| Afdeling 2. - Werklieden | Afdeling 2. - Werklieden |
| Loonschalen | Loonschalen |
Art. 15.De opklimming in de uurloonschalen van de werklieden gebeurt |
Art. 15.De opklimming in de uurloonschalen van de werklieden gebeurt |
| jaarlijks. Zij geschiedt op grond van de anciënniteit in de | jaarlijks. Zij geschiedt op grond van de anciënniteit in de |
| onderneming. | onderneming. |
| Deze opklimming vangt aan op het ogenblik dat de werklieden de | Deze opklimming vangt aan op het ogenblik dat de werklieden de |
| leeftijd van éénentwintig jaar hebben bereikt. | leeftijd van éénentwintig jaar hebben bereikt. |
Art. 16.De totale opklimming in de uurloonschalen van de werklieden, |
Art. 16.De totale opklimming in de uurloonschalen van de werklieden, |
| in absolute waarde en gesteld tegenover het indexcijfer 114,85, spil | in absolute waarde en gesteld tegenover het indexcijfer 114,85, spil |
| van de stabilisatieschijf 112,59-114,85-117,14 (basis 1996 = 100), is | van de stabilisatieschijf 112,59-114,85-117,14 (basis 1996 = 100), is |
| vastgesteld als volgt : | vastgesteld als volgt : |
| - eerste categorie : van 9,5490 EUR tot 10,0817 EUR; | - eerste categorie : van 9,5490 EUR tot 10,0817 EUR; |
| - tweede categorie : van 9,9159 EUR tot 10,4487 EUR; | - tweede categorie : van 9,9159 EUR tot 10,4487 EUR; |
| - derde categorie : van 10,4000 EUR tot 11,1287 EUR. | - derde categorie : van 10,4000 EUR tot 11,1287 EUR. |
| De hierboven vastgestelde uurbedragen worden verhoogd met 0,0989 EUR | De hierboven vastgestelde uurbedragen worden verhoogd met 0,0989 EUR |
| op 1 september 2005. | op 1 september 2005. |
| Deze bedragen zijn gesteld tegenover het spilindexcijfer dat van | Deze bedragen zijn gesteld tegenover het spilindexcijfer dat van |
| kracht zal zijn op het ogenblik van de respectievelijke verhogingen. | kracht zal zijn op het ogenblik van de respectievelijke verhogingen. |
| Deze loonsverhogingen zijn niet van toepassing op de ondernemingen in | Deze loonsverhogingen zijn niet van toepassing op de ondernemingen in |
| moeilijkheden die hiertoe op ondernemingsniveau een collectieve | moeilijkheden die hiertoe op ondernemingsniveau een collectieve |
| arbeidsovereenkomst sluiten en dit zolang de onderneming in | arbeidsovereenkomst sluiten en dit zolang de onderneming in |
| moeilijkheden is. | moeilijkheden is. |
Art. 17.De minimum uurloonschalen van de werklieden zijn vastgesteld |
Art. 17.De minimum uurloonschalen van de werklieden zijn vastgesteld |
| zoals is aangegeven in de tabellen in bijlage I. | zoals is aangegeven in de tabellen in bijlage I. |
Art. 18.De minimum uurlonen van de minderjarige werklieden, gesteld |
Art. 18.De minimum uurlonen van de minderjarige werklieden, gesteld |
| tegenover het indexcijfer 114,85, spil van de stabilisatieschijf | tegenover het indexcijfer 114,85, spil van de stabilisatieschijf |
| 112,59-114,85-117,14 (basis 1996 = 100) zijn de volgende : | 112,59-114,85-117,14 (basis 1996 = 100) zijn de volgende : |
| Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |
| Deze uurbedragen worden op 20, 19 en 18 jaar verhoogd met 0,0989 EUR | Deze uurbedragen worden op 20, 19 en 18 jaar verhoogd met 0,0989 EUR |
| op 1 september 2005. | op 1 september 2005. |
| Deze bedragen zijn gesteld tegenover het spilindexcijfer dat van | Deze bedragen zijn gesteld tegenover het spilindexcijfer dat van |
| kracht zal zijn op het ogenblik van de respectievelijke verhogingen. | kracht zal zijn op het ogenblik van de respectievelijke verhogingen. |
| Deze loonsverhogingen zijn niet van toepassing op de ondernemingen in | Deze loonsverhogingen zijn niet van toepassing op de ondernemingen in |
| moeilijkheden die hiertoe op ondernemingsniveau een collectieve | moeilijkheden die hiertoe op ondernemingsniveau een collectieve |
| arbeidsovereenkomst sluiten en dit zolang de onderneming in | arbeidsovereenkomst sluiten en dit zolang de onderneming in |
| moeilijkheden is. | moeilijkheden is. |
| De bedragen op 17 en 16 jaar worden proportioneel verhoogd op dezelfde | De bedragen op 17 en 16 jaar worden proportioneel verhoogd op dezelfde |
| datum, rekening houdend met de bestaande degressiviteit ten opzichte | datum, rekening houdend met de bestaande degressiviteit ten opzichte |
| van de bedragen op 20, 19 en 18 jaar. | van de bedragen op 20, 19 en 18 jaar. |
Art. 19.De minimum uurlonen worden, Tegenover het indexcijfer 114,85, |
Art. 19.De minimum uurlonen worden, Tegenover het indexcijfer 114,85, |
| spil van de Stabilisatieschijf 112,59-114,85-117,14 (basis 1996 = | spil van de Stabilisatieschijf 112,59-114,85-117,14 (basis 1996 = |
| 100), als volgt vastgesteld : | 100), als volgt vastgesteld : |
| - eerste categorie : 9,5490 EUR; | - eerste categorie : 9,5490 EUR; |
| - tweede categorie : 9,9159 EUR; | - tweede categorie : 9,9159 EUR; |
| - derde categorie : 10,4000 EUR. | - derde categorie : 10,4000 EUR. |
| De hierboven vastgestelde bedragen worden verhoogd met 0,0989 EUR/uur | De hierboven vastgestelde bedragen worden verhoogd met 0,0989 EUR/uur |
| op 1 september 2005. | op 1 september 2005. |
| Deze bedragen zijn gesteld tegenover het spilindexcijfer dat van | Deze bedragen zijn gesteld tegenover het spilindexcijfer dat van |
| kracht zal zijn op het ogenblik van de respectievelijke verhogingen. | kracht zal zijn op het ogenblik van de respectievelijke verhogingen. |
| Deze loonsverhogingen zijn niet van toepassing op de ondernemingen in | Deze loonsverhogingen zijn niet van toepassing op de ondernemingen in |
| moeilijkheden die hiertoe op ondernemingsniveau een collectieve | moeilijkheden die hiertoe op ondernemingsniveau een collectieve |
| arbeidsovereenkomst sluiten en dit zolang de onderneming in | arbeidsovereenkomst sluiten en dit zolang de onderneming in |
| moeilijkheden is. | moeilijkheden is. |
| HOOFDSTUK III. - Toepassingsmodaliteiten van de loonschalen | HOOFDSTUK III. - Toepassingsmodaliteiten van de loonschalen |
| Afdeling 1. - Bepaling van de verworven ervaring voor de | Afdeling 1. - Bepaling van de verworven ervaring voor de |
| indienstneming | indienstneming |
Art. 20.De ervaring verworven vóór de indienstneming wordt als volgt |
Art. 20.De ervaring verworven vóór de indienstneming wordt als volgt |
| bepaald : | bepaald : |
| - voor het verkooppersoneel, op grond van de elders verworven ervaring | - voor het verkooppersoneel, op grond van de elders verworven ervaring |
| in een vergelijkbare verkoopfunctie; | in een vergelijkbare verkoopfunctie; |
| - voor het administratief personeel, op grond van de elders verworven | - voor het administratief personeel, op grond van de elders verworven |
| ervaring als bediende. | ervaring als bediende. |
| Afdeling 2. - Toekenning van de verhogingen versculdigd ingevolge de | Afdeling 2. - Toekenning van de verhogingen versculdigd ingevolge de |
| opklimming in de loonschalen | opklimming in de loonschalen |
Art. 21.De verhogingen welke het gevolg zijn van de opklimming in de |
Art. 21.De verhogingen welke het gevolg zijn van de opklimming in de |
| loonschalen waarvan sprake is in de artikelen 7, 15 en 16 worden | loonschalen waarvan sprake is in de artikelen 7, 15 en 16 worden |
| betaald naar keuze van de werkgever : | betaald naar keuze van de werkgever : |
| - hetzij de eerste maand volgend op deze waarin de bediende in dienst | - hetzij de eerste maand volgend op deze waarin de bediende in dienst |
| is getreden; | is getreden; |
| - hetzij op 1 februari van elk jaar voor het personeel waarvan de | - hetzij op 1 februari van elk jaar voor het personeel waarvan de |
| verjaardag van de indiensttreding tussen 1 november en 30 april valt; | verjaardag van de indiensttreding tussen 1 november en 30 april valt; |
| - hetzij op 1 augustus van elk jaar voor het personeel waarvan de | - hetzij op 1 augustus van elk jaar voor het personeel waarvan de |
| verjaardag van de indiensttreding tussen 1 mei en 31 oktober valt. | verjaardag van de indiensttreding tussen 1 mei en 31 oktober valt. |
Art. 22.Het bedrag van de jaarlijkse of tweejaarlijkse |
Art. 22.Het bedrag van de jaarlijkse of tweejaarlijkse |
| loonschaalverhoging wordt gevoegd bij de werkelijk uitbetaalde lonen. | loonschaalverhoging wordt gevoegd bij de werkelijk uitbetaalde lonen. |
| Afdeling 3. - Overgang naar een andere catégorie | Afdeling 3. - Overgang naar een andere catégorie |
Art. 23.De bediende die naar een hogere categorie overgaat, geniet |
Art. 23.De bediende die naar een hogere categorie overgaat, geniet |
| integraal de loonschaal van de categorie waarin hij wordt | integraal de loonschaal van de categorie waarin hij wordt |
| ondergebracht met ingang van de datum van zijn bevordering, rekening | ondergebracht met ingang van de datum van zijn bevordering, rekening |
| houdend met de normale aanvangsleeftijd van deze categorie. | houdend met de normale aanvangsleeftijd van deze categorie. |
Art. 24.In geval van onmiddellijke bevordering van een basisbediende |
Art. 24.In geval van onmiddellijke bevordering van een basisbediende |
| van de zelfbediening, zoals is bepaald in artikel 11 van de | van de zelfbediening, zoals is bepaald in artikel 11 van de |
| collectieve arbeidsovereenkomst van 5 november 2002 betreffende de | collectieve arbeidsovereenkomst van 5 november 2002 betreffende de |
| functieclassificatie, tot een functie van de vijfde categorie, gebeurt | functieclassificatie, tot een functie van de vijfde categorie, gebeurt |
| de overgang naar de loonschaal van de vijfde categorie als volgt : | de overgang naar de loonschaal van de vijfde categorie als volgt : |
| onmiddellijke toekenning van 50 pct. van het verschil tussen het | onmiddellijke toekenning van 50 pct. van het verschil tussen het |
| vorige loonschaalniveau van de betrokkene en het nieuwe | vorige loonschaalniveau van de betrokkene en het nieuwe |
| loonschaalniveau van de vijfde categorie; het toekennen van de overige | loonschaalniveau van de vijfde categorie; het toekennen van de overige |
| 50 pct. wordt gespreid over vier jaar. | 50 pct. wordt gespreid over vier jaar. |
| Afdeling 4. - Ziekte of ongeval - gewaarborgd maandloon | Afdeling 4. - Ziekte of ongeval - gewaarborgd maandloon |
Art. 25.In geval van arbeidsongeschiktheid ten gevolge van ziekte of |
Art. 25.In geval van arbeidsongeschiktheid ten gevolge van ziekte of |
| ongeval, omvat het loon waarop de werknemer recht heeft gedurende de | ongeval, omvat het loon waarop de werknemer recht heeft gedurende de |
| eerste dertig dagen van zijn ongeschiktheid eveneens dit voor de | eerste dertig dagen van zijn ongeschiktheid eveneens dit voor de |
| arbeidsprestaties verricht na achttien uur, voor zover deze | arbeidsprestaties verricht na achttien uur, voor zover deze |
| contractueel zijn vastgelegd. | contractueel zijn vastgelegd. |
Art. 26.Voor het personeel dat tewerkgesteld is met een onvolledige |
Art. 26.Voor het personeel dat tewerkgesteld is met een onvolledige |
| dienstbetrekking houdt de werkgever rekening met het loon voor de | dienstbetrekking houdt de werkgever rekening met het loon voor de |
| contractueel bepaalde arbeidsprestaties na achttien uur, alsook met | contractueel bepaalde arbeidsprestaties na achttien uur, alsook met |
| dit voor het gemiddelde van de overschrijdingen (bijkomende uren) van | dit voor het gemiddelde van de overschrijdingen (bijkomende uren) van |
| het aantal contractueel bepaalde arbeidsuren gedurende de drie | het aantal contractueel bepaalde arbeidsuren gedurende de drie |
| voorafgaande maanden. | voorafgaande maanden. |
Art. 27.Het gewaarborgd maandloon wordt betaald vanaf de eerste |
Art. 27.Het gewaarborgd maandloon wordt betaald vanaf de eerste |
| afwezigheidsdag. | afwezigheidsdag. |
| Afdeling 5. - Personeel tewerkgesteld met onvolledige dienstbetrekking | Afdeling 5. - Personeel tewerkgesteld met onvolledige dienstbetrekking |
Art. 28.De lonen van het personeel dat tewerkgesteld is met een |
Art. 28.De lonen van het personeel dat tewerkgesteld is met een |
| onvolledige dienstbetrekking worden berekend volgens één van de twee | onvolledige dienstbetrekking worden berekend volgens één van de twee |
| hiernavolgende formules : | hiernavolgende formules : |
| a) uurloon : | a) uurloon : |
| loonschaalbedrag van de categorie/151,66 | loonschaalbedrag van de categorie/151,66 |
| b) maandloon : | b) maandloon : |
| loonschaalbedrag van de categorie x aantal maandelijkse arbeidsuren | loonschaalbedrag van de categorie x aantal maandelijkse arbeidsuren |
| /151, 66 | /151, 66 |
| Afdeling 6. - Werkelijke lonen | Afdeling 6. - Werkelijke lonen |
Art. 29.De werkelijke maandlonen van de voltijdse werknemers worden |
Art. 29.De werkelijke maandlonen van de voltijdse werknemers worden |
| verhoogd met 15 EUR op 1 september 2005. | verhoogd met 15 EUR op 1 september 2005. |
| De werkelijke uurlonen van de voltijdse werknemers worden verhoogd met | De werkelijke uurlonen van de voltijdse werknemers worden verhoogd met |
| 0,0989 EUR op 1 september 2005. | 0,0989 EUR op 1 september 2005. |
| De deeltijdse werknemers hebben recht op een prorata. | De deeltijdse werknemers hebben recht op een prorata. |
| Deze loonsverhogingen zijn niet van toepassing op de ondernemingen in | Deze loonsverhogingen zijn niet van toepassing op de ondernemingen in |
| moeilijkheden die hiertoe op ondernemingsniveau een collectieve | moeilijkheden die hiertoe op ondernemingsniveau een collectieve |
| arbeidsovereenkomst sluiten en dit zolang de onderneming in | arbeidsovereenkomst sluiten en dit zolang de onderneming in |
| moeilijkheden is. | moeilijkheden is. |
| HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen | HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen |
Art. 30.De collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2003 |
Art. 30.De collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2003 |
| betreffende de lonen wordt opgeheven op 1 juli 2005. | betreffende de lonen wordt opgeheven op 1 juli 2005. |
Art. 31.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
Art. 31.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
| juli 2005. Zij is gesloten voor onbepaalde tijd. | juli 2005. Zij is gesloten voor onbepaalde tijd. |
| Zij kan door elk van de partijen worden opgezegd mits een | Zij kan door elk van de partijen worden opgezegd mits een |
| opzeggingstermijn van drie maanden gegeven bij een ter post | opzeggingstermijn van drie maanden gegeven bij een ter post |
| aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité | aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité |
| voor de warenhuizen. | voor de warenhuizen. |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 27 | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 27 |
| september 2006. | september 2006. |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| P. VANVELTHOVEN | P. VANVELTHOVEN |
| Bijlage I bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2005, | Bijlage I bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2005, |
| gesloten in het Paritair Comité voor de warenhuizen, betreffende de | gesloten in het Paritair Comité voor de warenhuizen, betreffende de |
| lonen | lonen |
| Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 27 | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 27 |
| september 2006. | september 2006. |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| P. VANVELTHOVEN | P. VANVELTHOVEN |