Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 27/10/2009
← Terug naar "Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 april 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk, betreffende het sectoraal akkoord 2009-2010 "
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 april 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk, betreffende het sectoraal akkoord 2009-2010 Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 april 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk, betreffende het sectoraal akkoord 2009-2010
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG
27 OKTOBER 2009. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend 27 OKTOBER 2009. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend
wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 april 2009, wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 april 2009,
gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de
textielnijverheid en het breiwerk, betreffende het sectoraal akkoord textielnijverheid en het breiwerk, betreffende het sectoraal akkoord
2009-2010 (1) 2009-2010 (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel
28; 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden van de Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden van de
textielnijverheid en het breiwerk; textielnijverheid en het breiwerk;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Op de voordracht van de Minister van Werk,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 24 april 2009, overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 24 april 2009,
gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de
textielnijverheid en het breiwerk, betreffende het sectoraal akkoord textielnijverheid en het breiwerk, betreffende het sectoraal akkoord
2009-2010. 2009-2010.

Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van

Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van

dit besluit. dit besluit.
Gegeven te Brussel, 27 oktober 2009. Gegeven te Brussel, 27 oktober 2009.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Vice-Eerste Minister De Vice-Eerste Minister
en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en
Asielbeleid, Asielbeleid,
Mevr. J. MILQUET Mevr. J. MILQUET
Nota Nota
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Bijlage Bijlage
Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het
breiwerk breiwerk
Collectieve arbeidsovereenkomst van 24 april 2009 Collectieve arbeidsovereenkomst van 24 april 2009
Sectoraal akkoord 2009-2010 Sectoraal akkoord 2009-2010
(Overeenkomst geregistreerd op 28 mei 2009 onder het nummer (Overeenkomst geregistreerd op 28 mei 2009 onder het nummer
92203/CO/214) 92203/CO/214)
HOOFDSTUK 1. - Toepassingsgebied HOOFDSTUK 1. - Toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing

op de ondernemingen die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair op de ondernemingen die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair
Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk en Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk en
op de bedienden die zij tewerkstellen. op de bedienden die zij tewerkstellen.
§ 2. In afwijking op § 1 zijn de artikelen 11 tot en met 15 en 27 tot § 2. In afwijking op § 1 zijn de artikelen 11 tot en met 15 en 27 tot
en met 31 van onderhavige overeenkomst enkel toepasselijk op de en met 31 van onderhavige overeenkomst enkel toepasselijk op de
bedienden waarvan de functie beantwoordt aan de criteria van één van bedienden waarvan de functie beantwoordt aan de criteria van één van
de zes categorieën waarvan sprake in de functieclassificatie voorzien de zes categorieën waarvan sprake in de functieclassificatie voorzien
in de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 april 2003 betreffende de in de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 april 2003 betreffende de
invoering van de herziene en geactualiseerde functieclassificatie en invoering van de herziene en geactualiseerde functieclassificatie en
de eraan gekoppelde weddeschaal. de eraan gekoppelde weddeschaal.
§ 3. In afwijking op § 1 zijn enkel de bepalingen van de artikelen 2 § 3. In afwijking op § 1 zijn enkel de bepalingen van de artikelen 2
tot en met 10 en van de artikelen 18 tot en met 26 van toepassing op tot en met 10 en van de artikelen 18 tot en met 26 van toepassing op
de firma NV Celanese en op haar bedienden. de firma NV Celanese en op haar bedienden.
HOOFDSTUK 2. - Tewerkstellingsverbintenissen HOOFDSTUK 2. - Tewerkstellingsverbintenissen

Art. 2.De bepalingen inzake tewerkstelling, voorzien door de

Art. 2.De bepalingen inzake tewerkstelling, voorzien door de

collectieve arbeidsovereenkomst van 22 april 1983, gewijzigd en collectieve arbeidsovereenkomst van 22 april 1983, gewijzigd en
verlengd door de collectieve arbeidsovereenkomsten van 4 maart 1985, verlengd door de collectieve arbeidsovereenkomsten van 4 maart 1985,
van 24 februari 1987, van 13 maart 1989, van 8 maart 1991, van 24 van 24 februari 1987, van 13 maart 1989, van 8 maart 1991, van 24
maart 1993, van 15 mei 1995, van 25 april 1997, van 2 april 1999, van maart 1993, van 15 mei 1995, van 25 april 1997, van 2 april 1999, van
10 mei 2001, van 25 april 2003, van 20 juni 2005 en van 20 april 2007 10 mei 2001, van 25 april 2003, van 20 juni 2005 en van 20 april 2007
worden verlengd voor de jaren 2009 en 2010. worden verlengd voor de jaren 2009 en 2010.

Art. 3.De hierboven vermelde verlenging van twee jaren van de

Art. 3.De hierboven vermelde verlenging van twee jaren van de

tewerkstellingsverbintenissen behelst volgende principes : tewerkstellingsverbintenissen behelst volgende principes :
a) De bediende die wordt afgedankt moet binnen de drie maanden na het a) De bediende die wordt afgedankt moet binnen de drie maanden na het
einde van de arbeidsovereenkomst door een bediende worden vervangen, einde van de arbeidsovereenkomst door een bediende worden vervangen,
overeenkomstig de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst overeenkomstig de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst
van 8 maart 1991. van 8 maart 1991.
b) Er kan van voormeld principe worden afgeweken overeenkomstig de b) Er kan van voormeld principe worden afgeweken overeenkomstig de
modaliteiten voorzien in voormelde collectieve arbeidsovereenkomst van modaliteiten voorzien in voormelde collectieve arbeidsovereenkomst van
8 maart 1991. 8 maart 1991.
HOOFDSTUK 3. - Tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van HOOFDSTUK 3. - Tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van
de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking

Art. 4.Overeenkomstig de mogelijkheden geboden door de collectieve

Art. 4.Overeenkomstig de mogelijkheden geboden door de collectieve

arbeidsovereenkomst nr. 77bis van 19 december 2001 van de Nationale arbeidsovereenkomst nr. 77bis van 19 december 2001 van de Nationale
Arbeidsraad tot vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. Arbeidsraad tot vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr.
77 van 14 februari 2001 tot invoering van een stelsel van 77 van 14 februari 2001 tot invoering van een stelsel van
tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de
arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, gewijzigd door de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, gewijzigd door de
collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77ter van 10 juli 2002 en de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77ter van 10 juli 2002 en de
collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77quater van 30 maart 2007, worden collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77quater van 30 maart 2007, worden
volgende afwijkingen waarvan sprake in de hiernavolgende artikelen 5 volgende afwijkingen waarvan sprake in de hiernavolgende artikelen 5
tot en met 10 overeengekomen. tot en met 10 overeengekomen.

Art. 5.In uitvoering van artikel 2, § 3 van de voornoemde collectieve

Art. 5.In uitvoering van artikel 2, § 3 van de voornoemde collectieve

arbeidsovereenkomst nr. 77bis wordt voor de bedienden tewerkgesteld in arbeidsovereenkomst nr. 77bis wordt voor de bedienden tewerkgesteld in
de volle of halve overbruggingsploegen de toepassing van de de volle of halve overbruggingsploegen de toepassing van de
collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis beperkt tot het stelsel van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis beperkt tot het stelsel van
tijdskrediet waarbij de arbeidsprestaties volledig worden geschorst. tijdskrediet waarbij de arbeidsprestaties volledig worden geschorst.

Art. 6.In uitvoering van artikel 3, § 2 van de voornoemde collectieve

Art. 6.In uitvoering van artikel 3, § 2 van de voornoemde collectieve

arbeidsovereenkomst nr. 77bis wordt de duur van uitoefening van het arbeidsovereenkomst nr. 77bis wordt de duur van uitoefening van het
recht op tijdskrediet van 1 jaar op 5 jaar gebracht over de gehele recht op tijdskrediet van 1 jaar op 5 jaar gebracht over de gehele
loopbaan. loopbaan.
Het opnemen van het tijdskrediet na uitputting van het 1e jaar gebeurt Het opnemen van het tijdskrediet na uitputting van het 1e jaar gebeurt
per periode van twaalf maanden. per periode van twaalf maanden.

Art. 7.In uitvoering van artikel 6, § 2 van de voornoemde collectieve

Art. 7.In uitvoering van artikel 6, § 2 van de voornoemde collectieve

arbeidsovereenkomst nr. 77bis wordt voor de bedienden tewerkgesteld in arbeidsovereenkomst nr. 77bis wordt voor de bedienden tewerkgesteld in
ploegen het recht op 1/5 loopbaanvermindering toegekend ten belope van ploegen het recht op 1/5 loopbaanvermindering toegekend ten belope van
één dag per week of een gelijkwaardige regeling. Er worden geen halve één dag per week of een gelijkwaardige regeling. Er worden geen halve
dagen toegekend aan bedienden die in ploegen werken. dagen toegekend aan bedienden die in ploegen werken.

Art. 8.In uitvoering van artikel 9, § 2 van de voornoemde collectieve

Art. 8.In uitvoering van artikel 9, § 2 van de voornoemde collectieve

arbeidsovereenkomst nr. 77bis wordt het recht op 1/5e arbeidsovereenkomst nr. 77bis wordt het recht op 1/5e
loopbaanvermindering voor de bedienden van 50 jaar en ouder, loopbaanvermindering voor de bedienden van 50 jaar en ouder,
tewerkgesteld in ploegen toegekend ten belope van één dag per week of tewerkgesteld in ploegen toegekend ten belope van één dag per week of
een gelijkwaardige regeling. Er worden geen halve dagen toegekend aan een gelijkwaardige regeling. Er worden geen halve dagen toegekend aan
bedienden die in ploegen werken. bedienden die in ploegen werken.

Art. 9.In uitvoering van artikel 15, § 7 van de voornoemde

Art. 9.In uitvoering van artikel 15, § 7 van de voornoemde

collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis komen ondertekenende collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis komen ondertekenende
partijen overeen dat, op het niveau van de technische bedrijfseenheid, partijen overeen dat, op het niveau van de technische bedrijfseenheid,
de drempel ten uitzonderlijke titel kan overschreden worden voor de drempel ten uitzonderlijke titel kan overschreden worden voor
bijkomende aanvragen inzake tijdskrediet waarvan de werkgever van bijkomende aanvragen inzake tijdskrediet waarvan de werkgever van
oordeel is dat deze vlot kunnen ingepast worden in de bestaande oordeel is dat deze vlot kunnen ingepast worden in de bestaande
arbeidsorganisatie. arbeidsorganisatie.
Deze uitbreiding van de drempel geldt slechts voor de periode van 1 Deze uitbreiding van de drempel geldt slechts voor de periode van 1
januari 2009 tot en met 31 december 2010. januari 2009 tot en met 31 december 2010.

Art. 10.§ 1. Op de bedienden van 55 jaar en ouder die een

Art. 10.§ 1. Op de bedienden van 55 jaar en ouder die een

vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking
uitoefenen of hebben aangevraagd op grond van artikel 9 van de uitoefenen of hebben aangevraagd op grond van artikel 9 van de
collectieve arbeidsovereenkomst 77bis of ingevolge artikel 102 van de collectieve arbeidsovereenkomst 77bis of ingevolge artikel 102 van de
herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen, voor zover herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen, voor zover
dit stelsel doorloopt na 1 januari 2002, worden gedurende de periode dit stelsel doorloopt na 1 januari 2002, worden gedurende de periode
van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2010 de artikelen 14bis, 15, van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2010 de artikelen 14bis, 15,
§ 1, laatste lid, 15, § 3 laatste lid en 15, § 5, laatste lid van § 1, laatste lid, 15, § 3 laatste lid en 15, § 5, laatste lid van
collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis toegepast. collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis toegepast.
Voor de toepassing van artikel 15, § 4, eerste lid van de collectieve Voor de toepassing van artikel 15, § 4, eerste lid van de collectieve
arbeidsovereenkomst nr. 77bis worden gedurende de periode van 1 arbeidsovereenkomst nr. 77bis worden gedurende de periode van 1
januari 2009 tot en met 31 december 2010 de bedienden van 50 tot 54 januari 2009 tot en met 31 december 2010 de bedienden van 50 tot 54
jaar die hun arbeidsprestaties verminderen tot een halftijdse jaar die hun arbeidsprestaties verminderen tot een halftijdse
betrekking als bedoeld in artikel 9 van de collectieve betrekking als bedoeld in artikel 9 van de collectieve
arbeidsovereenkomst nr. 77bis of als bedoeld in artikel 102 van de arbeidsovereenkomst nr. 77bis of als bedoeld in artikel 102 van de
herstelwet van 22 januari 1985 en voor zover dit stelsel doorloopt na herstelwet van 22 januari 1985 en voor zover dit stelsel doorloopt na
1 januari 2002, gedurende vijf jaar in aanmerking genomen voor de 1 januari 2002, gedurende vijf jaar in aanmerking genomen voor de
drempel zoals bedoeld en berekend overeenkomstig het eerste lid van drempel zoals bedoeld en berekend overeenkomstig het eerste lid van
onderhavige paragraaf. onderhavige paragraaf.
§ 2. In het kader van de toepassing van § 1 van onderhavig artikel, § 2. In het kader van de toepassing van § 1 van onderhavig artikel,
brengt de bediende van 55 jaar en ouder die het recht op vermindering brengt de bediende van 55 jaar en ouder die het recht op vermindering
van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking als bedoeld in van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking als bedoeld in
§ 1 van onderhavig artikel wenst uit te oefenen, zijn werkgever § 1 van onderhavig artikel wenst uit te oefenen, zijn werkgever
hiervan tenminste zes maanden vooraf schriftelijk op de hoogte. hiervan tenminste zes maanden vooraf schriftelijk op de hoogte.
§ 3. In het kader van de toepassing van § 1 van onderhavig artikel, § 3. In het kader van de toepassing van § 1 van onderhavig artikel,
kan de werkgever binnen een maand na de schriftelijke kennisgeving kan de werkgever binnen een maand na de schriftelijke kennisgeving
zoals verricht overeenkomstig § 2 van onderhavig artikel, de zoals verricht overeenkomstig § 2 van onderhavig artikel, de
uitoefening van het recht op vermindering van de arbeidsprestaties tot uitoefening van het recht op vermindering van de arbeidsprestaties tot
een halftijdse betrekking in uitzonderlijke gevallen weigeren, mits een halftijdse betrekking in uitzonderlijke gevallen weigeren, mits
schriftelijke motivering aan de betrokken bediende. schriftelijke motivering aan de betrokken bediende.
HOOFDSTUK 4. - Invoering nieuwe weddeschaal HOOFDSTUK 4. - Invoering nieuwe weddeschaal

Art. 11.§ 1. Er wordt een nieuwe weddeschaal voor de bedienden

Art. 11.§ 1. Er wordt een nieuwe weddeschaal voor de bedienden

ingevoerd. Deze weddeschaal vervangt de weddeschaal, bedoeld in ingevoerd. Deze weddeschaal vervangt de weddeschaal, bedoeld in
artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 april 2003 artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 april 2003
zoals gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni zoals gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni
2003 betreffende de invoering van de herziene en geactualiseerde 2003 betreffende de invoering van de herziene en geactualiseerde
functieclassificatie en de er aan gekoppelde weddeschaal. functieclassificatie en de er aan gekoppelde weddeschaal.
§ 2. Deze weddeschaal wordt gekoppeld aan de functieclassificatie § 2. Deze weddeschaal wordt gekoppeld aan de functieclassificatie
opgenomen in bijlage I van de voornoemde collectieve opgenomen in bijlage I van de voornoemde collectieve
arbeidsovereenkomst van 25 april 2003. arbeidsovereenkomst van 25 april 2003.
§ 3. Deze weddeschaal evenals de modaliteiten van invoering en § 3. Deze weddeschaal evenals de modaliteiten van invoering en
toepassing ervan worden vastgelegd in de collectieve toepassing ervan worden vastgelegd in de collectieve
arbeidsovereenkomst van 24 april 2009 betreffende de invoering van een arbeidsovereenkomst van 24 april 2009 betreffende de invoering van een
nieuwe weddeschaal in de textielsector. nieuwe weddeschaal in de textielsector.
HOOFDSTUK 5. - Koopkracht HOOFDSTUK 5. - Koopkracht

Art. 12.De collectieve arbeidsovereenkomst van 28 oktober 1985 tot

Art. 12.De collectieve arbeidsovereenkomst van 28 oktober 1985 tot

coördinatie van de collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten in het coördinatie van de collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten in het
Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het
breiwerk betreffende de bezoldigingsvoorwaarden en meer bepaald punt 5 breiwerk betreffende de bezoldigingsvoorwaarden en meer bepaald punt 5
betreffende de koppeling van de bezoldigingen aan het indexcijfer der betreffende de koppeling van de bezoldigingen aan het indexcijfer der
consumptieprijzen, wordt ongewijzigd verder toegepast. consumptieprijzen, wordt ongewijzigd verder toegepast.

Art. 13.De baremieke verhogingen voorzien door de weddeschaal

Art. 13.De baremieke verhogingen voorzien door de weddeschaal

ingevoerd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 april 2003 ingevoerd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 april 2003
betreffende de invoering van de herziene en geactualiseerde betreffende de invoering van de herziene en geactualiseerde
functieclassificatie en de eraan gekoppelde weddeschaal functieclassificatie en de eraan gekoppelde weddeschaal
respectievelijk door de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 april respectievelijk door de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 april
2009 betreffende de invoering van een nieuwe weddeschaal in de 2009 betreffende de invoering van een nieuwe weddeschaal in de
textielsector, worden toegepast conform de in voornoemde collectieve textielsector, worden toegepast conform de in voornoemde collectieve
arbeidsovereenkomsten voorziene modaliteiten. arbeidsovereenkomsten voorziene modaliteiten.

Art. 14.Tijdens 2009 wordt er geen conventionele loonsverhoging

Art. 14.Tijdens 2009 wordt er geen conventionele loonsverhoging

toegekend op de baremieke en effectieve lonen. toegekend op de baremieke en effectieve lonen.

Art. 15.De ondertekenende partijen engageren zich om begin 2010 in

Art. 15.De ondertekenende partijen engageren zich om begin 2010 in

functie van de economische en financiële situatie van de textielsector functie van de economische en financiële situatie van de textielsector
het aspect koopkracht opnieuw te bekijken, zonder dat dit een het aspect koopkracht opnieuw te bekijken, zonder dat dit een
resultaatsverbintenis inhoudt. resultaatsverbintenis inhoudt.
HOOFDSTUK 6. - Vorming en opleiding HOOFDSTUK 6. - Vorming en opleiding

Art. 16.De sector doet gedurende de jaren 2009 en 2010 een inspanning

Art. 16.De sector doet gedurende de jaren 2009 en 2010 een inspanning

op het vlak van vorming en opleiding, die wordt gerealiseerd door een op het vlak van vorming en opleiding, die wordt gerealiseerd door een
werkgeversbijdrage van 0,10 pct. berekend op het volledige loon van de werkgeversbijdrage van 0,10 pct. berekend op het volledige loon van de
bedienden zoals bedoeld in artikel 23 van de wet van 29 juni 1981 bedienden zoals bedoeld in artikel 23 van de wet van 29 juni 1981
houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor
werknemers en de uitvoeringsbesluiten van deze wet, te storten aan het werknemers en de uitvoeringsbesluiten van deze wet, te storten aan het
"Fonds voor bestaanszekerheid voor de bedienden van de "Fonds voor bestaanszekerheid voor de bedienden van de
textielnijverheid en het breiwerk". Aldus levert de sector een textielnijverheid en het breiwerk". Aldus levert de sector een
inspanning op het vlak van permanente vorming. Over de aanwending van inspanning op het vlak van permanente vorming. Over de aanwending van
deze 0,10 pct. bijdrage zal een afzonderlijke collectieve deze 0,10 pct. bijdrage zal een afzonderlijke collectieve
arbeidsovereenkomst gesloten worden. arbeidsovereenkomst gesloten worden.
Daarnaast doet de sector gedurende de jaren 2009 en 2010 een Daarnaast doet de sector gedurende de jaren 2009 en 2010 een
inspanning van 0,20 pct. berekend op het volledige loon van de inspanning van 0,20 pct. berekend op het volledige loon van de
bedienden, zoals bedoeld in artikel 23 van de wet van 29 juni 1981 bedienden, zoals bedoeld in artikel 23 van de wet van 29 juni 1981
houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor
werknemers en de uitvoeringsbesluiten van deze wet, voor de vorming en werknemers en de uitvoeringsbesluiten van deze wet, voor de vorming en
opleiding van risicogroepen. Deze werkgeversbijdrage wordt eveneens opleiding van risicogroepen. Deze werkgeversbijdrage wordt eveneens
gestort aan het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de bedienden van de gestort aan het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de bedienden van de
textielnijverheid en het breiwerk". Over de vorming en opleiding van textielnijverheid en het breiwerk". Over de vorming en opleiding van
deze risicogroepen zal een afzonderlijke collectieve deze risicogroepen zal een afzonderlijke collectieve
arbeidsovereenkomst gesloten worden die vóór 1 juli 2009 zal arbeidsovereenkomst gesloten worden die vóór 1 juli 2009 zal
neergelegd worden op de griffie van de Dienst der Collectieve neergelegd worden op de griffie van de Dienst der Collectieve
Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid,
Arbeid en Sociaal Overleg. Arbeid en Sociaal Overleg.
Bijgevolg zal voor de jaren 2009 en 2010 van de textiel- en Bijgevolg zal voor de jaren 2009 en 2010 van de textiel- en
breigoedondernemingen een globale werkgeversbijdrage van 0,30 pct. breigoedondernemingen een globale werkgeversbijdrage van 0,30 pct.
berekend op het volledige loon van de bedienden, zoals bedoeld in berekend op het volledige loon van de bedienden, zoals bedoeld in
artikel 23 van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen artikel 23 van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen
van de sociale zekerheid voor werknemers en de uitvoeringsbesluiten van de sociale zekerheid voor werknemers en de uitvoeringsbesluiten
van deze wet, geïnd worden voor vorming en opleiding. van deze wet, geïnd worden voor vorming en opleiding.
De statuten van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de bedienden De statuten van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de bedienden
van de textielnijverheid en het breiwerk" zullen in die zin worden van de textielnijverheid en het breiwerk" zullen in die zin worden
aangepast. aangepast.

Art. 17.COBOT-Bedienden blijft de motor van het opleidings- en

Art. 17.COBOT-Bedienden blijft de motor van het opleidings- en

vormingsgebeuren in de sector. De opleidingsprojecten die door vormingsgebeuren in de sector. De opleidingsprojecten die door
COBOT-Bedienden worden uitgevoerd, worden voorafgaandelijk goedgekeurd COBOT-Bedienden worden uitgevoerd, worden voorafgaandelijk goedgekeurd
in de schoot van de permanente werkgroep van COBOT-Bedienden. in de schoot van de permanente werkgroep van COBOT-Bedienden.
CHAPITRE 7. - Conventioneel voltijds brugpensioen CHAPITRE 7. - Conventioneel voltijds brugpensioen

Art. 18.Ondertekenende partijen verbinden zich ertoe met het oog op

Art. 18.Ondertekenende partijen verbinden zich ertoe met het oog op

de uitvoering van hoofdstuk VII van onderhavige collectieve de uitvoering van hoofdstuk VII van onderhavige collectieve
arbeidsovereenkomst en voor zover de reglementering dit toelaat, de arbeidsovereenkomst en voor zover de reglementering dit toelaat, de
nodige afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomsten te sluiten met nodige afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomsten te sluiten met
betrekking tot de verschillende stelsels van conventioneel betrekking tot de verschillende stelsels van conventioneel
brugpensioen die in de textielsector zullen toegepast worden. brugpensioen die in de textielsector zullen toegepast worden.
Het betreft de volgende stelsels : Het betreft de volgende stelsels :
- algemeen stelsel : 60 jaar en respectievelijk minimum 30 jaar - algemeen stelsel : 60 jaar en respectievelijk minimum 30 jaar
beroepsverleden als loontrekkende voor de mannen en minimum 26 jaar beroepsverleden als loontrekkende voor de mannen en minimum 26 jaar
voor de vrouwen : collectieve arbeidsovereenkomst voor de periode van voor de vrouwen : collectieve arbeidsovereenkomst voor de periode van
1 juli 2010 tot en met 30 juni 2011 met betrekking tot de voorwaarden 1 juli 2010 tot en met 30 juni 2011 met betrekking tot de voorwaarden
van solidarisering van het stelsel zoals bepaald in artikel 19 hierna; van solidarisering van het stelsel zoals bepaald in artikel 19 hierna;
- specifiek stelsel lange loopbanen : 58 jaar en respectievelijk - specifiek stelsel lange loopbanen : 58 jaar en respectievelijk
minimum 35 jaar beroepsverleden als loontrekkende voor de mannen en minimum 35 jaar beroepsverleden als loontrekkende voor de mannen en
minimum 30 jaar voor de vrouwen; vanaf 2010 is het vereiste minimum 30 jaar voor de vrouwen; vanaf 2010 is het vereiste
beroepsverleden als loontrekkende respectievelijk minimum 37 jaar voor beroepsverleden als loontrekkende respectievelijk minimum 37 jaar voor
de mannen en 33 jaar voor de vrouwen : collectieve arbeidsovereenkomst de mannen en 33 jaar voor de vrouwen : collectieve arbeidsovereenkomst
voor de periode van 1 juli 2009 tot en met 30 juni 2011; voor de periode van 1 juli 2009 tot en met 30 juni 2011;
- specifiek stelsel nacht : 56 jaar, minimum 33 jaar beroepsverleden - specifiek stelsel nacht : 56 jaar, minimum 33 jaar beroepsverleden
als loontrekkende waarvan minimum 20 jaar nachtarbeid : collectieve als loontrekkende waarvan minimum 20 jaar nachtarbeid : collectieve
arbeidsovereenkomst voor de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 arbeidsovereenkomst voor de periode van 1 januari 2009 tot en met 31
december 2010; december 2010;
- specifiek interprofessioneel stelsel voor 40 jaar effectieve - specifiek interprofessioneel stelsel voor 40 jaar effectieve
prestaties en op 14, 15 of 16 jaar RSZ-bijdragen betaald hebben : prestaties en op 14, 15 of 16 jaar RSZ-bijdragen betaald hebben :
collectieve arbeidsovereenkomst voor de periode van 1 juli 2009 tot en collectieve arbeidsovereenkomst voor de periode van 1 juli 2009 tot en
met 31 december 2010 met betrekking tot de voorwaarden van met 31 december 2010 met betrekking tot de voorwaarden van
solidarisering van het stelsel zoals bepaald in artikel 19 hierna. solidarisering van het stelsel zoals bepaald in artikel 19 hierna.

Art. 19.Voor de 4 stelsels, bedoeld in artikel 18 hiervoor geldt :

Art. 19.Voor de 4 stelsels, bedoeld in artikel 18 hiervoor geldt :

- het behoud van de bestaande conventionele anciënniteitsvoorwaarden, - het behoud van de bestaande conventionele anciënniteitsvoorwaarden,
zoals vermeld in artikel 15, littera b) van de algemene nationale zoals vermeld in artikel 15, littera b) van de algemene nationale
collectieve arbeidsovereenkomst van 20 juni 2005; collectieve arbeidsovereenkomst van 20 juni 2005;
- de solidarisering van de aanvullende vergoeding en de bijzondere - de solidarisering van de aanvullende vergoeding en de bijzondere
werkgeversbijdragen met rechtstreekse betaling van de aanvullende werkgeversbijdragen met rechtstreekse betaling van de aanvullende
vergoeding en de bijzondere werkgeversbijdragen door de werkgever, die vergoeding en de bijzondere werkgeversbijdragen door de werkgever, die
het bedrag van de aanvullende vergoeding, beperkt tot het bedrag het bedrag van de aanvullende vergoeding, beperkt tot het bedrag
berekend overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van berekend overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van
de Nationale Arbeidsraad en de bijzondere werkgeversbijdragen, de Nationale Arbeidsraad en de bijzondere werkgeversbijdragen,
verschuldigd op het bedrag van de aanvullende vergoeding, berekend verschuldigd op het bedrag van de aanvullende vergoeding, berekend
overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de
Nationale Arbeidsraad, kan terugvorderen bij het "Fonds voor Nationale Arbeidsraad, kan terugvorderen bij het "Fonds voor
bestaanszekerheid voor de bedienden van de textielnijverheid en het bestaanszekerheid voor de bedienden van de textielnijverheid en het
breiwerk"; de raad van beheer van het fonds bepaalt de modaliteiten breiwerk"; de raad van beheer van het fonds bepaalt de modaliteiten
van de terugvordering door de werkgevers en de terugbetaling door het van de terugvordering door de werkgevers en de terugbetaling door het
fonds; fonds;
- de doorbetaling van de aanvullende vergoeding bij werkhervatting, - de doorbetaling van de aanvullende vergoeding bij werkhervatting,
conform de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 conform de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17
gesloten in de Nationale Arbeidsraad; gesloten in de Nationale Arbeidsraad;
- de uitdrukkelijke vermelding in de collectieve arbeidsovereenkomsten - de uitdrukkelijke vermelding in de collectieve arbeidsovereenkomsten
van de berekening van de aanvullende vergoeding voor het voltijds van de berekening van de aanvullende vergoeding voor het voltijds
brugpensioen op de voltijdse wedde na loopbaanvermindering, brugpensioen op de voltijdse wedde na loopbaanvermindering,
vermindering van de arbeidsprestaties en halftijds brugpensioen. vermindering van de arbeidsprestaties en halftijds brugpensioen.

Art. 20.De regeling inzake overstap van het vervroegd

Art. 20.De regeling inzake overstap van het vervroegd

ondernemingsbrugpensioen naar het algemeen sectoraal stelsel ondernemingsbrugpensioen naar het algemeen sectoraal stelsel
brugpensioen wordt voor de periode van 1 juli 2010 tot en met 30 juni brugpensioen wordt voor de periode van 1 juli 2010 tot en met 30 juni
2011 verder gezet. De minimumleeftijd waarop de overstap kan gebeuren 2011 verder gezet. De minimumleeftijd waarop de overstap kan gebeuren
blijft vastgesteld op 60 jaar. blijft vastgesteld op 60 jaar.
HOOFDSTUK 8. - Conventioneel halftijds brugpensioen HOOFDSTUK 8. - Conventioneel halftijds brugpensioen

Art. 21.Voor de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december

Art. 21.Voor de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december

2010 wordt een stelsel van halftijds brugpensioen ingesteld 2010 wordt een stelsel van halftijds brugpensioen ingesteld
overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 van de overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 van de
Nationale Arbeidsraad tot instelling van een regeling van aanvullende Nationale Arbeidsraad tot instelling van een regeling van aanvullende
vergoeding voor sommige oudere werknemers ingeval van halvering van de vergoeding voor sommige oudere werknemers ingeval van halvering van de
arbeidsprestaties. De minimumleeftijd om op halftijds brugpensioen arbeidsprestaties. De minimumleeftijd om op halftijds brugpensioen
gesteld te worden is 56 jaar. gesteld te worden is 56 jaar.

Art. 22.Aan de bedienden die in de periode van 1 januari 2009 tot en

Art. 22.Aan de bedienden die in de periode van 1 januari 2009 tot en

met 31 december 2010 tot het halftijds brugpensioen toetreden wordt de met 31 december 2010 tot het halftijds brugpensioen toetreden wordt de
aanvullende vergoeding rechtstreeks uitbetaald door de werkgever, die aanvullende vergoeding rechtstreeks uitbetaald door de werkgever, die
het bedrag van de aanvullende vergoeding, beperkt tot het bedrag het bedrag van de aanvullende vergoeding, beperkt tot het bedrag
voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 van de Nationale voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 van de Nationale
Arbeidsraad, bij het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de bedienden Arbeidsraad, bij het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de bedienden
van de textielnijverheid en het breiwerk" kan terugvorderen. De van de textielnijverheid en het breiwerk" kan terugvorderen. De
werkgever kan eveneens de kost van de eventuele bijzondere werkgever kan eveneens de kost van de eventuele bijzondere
werkgeversbijdragen bij het fonds terugvorderen. werkgeversbijdragen bij het fonds terugvorderen.
De raad van beheer van het fonds bepaalt de modaliteiten van de De raad van beheer van het fonds bepaalt de modaliteiten van de
terugvordering door de werkgevers en de terugbetaling door het fonds. terugvordering door de werkgevers en de terugbetaling door het fonds.
HOOFDSTUK 9. - Fonds voor bestaanszekerheid HOOFDSTUK 9. - Fonds voor bestaanszekerheid

Art. 23.Met ingang van 1 januari 2009 wordt de werkgeversbijdrage,

Art. 23.Met ingang van 1 januari 2009 wordt de werkgeversbijdrage,

bedoeld in artikel 14, littera c) van de statuten van het "Fonds voor bedoeld in artikel 14, littera c) van de statuten van het "Fonds voor
bestaanszekerheid voor de bedienden van de textielnijverheid en het bestaanszekerheid voor de bedienden van de textielnijverheid en het
breiwerk", geschorst gedurende 8 kwartalen ten belope van 0,15 pct.. breiwerk", geschorst gedurende 8 kwartalen ten belope van 0,15 pct..
Gelet op de schorsing bedoeld in voorgaande alinea bedraagt de Gelet op de schorsing bedoeld in voorgaande alinea bedraagt de
werkgeversbijdrage, bedoeld in artikel 14, littera c) van de statuten werkgeversbijdrage, bedoeld in artikel 14, littera c) van de statuten
van het fonds, gedurende de jaren 2009 en 2010 1 pct. van het fonds, gedurende de jaren 2009 en 2010 1 pct.

Art. 24.Met ingang van 1 januari 2009 wordt de werkgeversbijdrage van

Art. 24.Met ingang van 1 januari 2009 wordt de werkgeversbijdrage van

3,72 EUR per bediende en per jaar, bedoeld in artikel 16 van de 3,72 EUR per bediende en per jaar, bedoeld in artikel 16 van de
statuten van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de bedienden van statuten van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de bedienden van
de textielnijverheid en het breiwerk", geschorst gedurende 8 de textielnijverheid en het breiwerk", geschorst gedurende 8
kwartalen. kwartalen.

Art. 25.Met ingang van 1 januari 2009 wordt de syndicale premie,

Art. 25.Met ingang van 1 januari 2009 wordt de syndicale premie,

bedoeld in artikel 6bis, eerste alinea, van de statuten van het "Fonds bedoeld in artikel 6bis, eerste alinea, van de statuten van het "Fonds
voor bestaanszekerheid voor de bedienden van de textielnijverheid en voor bestaanszekerheid voor de bedienden van de textielnijverheid en
het breiwerk", vastgesteld op 110 EUR per gesyndikeerde en per jaar. het breiwerk", vastgesteld op 110 EUR per gesyndikeerde en per jaar.
Om praktische redenen wordt in 2009 een syndicale premie van 100 EUR Om praktische redenen wordt in 2009 een syndicale premie van 100 EUR
en in 2010 van 120 EUR betaald. en in 2010 van 120 EUR betaald.

Art. 26.De statuten van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de

Art. 26.De statuten van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de

bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk", worden aangepast bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk", worden aangepast
met hetgeen voorafgaat. met hetgeen voorafgaat.
HOOFDSTUK 1 0. - Getrouwheid aan de onderneming HOOFDSTUK 1 0. - Getrouwheid aan de onderneming

Art. 27.In uitbreiding van de regeling bedoeld in artikel 23, tweede

Art. 27.In uitbreiding van de regeling bedoeld in artikel 23, tweede

alinea van de algemene nationale collectieve arbeidsovereenkomst van alinea van de algemene nationale collectieve arbeidsovereenkomst van
25 april 2003 betreffende de anciënniteitsdag(en), kunnen de bedienden 25 april 2003 betreffende de anciënniteitsdag(en), kunnen de bedienden
die door de werkgever worden ontslagen in het kader van een meervoudig die door de werkgever worden ontslagen in het kader van een meervoudig
ontslag om economische redenen, hun bij de vorige werkgever opgebouwde ontslag om economische redenen, hun bij de vorige werkgever opgebouwde
anciënniteit behouden bij indiensttreding bij een nieuwe werkgever anciënniteit behouden bij indiensttreding bij een nieuwe werkgever
binnen de 6 maanden na de uitdiensttreding bij de vorige werkgever en binnen de 6 maanden na de uitdiensttreding bij de vorige werkgever en
dit met het oog op de toekenning van de anciënniteitsdag(en). Zij dit met het oog op de toekenning van de anciënniteitsdag(en). Zij
kunnen de bij de vorige werkgever opgebouwde anciënniteit evenwel pas kunnen de bij de vorige werkgever opgebouwde anciënniteit evenwel pas
aanwenden in het kader van de anciënniteitsdag(en) nadat zij tenminste aanwenden in het kader van de anciënniteitsdag(en) nadat zij tenminste
één jaar in dienst zijn bij de nieuwe werkgever. één jaar in dienst zijn bij de nieuwe werkgever.
Onder "werkgever" dient verstaan te worden : de werkgever die Onder "werkgever" dient verstaan te worden : de werkgever die
ressorteert onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de ressorteert onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de
bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk. bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk.
HOOFDSTUK 1 1. - Mobiliteit HOOFDSTUK 1 1. - Mobiliteit

Art. 28.De regeling betreffende de fietsvergoeding, voorzien door

Art. 28.De regeling betreffende de fietsvergoeding, voorzien door

artikel 27 van de algemene nationale collectieve arbeidsovereenkomst artikel 27 van de algemene nationale collectieve arbeidsovereenkomst
van 20 april 2007, wordt voor onbepaalde duur verder gezet, rekening van 20 april 2007, wordt voor onbepaalde duur verder gezet, rekening
houdende met volgende wijzigingen : houdende met volgende wijzigingen :
- de beperking van de fietsvergoeding tot maximum 20 kilometer per dag - de beperking van de fietsvergoeding tot maximum 20 kilometer per dag
wordt afgeschaft; wordt afgeschaft;
- de fietsvergoeding per kilometer is gelijk 0,20 EUR. - de fietsvergoeding per kilometer is gelijk 0,20 EUR.

Art. 29.In artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18

Art. 29.In artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18

mei 1993 ter vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 mei 1993 ter vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 22
november 1973 betreffende de financiële bijdragen van de werkgever in november 1973 betreffende de financiële bijdragen van de werkgever in
de prijs van het vervoer van de bedienden in de textielnijverheid en de prijs van het vervoer van de bedienden in de textielnijverheid en
het breiwerk, worden de woorden "in de classificatie onder punt 2 van het breiwerk, worden de woorden "in de classificatie onder punt 2 van
de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 oktober 1985" vervangen door de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 oktober 1985" vervangen door
de woorden : "in de functieclassificatie voorzien in de collectieve de woorden : "in de functieclassificatie voorzien in de collectieve
arbeidsovereenkomst van 25 april 2003 betreffende de invoering van de arbeidsovereenkomst van 25 april 2003 betreffende de invoering van de
herziene en geactualiseerde functieclassificatie en de eraan herziene en geactualiseerde functieclassificatie en de eraan
gekoppelde weddeschaal". gekoppelde weddeschaal".

Art. 30.Met ingang van 1 februari 2009 wordt in de collectieve

Art. 30.Met ingang van 1 februari 2009 wordt in de collectieve

arbeidsovereenkomst van 18 mei 1993 ter vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 mei 1993 ter vervanging van de collectieve
arbeidsovereenkomst van 22 november 1973 betreffende de financiële arbeidsovereenkomst van 22 november 1973 betreffende de financiële
bijdragen van de werkgever in de prijs van het vervoer van de bijdragen van de werkgever in de prijs van het vervoer van de
bedienden in de textielnijverheid en het breiwerk, de tekst van de bedienden in de textielnijverheid en het breiwerk, de tekst van de
hoofdstukken III tot en met V (artikelen 3 tot en met 6) vervangen hoofdstukken III tot en met V (artikelen 3 tot en met 6) vervangen
door de volgende tekst : door de volgende tekst :
« HOOFDSTUK III. - Gemeenschappelijk openbaar treinvervoer « HOOFDSTUK III. - Gemeenschappelijk openbaar treinvervoer

Art. 3.Wat het door de Nationale Maatschappij der Belgische

Art. 3.Wat het door de Nationale Maatschappij der Belgische

Spoorwegen. georganiseerde vervoer betreft, wordt de tussenkomst van Spoorwegen. georganiseerde vervoer betreft, wordt de tussenkomst van
de werkgever in de prijs van het gebruikte vervoerbewijs, vastgesteld de werkgever in de prijs van het gebruikte vervoerbewijs, vastgesteld
op basis van de tabel opgenomen in bijlage van het koninklijk besluit op basis van de tabel opgenomen in bijlage van het koninklijk besluit
van 28 juli 1962 dat getroffen werd ter uitvoering van de wet van 27 van 28 juli 1962 dat getroffen werd ter uitvoering van de wet van 27
juli 1962 tot vaststelling van de werkgeversbijdrage in het verlies juli 1962 tot vaststelling van de werkgeversbijdrage in het verlies
geleden door de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen geleden door de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen
ingevolge de uitgifte van abonnementen voor werklieden en bedienden, ingevolge de uitgifte van abonnementen voor werklieden en bedienden,
die de bijdrage van de werkgever bepaalt en waarvan de Staat de die de bijdrage van de werkgever bepaalt en waarvan de Staat de
werkgeversbijdrage ten laste neemt, zonder 80 pct. van de prijs van de werkgeversbijdrage ten laste neemt, zonder 80 pct. van de prijs van de
treinkaart te overschrijden. treinkaart te overschrijden.
HOOFDSTUK IV. - Gemeenschappelijk openbaar vervoer met uitzondering HOOFDSTUK IV. - Gemeenschappelijk openbaar vervoer met uitzondering
van het treinvervoer van het treinvervoer

Art. 4.Voor wat betreft het gemeenschappelijk openbaar vervoer, met

Art. 4.Voor wat betreft het gemeenschappelijk openbaar vervoer, met

uitzondering van het treinvervoer, wordt de bijdrage van de werkgever uitzondering van het treinvervoer, wordt de bijdrage van de werkgever
in de prijs van de abonnementen voor de verplaatsingen vanaf 5 km, in de prijs van de abonnementen voor de verplaatsingen vanaf 5 km,
berekend vanaf de vertrekhalte, vastgesteld volgens de hierna berekend vanaf de vertrekhalte, vastgesteld volgens de hierna
vastgestelde modaliteiten : vastgestelde modaliteiten :
a) wanneer de prijs van het vervoer in verhouding tot de afstand a) wanneer de prijs van het vervoer in verhouding tot de afstand
staat, wordt de tussenkomst van de werkgever in de prijs van het staat, wordt de tussenkomst van de werkgever in de prijs van het
gebruikte vervoerbewijs vastgesteld op 80 pct.; gebruikte vervoerbewijs vastgesteld op 80 pct.;
b) wanneer de prijs een eenheidsprijs is, ongeacht de afstand, wordt b) wanneer de prijs een eenheidsprijs is, ongeacht de afstand, wordt
de bijdrage van de werkgever forfaitair vastgesteld en bedraagt zij 80 de bijdrage van de werkgever forfaitair vastgesteld en bedraagt zij 80
pct. van de effectief door de werknemer betaalde prijs, zonder evenwel pct. van de effectief door de werknemer betaalde prijs, zonder evenwel
het bedrag van de werkgeversbijdrage, berekend op basis van de in het bedrag van de werkgeversbijdrage, berekend op basis van de in
artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19octies van 20 artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19octies van 20
februari 2009 opgenomen tabel met forfaitaire bedragen voor een februari 2009 opgenomen tabel met forfaitaire bedragen voor een
afstand van 7 kilometer te overschrijden. afstand van 7 kilometer te overschrijden.
HOOFDSTUK V. - Gecombineerd gemeenschappelijk openbaar vervoer HOOFDSTUK V. - Gecombineerd gemeenschappelijk openbaar vervoer

Art. 5.Ingeval de werknemer gebruik maakt van een combinatie van de

Art. 5.Ingeval de werknemer gebruik maakt van een combinatie van de

trein en één of meerdere andere gemeenschappelijke openbaar trein en één of meerdere andere gemeenschappelijke openbaar
vervoermiddelen dan de trein, en er wordt slechts één vervoerbewijs vervoermiddelen dan de trein, en er wordt slechts één vervoerbewijs
afgeleverd voor het geheel van de afstand - zonder dat in dit afgeleverd voor het geheel van de afstand - zonder dat in dit
vervoerbewijs een onderverdeling wordt gemaakt per gemeenschappelijk vervoerbewijs een onderverdeling wordt gemaakt per gemeenschappelijk
openbaar vervoermiddel - wordt de bijdrage van de werkgever voor openbaar vervoermiddel - wordt de bijdrage van de werkgever voor
verplaatsingen vanaf in het totaal 5 kilometer vastgesteld op 80 pct. verplaatsingen vanaf in het totaal 5 kilometer vastgesteld op 80 pct.
van de prijs van het gebruikte vervoersbewijs. van de prijs van het gebruikte vervoersbewijs.

Art. 6.a) In elk ander geval dat de werknemer meer dan één

Art. 6.a) In elk ander geval dat de werknemer meer dan één

gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel gebruikt dan voorzien in gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel gebruikt dan voorzien in
artikel 5, wordt de tussenkomst van de werkgever voor het geheel van artikel 5, wordt de tussenkomst van de werkgever voor het geheel van
de afstand vanaf 5 kilometer vastgesteld op basis de tabel opgenomen de afstand vanaf 5 kilometer vastgesteld op basis de tabel opgenomen
in bijlage van het koninklijk besluit van 28 juli 1962 dat getroffen in bijlage van het koninklijk besluit van 28 juli 1962 dat getroffen
werd ter uitvoering van de wet van 27 juli 1962 tot vaststelling van werd ter uitvoering van de wet van 27 juli 1962 tot vaststelling van
de werkgeversbijdrage in het verlies geleden door de Nationale de werkgeversbijdrage in het verlies geleden door de Nationale
Maatschappij der Belgische Spoorwegen ingevolge de uitgifte van Maatschappij der Belgische Spoorwegen ingevolge de uitgifte van
abonnementen voor werklieden en bedienden, die de bijdrage van de abonnementen voor werklieden en bedienden, die de bijdrage van de
werkgever bepaalt en waarvan de Staat de werkgeversbijdrage ten laste werkgever bepaalt en waarvan de Staat de werkgeversbijdrage ten laste
neemt, voor het totaal aantal kilometers dat overeenstemt met het neemt, voor het totaal aantal kilometers dat overeenstemt met het
totaal van de kilometeraantallen die op de onderscheiden totaal van de kilometeraantallen die op de onderscheiden
vervoerbewijzen vermeld staan, zonder evenwel 80 pct. van de totale vervoerbewijzen vermeld staan, zonder evenwel 80 pct. van de totale
prijs van de vervoerbewijzen te overschrijden. prijs van de vervoerbewijzen te overschrijden.
b) Wanneer voor één of meerdere gemeenschappelijke openbare b) Wanneer voor één of meerdere gemeenschappelijke openbare
vervoermiddelen de afgelegde afstand niet kan worden nagegaan en dus vervoermiddelen de afgelegde afstand niet kan worden nagegaan en dus
de afgelegde kilometers niet kunnen worden opgeteld, wordt, voor elk de afgelegde kilometers niet kunnen worden opgeteld, wordt, voor elk
afzonderlijk vervoermiddel waarvan de werknemer gebruik maakt, de afzonderlijk vervoermiddel waarvan de werknemer gebruik maakt, de
werkgeversbijdrage berekend overeenkomstig de bepalingen van de werkgeversbijdrage berekend overeenkomstig de bepalingen van de
artikelen 3, 4 en 5 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst en artikelen 3, 4 en 5 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst en
de aldus bekomen bedragen bij elkaar opgeteld om de bijdrage van de de aldus bekomen bedragen bij elkaar opgeteld om de bijdrage van de
werkgever voor het geheel van de afgelegde afstand vast te stellen. » werkgever voor het geheel van de afgelegde afstand vast te stellen. »

Art. 31.Met ingang van 1 juli 2009 wordt artikel 8 van de collectieve

Art. 31.Met ingang van 1 juli 2009 wordt artikel 8 van de collectieve

arbeidsovereenkomst van 18 mei 1993 ter vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 mei 1993 ter vervanging van de collectieve
arbeidsovereenkomst van 22 november 1973 betreffende de financiële arbeidsovereenkomst van 22 november 1973 betreffende de financiële
bijdragen van de werkgever in de prijs van het vervoer van de bijdragen van de werkgever in de prijs van het vervoer van de
bedienden in de textielnijverheid en het breiwerk, vervangen door bedienden in de textielnijverheid en het breiwerk, vervangen door
volgend artikel : volgend artikel :
«

Art. 8.Wanneer de werknemer gebruik maakt van een vervoermiddel

«

Art. 8.Wanneer de werknemer gebruik maakt van een vervoermiddel

ander dan een gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel, dan wordt, ander dan een gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel, dan wordt,
voor de verplaatsing vanaf 5 km, de tussenkomst van de werkgever in de voor de verplaatsing vanaf 5 km, de tussenkomst van de werkgever in de
prijs van de treinkaart, vastgesteld op basis van de forfaitaire prijs van de treinkaart, vastgesteld op basis van de forfaitaire
bedragen voorzien in de tabel opgenomen in artikel 3 van de bedragen voorzien in de tabel opgenomen in artikel 3 van de
collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19octies van 20 februari 2009 collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19octies van 20 februari 2009
betreffende de financiële bijdrage van de werkgevers in de prijs van betreffende de financiële bijdrage van de werkgevers in de prijs van
het vervoer van de werknemers, voor een overeenstemmend aantal het vervoer van de werknemers, voor een overeenstemmend aantal
kilometers en zonder dat de tussenkomst van de werkgever meer dan 64,9 kilometers en zonder dat de tussenkomst van de werkgever meer dan 64,9
pct. kan bedragen van de prijs van de treinkaart waarop de voornoemde pct. kan bedragen van de prijs van de treinkaart waarop de voornoemde
tabel in artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19octies tabel in artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19octies
werd berekend. » werd berekend. »
HOOFDSTUK 1 2. - Sociale vrede HOOFDSTUK 1 2. - Sociale vrede

Art. 32.De ondertekenende partijen engageren zich de sociale vrede te

Art. 32.De ondertekenende partijen engageren zich de sociale vrede te

respecteren gedurende de periode van 1 januari 2009 tot en met 30 juni respecteren gedurende de periode van 1 januari 2009 tot en met 30 juni
2011. 2011.
HOOFDSTUK 1 3. - Duur van de overeenkomst HOOFDSTUK 1 3. - Duur van de overeenkomst

Art. 33.Deze overeenkomst treedt in werking op 1 januari 2009 en is

Art. 33.Deze overeenkomst treedt in werking op 1 januari 2009 en is

gesloten voor de periode vanaf 1 januari 2009 tot en met 31 december gesloten voor de periode vanaf 1 januari 2009 tot en met 31 december
2010, met uitzondering van : 2010, met uitzondering van :
- de artikelen 4 tot en met 8, 25, 27 tot en met 29, welke gelden voor - de artikelen 4 tot en met 8, 25, 27 tot en met 29, welke gelden voor
onbepaalde duur; onbepaalde duur;
- de artikelen 11, 30 en 31 welke gelden voor onbepaalde duur vanaf de - de artikelen 11, 30 en 31 welke gelden voor onbepaalde duur vanaf de
erin vermelde datum van inwerkingtreding; erin vermelde datum van inwerkingtreding;
- de artikelen 18 tot en met 20 en 32 welke gelden voor de erin - de artikelen 18 tot en met 20 en 32 welke gelden voor de erin
vermelde specifieke duur vanaf de erin vermelde datum van vermelde specifieke duur vanaf de erin vermelde datum van
inwerkingtreding. inwerkingtreding.

Art. 34.Deze overeenkomst kan door elke partij opgezegd worden per

Art. 34.Deze overeenkomst kan door elke partij opgezegd worden per

aangetekend schrijven overgemaakt aan de voorzitter van het paritair aangetekend schrijven overgemaakt aan de voorzitter van het paritair
comité en aan de ondertekenende partijen, mits een opzeggingstermijn comité en aan de ondertekenende partijen, mits een opzeggingstermijn
van tenminste zes maanden. van tenminste zes maanden.
HOOFDSTUK 1 4. - Algemeen verbindend verklaring HOOFDSTUK 1 4. - Algemeen verbindend verklaring

Art. 35.De ondertekenende partijen vragen dat deze collectieve

Art. 35.De ondertekenende partijen vragen dat deze collectieve

arbeidsovereenkomst algemeen verbindend zou verklaard worden per arbeidsovereenkomst algemeen verbindend zou verklaard worden per
koninklijk besluit. koninklijk besluit.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 27 oktober Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 27 oktober
2009. 2009.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast
met het Migratie- en Asielbeleid, met het Migratie- en Asielbeleid,
Mevr. J. MILQUET Mevr. J. MILQUET
^
Etaamb.be maakt gebruik van cookies
Etaamb.be gebruikt cookies om uw taalvoorkeur te onthouden en om beter te begrijpen hoe etaamb.be gebruikt wordt.
DoorgaanMeer details
x