← Terug naar "Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 februari 1991 tot vaststelling van de individuele geldelijke rechten van de personen bij arbeidsovereenkomst aangeworven "
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 februari 1991 tot vaststelling van de individuele geldelijke rechten van de personen bij arbeidsovereenkomst aangeworven | Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 februari 1991 tot vaststelling van de individuele geldelijke rechten van de personen bij arbeidsovereenkomst aangeworven |
---|---|
MINISTERIE VAN AMBTENARENZAKEN | MINISTERIE VAN AMBTENARENZAKEN |
27 OKTOBER 2000. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk | 27 OKTOBER 2000. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk |
besluit van 11 februari 1991 tot vaststelling van de individuele | besluit van 11 februari 1991 tot vaststelling van de individuele |
geldelijke rechten van de personen bij arbeidsovereenkomst aangeworven | geldelijke rechten van de personen bij arbeidsovereenkomst aangeworven |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de richtlijn 97/81/EG van de Raad van de Europese Unie van 15 | Gelet op de richtlijn 97/81/EG van de Raad van de Europese Unie van 15 |
december 1997 betreffende de door de UNICE, het CEEP en het EVV | december 1997 betreffende de door de UNICE, het CEEP en het EVV |
gesloten raamovereenkomst inzake deeltijdarbeid; | gesloten raamovereenkomst inzake deeltijdarbeid; |
Gelet op de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake | Gelet op de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake |
ambtenarenzaken, inzonderheid op artikel 4, § 2, 1°, gewijzigd bij de | ambtenarenzaken, inzonderheid op artikel 4, § 2, 1°, gewijzigd bij de |
wetten van 30 maart 1994 en 20 mei 1997; | wetten van 30 maart 1994 en 20 mei 1997; |
Gelet op het koninklijk besluit van 11 februari 1991 tot vaststelling | Gelet op het koninklijk besluit van 11 februari 1991 tot vaststelling |
van de individuele geldelijke rechten van de personen bij | van de individuele geldelijke rechten van de personen bij |
arbeidsovereenkomst aangeworven in de ministeries, inzonderheid op | arbeidsovereenkomst aangeworven in de ministeries, inzonderheid op |
artikel 3, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 18 november 1991, | artikel 3, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 18 november 1991, |
bij de wet van 22 juli 1993, bij de koninklijke besluiten van 8 | bij de wet van 22 juli 1993, bij de koninklijke besluiten van 8 |
augustus 1997 en 30 april 1999; | augustus 1997 en 30 april 1999; |
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 5 juli | Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 5 juli |
2000; | 2000; |
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op | Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op |
19 juli 2000; | 19 juli 2000; |
Gelet op het protocol nr. 364 van 25 juli 2000 van het Comité voor de | Gelet op het protocol nr. 364 van 25 juli 2000 van het Comité voor de |
federale, de gemeenschaps- en de gewestelijke overheidsdiensten; | federale, de gemeenschaps- en de gewestelijke overheidsdiensten; |
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari | Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari |
1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli | 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli |
1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; | 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; |
Gelet op de dringende noodzakelijkheid; | Gelet op de dringende noodzakelijkheid; |
Overwegende dat de geldelijke rechten van de contractuele | Overwegende dat de geldelijke rechten van de contractuele |
personeelsleden die bij de toekenning van de tussentijdse verhogingen | personeelsleden die bij de toekenning van de tussentijdse verhogingen |
betrokken zijn op 1 januari 2000 dienen te worden vastgesteld; | betrokken zijn op 1 januari 2000 dienen te worden vastgesteld; |
Overwegende dat het nodig is binnen de kortst mogelijke termijnen, een | Overwegende dat het nodig is binnen de kortst mogelijke termijnen, een |
einde te stellen aan de discriminatie tussen de contractuele | einde te stellen aan de discriminatie tussen de contractuele |
personeelsleden die onvolledige prestaties verrichten, naar gelang zij | personeelsleden die onvolledige prestaties verrichten, naar gelang zij |
belast zijn met schoonmaak of bediening in de restaurants, enerzijds, | belast zijn met schoonmaak of bediening in de restaurants, enerzijds, |
of met andere taken, anderzijds; | of met andere taken, anderzijds; |
Op de voordracht van Onze Minister van Ambtenarenzaken en op het | Op de voordracht van Onze Minister van Ambtenarenzaken en op het |
advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, | advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Artikel 3, § 5, van het koninklijk besluit van 11 februari |
Artikel 1.Artikel 3, § 5, van het koninklijk besluit van 11 februari |
1991 tot vaststelling van de individuele geldelijke rechten van de | 1991 tot vaststelling van de individuele geldelijke rechten van de |
personen bij arbeidsovereenkomst aangeworven in de ministeries, | personen bij arbeidsovereenkomst aangeworven in de ministeries, |
ingevoegd door het koninklijk besluit van 30 april 1999, wordt | ingevoegd door het koninklijk besluit van 30 april 1999, wordt |
vervangen door de volgende bepaling : | vervangen door de volgende bepaling : |
« § 5. - De diensten verricht door de in artikel 1 vermelde | « § 5. - De diensten verricht door de in artikel 1 vermelde |
personeelsleden en die niet overeenkomen met volledige prestaties | personeelsleden en die niet overeenkomen met volledige prestaties |
geven, in verhouding tot de verrichte prestaties, recht op de | geven, in verhouding tot de verrichte prestaties, recht op de |
verhogingen in de weddenschaal. | verhogingen in de weddenschaal. |
Voor de personeelsleden belast met schoonmaak of bediening in de | Voor de personeelsleden belast met schoonmaak of bediening in de |
restaurants kunnen enkel de vanaf 1 mei 1999 verrichte diensten in | restaurants kunnen enkel de vanaf 1 mei 1999 verrichte diensten in |
aanmerking worden genomen om het voordeel van de in het eerste lid | aanmerking worden genomen om het voordeel van de in het eerste lid |
bedoelde bepaling te genieten. | bedoelde bepaling te genieten. |
Voor de andere personeelsleden kunnen enkel de vanaf 1 januari 2000 | Voor de andere personeelsleden kunnen enkel de vanaf 1 januari 2000 |
verrichte diensten in aanmerking worden genomen om het voordeel van de | verrichte diensten in aanmerking worden genomen om het voordeel van de |
in het eerste lid bedoelde bepaling te kunnen genieten. ». | in het eerste lid bedoelde bepaling te kunnen genieten. ». |
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2000. |
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2000. |
Art. 3.Onze Ministers en Onze Staatssecretarissen zijn, ieder wat hem |
Art. 3.Onze Ministers en Onze Staatssecretarissen zijn, ieder wat hem |
betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. | betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 27 oktober 2000. | Gegeven te Brussel, 27 oktober 2000. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Begroting, | De Minister van Begroting, |
J. VANDE LANOTTE | J. VANDE LANOTTE |
De Minister van Ambtenarenzaken, | De Minister van Ambtenarenzaken, |
L. VAN DEN BOSSCHE | L. VAN DEN BOSSCHE |