| Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector | Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
| 27 MAART 2015. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk | 27 MAART 2015. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk |
| besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de | besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de |
| bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector | bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector |
| FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van | Gelet op de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van |
| de sociale zekerheid voor werknemers, artikel 35, § 5, A en D | de sociale zekerheid voor werknemers, artikel 35, § 5, A en D |
| vervangen bij de wet van 22 december 2003 en laatstelijk gewijzigd bij | vervangen bij de wet van 22 december 2003 en laatstelijk gewijzigd bij |
| de wet van 6 juni 2010; | de wet van 6 juni 2010; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen | Gelet op het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen |
| met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit | met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit |
| sector; | sector; |
| Gezien het artikel 8 van de wet van 15 december 2013 houdende diverse | Gezien het artikel 8 van de wet van 15 december 2013 houdende diverse |
| bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging, is dit besluit | bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging, is dit besluit |
| vrijgesteld van een regelgevingsimpactanalyse; | vrijgesteld van een regelgevingsimpactanalyse; |
| Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 20 | Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 20 |
| november 2014; | november 2014; |
| Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 17 | Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 17 |
| december 2014; | december 2014; |
| Gelet op de adviesaanvraag die op 23 december 2014 bij de Nationale | Gelet op de adviesaanvraag die op 23 december 2014 bij de Nationale |
| Arbeidsraad is ingediend; | Arbeidsraad is ingediend; |
| Overwegende dat geen advies is verstrekt binnen de gestelde termijn; | Overwegende dat geen advies is verstrekt binnen de gestelde termijn; |
| Gelet op de wet van 29 mei 1952 tot inrichting van de Nationale | Gelet op de wet van 29 mei 1952 tot inrichting van de Nationale |
| Arbeidsraad, artikel 8; | Arbeidsraad, artikel 8; |
| Gelet op het verzoek tot spoedbehandeling, gemotiveerd door het feit | Gelet op het verzoek tot spoedbehandeling, gemotiveerd door het feit |
| dat het regeerakkoord van 9 oktober 2014 voorziet dat de verhoging van | dat het regeerakkoord van 9 oktober 2014 voorziet dat de verhoging van |
| de bijdragevermindering van de werkgever toegewezen aan de sociale | de bijdragevermindering van de werkgever toegewezen aan de sociale |
| Maribel wordt verschoven; een besparing van 30 miljoen euro in de | Maribel wordt verschoven; een besparing van 30 miljoen euro in de |
| uitgaven van de sociale Maribel gerealiseerd moet worden in 2015; de | uitgaven van de sociale Maribel gerealiseerd moet worden in 2015; de |
| werkgevers en werknemers zo snel mogelijk op de hoogte gesteld moeten | werkgevers en werknemers zo snel mogelijk op de hoogte gesteld moeten |
| worden van de nieuwe regels; de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid | worden van de nieuwe regels; de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid |
| tijdig de nodige aanpassingen kan doorvoeren opdat deze maatregel zo | tijdig de nodige aanpassingen kan doorvoeren opdat deze maatregel zo |
| spoedig mogelijk in werking treedt. | spoedig mogelijk in werking treedt. |
| Gelet op het advies nr. 57.219/1 van de Raad van State, gegeven op 12 | Gelet op het advies nr. 57.219/1 van de Raad van State, gegeven op 12 |
| maart 2015, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de | maart 2015, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de |
| wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; | wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
| Op de voordracht van de Minister van Werk en de Minister van Sociale | Op de voordracht van de Minister van Werk en de Minister van Sociale |
| Zaken en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, | Zaken en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.In artikel 2 van het koninklijk besluit van 18 juli 2002 |
Artikel 1.In artikel 2 van het koninklijk besluit van 18 juli 2002 |
| houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de | houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de |
| tewerkstelling in de non-profit sector, laatstelijk gewijzigd bij het | tewerkstelling in de non-profit sector, laatstelijk gewijzigd bij het |
| koninklijk besluit van 22 mei 2014, wordt paragraaf 2/1 vervangen als | koninklijk besluit van 22 mei 2014, wordt paragraaf 2/1 vervangen als |
| volgt : | volgt : |
| " § 2/1. De vermindering van de werkgeversbijdragen als bedoeld in | " § 2/1. De vermindering van de werkgeversbijdragen als bedoeld in |
| paragraaf 2, eerste lid, wordt per werknemer en per trimester | paragraaf 2, eerste lid, wordt per werknemer en per trimester |
| vermeerderd met : | vermeerderd met : |
| - 13,92 euro vanaf 1 januari 2016; | - 13,92 euro vanaf 1 januari 2016; |
| - 27,84 euro vanaf 1 januari 2017; | - 27,84 euro vanaf 1 januari 2017; |
| - 41,76 euro vanaf 1 januari 2019." | - 41,76 euro vanaf 1 januari 2019." |
Art. 2.In artikel 2bis van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de |
Art. 2.In artikel 2bis van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de |
| koninklijke besluiten van 18 juli 2005, 28 februari 2007, 13 juni | koninklijke besluiten van 18 juli 2005, 28 februari 2007, 13 juni |
| 2010, 19 maart 2014 en 22 mei 2014, wordt paragraaf 2/1 vervangen als | 2010, 19 maart 2014 en 22 mei 2014, wordt paragraaf 2/1 vervangen als |
| volgt : | volgt : |
| " § 2/1. De vermindering van de werkgeversbijdragen als bedoeld in | " § 2/1. De vermindering van de werkgeversbijdragen als bedoeld in |
| paragraaf 2, wordt per werknemer en per trimester vermeerderd met : | paragraaf 2, wordt per werknemer en per trimester vermeerderd met : |
| - 13,92 euro vanaf 1 januari 2016; | - 13,92 euro vanaf 1 januari 2016; |
| - 27,84 euro vanaf 1 januari 2017; | - 27,84 euro vanaf 1 januari 2017; |
| - 41,76 euro vanaf 1 januari 2019.". | - 41,76 euro vanaf 1 januari 2019.". |
Art. 3.In artikel 6 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de |
Art. 3.In artikel 6 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de |
| koninklijke besluiten van 1 september 2006, 28 februari 2007, 13 juni | koninklijke besluiten van 1 september 2006, 28 februari 2007, 13 juni |
| 2010, 19 maart 2014 en 22 mei 2014 worden de volgende wijzigingen | 2010, 19 maart 2014 en 22 mei 2014 worden de volgende wijzigingen |
| aangebracht : | aangebracht : |
| 1° paragraaf 2/1 wordt vervangen als volgt : | 1° paragraaf 2/1 wordt vervangen als volgt : |
| " § 2/1. Het bedrag van de opbrengsten van de bijdragevermindering als | " § 2/1. Het bedrag van de opbrengsten van de bijdragevermindering als |
| bedoeld in paragraaf 2, eerste lid, wordt per werknemer en per | bedoeld in paragraaf 2, eerste lid, wordt per werknemer en per |
| trimester vermeerderd met: | trimester vermeerderd met: |
| - 13,92 euro vanaf 1 januari 2016; | - 13,92 euro vanaf 1 januari 2016; |
| - 27,84 euro vanaf 1 januari 2017; | - 27,84 euro vanaf 1 januari 2017; |
| - 41,76 euro vanaf 1 januari 2019."; | - 41,76 euro vanaf 1 januari 2019."; |
| 2° paragraaf 5/1 wordt vervangen als volgt : | 2° paragraaf 5/1 wordt vervangen als volgt : |
| " § 5/1. Het bedrag van de opbrengsten van de bijdragevermindering als | " § 5/1. Het bedrag van de opbrengsten van de bijdragevermindering als |
| bedoeld in paragraaf 5, eerste lid, wordt per werknemer en per | bedoeld in paragraaf 5, eerste lid, wordt per werknemer en per |
| trimester vermeerderd met : | trimester vermeerderd met : |
| - 13,92 euro vanaf 1 januari 2016; | - 13,92 euro vanaf 1 januari 2016; |
| - 27,84 euro vanaf 1 januari 2017; | - 27,84 euro vanaf 1 januari 2017; |
| - 41,76 euro vanaf 1 januari 2019.". | - 41,76 euro vanaf 1 januari 2019.". |
Art. 4.In artikel 49 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de |
Art. 4.In artikel 49 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de |
| koninklijke besluiten van 1 september 2006, 19 maart 2014 en 22 mei | koninklijke besluiten van 1 september 2006, 19 maart 2014 en 22 mei |
| 2014, wordt het laatste lid wordt vervangen als volgt : | 2014, wordt het laatste lid wordt vervangen als volgt : |
| "In afwijking van het eerste lid, worden in de sector van de beschutte | "In afwijking van het eerste lid, worden in de sector van de beschutte |
| werkplaatsen de bijdrageverminderingen die overeenstemmen met 245,51 | werkplaatsen de bijdrageverminderingen die overeenstemmen met 245,51 |
| euro in 2014, 252,47 euro in 2016, 259,43 euro in 2017 en 266,39 euro | euro in 2014, 252,47 euro in 2016, 259,43 euro in 2017 en 266,39 euro |
| in 2019 per kwartaal vrijgesteld van de verplichte aanwending voor | in 2019 per kwartaal vrijgesteld van de verplichte aanwending voor |
| financiering van bijkomende tewerkstelling.". | financiering van bijkomende tewerkstelling.". |
Art. 5.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2015. |
Art. 5.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2015. |
Art. 6.De minister bevoegd voor Werk en de minister bevoegd voor |
Art. 6.De minister bevoegd voor Werk en de minister bevoegd voor |
| Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering | Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering |
| van dit besluit. | van dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 27 maart 2015. | Gegeven te Brussel, 27 maart 2015. |
| FILIP | FILIP |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| K. PEETERS | K. PEETERS |
| De Minister van Sociale Zaken, | De Minister van Sociale Zaken, |
| Mevr. M. DE BLOCK | Mevr. M. DE BLOCK |