Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 27/06/2021
← Terug naar "Koninklijk besluit tot wijziging van diverse bepalingen inzake de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen betreffende het zorgouderschap "
Koninklijk besluit tot wijziging van diverse bepalingen inzake de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen betreffende het zorgouderschap Koninklijk besluit tot wijziging van diverse bepalingen inzake de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen betreffende het zorgouderschap
FEDERALE OVERHEIDSDIENST BELEID EN ONDERSTEUNING FEDERALE OVERHEIDSDIENST BELEID EN ONDERSTEUNING
27 JUNI 2021. - Koninklijk besluit tot wijziging van diverse 27 JUNI 2021. - Koninklijk besluit tot wijziging van diverse
bepalingen inzake de verloven en afwezigheden toegestaan aan de bepalingen inzake de verloven en afwezigheden toegestaan aan de
personeelsleden van de rijksbesturen betreffende het zorgouderschap personeelsleden van de rijksbesturen betreffende het zorgouderschap
VERSLAG AAN DE KONING VERSLAG AAN DE KONING
Sire, Sire,
Dit besluit heeft tot doel de reglementering rond het adoptieverlof en Dit besluit heeft tot doel de reglementering rond het adoptieverlof en
het pleegouderverlof voor statutaire personeelsleden tewerkgesteld het pleegouderverlof voor statutaire personeelsleden tewerkgesteld
binnen het federaal administratief openbaar ambt gelijk te schakelen binnen het federaal administratief openbaar ambt gelijk te schakelen
met de reglementering voor de werknemers uit de privésector en de met de reglementering voor de werknemers uit de privésector en de
contractuele personeelsleden in de openbare sector. Het is daarbij contractuele personeelsleden in de openbare sector. Het is daarbij
belangrijk dat beide personeelscategorieën op een gelijkwaardige belangrijk dat beide personeelscategorieën op een gelijkwaardige
manier worden behandeld. manier worden behandeld.
Voordat we dieper ingaan op de concrete wijzigingen van de regeling Voordat we dieper ingaan op de concrete wijzigingen van de regeling
rond het adoptieverlof en het pleegouderverlof is het misschien rond het adoptieverlof en het pleegouderverlof is het misschien
belangrijk om de verschillende regelingen rond het adoptieverlof, het belangrijk om de verschillende regelingen rond het adoptieverlof, het
opvangverlof en het pleegzorgverlof die we nu kennen in het koninklijk opvangverlof en het pleegzorgverlof die we nu kennen in het koninklijk
besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden
toegestaan aan de personeelsleden (hierna: het koninklijk besluit van toegestaan aan de personeelsleden (hierna: het koninklijk besluit van
19 november 1998) even kort toe te lichten. 19 november 1998) even kort toe te lichten.
Het oorspronkelijke bezoldigde opvangverlof voor adoptie was een Het oorspronkelijke bezoldigde opvangverlof voor adoptie was een
verlof dat kon worden toegekend naar aanleiding van de adoptie van een verlof dat kon worden toegekend naar aanleiding van de adoptie van een
kind of de plaatsing van een kind in pleegvoogdij (jonger dan 10 kind of de plaatsing van een kind in pleegvoogdij (jonger dan 10
jaar). In 2005 werd dit verlofstelsel opgedeeld in enerzijds het jaar). In 2005 werd dit verlofstelsel opgedeeld in enerzijds het
adoptieverlof en anderzijds het opvangverlof (beide verlofstelsels adoptieverlof en anderzijds het opvangverlof (beide verlofstelsels
bleven volledig bezoldigd maar het adoptieverlof kon vanaf dan bleven volledig bezoldigd maar het adoptieverlof kon vanaf dan
flexibeler worden opgenomen). Het opvangverlof werd daarbij uitgebreid flexibeler worden opgenomen). Het opvangverlof werd daarbij uitgebreid
tot personeelsleden die een minderjarig kind in hun gezin opvangen na tot personeelsleden die een minderjarig kind in hun gezin opvangen na
een rechterlijke beslissing. Op datzelfde ogenblik werd het een rechterlijke beslissing. Op datzelfde ogenblik werd het
onbezoldigd ouderschapsverlof opengesteld voor personeelsleden die een onbezoldigd ouderschapsverlof opengesteld voor personeelsleden die een
kind (jonger dan 12 jaar) opvangen in hun gezin in het kader van de kind (jonger dan 12 jaar) opvangen in hun gezin in het kader van de
pleegzorg. pleegzorg.
In 2011 werd een nieuw en bijkomend pleegzorgverlof van 6 werkdagen In 2011 werd een nieuw en bijkomend pleegzorgverlof van 6 werkdagen
per jaar ingevoerd als gevolg van het sociaal akkoord 2009-2011 naar per jaar ingevoerd als gevolg van het sociaal akkoord 2009-2011 naar
analogie met de regeling voor werknemers (wet 3 juli 1978 betreffende analogie met de regeling voor werknemers (wet 3 juli 1978 betreffende
de arbeidsovereenkomsten, artikel 30quater). Dit verlof kon ook worden de arbeidsovereenkomsten, artikel 30quater). Dit verlof kon ook worden
gevraagd bij de plaatsing van een persoon met een handicap. gevraagd bij de plaatsing van een persoon met een handicap.
Voor de contractuele personeelsleden wijzigt dit ontwerp niets aan het Voor de contractuele personeelsleden wijzigt dit ontwerp niets aan het
principe dat zij de keuze kunnen blijven maken tussen het principe dat zij de keuze kunnen blijven maken tussen het
verlofstelsel (o.a. adoptieverlof of pleegouderverlof) geregeld door verlofstelsel (o.a. adoptieverlof of pleegouderverlof) geregeld door
de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten en dit de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten en dit
geregeld door het koninklijk besluit van 19 november 1998. Deze geregeld door het koninklijk besluit van 19 november 1998. Deze
keuzemogelijkheid blijkt uit het artikel 1, § 3, 7°, 7° /1 en 7° /2 in keuzemogelijkheid blijkt uit het artikel 1, § 3, 7°, 7° /1 en 7° /2 in
ontwerp. ontwerp.
I. Adoptieverlof I. Adoptieverlof
(Deze maatregel wordt uitgewerkt in artikel 6 van het ontwerp) (Deze maatregel wordt uitgewerkt in artikel 6 van het ontwerp)
Voor de werknemers tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst voorziet Voor de werknemers tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst voorziet
artikel 30ter van de wet van 3 juli 1978 betreffende de artikel 30ter van de wet van 3 juli 1978 betreffende de
arbeidsovereenkomsten een adoptieverlof. Dit artikel werd gewijzigd arbeidsovereenkomsten een adoptieverlof. Dit artikel werd gewijzigd
door de wet van 6 september 2018 (B.S. 26 september 2018) tot door de wet van 6 september 2018 (B.S. 26 september 2018) tot
wijziging van de regelgeving met het oog op de versterking van het wijziging van de regelgeving met het oog op de versterking van het
adoptieverlof en tot invoering van het pleegouderverlof en door de wet adoptieverlof en tot invoering van het pleegouderverlof en door de wet
van 21 december 2018 (B.S. 17 januari 2019) houdende diverse van 21 december 2018 (B.S. 17 januari 2019) houdende diverse
arbeidsbepalingen. Door deze wijzigingen werd vooral de maximumduur arbeidsbepalingen. Door deze wijzigingen werd vooral de maximumduur
van het adoptieverlof drastisch verhoogd, net als de leeftijdsgrens van het adoptieverlof drastisch verhoogd, net als de leeftijdsgrens
van het adoptiekind. van het adoptiekind.
Met dit voorliggend ontwerp wordt getracht de regeling rond het Met dit voorliggend ontwerp wordt getracht de regeling rond het
adoptieverlof voor federale ambtenaren op dezelfde hoogte te brengen: adoptieverlof voor federale ambtenaren op dezelfde hoogte te brengen:
- de leeftijdsgrens van het kind wordt van 10 jaar op 18 jaar - de leeftijdsgrens van het kind wordt van 10 jaar op 18 jaar
gebracht. gebracht.
- Daarnaast is er een groeipad voorzien om het aantal weken verlof - Daarnaast is er een groeipad voorzien om het aantal weken verlof
geleidelijk te laten toenemen. Hierdoor zal er tegen 2027 een geleidelijk te laten toenemen. Hierdoor zal er tegen 2027 een
adoptieverlof zijn van 17 weken, waarvan twee keer 6 weken op te nemen adoptieverlof zijn van 17 weken, waarvan twee keer 6 weken op te nemen
door beide adoptieouders afzonderlijk en 5 weken die onderling tussen door beide adoptieouders afzonderlijk en 5 weken die onderling tussen
de beide adoptieouders verdeeld moeten worden. de beide adoptieouders verdeeld moeten worden.
Bij de gelijktijdige adoptie van meerdere minderjarige kinderen wordt Bij de gelijktijdige adoptie van meerdere minderjarige kinderen wordt
de maximumduur van het adoptieverlof met twee weken per adoptieouder de maximumduur van het adoptieverlof met twee weken per adoptieouder
verlengd. verlengd.
Duur adoptieverlof Duur adoptieverlof
Durée du congé d'adoption Durée du congé d'adoption
per adoptieouder per adoptieouder
maximum 6 weken (of 8 weken bij gelijktijdige adoptie meerdere maximum 6 weken (of 8 weken bij gelijktijdige adoptie meerdere
kinderen) kinderen)
par parent adoptif par parent adoptif
maximum 6 semaines (ou 8 semaines en cas d'adoption simultanée de maximum 6 semaines (ou 8 semaines en cas d'adoption simultanée de
plusieurs enfants) plusieurs enfants)
bijkomende weken te verdelen tussen de adoptieouders semaines bijkomende weken te verdelen tussen de adoptieouders semaines
supplémentaires à répartir supplémentaires à répartir
entre les parents adoptifs entre les parents adoptifs
maximum maximum
indien eenoudergezin maximum si famille monoparentale indien eenoudergezin maximum si famille monoparentale
maximum (per gezin) maximum (per gezin)
indien 2 adoptieouders (*) maximum (par famille) indien 2 adoptieouders (*) maximum (par famille)
si 2 parents adoptifs (*) si 2 parents adoptifs (*)
vanaf / à partir du 1.01.2021 vanaf / à partir du 1.01.2021
2 weken - semaines 2 weken - semaines
6+2=8 weken - semaines 6+2=8 weken - semaines
6+6+2=14 weken - semaines 6+6+2=14 weken - semaines
vanaf / à partir du 1.01.2023 vanaf / à partir du 1.01.2023
3 weken - semaines 3 weken - semaines
6+3=9 weken - semaines 6+3=9 weken - semaines
6+6+3=15 weken - semaines 6+6+3=15 weken - semaines
vanaf / à partir du 1.01.2025 vanaf / à partir du 1.01.2025
4 weken - semaines 4 weken - semaines
6+4=10 weken - semaines 6+4=10 weken - semaines
6+6+4=16 weken - semaines 6+6+4=16 weken - semaines
vanaf / à partir du 1.01.2027 vanaf / à partir du 1.01.2027
5 weken - semaines 5 weken - semaines
6+5=11 weken - semaines 6+5=11 weken - semaines
6+6+5=17 weken - semaines 6+6+5=17 weken - semaines
(*) Wanneer een adoptiegezin bestaat uit twee adoptieouders dan (*) Wanneer een adoptiegezin bestaat uit twee adoptieouders dan
verdelen zij onderling de bijkomende weken, ongeacht het statuut van verdelen zij onderling de bijkomende weken, ongeacht het statuut van
de beide adoptieouders (zelfstandige, werknemer of ambtenaar). Het de beide adoptieouders (zelfstandige, werknemer of ambtenaar). Het
personeelslid bezorgt zijn werkgevende overheid deze verdeling via een personeelslid bezorgt zijn werkgevende overheid deze verdeling via een
verklaring op eer. verklaring op eer.
Er wordt geen recht op adoptieverlof toegekend voor een personeelslid Er wordt geen recht op adoptieverlof toegekend voor een personeelslid
dat het kind van zijn partner adopteert (stiefouderadoptie). dat het kind van zijn partner adopteert (stiefouderadoptie).
II. Pleegouderverlof II. Pleegouderverlof
(Deze maatregel wordt uitgewerkt in artikel 1, 4, 7 en 8 van het (Deze maatregel wordt uitgewerkt in artikel 1, 4, 7 en 8 van het
ontwerp) ontwerp)
De wetten van 6 september 2018 en 21 december 2019 wijzigden niet De wetten van 6 september 2018 en 21 december 2019 wijzigden niet
alleen de bepalingen rond het adoptieverlof maar creëerden ook een alleen de bepalingen rond het adoptieverlof maar creëerden ook een
nieuw verlofstelsel voor pleegouders in het geval van langdurige nieuw verlofstelsel voor pleegouders in het geval van langdurige
pleegzorg. pleegzorg.
Er wordt voorgesteld om deze regeling ook van toepassing te maken op Er wordt voorgesteld om deze regeling ook van toepassing te maken op
de personeelsleden tewerkgesteld binnen het federaal administratief de personeelsleden tewerkgesteld binnen het federaal administratief
openbaar ambt en de bepalingen van het verlofbesluit hiermee in openbaar ambt en de bepalingen van het verlofbesluit hiermee in
overeenstemming te brengen. overeenstemming te brengen.
Vanaf 1 januari 2021 wordt daarom naast het recht op maximaal 6 Vanaf 1 januari 2021 wordt daarom naast het recht op maximaal 6
werkdagen pleegzorgverlof per jaar, een recht op maximum 6 weken werkdagen pleegzorgverlof per jaar, een recht op maximum 6 weken
pleegouderverlof ingevoerd. Dat recht zal bestaan in geval van pleegouderverlof ingevoerd. Dat recht zal bestaan in geval van
langdurige pleegzorg van een kind in het gezin van een personeelslid. langdurige pleegzorg van een kind in het gezin van een personeelslid.
Het pleegouderverlof van 6 weken per pleegouder wordt opgetrokken met Het pleegouderverlof van 6 weken per pleegouder wordt opgetrokken met
een aantal bijkomende weken volgens hetzelfde groeipad als dat waarin een aantal bijkomende weken volgens hetzelfde groeipad als dat waarin
is voorzien voor het adoptieverlof (zie hierboven). Net zoals in het is voorzien voor het adoptieverlof (zie hierboven). Net zoals in het
geval van adoptieverlof moeten de bijkomende weken tussen de twee geval van adoptieverlof moeten de bijkomende weken tussen de twee
pleegouders onderling worden verdeeld in het geval dat er twee pleegouders onderling worden verdeeld in het geval dat er twee
pleegouders zijn aangesteld. Het pleegouderverlof wordt verminderd met pleegouders zijn aangesteld. Het pleegouderverlof wordt verminderd met
het aantal weken opvangverlof dat reeds opgenomen werd voor hetzelfde het aantal weken opvangverlof dat reeds opgenomen werd voor hetzelfde
kind omdat het niet de bedoeling is om het aantal weken te kind omdat het niet de bedoeling is om het aantal weken te
verdubbelen. verdubbelen.
Duur pleegouderverlof Duur pleegouderverlof
Durée du congé parental d'accueil Durée du congé parental d'accueil
per pleegouder per pleegouder
maximum 6 weken (of 8 weken bij gelijktijdige plaatsing meerdere maximum 6 weken (of 8 weken bij gelijktijdige plaatsing meerdere
kinderen) kinderen)
par parent d'accueil par parent d'accueil
maximum 6 semaines ( ou 8 semaines en cas de placement de plusieurs maximum 6 semaines ( ou 8 semaines en cas de placement de plusieurs
enfants ) enfants )
bijkomende weken te verdelen tussen de pleegouders bijkomende weken te verdelen tussen de pleegouders
semaines supplémentaires à répartir semaines supplémentaires à répartir
entre les parents d'accueil entre les parents d'accueil
maximum maximum
indien eenoudergezin indien eenoudergezin
maximum si famille monoparentale maximum si famille monoparentale
maximum (per gezin) maximum (per gezin)
indien 2 pleegouders (*) maximum (par famille) indien 2 pleegouders (*) maximum (par famille)
si 2 parents d'accueil (*) si 2 parents d'accueil (*)
vanaf / à partir du 1.01.2021 vanaf / à partir du 1.01.2021
2 weken - semaines 2 weken - semaines
6+2=8 weken - semaines 6+2=8 weken - semaines
6+6+2=14 weken - semaines 6+6+2=14 weken - semaines
vanaf / à partir du 1.01.2023 vanaf / à partir du 1.01.2023
3 weken - semaines 3 weken - semaines
6+3=9 weken - semaines 6+3=9 weken - semaines
6+6+3=15 weken - semaines 6+6+3=15 weken - semaines
vanaf / à partir du 1.01.2025 vanaf / à partir du 1.01.2025
4 weken - semaines 4 weken - semaines
6+4=10 weken - semaines 6+4=10 weken - semaines
6+6+4=16 weken - semaines 6+6+4=16 weken - semaines
vanaf / à partir du 1.01.2027 vanaf / à partir du 1.01.2027
5 weken - semaines 5 weken - semaines
6+5=11 weken - semaines 6+5=11 weken - semaines
6+6+5=17 weken - semaines 6+6+5=17 weken - semaines
(*) Wanneer een pleeggezin bestaat uit twee pleegouders dan verdelen (*) Wanneer een pleeggezin bestaat uit twee pleegouders dan verdelen
zij onderling de bijkomende weken, ongeacht het statuut van de beide zij onderling de bijkomende weken, ongeacht het statuut van de beide
pleegouders (zelfstandige, werknemer of ambtenaar). Het personeelslid pleegouders (zelfstandige, werknemer of ambtenaar). Het personeelslid
bezorgt zijn werkgevende overheid deze verdeling via een verklaring op bezorgt zijn werkgevende overheid deze verdeling via een verklaring op
eer. eer.
III. Impact geboorteverlof, adoptieverlof, pleegzorgverlof en III. Impact geboorteverlof, adoptieverlof, pleegzorgverlof en
pleegouderverlof op de vakantierechten en de geldelijke anciënniteit pleegouderverlof op de vakantierechten en de geldelijke anciënniteit
(Deze maatregel wordt uitgewerkt in artikel 2, 10, 11 en 12 van het (Deze maatregel wordt uitgewerkt in artikel 2, 10, 11 en 12 van het
ontwerp) ontwerp)
Als gevolg van de wijzigingen aan het verlofstelsel van het Als gevolg van de wijzigingen aan het verlofstelsel van het
adoptieverlof en pleegouderverlof willen we ook de samenhang met de adoptieverlof en pleegouderverlof willen we ook de samenhang met de
andere verlofstelsels en de impact van de verschillende stelsels op andere verlofstelsels en de impact van de verschillende stelsels op
vakantierechten en geldelijke anciënniteit regelen. vakantierechten en geldelijke anciënniteit regelen.
Er wordt voorgesteld voor de vaststelling van de vakantierechten om de Er wordt voorgesteld voor de vaststelling van de vakantierechten om de
periode van pleegouderverlof in toepassing van artikel 30sexies van de periode van pleegouderverlof in toepassing van artikel 30sexies van de
wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten gelijk te wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten gelijk te
stellen met dienstactiviteit. Dit betekent dat het jaarlijks stellen met dienstactiviteit. Dit betekent dat het jaarlijks
vakantieverlof niet wordt verminderd wanneer het contractueel vakantieverlof niet wordt verminderd wanneer het contractueel
personeelslid een pleegouderverlof heeft genoten in toepassing van het personeelslid een pleegouderverlof heeft genoten in toepassing van het
artikel 30sexies van de wet van 3 juli 1978. Voor het geboorteverlof, artikel 30sexies van de wet van 3 juli 1978. Voor het geboorteverlof,
adoptieverlof en pleegzorgverlof in toepassing van artikel 30, § 2, adoptieverlof en pleegzorgverlof in toepassing van artikel 30, § 2,
artikel 30ter en 30quater van de arbeidsovereenkomstenwet is dit reeds artikel 30ter en 30quater van de arbeidsovereenkomstenwet is dit reeds
geregeld in artikel 12, § 1, vijfde lid, van het koninklijk besluit geregeld in artikel 12, § 1, vijfde lid, van het koninklijk besluit
van 19 november 1998. van 19 november 1998.
Voor het geboorteverlof, adoptieverlof, pleegzorgverlof en Voor het geboorteverlof, adoptieverlof, pleegzorgverlof en
pleegouderverlof geregeld door respectievelijk artikel 15, eerste lid, pleegouderverlof geregeld door respectievelijk artikel 15, eerste lid,
2°, artikel 36, artikel 36ter en 36quater van het koninklijk besluit 2°, artikel 36, artikel 36ter en 36quater van het koninklijk besluit
van 19 november 1998 stelt er zich geen probleem voor de berekening van 19 november 1998 stelt er zich geen probleem voor de berekening
van het vakantieverlof. De afwezigheidsperiodes worden voor de vier van het vakantieverlof. De afwezigheidsperiodes worden voor de vier
stelsels gelijkgesteld met dienstactiviteit en artikel 12, § 1, eerste stelsels gelijkgesteld met dienstactiviteit en artikel 12, § 1, eerste
lid, van het koninklijk besluit van 19 november 1998 voorziet dat elke lid, van het koninklijk besluit van 19 november 1998 voorziet dat elke
periode van dienstactiviteit recht geeft op jaarlijks vakantieverlof. periode van dienstactiviteit recht geeft op jaarlijks vakantieverlof.
Ten tweede is het ook noodzakelijk om de gelijkstelling voor het Ten tweede is het ook noodzakelijk om de gelijkstelling voor het
geldelijk statuut te regelen en meer bepaald voor de contractuele geldelijk statuut te regelen en meer bepaald voor de contractuele
personeelsleden. Met ingang van 1 juli 2002 voorziet het geldelijk personeelsleden. Met ingang van 1 juli 2002 voorziet het geldelijk
statuut voor contractuele personeelsleden dat afwezigheidsperiodes in statuut voor contractuele personeelsleden dat afwezigheidsperiodes in
het kader van het vaderschapsverlof (ook wel geboorteverlof) en het het kader van het vaderschapsverlof (ook wel geboorteverlof) en het
adoptieverlof die niet werden bezoldigd door de werkgevende overheid adoptieverlof die niet werden bezoldigd door de werkgevende overheid
toch meetellen voor de geldelijk anciënniteit (koninklijk besluit van toch meetellen voor de geldelijk anciënniteit (koninklijk besluit van
12 december 2002 houdende wijzigingen van diverse reglementaire 12 december 2002 houdende wijzigingen van diverse reglementaire
bepalingen betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de bepalingen betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de
personeelsleden van de rijksbesturen, artikel 3). Contractuele personeelsleden van de rijksbesturen, artikel 3). Contractuele
personeelsleden kunnen sinds 2002 namelijk kiezen voor het personeelsleden kunnen sinds 2002 namelijk kiezen voor het
vaderschapsverlof en het adoptieverlof in toepassing van artikel 30, § vaderschapsverlof en het adoptieverlof in toepassing van artikel 30, §
2, en artikel 30ter van de wet van 3 juli 1978 betreffende de 2, en artikel 30ter van de wet van 3 juli 1978 betreffende de
arbeidsovereenkomsten (waarbij enkel de eerste drie dagen worden arbeidsovereenkomsten (waarbij enkel de eerste drie dagen worden
bezoldigd en de resterende dagen door het ziekenfonds). bezoldigd en de resterende dagen door het ziekenfonds).
Sinds 2002 werd de oorspronkelijke bepaling rond de geldelijke Sinds 2002 werd de oorspronkelijke bepaling rond de geldelijke
anciënniteit meermaals gewijzigd waardoor er onduidelijkheid is anciënniteit meermaals gewijzigd waardoor er onduidelijkheid is
ontstaan over de impact op de geldelijke anciënniteit van deze beide ontstaan over de impact op de geldelijke anciënniteit van deze beide
verlofstelsels. Daarom wordt voorgesteld om dit opnieuw expliciet te verlofstelsels. Daarom wordt voorgesteld om dit opnieuw expliciet te
vermelden in de lijst van gelijkstellingen (in artikel 13 van het vermelden in de lijst van gelijkstellingen (in artikel 13 van het
koninklijk besluit 25 oktober 2013 betreffende de geldelijke loopbaan koninklijk besluit 25 oktober 2013 betreffende de geldelijke loopbaan
van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt). Bovendien van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt). Bovendien
wordt eveneens de gelijkstelling geregeld voor nog twee gelijkaardige wordt eveneens de gelijkstelling geregeld voor nog twee gelijkaardige
verlofstelsels: het pleegzorgverlof en het pleegouderverlof, die verlofstelsels: het pleegzorgverlof en het pleegouderverlof, die
respectievelijk in 2007 en in 2019 werden ingevoerd in de respectievelijk in 2007 en in 2019 werden ingevoerd in de
arbeidsovereenkomstenwet. arbeidsovereenkomstenwet.
De volledig bezoldigde verloven (adoptieverlof, opvangverlof, De volledig bezoldigde verloven (adoptieverlof, opvangverlof,
pleegouderverlof, pleegzorgverlof en omstandigheidsverlof bij de pleegouderverlof, pleegzorgverlof en omstandigheidsverlof bij de
bevalling) die geregeld worden voor contractuele personeelsleden door bevalling) die geregeld worden voor contractuele personeelsleden door
het koninklijk besluit van 19 november 1998 worden automatisch het koninklijk besluit van 19 november 1998 worden automatisch
gelijkgesteld met gewerkte dagen voor de vaststelling van de gelijkgesteld met gewerkte dagen voor de vaststelling van de
vakantierechten en de geldelijke rechten. Dit wordt geregeld in vakantierechten en de geldelijke rechten. Dit wordt geregeld in
artikel 2, § 2, en artikel 12, § 1, van het koninklijk besluit van 19 artikel 2, § 2, en artikel 12, § 1, van het koninklijk besluit van 19
november 1998. november 1998.
Tot slot wordt er voorgesteld om het pleegouderverlof, net als het Tot slot wordt er voorgesteld om het pleegouderverlof, net als het
adoptieverlof en het opvangverlof, op te nemen in lijst van adoptieverlof en het opvangverlof, op te nemen in lijst van
verlofstelsels die de vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50 verlofstelsels die de vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50
of 55 jaar opschorten. Dit zorgt ervoor dat een personeelslid snel kan of 55 jaar opschorten. Dit zorgt ervoor dat een personeelslid snel kan
reageren op een vraag van langdurige pleegzorg. Bovendien verliest de reageren op een vraag van langdurige pleegzorg. Bovendien verliest de
vastbenoemd ambtenaar ook zijn recht op het stelsel van het halftijds vastbenoemd ambtenaar ook zijn recht op het stelsel van het halftijds
werken vanaf 50 of 55 jaar niet. werken vanaf 50 of 55 jaar niet.
Het pleegzorgverlof van 6 werkdagen op jaarbasis wordt niet opgenomen Het pleegzorgverlof van 6 werkdagen op jaarbasis wordt niet opgenomen
in deze opsomming omdat deze losse verlofdagen gewoon kunnen worden in deze opsomming omdat deze losse verlofdagen gewoon kunnen worden
gecumuleerd met de vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50 of gecumuleerd met de vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50 of
55 jaar. 55 jaar.
IV. Definitie `pleegkind' IV. Definitie `pleegkind'
(Deze maatregel wordt uitgewerkt in artikel 3 van het ontwerp) (Deze maatregel wordt uitgewerkt in artikel 3 van het ontwerp)
Als gevolg van deze wijzigingen van de verschillende verlofstelsels Als gevolg van deze wijzigingen van de verschillende verlofstelsels
rond de adoptie of plaatsing van een kind lijkt het ook logisch om het rond de adoptie of plaatsing van een kind lijkt het ook logisch om het
onderscheid tussen een kind geplaatst door een rechter en door een onderscheid tussen een kind geplaatst door een rechter en door een
plaatsingsdienst op te heffen voor de toekenning van het uitzonderlijk plaatsingsdienst op te heffen voor de toekenning van het uitzonderlijk
verlof wegens overmacht (4 werkdagen bezoldigd verlof bij ziekte of verlof wegens overmacht (4 werkdagen bezoldigd verlof bij ziekte of
ongeval van een persoon waarmee de ambtenaar onder hetzelfde dak woont ongeval van een persoon waarmee de ambtenaar onder hetzelfde dak woont
- koninklijk besluit van 19 november 1998, artikel 20). - koninklijk besluit van 19 november 1998, artikel 20).
V. Definitie `kind met een handicap' V. Definitie `kind met een handicap'
(Deze maatregel wordt uitgewerkt in artikel 4, 6, 7 en 8 van het (Deze maatregel wordt uitgewerkt in artikel 4, 6, 7 en 8 van het
ontwerp) ontwerp)
Artikel 34 (onbezoldigd ouderschapsverlof), artikel 35 Artikel 34 (onbezoldigd ouderschapsverlof), artikel 35
(loopbaanonderbreking voor ouderschapsverlof), artikel 36 en 36bis (loopbaanonderbreking voor ouderschapsverlof), artikel 36 en 36bis
(adoptieverlof en opvangverlof) van het koninklijk besluit van 19 (adoptieverlof en opvangverlof) van het koninklijk besluit van 19
november 1998 voorzien voor elk van deze verlofstelsels een bijzondere november 1998 voorzien voor elk van deze verlofstelsels een bijzondere
regeling voor personeelsleden met een kind met een handicap. Op dit regeling voor personeelsleden met een kind met een handicap. Op dit
ogenblik worden er voor de verschillende verlofstelsels verschillende ogenblik worden er voor de verschillende verlofstelsels verschillende
definities van kind met een handicap gehanteerd. Er wordt daarom definities van kind met een handicap gehanteerd. Er wordt daarom
voorgesteld om deze definities te harmoniseren met het oog op de voorgesteld om deze definities te harmoniseren met het oog op de
vereenvoudiging en verduidelijking. vereenvoudiging en verduidelijking.
De definitie zoals deze nu reeds geldt voor de loopbaanonderbreking De definitie zoals deze nu reeds geldt voor de loopbaanonderbreking
voor ouderschapsverlof wordt daarom ook ingeschreven in de drie andere voor ouderschapsverlof wordt daarom ook ingeschreven in de drie andere
verlofstelsels, waardoor er rekening wordt gehouden met de handicap verlofstelsels, waardoor er rekening wordt gehouden met de handicap
van het kind in al zijn dimensies (de gevolgen van de aandoening wat van het kind in al zijn dimensies (de gevolgen van de aandoening wat
betreft de lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van het kind, betreft de lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van het kind,
wat betreft zijn activiteit of deelname en wat betreft de belasting wat betreft zijn activiteit of deelname en wat betreft de belasting
voor de gezinssituatie). voor de gezinssituatie).
Ik heb de eer te zijn, Ik heb de eer te zijn,
Sire, Sire,
Van Uwe Majesteit, Van Uwe Majesteit,
de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar,
De Minister van Ambtenarenzaken, De Minister van Ambtenarenzaken,
P. DE SUTTER P. DE SUTTER
Raad van State, afdeling Wetgeving, advies 69.302/4 van 20 mei 2021 Raad van State, afdeling Wetgeving, advies 69.302/4 van 20 mei 2021
over een ontwerp van koninklijk besluit `tot wijziging van diverse over een ontwerp van koninklijk besluit `tot wijziging van diverse
bepalingen inzake de verloven en afwezigheden toegestaan aan de bepalingen inzake de verloven en afwezigheden toegestaan aan de
personeelsleden van de rijksbesturen betreffende het zorgouderschap' personeelsleden van de rijksbesturen betreffende het zorgouderschap'
Op 28 april 2021 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Op 28 april 2021 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de
Vice-eersteminister en Minister van Ambtenarenzaken, Vice-eersteminister en Minister van Ambtenarenzaken,
Overheidsbedrijven, Telecommunicatie en Post verzocht binnen een Overheidsbedrijven, Telecommunicatie en Post verzocht binnen een
termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp
van koninklijk besluit `tot wijziging van diverse bepalingen inzake de van koninklijk besluit `tot wijziging van diverse bepalingen inzake de
verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de
rijksbesturen betreffende het zorgouderschap'. rijksbesturen betreffende het zorgouderschap'.
Het ontwerp is door de vierde kamer onderzocht op 20 mei 2021. De Het ontwerp is door de vierde kamer onderzocht op 20 mei 2021. De
kamer was samengesteld uit Martine Baguet, kamervoorzitter, Luc kamer was samengesteld uit Martine Baguet, kamervoorzitter, Luc
Cambier en Bernard Blero, staatsraden, en Charles-Henri Van Hove, Cambier en Bernard Blero, staatsraden, en Charles-Henri Van Hove,
toegevoegd griffier. toegevoegd griffier.
Het verslag is uitgebracht door Véronique Schmitz, auditeur. Het verslag is uitgebracht door Véronique Schmitz, auditeur.
De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het
advies is nagezien onder toezicht van Martine Baguet . advies is nagezien onder toezicht van Martine Baguet .
Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 20 mei 2021 . Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 20 mei 2021 .
Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1,
eerste lid, 2°, van de wetten `op de Raad van State', gecoördineerd op eerste lid, 2°, van de wetten `op de Raad van State', gecoördineerd op
12 januari 1973, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 12 januari 1973, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel
84, § 3, van de voornoemde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de 84, § 3, van de voornoemde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de
rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de
handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten. handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten.
Wat die drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de Wat die drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de
volgende opmerkingen. volgende opmerkingen.
Onderzoek van het ontwerp Onderzoek van het ontwerp
Aanhef Aanhef
Het tiende en het elfde lid moeten onderling van plaats verwisseld Het tiende en het elfde lid moeten onderling van plaats verwisseld
worden en in het tiende lid moet nauwkeuriger aangegeven worden dat worden en in het tiende lid moet nauwkeuriger aangegeven worden dat
het gaat om artikel 8, § 1, 4°, van de wet van 15 december 2013 het gaat om artikel 8, § 1, 4°, van de wet van 15 december 2013
`houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging'. `houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging'.
Dispositief Dispositief
Artikel 1 Artikel 1
1. In de Franse tekst van artikel 1 van het ontwerp moet de correcte 1. In de Franse tekst van artikel 1 van het ontwerp moet de correcte
datum opgegeven worden van het genoemde koninklijk besluit; men datum opgegeven worden van het genoemde koninklijk besluit; men
schrijve dus "l'arrêté royal du 19 novembre 1998 relatif aux congés et schrijve dus "l'arrêté royal du 19 novembre 1998 relatif aux congés et
aux absences accordées aux membres du personnel des administrations de aux absences accordées aux membres du personnel des administrations de
l'Etat". l'Etat".
Daarenboven dient in artikel 1 vermeld te worden dat artikel 1 van dat Daarenboven dient in artikel 1 vermeld te worden dat artikel 1 van dat
koninklijk besluit laatstelijk gewijzigd is bij het koninklijk besluit koninklijk besluit laatstelijk gewijzigd is bij het koninklijk besluit
van 19 oktober 2020. van 19 oktober 2020.
2. In het ontworpen artikel 1, § 3, 7°, tweede zin, van het koninklijk 2. In het ontworpen artikel 1, § 3, 7°, tweede zin, van het koninklijk
besluit van 19 november 1998 dient wellicht "het adoptieverlof of het besluit van 19 november 1998 dient wellicht "het adoptieverlof of het
opvangverlof" te worden geschreven (artikel 1, 1°, van het ontwerp). opvangverlof" te worden geschreven (artikel 1, 1°, van het ontwerp).
Dezelfde opmerking geldt voor de ontworpen tekst die vervat is in de Dezelfde opmerking geldt voor de ontworpen tekst die vervat is in de
artikelen 2 en 12 van het ontwerp. artikelen 2 en 12 van het ontwerp.
3. De Franse tekst van artikel 1, 2°, van het ontwerp moet als volgt 3. De Franse tekst van artikel 1, 2°, van het ontwerp moet als volgt
gesteld worden: "au paragraphe 3, sont insérés les points 7° /1 et 7° gesteld worden: "au paragraphe 3, sont insérés les points 7° /1 et 7°
/2 contenant les dispositions suivantes : (... voorts zoals in het /2 contenant les dispositions suivantes : (... voorts zoals in het
ontwerp)". ontwerp)".
Artikel 3 Artikel 3
De Franse tekst van artikel 3, 2°, van het ontwerp moet als volgt De Franse tekst van artikel 3, 2°, van het ontwerp moet als volgt
gesteld worden: "un point 4° est inséré: (... voorts zoals in het gesteld worden: "un point 4° est inséré: (... voorts zoals in het
ontwerp)". ontwerp)".
Artikel 4 Artikel 4
Gelet op de ontworpen wijziging, moet de Franse tekst van artikel 34, Gelet op de ontworpen wijziging, moet de Franse tekst van artikel 34,
§ 1, eerste lid, van het koninklijk besluit van 19 november 1998 als § 1, eerste lid, van het koninklijk besluit van 19 november 1998 als
volgt gesteld worden: volgt gesteld worden:
"L'agent en activité de service obtient, lors de la naissance ou de "L'agent en activité de service obtient, lors de la naissance ou de
l'adoption de son enfant, un congé parental qui peut être pris: (... l'adoption de son enfant, un congé parental qui peut être pris: (...
voorts zoals in de huidige bepaling)". voorts zoals in de huidige bepaling)".
De Franse tekst van artikel 4, 1°, van het ontwerp moet in die zin De Franse tekst van artikel 4, 1°, van het ontwerp moet in die zin
herzien worden. herzien worden.
Artikel 5 Artikel 5
In de Franse tekst van artikel 5 van het ontwerp dient de correcte In de Franse tekst van artikel 5 van het ontwerp dient de correcte
datum van het wijzigend koninklijk besluit vermeld te worden, nl. 14 datum van het wijzigend koninklijk besluit vermeld te worden, nl. 14
november 2011. november 2011.
Artikel 6 Artikel 6
1. In de Franse tekst van artikel 6 van het ontwerp dienen de woorden 1. In de Franse tekst van artikel 6 van het ontwerp dienen de woorden
"par parent d'adoption" vervangen te worden door de woorden "par "par parent d'adoption" vervangen te worden door de woorden "par
parent adoptif " (ontworpen artikel 36, § 1, tweede lid, van het parent adoptif " (ontworpen artikel 36, § 1, tweede lid, van het
koninklijk besluit van 19 november 1998). koninklijk besluit van 19 november 1998).
2. Aangezien het ontworpen artikel 36, § 1, tweede lid, van het 2. Aangezien het ontworpen artikel 36, § 1, tweede lid, van het
koninklijk besluit van 19 november 1998 (artikel 6 van het ontwerp) koninklijk besluit van 19 november 1998 (artikel 6 van het ontwerp)
voorziet in de toekenning van twee tot vijf extra weken adoptieverlof, voorziet in de toekenning van twee tot vijf extra weken adoptieverlof,
dient vastgesteld te worden dat in de verklaring op eer die volgens de dient vastgesteld te worden dat in de verklaring op eer die volgens de
ontworpen paragraaf 2, tweede lid, 3°, overgelegd dient te worden, ontworpen paragraaf 2, tweede lid, 3°, overgelegd dient te worden,
verwezen moet worden naar "de toewijzing van deze weken aan de enige verwezen moet worden naar "de toewijzing van deze weken aan de enige
adoptieouder die van dit verlof gebruikmaakt". adoptieouder die van dit verlof gebruikmaakt".
Een soortgelijke opmerking dient gemaakt te worden bij het ontworpen Een soortgelijke opmerking dient gemaakt te worden bij het ontworpen
artikel 36quater, § 3, derde lid, 2°, van het koninklijk besluit van artikel 36quater, § 3, derde lid, 2°, van het koninklijk besluit van
19 november 1998, waarin de woorden "week of" weggelaten moeten worden 19 november 1998, waarin de woorden "week of" weggelaten moeten worden
(artikel 8 van het ontwerp). (artikel 8 van het ontwerp).
Artikel 8 Artikel 8
De steller van het ontwerp moet het laatste lid van artikel 8 van het De steller van het ontwerp moet het laatste lid van artikel 8 van het
ontwerp kunnen verantwoorden voor zover daarin bepaald wordt dat "de ontwerp kunnen verantwoorden voor zover daarin bepaald wordt dat "de
maximumduur van het pleegouderverlof verminderd wordt met het aantal maximumduur van het pleegouderverlof verminderd wordt met het aantal
weken opvangverlof in toepassing van artikel 36bis dat de ambtenaar weken opvangverlof in toepassing van artikel 36bis dat de ambtenaar
reeds genoten heeft voor hetzelfde kind". reeds genoten heeft voor hetzelfde kind".
De stukken van het dossier bevatten geen uitleg in dat verband. De stukken van het dossier bevatten geen uitleg in dat verband.
Artikel 9 Artikel 9
Het zou meer in overeenstemming zijn met het gebruik indien het Het zou meer in overeenstemming zijn met het gebruik indien het
ontworpen artikel 37, eerste lid, van het koninklijk besluit van 19 ontworpen artikel 37, eerste lid, van het koninklijk besluit van 19
november 1998 als volgt gesteld zou worden: november 1998 als volgt gesteld zou worden:
"Het adoptieverlof, het opvangverlof, het pleegzorgverlof en het "Het adoptieverlof, het opvangverlof, het pleegzorgverlof en het
pleegouderverlof worden gelijkgesteld met een periode van pleegouderverlof worden gelijkgesteld met een periode van
dienstactiviteit." dienstactiviteit."
Artikelen 10 en 11 Artikelen 10 en 11
In de wijzigingen die vervat zijn in de artikelen 10 en 11 van het In de wijzigingen die vervat zijn in de artikelen 10 en 11 van het
ontwerp is geen sprake van het "pleegzorgverlof". ontwerp is geen sprake van het "pleegzorgverlof".
Als dat pleegzorgverlof niet valt onder het begrip "verlof voor Als dat pleegzorgverlof niet valt onder het begrip "verlof voor
loopbaanonderbreking teneinde palliatieve zorg te verstrekken of voor loopbaanonderbreking teneinde palliatieve zorg te verstrekken of voor
het bijstaan van of voor het verstrekken van verzorging aan een lid het bijstaan van of voor het verstrekken van verzorging aan een lid
van het gezin of aan een familielid" (artikelen 5, derde lid, vierde van het gezin of aan een familielid" (artikelen 5, derde lid, vierde
streepje, en 10, derde lid, derde streepje, van het koninklijk besluit streepje, en 10, derde lid, derde streepje, van het koninklijk besluit
van 20 september 2012 `houdende diverse bepalingen betreffende de van 20 september 2012 `houdende diverse bepalingen betreffende de
vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de
openbare sector'), zou dat verlof toegevoegd moeten worden aan de openbare sector'), zou dat verlof toegevoegd moeten worden aan de
opsomming die in de ontworpen tekst vervat is. opsomming die in de ontworpen tekst vervat is.
De griffier, De griffier,
Charles-Henri Van Hove Charles-Henri Van Hove
De voorzitter, De voorzitter,
Martine Baguet Martine Baguet
27 JUNI 2021. - Koninklijk besluit tot wijziging van diverse 27 JUNI 2021. - Koninklijk besluit tot wijziging van diverse
bepalingen inzake de verloven en afwezigheden toegestaan aan de bepalingen inzake de verloven en afwezigheden toegestaan aan de
personeelsleden van de rijksbesturen betreffende het zorgouderschap personeelsleden van de rijksbesturen betreffende het zorgouderschap
FILIP, Koning der Belgen, FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de Grondwet, de artikelen 37 en 107, tweede lid; Gelet op de Grondwet, de artikelen 37 en 107, tweede lid;
Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige
instellingen van openbaar nut, artikel 11, § 1, eerste lid, vervangen instellingen van openbaar nut, artikel 11, § 1, eerste lid, vervangen
bij de wet van 24 december 2002; bij de wet van 24 december 2002;
Gelet op de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake Gelet op de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake
ambtenarenzaken, het artikel 4, § 2, 1°, gewijzigd bij de wet van 20 ambtenarenzaken, het artikel 4, § 2, 1°, gewijzigd bij de wet van 20
mei 1997; mei 1997;
Gelet op de wet van 19 juli 2012 betreffende de vierdagenweek en het Gelet op de wet van 19 juli 2012 betreffende de vierdagenweek en het
halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de openbare sector, artikel 2, halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de openbare sector, artikel 2,
derde lid; derde lid;
Gelet op het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de Gelet op het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de
verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de
rijkbesturen; rijkbesturen;
Gelet op het koninklijk besluit van 20 september 2012 houdende diverse Gelet op het koninklijk besluit van 20 september 2012 houdende diverse
bepalingen betreffende de vierdagenweek en het halftijds werken vanaf bepalingen betreffende de vierdagenweek en het halftijds werken vanaf
50 of 55 jaar in de openbare sector; 50 of 55 jaar in de openbare sector;
Gelet op het koninklijk besluit van 25 oktober 2013 betreffende de Gelet op het koninklijk besluit van 25 oktober 2013 betreffende de
geldelijke loopbaan van de personeelsleden van het federaal openbaar geldelijke loopbaan van de personeelsleden van het federaal openbaar
ambt; ambt;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 4 Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 4
maart 2021; maart 2021;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatsecretaris voor Begroting van Gelet op de akkoordbevinding van de Staatsecretaris voor Begroting van
15 maart 2021; 15 maart 2021;
Gelet op het protocol nr. 765 van 27 april 2021 van het Comité voor de Gelet op het protocol nr. 765 van 27 april 2021 van het Comité voor de
federale, de gemeenschaps- en de gewestelijke overheidsdiensten; federale, de gemeenschaps- en de gewestelijke overheidsdiensten;
Gelet op het artikel 8, § 1, 4°, van de wet van 15 december 2013 Gelet op het artikel 8, § 1, 4°, van de wet van 15 december 2013
houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging, is houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging, is
dit besluit vrijgesteld van een regelgevingsimpactanalyse omdat het dit besluit vrijgesteld van een regelgevingsimpactanalyse omdat het
bepalingen van autoregulering betreft; bepalingen van autoregulering betreft;
Gelet op het advies van het College van de Openbare Instellingen van Gelet op het advies van het College van de Openbare Instellingen van
Sociale Zekerheid, gegeven op 11 juni 2021; Sociale Zekerheid, gegeven op 11 juni 2021;
Gelet op advies 69.302/4 van de Raad van State, gegeven op 20 mei Gelet op advies 69.302/4 van de Raad van State, gegeven op 20 mei
2021, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de 2021, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de
wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Ambtenarenzaken en op het advies Op de voordracht van de Minister van Ambtenarenzaken en op het advies
van Onze in Raad vergaderde Ministers, van Onze in Raad vergaderde Ministers,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
HOOFDSTUK I. - Wijziging van het koninklijk besluit van 19 november HOOFDSTUK I. - Wijziging van het koninklijk besluit van 19 november
1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de
personeelsleden van de Rijksbesturen personeelsleden van de Rijksbesturen

Artikel 1.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 19 november

Artikel 1.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 19 november

1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de
personeelsleden van de rijksbesturen, laatstelijk gewijzigd bij het personeelsleden van de rijksbesturen, laatstelijk gewijzigd bij het
koninklijk besluit van 19 oktober 2020, worden de volgende wijzigingen koninklijk besluit van 19 oktober 2020, worden de volgende wijzigingen
aangebracht: aangebracht:
1° in paragraaf 3, wordt de bepaling onder 7° vervangen als volgt: 1° in paragraaf 3, wordt de bepaling onder 7° vervangen als volgt:
"7° het adoptieverlof en het opvangverlof, in zoverre dat het "7° het adoptieverlof en het opvangverlof, in zoverre dat het
personeelslid geen gebruik maakte van de bepalingen van artikel 30ter, personeelslid geen gebruik maakte van de bepalingen van artikel 30ter,
§§ 1 tot 3 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de §§ 1 tot 3 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de
arbeidsovereenkomsten. Het artikel 30ter, § 4, van dezelfde wet is arbeidsovereenkomsten. Het artikel 30ter, § 4, van dezelfde wet is
evenwel van toepassing op het personeelslid dat bij evenwel van toepassing op het personeelslid dat bij
arbeidsovereenkomst wordt aangeworven en dat gebruik maakt van het arbeidsovereenkomst wordt aangeworven en dat gebruik maakt van het
adoptieverlof voorzien bij dit besluit;"; adoptieverlof voorzien bij dit besluit;";
2° in paragraaf 3 worden de bepalingen onder 7° /1 en 7° /2 ingevoegd, 2° in paragraaf 3 worden de bepalingen onder 7° /1 en 7° /2 ingevoegd,
luidende: luidende:
"7° /1 het pleegzorgverlof, in zoverre dat het personeelslid geen "7° /1 het pleegzorgverlof, in zoverre dat het personeelslid geen
gebruik maakte van de bepalingen van artikel 30quater van de wet van 3 gebruik maakte van de bepalingen van artikel 30quater van de wet van 3
juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten; juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten;
7° /2 het pleegouderverlof, in zoverre dat het personeelslid geen 7° /2 het pleegouderverlof, in zoverre dat het personeelslid geen
gebruik maakte van de bepalingen van artikel 30sexies, §§ 1 tot 4 en § gebruik maakte van de bepalingen van artikel 30sexies, §§ 1 tot 4 en §
6, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. 6, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.
Het artikel 30sexies, § 5, van dezelfde wet is evenwel van toepassing Het artikel 30sexies, § 5, van dezelfde wet is evenwel van toepassing
op het personeelslid dat bij arbeidsovereenkomst wordt aangeworven en op het personeelslid dat bij arbeidsovereenkomst wordt aangeworven en
dat gebruik maakt van het pleegouderverlof voorzien bij dit besluit;". dat gebruik maakt van het pleegouderverlof voorzien bij dit besluit;".

Art. 2.In artikel 12, § 1, vijfde lid, van hetzelfde besluit,

Art. 2.In artikel 12, § 1, vijfde lid, van hetzelfde besluit,

laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 14 november 2011, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 14 november 2011,
worden de woorden "geboorteverlof, adoptieverlof en pleegzorgverlof worden de woorden "geboorteverlof, adoptieverlof en pleegzorgverlof
toegekend bij het artikel 30, § 2, het artikel 30ter en het artikel toegekend bij het artikel 30, § 2, het artikel 30ter en het artikel
30quater" vervangen door de woorden "geboorteverlof, adoptieverlof, 30quater" vervangen door de woorden "geboorteverlof, adoptieverlof,
pleegzorgverlof en pleegouderverlof toegekend bij het artikel 30, § 2, pleegzorgverlof en pleegouderverlof toegekend bij het artikel 30, § 2,
het artikel 30ter, het artikel 30quater en het artikel 30sexies". het artikel 30ter, het artikel 30quater en het artikel 30sexies".

Art. 3.In het eerste lid van artikel 20, § 1, van hetzelfde besluit,

Art. 3.In het eerste lid van artikel 20, § 1, van hetzelfde besluit,

laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 14 november 2011, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 14 november 2011,
worden de volgende wijzigingen aangebracht: worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° de bepaling onder 3° wordt vervangen als volgt: 1° de bepaling onder 3° wordt vervangen als volgt:
"3° een persoon opgenomen met het oog op zijn adoptie of met het oog "3° een persoon opgenomen met het oog op zijn adoptie of met het oog
op de uitoefening van een pleegvoogdij;"; op de uitoefening van een pleegvoogdij;";
2° de bepaling onder 4° wordt ingevoegd, luidende: 2° de bepaling onder 4° wordt ingevoegd, luidende:
"4° een pleegkind; onder `pleegkind' wordt voor de toepassing van dit "4° een pleegkind; onder `pleegkind' wordt voor de toepassing van dit
artikel verstaan elk kind dat op dat ogenblik in het gezin van de artikel verstaan elk kind dat op dat ogenblik in het gezin van de
ambtenaar is geplaatst door de rechtbank, door een door een ambtenaar is geplaatst door de rechtbank, door een door een
gemeenschap erkende dienst voor pleegzorg, door de diensten van gemeenschap erkende dienst voor pleegzorg, door de diensten van
"l'Aide à la Jeunesse", door het Comité Bijzondere Jeugdbijstand of "l'Aide à la Jeunesse", door het Comité Bijzondere Jeugdbijstand of
door de "Jugendhilfedienst".". door de "Jugendhilfedienst".".

Art. 4.In artikel 34, paragraaf 1, van hetzelfde besluit, laatstelijk

Art. 4.In artikel 34, paragraaf 1, van hetzelfde besluit, laatstelijk

gewijzigd bij het koninklijk besluit van 9 maart 2017, worden de gewijzigd bij het koninklijk besluit van 9 maart 2017, worden de
volgende wijzigingen aangebracht: volgende wijzigingen aangebracht:
1° In het eerste lid, worden de woorden "bij de geboorte of bij de 1° In het eerste lid, worden de woorden "bij de geboorte of bij de
adoptie van zijn kind of bij de plaatsing van een kind in een adoptie van zijn kind of bij de plaatsing van een kind in een
opvanggezin in het kader van de pleegzorg" vervangen door de woorden opvanggezin in het kader van de pleegzorg" vervangen door de woorden
"bij de geboorte of bij de adoptie van zijn kind"; "bij de geboorte of bij de adoptie van zijn kind";
2° in het derde lid, wordt de bepaling onder het derde streepje 2° in het derde lid, wordt de bepaling onder het derde streepje
opgeheven; opgeheven;
3° in het vierde lid, worden de woorden "of dat ten minste 9 punten 3° in het vierde lid, worden de woorden "of dat ten minste 9 punten
toegekend worden in alle drie de pijlers samen van de medisch-sociale toegekend worden in alle drie de pijlers samen van de medisch-sociale
schaal in de zin van de regelgeving betreffende de kinderbijslag" schaal in de zin van de regelgeving betreffende de kinderbijslag"
ingevoegd tussen de woorden "betreffende de kinderbijslag" en de ingevoegd tussen de woorden "betreffende de kinderbijslag" en de
woorden ", is er geen leeftijdsgrens". woorden ", is er geen leeftijdsgrens".

Art. 5.Het opschrift van hoofdstuk VI van hetzelfde besluit,

Art. 5.Het opschrift van hoofdstuk VI van hetzelfde besluit,

vervangen bij het koninklijk besluit van 14 november 2011, wordt vervangen bij het koninklijk besluit van 14 november 2011, wordt
vervangen als volgt: vervangen als volgt:
"Hoofdstuk VI.- Adoptieverlof, opvangverlof, pleegouderverlof en "Hoofdstuk VI.- Adoptieverlof, opvangverlof, pleegouderverlof en
pleegzorgverlof ". pleegzorgverlof ".

Art. 6.Artikel 36 van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij

Art. 6.Artikel 36 van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij

het koninklijk besluit van 9 maart 2017, wordt vervangen als volgt: het koninklijk besluit van 9 maart 2017, wordt vervangen als volgt:
"Art.36.- § 1.- Een adoptieverlof wordt toegestaan gedurende een "Art.36.- § 1.- Een adoptieverlof wordt toegestaan gedurende een
periode van maximum zes weken. aan de ambtenaar die een minderjarig periode van maximum zes weken. aan de ambtenaar die een minderjarig
kind adopteert. kind adopteert.
Het adoptieverlof van zes weken per adoptieouder wordt als volgt Het adoptieverlof van zes weken per adoptieouder wordt als volgt
opgetrokken voor de adoptieouder of voor beide adoptieouders samen: opgetrokken voor de adoptieouder of voor beide adoptieouders samen:
1° met twee weken vanaf 1 januari 2021; 1° met twee weken vanaf 1 januari 2021;
2° met drie weken vanaf 1 januari 2023; 2° met drie weken vanaf 1 januari 2023;
3° met vier weken vanaf 1 januari 2025; 3° met vier weken vanaf 1 januari 2025;
4° met vijf weken vanaf 1 januari 2027. 4° met vijf weken vanaf 1 januari 2027.
In geval van twee adoptieouders worden deze bijkomende weken onderling In geval van twee adoptieouders worden deze bijkomende weken onderling
tussen hen verdeeld. tussen hen verdeeld.
Het tweede lid is enkel van toepassing op aanvragen gebeurd Het tweede lid is enkel van toepassing op aanvragen gebeurd
overeenkomstig paragraaf 2 vanaf de inwerkingtreding van de betrokken overeenkomstig paragraaf 2 vanaf de inwerkingtreding van de betrokken
optrekking en voor zover het adoptieverlof ten vroegste aanvangt vanaf optrekking en voor zover het adoptieverlof ten vroegste aanvangt vanaf
diezelfde datum van inwerkingtreding. diezelfde datum van inwerkingtreding.
Het verlof kan worden gesplitst in weken en dient te worden genomen Het verlof kan worden gesplitst in weken en dient te worden genomen
uiterlijk binnen de zeven maanden na de opname van het kind in het uiterlijk binnen de zeven maanden na de opname van het kind in het
gezin van de ambtenaar. In het kader van een interlandelijke adoptie gezin van de ambtenaar. In het kader van een interlandelijke adoptie
kan de ambtenaar op zijn vraag ten hoogste vier weken van dit verlof kan de ambtenaar op zijn vraag ten hoogste vier weken van dit verlof
opnemen vooraleer het kind effectief in het gezin wordt opgenomen om opnemen vooraleer het kind effectief in het gezin wordt opgenomen om
de daadwerkelijke opvang van kind in zijn gezin voor te bereiden. de daadwerkelijke opvang van kind in zijn gezin voor te bereiden.
§ 2.- De ambtenaar die het verlof wenst te genieten bij toepassing van § 2.- De ambtenaar die het verlof wenst te genieten bij toepassing van
dit artikel deelt aan de overheid onder welke hij ressorteert de datum dit artikel deelt aan de overheid onder welke hij ressorteert de datum
mee waarop het verlof zal aanvangen en de duur ervan. De mededeling mee waarop het verlof zal aanvangen en de duur ervan. De mededeling
gebeurt schriftelijk minstens één maand vóór de aanvang van het gebeurt schriftelijk minstens één maand vóór de aanvang van het
verlof, tenzij de overheid op verzoek van de betrokkene een kortere verlof, tenzij de overheid op verzoek van de betrokkene een kortere
termijn aanvaardt. termijn aanvaardt.
De ambtenaar dient de volgende documenten voor te leggen: De ambtenaar dient de volgende documenten voor te leggen:
1° een attest, uitgereikt door de bevoegde centrale autoriteit van de 1° een attest, uitgereikt door de bevoegde centrale autoriteit van de
gemeenschap, waarin de toewijzing van het kind aan de ambtenaar wordt gemeenschap, waarin de toewijzing van het kind aan de ambtenaar wordt
bevestigd, om het verlof van ten hoogste vier weken te verkrijgen bevestigd, om het verlof van ten hoogste vier weken te verkrijgen
vooraleer het kind wordt opgenomen in het gezin; vooraleer het kind wordt opgenomen in het gezin;
2° een attest dat de inschrijving van het kind in het bevolkings- of 2° een attest dat de inschrijving van het kind in het bevolkings- of
vreemdelingenregister bevestigt om het resterend verlof te kunnen vreemdelingenregister bevestigt om het resterend verlof te kunnen
opnemen; opnemen;
3° een verklaring op eer die, al naargelang het geval, de verdeling 3° een verklaring op eer die, al naargelang het geval, de verdeling
van de bijkomende weken adoptieverlof tussen de twee adoptieouders of van de bijkomende weken adoptieverlof tussen de twee adoptieouders of
de toewijzing van deze weken aan de enige adoptieouder die van dit de toewijzing van deze weken aan de enige adoptieouder die van dit
verlof gebruik maakt, vastlegt. Deze verklaring op eer is enkel nodig verlof gebruik maakt, vastlegt. Deze verklaring op eer is enkel nodig
als het adoptiegezin bestaat uit twee adoptieouders. als het adoptiegezin bestaat uit twee adoptieouders.
§ 3.- De maximumduur van het adoptieverlof wordt verdubbeld, wanneer § 3.- De maximumduur van het adoptieverlof wordt verdubbeld, wanneer
het kind getroffen is door een lichamelijke en geestelijke het kind getroffen is door een lichamelijke en geestelijke
ongeschiktheid van ten minste 66% of een aandoening heeft die tot ongeschiktheid van ten minste 66% of een aandoening heeft die tot
gevolg heeft dat ten minste 4 punten worden toegekend in pijler 1 van gevolg heeft dat ten minste 4 punten worden toegekend in pijler 1 van
de medisch-sociale schaal overeenkomstig de regeling betreffende de de medisch-sociale schaal overeenkomstig de regeling betreffende de
kinderbijslag of dat ten minste 9 punten worden toegekend in alle drie kinderbijslag of dat ten minste 9 punten worden toegekend in alle drie
de pijlers samen van de medisch-sociale schaal overeenkomstig de de pijlers samen van de medisch-sociale schaal overeenkomstig de
regeling betreffende de kinderbijslag. regeling betreffende de kinderbijslag.
De maximumduur van het adoptieverlof wordt met twee weken per De maximumduur van het adoptieverlof wordt met twee weken per
adoptieouder verlengd bij de gelijktijdige adoptie van meerdere adoptieouder verlengd bij de gelijktijdige adoptie van meerdere
minderjarige kinderen. minderjarige kinderen.
De maximumduur van het adoptieverlof wordt verminderd met twee weken, De maximumduur van het adoptieverlof wordt verminderd met twee weken,
wanneer de ambtenaar voor hetzelfde kind een omstandigheidsverlof in wanneer de ambtenaar voor hetzelfde kind een omstandigheidsverlof in
toepassing van artikel 15, eerste lid, 2°, of een geboorteverlof in toepassing van artikel 15, eerste lid, 2°, of een geboorteverlof in
toepassing van artikel 30, § 2, van de wet van 3 juli 1978 betreffende toepassing van artikel 30, § 2, van de wet van 3 juli 1978 betreffende
de arbeidsovereenkomsten heeft genoten. de arbeidsovereenkomsten heeft genoten.
De maximumduur van het adoptieverlof wordt verminderd met het aantal De maximumduur van het adoptieverlof wordt verminderd met het aantal
weken opvangverlof in toepassing van artikel 36bis dat de ambtenaar weken opvangverlof in toepassing van artikel 36bis dat de ambtenaar
reeds heeft genoten voor hetzelfde kind.". reeds heeft genoten voor hetzelfde kind.".

Art. 7.In artikel 36bis van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd

Art. 7.In artikel 36bis van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd

bij het koninklijk besluit 12 oktober 2005, worden de volgende bij het koninklijk besluit 12 oktober 2005, worden de volgende
wijzigingen aangebracht : wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid worden de woorden "of die een minderjarige 1° in het eerste lid worden de woorden "of die een minderjarige
opneemt in zijn gezin ingevolge een rechterlijke beslissing tot opneemt in zijn gezin ingevolge een rechterlijke beslissing tot
plaatsing in een opvanggezin" opgeheven; plaatsing in een opvanggezin" opgeheven;
2° het derde lid wordt aangevuld met de woorden "of dat ten minste 9 2° het derde lid wordt aangevuld met de woorden "of dat ten minste 9
punten worden toegekend in alle drie de pijlers samen van de punten worden toegekend in alle drie de pijlers samen van de
medisch-sociale schaal overeenkomstig de regeling betreffende de medisch-sociale schaal overeenkomstig de regeling betreffende de
kinderbijslag". kinderbijslag".

Art. 8.In hetzelfde besluit wordt een artikel 36quater ingevoegd,

Art. 8.In hetzelfde besluit wordt een artikel 36quater ingevoegd,

luidende: luidende:
"art.36quater.- § 1.- Onverminderd artikel 36ter, heeft de ambtenaar "art.36quater.- § 1.- Onverminderd artikel 36ter, heeft de ambtenaar
die is aangesteld als pleegouder door de rechtbank, door een door een die is aangesteld als pleegouder door de rechtbank, door een door een
gemeenschap erkende dienst voor pleegzorg, door de diensten van gemeenschap erkende dienst voor pleegzorg, door de diensten van
"l'Aide à la Jeunesse", door het Comité Bijzondere Jeugdbijstand of "l'Aide à la Jeunesse", door het Comité Bijzondere Jeugdbijstand of
door de "Jugendhilfedienst" en die naar aanleiding een plaatsing in door de "Jugendhilfedienst" en die naar aanleiding een plaatsing in
het kader van een langdurige pleegzorg een minderjarig kind in zijn het kader van een langdurige pleegzorg een minderjarig kind in zijn
gezin onthaalt, met het oog op de zorg voor dit kind, eenmalig recht gezin onthaalt, met het oog op de zorg voor dit kind, eenmalig recht
op pleegouderverlof gedurende een aaneengesloten periode van maximum op pleegouderverlof gedurende een aaneengesloten periode van maximum
zes weken. zes weken.
Indien de ambtenaar ervoor kiest om niet het toegestane maximum aantal Indien de ambtenaar ervoor kiest om niet het toegestane maximum aantal
weken pleegouderverlof op te nemen, dient het verlof ten minste een weken pleegouderverlof op te nemen, dient het verlof ten minste een
week of een veelvoud van een week te bedragen. week of een veelvoud van een week te bedragen.
Het pleegouderverlof van zes weken per ouder wordt als volgt Het pleegouderverlof van zes weken per ouder wordt als volgt
opgetrokken voor de pleegouder of voor beide pleegouders samen: opgetrokken voor de pleegouder of voor beide pleegouders samen:
1° met twee weken vanaf 1 januari 2021; 1° met twee weken vanaf 1 januari 2021;
2° met drie weken vanaf 1 januari 2023; 2° met drie weken vanaf 1 januari 2023;
3° met vier weken vanaf 1 januari 2025; 3° met vier weken vanaf 1 januari 2025;
4° met vijf weken vanaf 1 januari 2027. 4° met vijf weken vanaf 1 januari 2027.
Het derde lid is enkel van toepassing op aanvragen gebeurd Het derde lid is enkel van toepassing op aanvragen gebeurd
overeenkomstig paragraaf 3 vanaf de inwerkingtreding van de betrokken overeenkomstig paragraaf 3 vanaf de inwerkingtreding van de betrokken
optrekking en voor zover het pleegouderverlof ten vroegste aanvangt optrekking en voor zover het pleegouderverlof ten vroegste aanvangt
vanaf diezelfde datum van inwerkingtreding. vanaf diezelfde datum van inwerkingtreding.
Indien het pleeggezin bestaat uit twee personen, die beiden zijn Indien het pleeggezin bestaat uit twee personen, die beiden zijn
aangesteld als pleegouder van het kind, worden de bijkomende weken aangesteld als pleegouder van het kind, worden de bijkomende weken
bedoeld in het derde lid onderling tussen hen verdeeld. bedoeld in het derde lid onderling tussen hen verdeeld.
§ 2.- Voor de toepassing van dit artikel wordt onder langdurige § 2.- Voor de toepassing van dit artikel wordt onder langdurige
pleegzorg verstaan: pleegzorg waarvan bij aanvang duidelijk is dat het pleegzorg verstaan: pleegzorg waarvan bij aanvang duidelijk is dat het
kind voor minstens zes maanden in hetzelfde pleeggezin bij dezelfde kind voor minstens zes maanden in hetzelfde pleeggezin bij dezelfde
pleegouder of dezelfde pleegouders zal verblijven. pleegouder of dezelfde pleegouders zal verblijven.
§ 3.- Om het recht op pleegouderverlof te kunnen uitoefenen, moet dit § 3.- Om het recht op pleegouderverlof te kunnen uitoefenen, moet dit
verlof een aanvang nemen binnen twaalf maanden volgend op de verlof een aanvang nemen binnen twaalf maanden volgend op de
inschrijving van het kind als deel uitmakend van het gezin van de inschrijving van het kind als deel uitmakend van het gezin van de
ambtenaar in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister ambtenaar in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister
van de gemeente waar hij zijn verblijfplaats heeft. van de gemeente waar hij zijn verblijfplaats heeft.
De ambtenaar die het verlof wenst te genieten bij toepassing van dit De ambtenaar die het verlof wenst te genieten bij toepassing van dit
artikel deelt aan de overheid onder welke hij ressorteert de datum mee artikel deelt aan de overheid onder welke hij ressorteert de datum mee
waarop het verlof zal aanvangen en de duur ervan. De mededeling waarop het verlof zal aanvangen en de duur ervan. De mededeling
gebeurt schriftelijk minstens één maand vóór de aanvang van het gebeurt schriftelijk minstens één maand vóór de aanvang van het
verlof, tenzij de overheid op verzoek van de betrokkene een kortere verlof, tenzij de overheid op verzoek van de betrokkene een kortere
termijn aanvaardt. termijn aanvaardt.
De ambtenaar dient, ten laatste bij de aanvang van het De ambtenaar dient, ten laatste bij de aanvang van het
pleegouderverlof, de volgende documenten voor te leggen: pleegouderverlof, de volgende documenten voor te leggen:
1° de documenten ter staving van de gebeurtenis die het recht op 1° de documenten ter staving van de gebeurtenis die het recht op
pleegouderverlof doet ontstaan; pleegouderverlof doet ontstaan;
2° een verklaring op eer die, al naargelang het geval, de verdeling 2° een verklaring op eer die, al naargelang het geval, de verdeling
van de bijkomende weken pleegouderverlof tussen de twee pleegouders of van de bijkomende weken pleegouderverlof tussen de twee pleegouders of
de toewijzing van deze weken aan de enige pleegouder die van dit de toewijzing van deze weken aan de enige pleegouder die van dit
verlof gebruik maakt, vastlegt. Deze verklaring op eer is enkel nodig verlof gebruik maakt, vastlegt. Deze verklaring op eer is enkel nodig
als het pleeggezin bestaat uit twee pleegouders. als het pleeggezin bestaat uit twee pleegouders.
§ 4.- De maximumduur van het pleegouderverlof wordt verdubbeld, § 4.- De maximumduur van het pleegouderverlof wordt verdubbeld,
wanneer het kind getroffen is door een lichamelijke en geestelijke wanneer het kind getroffen is door een lichamelijke en geestelijke
ongeschiktheid van ten minste 66% of een aandoening heeft die tot ongeschiktheid van ten minste 66% of een aandoening heeft die tot
gevolg heeft dat ten minste 4 punten worden toegekend in pijler 1 van gevolg heeft dat ten minste 4 punten worden toegekend in pijler 1 van
de medisch-sociale schaal overeenkomstig de regeling betreffende de de medisch-sociale schaal overeenkomstig de regeling betreffende de
kinderbijslag of dat ten minste 9 punten worden toegekend in alle drie kinderbijslag of dat ten minste 9 punten worden toegekend in alle drie
de pijlers samen van de medisch-sociale schaal overeenkomstig de de pijlers samen van de medisch-sociale schaal overeenkomstig de
regeling betreffende de kinderbijslag. regeling betreffende de kinderbijslag.
De maximumduur van het pleegouderverlof wordt met twee weken per De maximumduur van het pleegouderverlof wordt met twee weken per
pleegouder verlengd ingeval van gelijktijdig onthaal van meerdere pleegouder verlengd ingeval van gelijktijdig onthaal van meerdere
minderjarige kinderen naar aanleiding van een plaatsing in het kader minderjarige kinderen naar aanleiding van een plaatsing in het kader
van langdurige pleegzorg. van langdurige pleegzorg.
De maximumduur van het pleegouderverlof wordt verminderd met het De maximumduur van het pleegouderverlof wordt verminderd met het
aantal weken opvangverlof in toepassing van artikel 36bis dat de aantal weken opvangverlof in toepassing van artikel 36bis dat de
ambtenaar reeds heeft genoten voor hetzelfde kind.". ambtenaar reeds heeft genoten voor hetzelfde kind.".

Art. 9.In artikel 37, van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd

Art. 9.In artikel 37, van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd

bij het koninklijk besluit van 14 november 2011, wordt het eerste lid bij het koninklijk besluit van 14 november 2011, wordt het eerste lid
vervangen als volgt: vervangen als volgt:
"art.37.- Het adoptieverlof, het opvangverlof, het pleegzorgverlof en "art.37.- Het adoptieverlof, het opvangverlof, het pleegzorgverlof en
het pleegouderverlof worden gelijkgesteld met een periode van het pleegouderverlof worden gelijkgesteld met een periode van
dienstactiviteit.". dienstactiviteit.".
HOOFDSTUK II. - Wijziging van het koninklijk besluit van 20 september HOOFDSTUK II. - Wijziging van het koninklijk besluit van 20 september
2012 houdende diverse bepalingen betreffende de vierdagenweek en het 2012 houdende diverse bepalingen betreffende de vierdagenweek en het
halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de openbare sector halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de openbare sector

Art. 10.In artikel 5, derde lid, van het koninklijk besluit van 20

Art. 10.In artikel 5, derde lid, van het koninklijk besluit van 20

september 2012 houdende diverse bepalingen betreffende de september 2012 houdende diverse bepalingen betreffende de
vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de
openbare sector, wordt de bepaling onder het derde streepje vervangen openbare sector, wordt de bepaling onder het derde streepje vervangen
als volgt: als volgt:
"- adoptieverlof, opvangverlof en pleegouderverlof;". "- adoptieverlof, opvangverlof en pleegouderverlof;".

Art. 11.In artikel 10, derde lid, van hetzelfde besluit, laatstelijk

Art. 11.In artikel 10, derde lid, van hetzelfde besluit, laatstelijk

gewijzigd bij het koninklijk besluit van 9 maart 2017, wordt de gewijzigd bij het koninklijk besluit van 9 maart 2017, wordt de
bepaling onder het tweede streepje vervangen als volgt: bepaling onder het tweede streepje vervangen als volgt:
"- adoptieverlof, opvangverlof en pleegouderverlof;". "- adoptieverlof, opvangverlof en pleegouderverlof;".
HOOFDSTUK III. - Wijziging van het koninklijk besluit van 25 oktober HOOFDSTUK III. - Wijziging van het koninklijk besluit van 25 oktober
2013 betreffende de geldelijke loopbaan van de personeelsleden van het 2013 betreffende de geldelijke loopbaan van de personeelsleden van het
federaal openbaar ambt federaal openbaar ambt

Art. 12.Artikel 13, § 3, tweede lid, van het koninklijk besluit van

Art. 12.Artikel 13, § 3, tweede lid, van het koninklijk besluit van

25 oktober 2013 betreffende de geldelijke loopbaan van de 25 oktober 2013 betreffende de geldelijke loopbaan van de
personeelsleden van het federaal openbaar ambt, wordt aangevuld met de personeelsleden van het federaal openbaar ambt, wordt aangevuld met de
bepalingen onder 5°, 6°, 7° en 8°, luidende: bepalingen onder 5°, 6°, 7° en 8°, luidende:
"5° indien de contractueel het geboorteverlof geniet dat geregeld is "5° indien de contractueel het geboorteverlof geniet dat geregeld is
door artikel 30, § 2, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de door artikel 30, § 2, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de
arbeidsovereenkomsten na 1 juli 2002; arbeidsovereenkomsten na 1 juli 2002;
6° indien de contractueel het adoptieverlof geniet dat geregeld is 6° indien de contractueel het adoptieverlof geniet dat geregeld is
door artikel 30ter van de wet van 3 juli 1978 betreffende de door artikel 30ter van de wet van 3 juli 1978 betreffende de
arbeidsovereenkomsten na 1 juli 2002; arbeidsovereenkomsten na 1 juli 2002;
7° indien de contractueel het pleegzorgverlof geniet dat geregeld is 7° indien de contractueel het pleegzorgverlof geniet dat geregeld is
door artikel 30quater van de wet van 3 juli 1978 betreffende de door artikel 30quater van de wet van 3 juli 1978 betreffende de
arbeidsovereenkomsten na 8 mei 2007; arbeidsovereenkomsten na 8 mei 2007;
8° indien de contractueel het pleegouderverlof geniet dat geregeld is 8° indien de contractueel het pleegouderverlof geniet dat geregeld is
door artikel 30sexies van de wet van 3 juli 1978 betreffende de door artikel 30sexies van de wet van 3 juli 1978 betreffende de
arbeidsovereenkomsten na 1 januari 2019.". arbeidsovereenkomsten na 1 januari 2019.".
HOOFDSTUK IV. - Overgangs- en slotbepalingen HOOFDSTUK IV. - Overgangs- en slotbepalingen

Art. 13.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2021.

Art. 13.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2021.

Artikel 3 is enkel van toepassing op de ziekte en ongevallen die zich Artikel 3 is enkel van toepassing op de ziekte en ongevallen die zich
voordoen op 1 januari 2021 of erna. voordoen op 1 januari 2021 of erna.
Artikel 6 en 8 zijn enkel van toepassing op aanvragen die worden Artikel 6 en 8 zijn enkel van toepassing op aanvragen die worden
ingediend vanaf 1 januari 2021 en voor zover het verlof ten vroegste ingediend vanaf 1 januari 2021 en voor zover het verlof ten vroegste
aanvangt vanaf 1 januari 2021. aanvangt vanaf 1 januari 2021.
Voor de aanvragen van het adoptieverlof na 1 januari 2021 begint de Voor de aanvragen van het adoptieverlof na 1 januari 2021 begint de
termijn van zeven maanden vermeld in artikel 6 pas te lopen op de dag termijn van zeven maanden vermeld in artikel 6 pas te lopen op de dag
van de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad. van de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad.

Art. 14.De minister bevoegd voor ambtenarenzaken is belast met de

Art. 14.De minister bevoegd voor ambtenarenzaken is belast met de

uitvoering van dit besluit. uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 27 juni 2021. Gegeven te Brussel, 27 juni 2021.
FILIP FILIP
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Ambtenarenzaken, De Minister van Ambtenarenzaken,
P. DE SUTTER P. DE SUTTER
^