Koninklijk besluit tot wijziging van diverse bepalingen inzake de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen betreffende het zorgouderschap | Koninklijk besluit tot wijziging van diverse bepalingen inzake de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen betreffende het zorgouderschap |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST BELEID EN ONDERSTEUNING | FEDERALE OVERHEIDSDIENST BELEID EN ONDERSTEUNING |
27 JUNI 2021. - Koninklijk besluit tot wijziging van diverse | 27 JUNI 2021. - Koninklijk besluit tot wijziging van diverse |
bepalingen inzake de verloven en afwezigheden toegestaan aan de | bepalingen inzake de verloven en afwezigheden toegestaan aan de |
personeelsleden van de rijksbesturen betreffende het zorgouderschap | personeelsleden van de rijksbesturen betreffende het zorgouderschap |
VERSLAG AAN DE KONING | VERSLAG AAN DE KONING |
Sire, | Sire, |
Dit besluit heeft tot doel de reglementering rond het adoptieverlof en | Dit besluit heeft tot doel de reglementering rond het adoptieverlof en |
het pleegouderverlof voor statutaire personeelsleden tewerkgesteld | het pleegouderverlof voor statutaire personeelsleden tewerkgesteld |
binnen het federaal administratief openbaar ambt gelijk te schakelen | binnen het federaal administratief openbaar ambt gelijk te schakelen |
met de reglementering voor de werknemers uit de privésector en de | met de reglementering voor de werknemers uit de privésector en de |
contractuele personeelsleden in de openbare sector. Het is daarbij | contractuele personeelsleden in de openbare sector. Het is daarbij |
belangrijk dat beide personeelscategorieën op een gelijkwaardige | belangrijk dat beide personeelscategorieën op een gelijkwaardige |
manier worden behandeld. | manier worden behandeld. |
Voordat we dieper ingaan op de concrete wijzigingen van de regeling | Voordat we dieper ingaan op de concrete wijzigingen van de regeling |
rond het adoptieverlof en het pleegouderverlof is het misschien | rond het adoptieverlof en het pleegouderverlof is het misschien |
belangrijk om de verschillende regelingen rond het adoptieverlof, het | belangrijk om de verschillende regelingen rond het adoptieverlof, het |
opvangverlof en het pleegzorgverlof die we nu kennen in het koninklijk | opvangverlof en het pleegzorgverlof die we nu kennen in het koninklijk |
besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden | besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden |
toegestaan aan de personeelsleden (hierna: het koninklijk besluit van | toegestaan aan de personeelsleden (hierna: het koninklijk besluit van |
19 november 1998) even kort toe te lichten. | 19 november 1998) even kort toe te lichten. |
Het oorspronkelijke bezoldigde opvangverlof voor adoptie was een | Het oorspronkelijke bezoldigde opvangverlof voor adoptie was een |
verlof dat kon worden toegekend naar aanleiding van de adoptie van een | verlof dat kon worden toegekend naar aanleiding van de adoptie van een |
kind of de plaatsing van een kind in pleegvoogdij (jonger dan 10 | kind of de plaatsing van een kind in pleegvoogdij (jonger dan 10 |
jaar). In 2005 werd dit verlofstelsel opgedeeld in enerzijds het | jaar). In 2005 werd dit verlofstelsel opgedeeld in enerzijds het |
adoptieverlof en anderzijds het opvangverlof (beide verlofstelsels | adoptieverlof en anderzijds het opvangverlof (beide verlofstelsels |
bleven volledig bezoldigd maar het adoptieverlof kon vanaf dan | bleven volledig bezoldigd maar het adoptieverlof kon vanaf dan |
flexibeler worden opgenomen). Het opvangverlof werd daarbij uitgebreid | flexibeler worden opgenomen). Het opvangverlof werd daarbij uitgebreid |
tot personeelsleden die een minderjarig kind in hun gezin opvangen na | tot personeelsleden die een minderjarig kind in hun gezin opvangen na |
een rechterlijke beslissing. Op datzelfde ogenblik werd het | een rechterlijke beslissing. Op datzelfde ogenblik werd het |
onbezoldigd ouderschapsverlof opengesteld voor personeelsleden die een | onbezoldigd ouderschapsverlof opengesteld voor personeelsleden die een |
kind (jonger dan 12 jaar) opvangen in hun gezin in het kader van de | kind (jonger dan 12 jaar) opvangen in hun gezin in het kader van de |
pleegzorg. | pleegzorg. |
In 2011 werd een nieuw en bijkomend pleegzorgverlof van 6 werkdagen | In 2011 werd een nieuw en bijkomend pleegzorgverlof van 6 werkdagen |
per jaar ingevoerd als gevolg van het sociaal akkoord 2009-2011 naar | per jaar ingevoerd als gevolg van het sociaal akkoord 2009-2011 naar |
analogie met de regeling voor werknemers (wet 3 juli 1978 betreffende | analogie met de regeling voor werknemers (wet 3 juli 1978 betreffende |
de arbeidsovereenkomsten, artikel 30quater). Dit verlof kon ook worden | de arbeidsovereenkomsten, artikel 30quater). Dit verlof kon ook worden |
gevraagd bij de plaatsing van een persoon met een handicap. | gevraagd bij de plaatsing van een persoon met een handicap. |
Voor de contractuele personeelsleden wijzigt dit ontwerp niets aan het | Voor de contractuele personeelsleden wijzigt dit ontwerp niets aan het |
principe dat zij de keuze kunnen blijven maken tussen het | principe dat zij de keuze kunnen blijven maken tussen het |
verlofstelsel (o.a. adoptieverlof of pleegouderverlof) geregeld door | verlofstelsel (o.a. adoptieverlof of pleegouderverlof) geregeld door |
de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten en dit | de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten en dit |
geregeld door het koninklijk besluit van 19 november 1998. Deze | geregeld door het koninklijk besluit van 19 november 1998. Deze |
keuzemogelijkheid blijkt uit het artikel 1, § 3, 7°, 7° /1 en 7° /2 in | keuzemogelijkheid blijkt uit het artikel 1, § 3, 7°, 7° /1 en 7° /2 in |
ontwerp. | ontwerp. |
I. Adoptieverlof | I. Adoptieverlof |
(Deze maatregel wordt uitgewerkt in artikel 6 van het ontwerp) | (Deze maatregel wordt uitgewerkt in artikel 6 van het ontwerp) |
Voor de werknemers tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst voorziet | Voor de werknemers tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst voorziet |
artikel 30ter van de wet van 3 juli 1978 betreffende de | artikel 30ter van de wet van 3 juli 1978 betreffende de |
arbeidsovereenkomsten een adoptieverlof. Dit artikel werd gewijzigd | arbeidsovereenkomsten een adoptieverlof. Dit artikel werd gewijzigd |
door de wet van 6 september 2018 (B.S. 26 september 2018) tot | door de wet van 6 september 2018 (B.S. 26 september 2018) tot |
wijziging van de regelgeving met het oog op de versterking van het | wijziging van de regelgeving met het oog op de versterking van het |
adoptieverlof en tot invoering van het pleegouderverlof en door de wet | adoptieverlof en tot invoering van het pleegouderverlof en door de wet |
van 21 december 2018 (B.S. 17 januari 2019) houdende diverse | van 21 december 2018 (B.S. 17 januari 2019) houdende diverse |
arbeidsbepalingen. Door deze wijzigingen werd vooral de maximumduur | arbeidsbepalingen. Door deze wijzigingen werd vooral de maximumduur |
van het adoptieverlof drastisch verhoogd, net als de leeftijdsgrens | van het adoptieverlof drastisch verhoogd, net als de leeftijdsgrens |
van het adoptiekind. | van het adoptiekind. |
Met dit voorliggend ontwerp wordt getracht de regeling rond het | Met dit voorliggend ontwerp wordt getracht de regeling rond het |
adoptieverlof voor federale ambtenaren op dezelfde hoogte te brengen: | adoptieverlof voor federale ambtenaren op dezelfde hoogte te brengen: |
- de leeftijdsgrens van het kind wordt van 10 jaar op 18 jaar | - de leeftijdsgrens van het kind wordt van 10 jaar op 18 jaar |
gebracht. | gebracht. |
- Daarnaast is er een groeipad voorzien om het aantal weken verlof | - Daarnaast is er een groeipad voorzien om het aantal weken verlof |
geleidelijk te laten toenemen. Hierdoor zal er tegen 2027 een | geleidelijk te laten toenemen. Hierdoor zal er tegen 2027 een |
adoptieverlof zijn van 17 weken, waarvan twee keer 6 weken op te nemen | adoptieverlof zijn van 17 weken, waarvan twee keer 6 weken op te nemen |
door beide adoptieouders afzonderlijk en 5 weken die onderling tussen | door beide adoptieouders afzonderlijk en 5 weken die onderling tussen |
de beide adoptieouders verdeeld moeten worden. | de beide adoptieouders verdeeld moeten worden. |
Bij de gelijktijdige adoptie van meerdere minderjarige kinderen wordt | Bij de gelijktijdige adoptie van meerdere minderjarige kinderen wordt |
de maximumduur van het adoptieverlof met twee weken per adoptieouder | de maximumduur van het adoptieverlof met twee weken per adoptieouder |
verlengd. | verlengd. |
Duur adoptieverlof | Duur adoptieverlof |
Durée du congé d'adoption | Durée du congé d'adoption |
per adoptieouder | per adoptieouder |
maximum 6 weken (of 8 weken bij gelijktijdige adoptie meerdere | maximum 6 weken (of 8 weken bij gelijktijdige adoptie meerdere |
kinderen) | kinderen) |
par parent adoptif | par parent adoptif |
maximum 6 semaines (ou 8 semaines en cas d'adoption simultanée de | maximum 6 semaines (ou 8 semaines en cas d'adoption simultanée de |
plusieurs enfants) | plusieurs enfants) |
bijkomende weken te verdelen tussen de adoptieouders semaines | bijkomende weken te verdelen tussen de adoptieouders semaines |
supplémentaires à répartir | supplémentaires à répartir |
entre les parents adoptifs | entre les parents adoptifs |
maximum | maximum |
indien eenoudergezin maximum si famille monoparentale | indien eenoudergezin maximum si famille monoparentale |
maximum (per gezin) | maximum (per gezin) |
indien 2 adoptieouders (*) maximum (par famille) | indien 2 adoptieouders (*) maximum (par famille) |
si 2 parents adoptifs (*) | si 2 parents adoptifs (*) |
vanaf / à partir du 1.01.2021 | vanaf / à partir du 1.01.2021 |
2 weken - semaines | 2 weken - semaines |
6+2=8 weken - semaines | 6+2=8 weken - semaines |
6+6+2=14 weken - semaines | 6+6+2=14 weken - semaines |
vanaf / à partir du 1.01.2023 | vanaf / à partir du 1.01.2023 |
3 weken - semaines | 3 weken - semaines |
6+3=9 weken - semaines | 6+3=9 weken - semaines |
6+6+3=15 weken - semaines | 6+6+3=15 weken - semaines |
vanaf / à partir du 1.01.2025 | vanaf / à partir du 1.01.2025 |
4 weken - semaines | 4 weken - semaines |
6+4=10 weken - semaines | 6+4=10 weken - semaines |
6+6+4=16 weken - semaines | 6+6+4=16 weken - semaines |
vanaf / à partir du 1.01.2027 | vanaf / à partir du 1.01.2027 |
5 weken - semaines | 5 weken - semaines |
6+5=11 weken - semaines | 6+5=11 weken - semaines |
6+6+5=17 weken - semaines | 6+6+5=17 weken - semaines |
(*) Wanneer een adoptiegezin bestaat uit twee adoptieouders dan | (*) Wanneer een adoptiegezin bestaat uit twee adoptieouders dan |
verdelen zij onderling de bijkomende weken, ongeacht het statuut van | verdelen zij onderling de bijkomende weken, ongeacht het statuut van |
de beide adoptieouders (zelfstandige, werknemer of ambtenaar). Het | de beide adoptieouders (zelfstandige, werknemer of ambtenaar). Het |
personeelslid bezorgt zijn werkgevende overheid deze verdeling via een | personeelslid bezorgt zijn werkgevende overheid deze verdeling via een |
verklaring op eer. | verklaring op eer. |
Er wordt geen recht op adoptieverlof toegekend voor een personeelslid | Er wordt geen recht op adoptieverlof toegekend voor een personeelslid |
dat het kind van zijn partner adopteert (stiefouderadoptie). | dat het kind van zijn partner adopteert (stiefouderadoptie). |
II. Pleegouderverlof | II. Pleegouderverlof |
(Deze maatregel wordt uitgewerkt in artikel 1, 4, 7 en 8 van het | (Deze maatregel wordt uitgewerkt in artikel 1, 4, 7 en 8 van het |
ontwerp) | ontwerp) |
De wetten van 6 september 2018 en 21 december 2019 wijzigden niet | De wetten van 6 september 2018 en 21 december 2019 wijzigden niet |
alleen de bepalingen rond het adoptieverlof maar creëerden ook een | alleen de bepalingen rond het adoptieverlof maar creëerden ook een |
nieuw verlofstelsel voor pleegouders in het geval van langdurige | nieuw verlofstelsel voor pleegouders in het geval van langdurige |
pleegzorg. | pleegzorg. |
Er wordt voorgesteld om deze regeling ook van toepassing te maken op | Er wordt voorgesteld om deze regeling ook van toepassing te maken op |
de personeelsleden tewerkgesteld binnen het federaal administratief | de personeelsleden tewerkgesteld binnen het federaal administratief |
openbaar ambt en de bepalingen van het verlofbesluit hiermee in | openbaar ambt en de bepalingen van het verlofbesluit hiermee in |
overeenstemming te brengen. | overeenstemming te brengen. |
Vanaf 1 januari 2021 wordt daarom naast het recht op maximaal 6 | Vanaf 1 januari 2021 wordt daarom naast het recht op maximaal 6 |
werkdagen pleegzorgverlof per jaar, een recht op maximum 6 weken | werkdagen pleegzorgverlof per jaar, een recht op maximum 6 weken |
pleegouderverlof ingevoerd. Dat recht zal bestaan in geval van | pleegouderverlof ingevoerd. Dat recht zal bestaan in geval van |
langdurige pleegzorg van een kind in het gezin van een personeelslid. | langdurige pleegzorg van een kind in het gezin van een personeelslid. |
Het pleegouderverlof van 6 weken per pleegouder wordt opgetrokken met | Het pleegouderverlof van 6 weken per pleegouder wordt opgetrokken met |
een aantal bijkomende weken volgens hetzelfde groeipad als dat waarin | een aantal bijkomende weken volgens hetzelfde groeipad als dat waarin |
is voorzien voor het adoptieverlof (zie hierboven). Net zoals in het | is voorzien voor het adoptieverlof (zie hierboven). Net zoals in het |
geval van adoptieverlof moeten de bijkomende weken tussen de twee | geval van adoptieverlof moeten de bijkomende weken tussen de twee |
pleegouders onderling worden verdeeld in het geval dat er twee | pleegouders onderling worden verdeeld in het geval dat er twee |
pleegouders zijn aangesteld. Het pleegouderverlof wordt verminderd met | pleegouders zijn aangesteld. Het pleegouderverlof wordt verminderd met |
het aantal weken opvangverlof dat reeds opgenomen werd voor hetzelfde | het aantal weken opvangverlof dat reeds opgenomen werd voor hetzelfde |
kind omdat het niet de bedoeling is om het aantal weken te | kind omdat het niet de bedoeling is om het aantal weken te |
verdubbelen. | verdubbelen. |
Duur pleegouderverlof | Duur pleegouderverlof |
Durée du congé parental d'accueil | Durée du congé parental d'accueil |
per pleegouder | per pleegouder |
maximum 6 weken (of 8 weken bij gelijktijdige plaatsing meerdere | maximum 6 weken (of 8 weken bij gelijktijdige plaatsing meerdere |
kinderen) | kinderen) |
par parent d'accueil | par parent d'accueil |
maximum 6 semaines ( ou 8 semaines en cas de placement de plusieurs | maximum 6 semaines ( ou 8 semaines en cas de placement de plusieurs |
enfants ) | enfants ) |
bijkomende weken te verdelen tussen de pleegouders | bijkomende weken te verdelen tussen de pleegouders |
semaines supplémentaires à répartir | semaines supplémentaires à répartir |
entre les parents d'accueil | entre les parents d'accueil |
maximum | maximum |
indien eenoudergezin | indien eenoudergezin |
maximum si famille monoparentale | maximum si famille monoparentale |
maximum (per gezin) | maximum (per gezin) |
indien 2 pleegouders (*) maximum (par famille) | indien 2 pleegouders (*) maximum (par famille) |
si 2 parents d'accueil (*) | si 2 parents d'accueil (*) |
vanaf / à partir du 1.01.2021 | vanaf / à partir du 1.01.2021 |
2 weken - semaines | 2 weken - semaines |
6+2=8 weken - semaines | 6+2=8 weken - semaines |
6+6+2=14 weken - semaines | 6+6+2=14 weken - semaines |
vanaf / à partir du 1.01.2023 | vanaf / à partir du 1.01.2023 |
3 weken - semaines | 3 weken - semaines |
6+3=9 weken - semaines | 6+3=9 weken - semaines |
6+6+3=15 weken - semaines | 6+6+3=15 weken - semaines |
vanaf / à partir du 1.01.2025 | vanaf / à partir du 1.01.2025 |
4 weken - semaines | 4 weken - semaines |
6+4=10 weken - semaines | 6+4=10 weken - semaines |
6+6+4=16 weken - semaines | 6+6+4=16 weken - semaines |
vanaf / à partir du 1.01.2027 | vanaf / à partir du 1.01.2027 |
5 weken - semaines | 5 weken - semaines |
6+5=11 weken - semaines | 6+5=11 weken - semaines |
6+6+5=17 weken - semaines | 6+6+5=17 weken - semaines |
(*) Wanneer een pleeggezin bestaat uit twee pleegouders dan verdelen | (*) Wanneer een pleeggezin bestaat uit twee pleegouders dan verdelen |
zij onderling de bijkomende weken, ongeacht het statuut van de beide | zij onderling de bijkomende weken, ongeacht het statuut van de beide |
pleegouders (zelfstandige, werknemer of ambtenaar). Het personeelslid | pleegouders (zelfstandige, werknemer of ambtenaar). Het personeelslid |
bezorgt zijn werkgevende overheid deze verdeling via een verklaring op | bezorgt zijn werkgevende overheid deze verdeling via een verklaring op |
eer. | eer. |
III. Impact geboorteverlof, adoptieverlof, pleegzorgverlof en | III. Impact geboorteverlof, adoptieverlof, pleegzorgverlof en |
pleegouderverlof op de vakantierechten en de geldelijke anciënniteit | pleegouderverlof op de vakantierechten en de geldelijke anciënniteit |
(Deze maatregel wordt uitgewerkt in artikel 2, 10, 11 en 12 van het | (Deze maatregel wordt uitgewerkt in artikel 2, 10, 11 en 12 van het |
ontwerp) | ontwerp) |
Als gevolg van de wijzigingen aan het verlofstelsel van het | Als gevolg van de wijzigingen aan het verlofstelsel van het |
adoptieverlof en pleegouderverlof willen we ook de samenhang met de | adoptieverlof en pleegouderverlof willen we ook de samenhang met de |
andere verlofstelsels en de impact van de verschillende stelsels op | andere verlofstelsels en de impact van de verschillende stelsels op |
vakantierechten en geldelijke anciënniteit regelen. | vakantierechten en geldelijke anciënniteit regelen. |
Er wordt voorgesteld voor de vaststelling van de vakantierechten om de | Er wordt voorgesteld voor de vaststelling van de vakantierechten om de |
periode van pleegouderverlof in toepassing van artikel 30sexies van de | periode van pleegouderverlof in toepassing van artikel 30sexies van de |
wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten gelijk te | wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten gelijk te |
stellen met dienstactiviteit. Dit betekent dat het jaarlijks | stellen met dienstactiviteit. Dit betekent dat het jaarlijks |
vakantieverlof niet wordt verminderd wanneer het contractueel | vakantieverlof niet wordt verminderd wanneer het contractueel |
personeelslid een pleegouderverlof heeft genoten in toepassing van het | personeelslid een pleegouderverlof heeft genoten in toepassing van het |
artikel 30sexies van de wet van 3 juli 1978. Voor het geboorteverlof, | artikel 30sexies van de wet van 3 juli 1978. Voor het geboorteverlof, |
adoptieverlof en pleegzorgverlof in toepassing van artikel 30, § 2, | adoptieverlof en pleegzorgverlof in toepassing van artikel 30, § 2, |
artikel 30ter en 30quater van de arbeidsovereenkomstenwet is dit reeds | artikel 30ter en 30quater van de arbeidsovereenkomstenwet is dit reeds |
geregeld in artikel 12, § 1, vijfde lid, van het koninklijk besluit | geregeld in artikel 12, § 1, vijfde lid, van het koninklijk besluit |
van 19 november 1998. | van 19 november 1998. |
Voor het geboorteverlof, adoptieverlof, pleegzorgverlof en | Voor het geboorteverlof, adoptieverlof, pleegzorgverlof en |
pleegouderverlof geregeld door respectievelijk artikel 15, eerste lid, | pleegouderverlof geregeld door respectievelijk artikel 15, eerste lid, |
2°, artikel 36, artikel 36ter en 36quater van het koninklijk besluit | 2°, artikel 36, artikel 36ter en 36quater van het koninklijk besluit |
van 19 november 1998 stelt er zich geen probleem voor de berekening | van 19 november 1998 stelt er zich geen probleem voor de berekening |
van het vakantieverlof. De afwezigheidsperiodes worden voor de vier | van het vakantieverlof. De afwezigheidsperiodes worden voor de vier |
stelsels gelijkgesteld met dienstactiviteit en artikel 12, § 1, eerste | stelsels gelijkgesteld met dienstactiviteit en artikel 12, § 1, eerste |
lid, van het koninklijk besluit van 19 november 1998 voorziet dat elke | lid, van het koninklijk besluit van 19 november 1998 voorziet dat elke |
periode van dienstactiviteit recht geeft op jaarlijks vakantieverlof. | periode van dienstactiviteit recht geeft op jaarlijks vakantieverlof. |
Ten tweede is het ook noodzakelijk om de gelijkstelling voor het | Ten tweede is het ook noodzakelijk om de gelijkstelling voor het |
geldelijk statuut te regelen en meer bepaald voor de contractuele | geldelijk statuut te regelen en meer bepaald voor de contractuele |
personeelsleden. Met ingang van 1 juli 2002 voorziet het geldelijk | personeelsleden. Met ingang van 1 juli 2002 voorziet het geldelijk |
statuut voor contractuele personeelsleden dat afwezigheidsperiodes in | statuut voor contractuele personeelsleden dat afwezigheidsperiodes in |
het kader van het vaderschapsverlof (ook wel geboorteverlof) en het | het kader van het vaderschapsverlof (ook wel geboorteverlof) en het |
adoptieverlof die niet werden bezoldigd door de werkgevende overheid | adoptieverlof die niet werden bezoldigd door de werkgevende overheid |
toch meetellen voor de geldelijk anciënniteit (koninklijk besluit van | toch meetellen voor de geldelijk anciënniteit (koninklijk besluit van |
12 december 2002 houdende wijzigingen van diverse reglementaire | 12 december 2002 houdende wijzigingen van diverse reglementaire |
bepalingen betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de | bepalingen betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de |
personeelsleden van de rijksbesturen, artikel 3). Contractuele | personeelsleden van de rijksbesturen, artikel 3). Contractuele |
personeelsleden kunnen sinds 2002 namelijk kiezen voor het | personeelsleden kunnen sinds 2002 namelijk kiezen voor het |
vaderschapsverlof en het adoptieverlof in toepassing van artikel 30, § | vaderschapsverlof en het adoptieverlof in toepassing van artikel 30, § |
2, en artikel 30ter van de wet van 3 juli 1978 betreffende de | 2, en artikel 30ter van de wet van 3 juli 1978 betreffende de |
arbeidsovereenkomsten (waarbij enkel de eerste drie dagen worden | arbeidsovereenkomsten (waarbij enkel de eerste drie dagen worden |
bezoldigd en de resterende dagen door het ziekenfonds). | bezoldigd en de resterende dagen door het ziekenfonds). |
Sinds 2002 werd de oorspronkelijke bepaling rond de geldelijke | Sinds 2002 werd de oorspronkelijke bepaling rond de geldelijke |
anciënniteit meermaals gewijzigd waardoor er onduidelijkheid is | anciënniteit meermaals gewijzigd waardoor er onduidelijkheid is |
ontstaan over de impact op de geldelijke anciënniteit van deze beide | ontstaan over de impact op de geldelijke anciënniteit van deze beide |
verlofstelsels. Daarom wordt voorgesteld om dit opnieuw expliciet te | verlofstelsels. Daarom wordt voorgesteld om dit opnieuw expliciet te |
vermelden in de lijst van gelijkstellingen (in artikel 13 van het | vermelden in de lijst van gelijkstellingen (in artikel 13 van het |
koninklijk besluit 25 oktober 2013 betreffende de geldelijke loopbaan | koninklijk besluit 25 oktober 2013 betreffende de geldelijke loopbaan |
van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt). Bovendien | van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt). Bovendien |
wordt eveneens de gelijkstelling geregeld voor nog twee gelijkaardige | wordt eveneens de gelijkstelling geregeld voor nog twee gelijkaardige |
verlofstelsels: het pleegzorgverlof en het pleegouderverlof, die | verlofstelsels: het pleegzorgverlof en het pleegouderverlof, die |
respectievelijk in 2007 en in 2019 werden ingevoerd in de | respectievelijk in 2007 en in 2019 werden ingevoerd in de |
arbeidsovereenkomstenwet. | arbeidsovereenkomstenwet. |
De volledig bezoldigde verloven (adoptieverlof, opvangverlof, | De volledig bezoldigde verloven (adoptieverlof, opvangverlof, |
pleegouderverlof, pleegzorgverlof en omstandigheidsverlof bij de | pleegouderverlof, pleegzorgverlof en omstandigheidsverlof bij de |
bevalling) die geregeld worden voor contractuele personeelsleden door | bevalling) die geregeld worden voor contractuele personeelsleden door |
het koninklijk besluit van 19 november 1998 worden automatisch | het koninklijk besluit van 19 november 1998 worden automatisch |
gelijkgesteld met gewerkte dagen voor de vaststelling van de | gelijkgesteld met gewerkte dagen voor de vaststelling van de |
vakantierechten en de geldelijke rechten. Dit wordt geregeld in | vakantierechten en de geldelijke rechten. Dit wordt geregeld in |
artikel 2, § 2, en artikel 12, § 1, van het koninklijk besluit van 19 | artikel 2, § 2, en artikel 12, § 1, van het koninklijk besluit van 19 |
november 1998. | november 1998. |
Tot slot wordt er voorgesteld om het pleegouderverlof, net als het | Tot slot wordt er voorgesteld om het pleegouderverlof, net als het |
adoptieverlof en het opvangverlof, op te nemen in lijst van | adoptieverlof en het opvangverlof, op te nemen in lijst van |
verlofstelsels die de vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50 | verlofstelsels die de vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50 |
of 55 jaar opschorten. Dit zorgt ervoor dat een personeelslid snel kan | of 55 jaar opschorten. Dit zorgt ervoor dat een personeelslid snel kan |
reageren op een vraag van langdurige pleegzorg. Bovendien verliest de | reageren op een vraag van langdurige pleegzorg. Bovendien verliest de |
vastbenoemd ambtenaar ook zijn recht op het stelsel van het halftijds | vastbenoemd ambtenaar ook zijn recht op het stelsel van het halftijds |
werken vanaf 50 of 55 jaar niet. | werken vanaf 50 of 55 jaar niet. |
Het pleegzorgverlof van 6 werkdagen op jaarbasis wordt niet opgenomen | Het pleegzorgverlof van 6 werkdagen op jaarbasis wordt niet opgenomen |
in deze opsomming omdat deze losse verlofdagen gewoon kunnen worden | in deze opsomming omdat deze losse verlofdagen gewoon kunnen worden |
gecumuleerd met de vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50 of | gecumuleerd met de vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50 of |
55 jaar. | 55 jaar. |
IV. Definitie `pleegkind' | IV. Definitie `pleegkind' |
(Deze maatregel wordt uitgewerkt in artikel 3 van het ontwerp) | (Deze maatregel wordt uitgewerkt in artikel 3 van het ontwerp) |
Als gevolg van deze wijzigingen van de verschillende verlofstelsels | Als gevolg van deze wijzigingen van de verschillende verlofstelsels |
rond de adoptie of plaatsing van een kind lijkt het ook logisch om het | rond de adoptie of plaatsing van een kind lijkt het ook logisch om het |
onderscheid tussen een kind geplaatst door een rechter en door een | onderscheid tussen een kind geplaatst door een rechter en door een |
plaatsingsdienst op te heffen voor de toekenning van het uitzonderlijk | plaatsingsdienst op te heffen voor de toekenning van het uitzonderlijk |
verlof wegens overmacht (4 werkdagen bezoldigd verlof bij ziekte of | verlof wegens overmacht (4 werkdagen bezoldigd verlof bij ziekte of |
ongeval van een persoon waarmee de ambtenaar onder hetzelfde dak woont | ongeval van een persoon waarmee de ambtenaar onder hetzelfde dak woont |
- koninklijk besluit van 19 november 1998, artikel 20). | - koninklijk besluit van 19 november 1998, artikel 20). |
V. Definitie `kind met een handicap' | V. Definitie `kind met een handicap' |
(Deze maatregel wordt uitgewerkt in artikel 4, 6, 7 en 8 van het | (Deze maatregel wordt uitgewerkt in artikel 4, 6, 7 en 8 van het |
ontwerp) | ontwerp) |
Artikel 34 (onbezoldigd ouderschapsverlof), artikel 35 | Artikel 34 (onbezoldigd ouderschapsverlof), artikel 35 |
(loopbaanonderbreking voor ouderschapsverlof), artikel 36 en 36bis | (loopbaanonderbreking voor ouderschapsverlof), artikel 36 en 36bis |
(adoptieverlof en opvangverlof) van het koninklijk besluit van 19 | (adoptieverlof en opvangverlof) van het koninklijk besluit van 19 |
november 1998 voorzien voor elk van deze verlofstelsels een bijzondere | november 1998 voorzien voor elk van deze verlofstelsels een bijzondere |
regeling voor personeelsleden met een kind met een handicap. Op dit | regeling voor personeelsleden met een kind met een handicap. Op dit |
ogenblik worden er voor de verschillende verlofstelsels verschillende | ogenblik worden er voor de verschillende verlofstelsels verschillende |
definities van kind met een handicap gehanteerd. Er wordt daarom | definities van kind met een handicap gehanteerd. Er wordt daarom |
voorgesteld om deze definities te harmoniseren met het oog op de | voorgesteld om deze definities te harmoniseren met het oog op de |
vereenvoudiging en verduidelijking. | vereenvoudiging en verduidelijking. |
De definitie zoals deze nu reeds geldt voor de loopbaanonderbreking | De definitie zoals deze nu reeds geldt voor de loopbaanonderbreking |
voor ouderschapsverlof wordt daarom ook ingeschreven in de drie andere | voor ouderschapsverlof wordt daarom ook ingeschreven in de drie andere |
verlofstelsels, waardoor er rekening wordt gehouden met de handicap | verlofstelsels, waardoor er rekening wordt gehouden met de handicap |
van het kind in al zijn dimensies (de gevolgen van de aandoening wat | van het kind in al zijn dimensies (de gevolgen van de aandoening wat |
betreft de lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van het kind, | betreft de lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van het kind, |
wat betreft zijn activiteit of deelname en wat betreft de belasting | wat betreft zijn activiteit of deelname en wat betreft de belasting |
voor de gezinssituatie). | voor de gezinssituatie). |
Ik heb de eer te zijn, | Ik heb de eer te zijn, |
Sire, | Sire, |
Van Uwe Majesteit, | Van Uwe Majesteit, |
de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, | de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, |
De Minister van Ambtenarenzaken, | De Minister van Ambtenarenzaken, |
P. DE SUTTER | P. DE SUTTER |
Raad van State, afdeling Wetgeving, advies 69.302/4 van 20 mei 2021 | Raad van State, afdeling Wetgeving, advies 69.302/4 van 20 mei 2021 |
over een ontwerp van koninklijk besluit `tot wijziging van diverse | over een ontwerp van koninklijk besluit `tot wijziging van diverse |
bepalingen inzake de verloven en afwezigheden toegestaan aan de | bepalingen inzake de verloven en afwezigheden toegestaan aan de |
personeelsleden van de rijksbesturen betreffende het zorgouderschap' | personeelsleden van de rijksbesturen betreffende het zorgouderschap' |
Op 28 april 2021 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de | Op 28 april 2021 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de |
Vice-eersteminister en Minister van Ambtenarenzaken, | Vice-eersteminister en Minister van Ambtenarenzaken, |
Overheidsbedrijven, Telecommunicatie en Post verzocht binnen een | Overheidsbedrijven, Telecommunicatie en Post verzocht binnen een |
termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp | termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp |
van koninklijk besluit `tot wijziging van diverse bepalingen inzake de | van koninklijk besluit `tot wijziging van diverse bepalingen inzake de |
verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de | verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de |
rijksbesturen betreffende het zorgouderschap'. | rijksbesturen betreffende het zorgouderschap'. |
Het ontwerp is door de vierde kamer onderzocht op 20 mei 2021. De | Het ontwerp is door de vierde kamer onderzocht op 20 mei 2021. De |
kamer was samengesteld uit Martine Baguet, kamervoorzitter, Luc | kamer was samengesteld uit Martine Baguet, kamervoorzitter, Luc |
Cambier en Bernard Blero, staatsraden, en Charles-Henri Van Hove, | Cambier en Bernard Blero, staatsraden, en Charles-Henri Van Hove, |
toegevoegd griffier. | toegevoegd griffier. |
Het verslag is uitgebracht door Véronique Schmitz, auditeur. | Het verslag is uitgebracht door Véronique Schmitz, auditeur. |
De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het | De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het |
advies is nagezien onder toezicht van Martine Baguet . | advies is nagezien onder toezicht van Martine Baguet . |
Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 20 mei 2021 . | Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 20 mei 2021 . |
Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, | Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, |
eerste lid, 2°, van de wetten `op de Raad van State', gecoördineerd op | eerste lid, 2°, van de wetten `op de Raad van State', gecoördineerd op |
12 januari 1973, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel | 12 januari 1973, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel |
84, § 3, van de voornoemde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de | 84, § 3, van de voornoemde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de |
rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de | rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de |
handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten. | handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten. |
Wat die drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de | Wat die drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de |
volgende opmerkingen. | volgende opmerkingen. |
Onderzoek van het ontwerp | Onderzoek van het ontwerp |
Aanhef | Aanhef |
Het tiende en het elfde lid moeten onderling van plaats verwisseld | Het tiende en het elfde lid moeten onderling van plaats verwisseld |
worden en in het tiende lid moet nauwkeuriger aangegeven worden dat | worden en in het tiende lid moet nauwkeuriger aangegeven worden dat |
het gaat om artikel 8, § 1, 4°, van de wet van 15 december 2013 | het gaat om artikel 8, § 1, 4°, van de wet van 15 december 2013 |
`houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging'. | `houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging'. |
Dispositief | Dispositief |
Artikel 1 | Artikel 1 |
1. In de Franse tekst van artikel 1 van het ontwerp moet de correcte | 1. In de Franse tekst van artikel 1 van het ontwerp moet de correcte |
datum opgegeven worden van het genoemde koninklijk besluit; men | datum opgegeven worden van het genoemde koninklijk besluit; men |
schrijve dus "l'arrêté royal du 19 novembre 1998 relatif aux congés et | schrijve dus "l'arrêté royal du 19 novembre 1998 relatif aux congés et |
aux absences accordées aux membres du personnel des administrations de | aux absences accordées aux membres du personnel des administrations de |
l'Etat". | l'Etat". |
Daarenboven dient in artikel 1 vermeld te worden dat artikel 1 van dat | Daarenboven dient in artikel 1 vermeld te worden dat artikel 1 van dat |
koninklijk besluit laatstelijk gewijzigd is bij het koninklijk besluit | koninklijk besluit laatstelijk gewijzigd is bij het koninklijk besluit |
van 19 oktober 2020. | van 19 oktober 2020. |
2. In het ontworpen artikel 1, § 3, 7°, tweede zin, van het koninklijk | 2. In het ontworpen artikel 1, § 3, 7°, tweede zin, van het koninklijk |
besluit van 19 november 1998 dient wellicht "het adoptieverlof of het | besluit van 19 november 1998 dient wellicht "het adoptieverlof of het |
opvangverlof" te worden geschreven (artikel 1, 1°, van het ontwerp). | opvangverlof" te worden geschreven (artikel 1, 1°, van het ontwerp). |
Dezelfde opmerking geldt voor de ontworpen tekst die vervat is in de | Dezelfde opmerking geldt voor de ontworpen tekst die vervat is in de |
artikelen 2 en 12 van het ontwerp. | artikelen 2 en 12 van het ontwerp. |
3. De Franse tekst van artikel 1, 2°, van het ontwerp moet als volgt | 3. De Franse tekst van artikel 1, 2°, van het ontwerp moet als volgt |
gesteld worden: "au paragraphe 3, sont insérés les points 7° /1 et 7° | gesteld worden: "au paragraphe 3, sont insérés les points 7° /1 et 7° |
/2 contenant les dispositions suivantes : (... voorts zoals in het | /2 contenant les dispositions suivantes : (... voorts zoals in het |
ontwerp)". | ontwerp)". |
Artikel 3 | Artikel 3 |
De Franse tekst van artikel 3, 2°, van het ontwerp moet als volgt | De Franse tekst van artikel 3, 2°, van het ontwerp moet als volgt |
gesteld worden: "un point 4° est inséré: (... voorts zoals in het | gesteld worden: "un point 4° est inséré: (... voorts zoals in het |
ontwerp)". | ontwerp)". |
Artikel 4 | Artikel 4 |
Gelet op de ontworpen wijziging, moet de Franse tekst van artikel 34, | Gelet op de ontworpen wijziging, moet de Franse tekst van artikel 34, |
§ 1, eerste lid, van het koninklijk besluit van 19 november 1998 als | § 1, eerste lid, van het koninklijk besluit van 19 november 1998 als |
volgt gesteld worden: | volgt gesteld worden: |
"L'agent en activité de service obtient, lors de la naissance ou de | "L'agent en activité de service obtient, lors de la naissance ou de |
l'adoption de son enfant, un congé parental qui peut être pris: (... | l'adoption de son enfant, un congé parental qui peut être pris: (... |
voorts zoals in de huidige bepaling)". | voorts zoals in de huidige bepaling)". |
De Franse tekst van artikel 4, 1°, van het ontwerp moet in die zin | De Franse tekst van artikel 4, 1°, van het ontwerp moet in die zin |
herzien worden. | herzien worden. |
Artikel 5 | Artikel 5 |
In de Franse tekst van artikel 5 van het ontwerp dient de correcte | In de Franse tekst van artikel 5 van het ontwerp dient de correcte |
datum van het wijzigend koninklijk besluit vermeld te worden, nl. 14 | datum van het wijzigend koninklijk besluit vermeld te worden, nl. 14 |
november 2011. | november 2011. |
Artikel 6 | Artikel 6 |
1. In de Franse tekst van artikel 6 van het ontwerp dienen de woorden | 1. In de Franse tekst van artikel 6 van het ontwerp dienen de woorden |
"par parent d'adoption" vervangen te worden door de woorden "par | "par parent d'adoption" vervangen te worden door de woorden "par |
parent adoptif " (ontworpen artikel 36, § 1, tweede lid, van het | parent adoptif " (ontworpen artikel 36, § 1, tweede lid, van het |
koninklijk besluit van 19 november 1998). | koninklijk besluit van 19 november 1998). |
2. Aangezien het ontworpen artikel 36, § 1, tweede lid, van het | 2. Aangezien het ontworpen artikel 36, § 1, tweede lid, van het |
koninklijk besluit van 19 november 1998 (artikel 6 van het ontwerp) | koninklijk besluit van 19 november 1998 (artikel 6 van het ontwerp) |
voorziet in de toekenning van twee tot vijf extra weken adoptieverlof, | voorziet in de toekenning van twee tot vijf extra weken adoptieverlof, |
dient vastgesteld te worden dat in de verklaring op eer die volgens de | dient vastgesteld te worden dat in de verklaring op eer die volgens de |
ontworpen paragraaf 2, tweede lid, 3°, overgelegd dient te worden, | ontworpen paragraaf 2, tweede lid, 3°, overgelegd dient te worden, |
verwezen moet worden naar "de toewijzing van deze weken aan de enige | verwezen moet worden naar "de toewijzing van deze weken aan de enige |
adoptieouder die van dit verlof gebruikmaakt". | adoptieouder die van dit verlof gebruikmaakt". |
Een soortgelijke opmerking dient gemaakt te worden bij het ontworpen | Een soortgelijke opmerking dient gemaakt te worden bij het ontworpen |
artikel 36quater, § 3, derde lid, 2°, van het koninklijk besluit van | artikel 36quater, § 3, derde lid, 2°, van het koninklijk besluit van |
19 november 1998, waarin de woorden "week of" weggelaten moeten worden | 19 november 1998, waarin de woorden "week of" weggelaten moeten worden |
(artikel 8 van het ontwerp). | (artikel 8 van het ontwerp). |
Artikel 8 | Artikel 8 |
De steller van het ontwerp moet het laatste lid van artikel 8 van het | De steller van het ontwerp moet het laatste lid van artikel 8 van het |
ontwerp kunnen verantwoorden voor zover daarin bepaald wordt dat "de | ontwerp kunnen verantwoorden voor zover daarin bepaald wordt dat "de |
maximumduur van het pleegouderverlof verminderd wordt met het aantal | maximumduur van het pleegouderverlof verminderd wordt met het aantal |
weken opvangverlof in toepassing van artikel 36bis dat de ambtenaar | weken opvangverlof in toepassing van artikel 36bis dat de ambtenaar |
reeds genoten heeft voor hetzelfde kind". | reeds genoten heeft voor hetzelfde kind". |
De stukken van het dossier bevatten geen uitleg in dat verband. | De stukken van het dossier bevatten geen uitleg in dat verband. |
Artikel 9 | Artikel 9 |
Het zou meer in overeenstemming zijn met het gebruik indien het | Het zou meer in overeenstemming zijn met het gebruik indien het |
ontworpen artikel 37, eerste lid, van het koninklijk besluit van 19 | ontworpen artikel 37, eerste lid, van het koninklijk besluit van 19 |
november 1998 als volgt gesteld zou worden: | november 1998 als volgt gesteld zou worden: |
"Het adoptieverlof, het opvangverlof, het pleegzorgverlof en het | "Het adoptieverlof, het opvangverlof, het pleegzorgverlof en het |
pleegouderverlof worden gelijkgesteld met een periode van | pleegouderverlof worden gelijkgesteld met een periode van |
dienstactiviteit." | dienstactiviteit." |
Artikelen 10 en 11 | Artikelen 10 en 11 |
In de wijzigingen die vervat zijn in de artikelen 10 en 11 van het | In de wijzigingen die vervat zijn in de artikelen 10 en 11 van het |
ontwerp is geen sprake van het "pleegzorgverlof". | ontwerp is geen sprake van het "pleegzorgverlof". |
Als dat pleegzorgverlof niet valt onder het begrip "verlof voor | Als dat pleegzorgverlof niet valt onder het begrip "verlof voor |
loopbaanonderbreking teneinde palliatieve zorg te verstrekken of voor | loopbaanonderbreking teneinde palliatieve zorg te verstrekken of voor |
het bijstaan van of voor het verstrekken van verzorging aan een lid | het bijstaan van of voor het verstrekken van verzorging aan een lid |
van het gezin of aan een familielid" (artikelen 5, derde lid, vierde | van het gezin of aan een familielid" (artikelen 5, derde lid, vierde |
streepje, en 10, derde lid, derde streepje, van het koninklijk besluit | streepje, en 10, derde lid, derde streepje, van het koninklijk besluit |
van 20 september 2012 `houdende diverse bepalingen betreffende de | van 20 september 2012 `houdende diverse bepalingen betreffende de |
vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de | vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de |
openbare sector'), zou dat verlof toegevoegd moeten worden aan de | openbare sector'), zou dat verlof toegevoegd moeten worden aan de |
opsomming die in de ontworpen tekst vervat is. | opsomming die in de ontworpen tekst vervat is. |
De griffier, | De griffier, |
Charles-Henri Van Hove | Charles-Henri Van Hove |
De voorzitter, | De voorzitter, |
Martine Baguet | Martine Baguet |
27 JUNI 2021. - Koninklijk besluit tot wijziging van diverse | 27 JUNI 2021. - Koninklijk besluit tot wijziging van diverse |
bepalingen inzake de verloven en afwezigheden toegestaan aan de | bepalingen inzake de verloven en afwezigheden toegestaan aan de |
personeelsleden van de rijksbesturen betreffende het zorgouderschap | personeelsleden van de rijksbesturen betreffende het zorgouderschap |
FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de Grondwet, de artikelen 37 en 107, tweede lid; | Gelet op de Grondwet, de artikelen 37 en 107, tweede lid; |
Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige | Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige |
instellingen van openbaar nut, artikel 11, § 1, eerste lid, vervangen | instellingen van openbaar nut, artikel 11, § 1, eerste lid, vervangen |
bij de wet van 24 december 2002; | bij de wet van 24 december 2002; |
Gelet op de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake | Gelet op de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake |
ambtenarenzaken, het artikel 4, § 2, 1°, gewijzigd bij de wet van 20 | ambtenarenzaken, het artikel 4, § 2, 1°, gewijzigd bij de wet van 20 |
mei 1997; | mei 1997; |
Gelet op de wet van 19 juli 2012 betreffende de vierdagenweek en het | Gelet op de wet van 19 juli 2012 betreffende de vierdagenweek en het |
halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de openbare sector, artikel 2, | halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de openbare sector, artikel 2, |
derde lid; | derde lid; |
Gelet op het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de | Gelet op het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de |
verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de | verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de |
rijkbesturen; | rijkbesturen; |
Gelet op het koninklijk besluit van 20 september 2012 houdende diverse | Gelet op het koninklijk besluit van 20 september 2012 houdende diverse |
bepalingen betreffende de vierdagenweek en het halftijds werken vanaf | bepalingen betreffende de vierdagenweek en het halftijds werken vanaf |
50 of 55 jaar in de openbare sector; | 50 of 55 jaar in de openbare sector; |
Gelet op het koninklijk besluit van 25 oktober 2013 betreffende de | Gelet op het koninklijk besluit van 25 oktober 2013 betreffende de |
geldelijke loopbaan van de personeelsleden van het federaal openbaar | geldelijke loopbaan van de personeelsleden van het federaal openbaar |
ambt; | ambt; |
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 4 | Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 4 |
maart 2021; | maart 2021; |
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatsecretaris voor Begroting van | Gelet op de akkoordbevinding van de Staatsecretaris voor Begroting van |
15 maart 2021; | 15 maart 2021; |
Gelet op het protocol nr. 765 van 27 april 2021 van het Comité voor de | Gelet op het protocol nr. 765 van 27 april 2021 van het Comité voor de |
federale, de gemeenschaps- en de gewestelijke overheidsdiensten; | federale, de gemeenschaps- en de gewestelijke overheidsdiensten; |
Gelet op het artikel 8, § 1, 4°, van de wet van 15 december 2013 | Gelet op het artikel 8, § 1, 4°, van de wet van 15 december 2013 |
houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging, is | houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging, is |
dit besluit vrijgesteld van een regelgevingsimpactanalyse omdat het | dit besluit vrijgesteld van een regelgevingsimpactanalyse omdat het |
bepalingen van autoregulering betreft; | bepalingen van autoregulering betreft; |
Gelet op het advies van het College van de Openbare Instellingen van | Gelet op het advies van het College van de Openbare Instellingen van |
Sociale Zekerheid, gegeven op 11 juni 2021; | Sociale Zekerheid, gegeven op 11 juni 2021; |
Gelet op advies 69.302/4 van de Raad van State, gegeven op 20 mei | Gelet op advies 69.302/4 van de Raad van State, gegeven op 20 mei |
2021, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de | 2021, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de |
wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; | wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
Op de voordracht van de Minister van Ambtenarenzaken en op het advies | Op de voordracht van de Minister van Ambtenarenzaken en op het advies |
van Onze in Raad vergaderde Ministers, | van Onze in Raad vergaderde Ministers, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
HOOFDSTUK I. - Wijziging van het koninklijk besluit van 19 november | HOOFDSTUK I. - Wijziging van het koninklijk besluit van 19 november |
1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de | 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de |
personeelsleden van de Rijksbesturen | personeelsleden van de Rijksbesturen |
Artikel 1.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 19 november |
Artikel 1.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 19 november |
1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de | 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de |
personeelsleden van de rijksbesturen, laatstelijk gewijzigd bij het | personeelsleden van de rijksbesturen, laatstelijk gewijzigd bij het |
koninklijk besluit van 19 oktober 2020, worden de volgende wijzigingen | koninklijk besluit van 19 oktober 2020, worden de volgende wijzigingen |
aangebracht: | aangebracht: |
1° in paragraaf 3, wordt de bepaling onder 7° vervangen als volgt: | 1° in paragraaf 3, wordt de bepaling onder 7° vervangen als volgt: |
"7° het adoptieverlof en het opvangverlof, in zoverre dat het | "7° het adoptieverlof en het opvangverlof, in zoverre dat het |
personeelslid geen gebruik maakte van de bepalingen van artikel 30ter, | personeelslid geen gebruik maakte van de bepalingen van artikel 30ter, |
§§ 1 tot 3 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de | §§ 1 tot 3 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de |
arbeidsovereenkomsten. Het artikel 30ter, § 4, van dezelfde wet is | arbeidsovereenkomsten. Het artikel 30ter, § 4, van dezelfde wet is |
evenwel van toepassing op het personeelslid dat bij | evenwel van toepassing op het personeelslid dat bij |
arbeidsovereenkomst wordt aangeworven en dat gebruik maakt van het | arbeidsovereenkomst wordt aangeworven en dat gebruik maakt van het |
adoptieverlof voorzien bij dit besluit;"; | adoptieverlof voorzien bij dit besluit;"; |
2° in paragraaf 3 worden de bepalingen onder 7° /1 en 7° /2 ingevoegd, | 2° in paragraaf 3 worden de bepalingen onder 7° /1 en 7° /2 ingevoegd, |
luidende: | luidende: |
"7° /1 het pleegzorgverlof, in zoverre dat het personeelslid geen | "7° /1 het pleegzorgverlof, in zoverre dat het personeelslid geen |
gebruik maakte van de bepalingen van artikel 30quater van de wet van 3 | gebruik maakte van de bepalingen van artikel 30quater van de wet van 3 |
juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten; | juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten; |
7° /2 het pleegouderverlof, in zoverre dat het personeelslid geen | 7° /2 het pleegouderverlof, in zoverre dat het personeelslid geen |
gebruik maakte van de bepalingen van artikel 30sexies, §§ 1 tot 4 en § | gebruik maakte van de bepalingen van artikel 30sexies, §§ 1 tot 4 en § |
6, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. | 6, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. |
Het artikel 30sexies, § 5, van dezelfde wet is evenwel van toepassing | Het artikel 30sexies, § 5, van dezelfde wet is evenwel van toepassing |
op het personeelslid dat bij arbeidsovereenkomst wordt aangeworven en | op het personeelslid dat bij arbeidsovereenkomst wordt aangeworven en |
dat gebruik maakt van het pleegouderverlof voorzien bij dit besluit;". | dat gebruik maakt van het pleegouderverlof voorzien bij dit besluit;". |
Art. 2.In artikel 12, § 1, vijfde lid, van hetzelfde besluit, |
Art. 2.In artikel 12, § 1, vijfde lid, van hetzelfde besluit, |
laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 14 november 2011, | laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 14 november 2011, |
worden de woorden "geboorteverlof, adoptieverlof en pleegzorgverlof | worden de woorden "geboorteverlof, adoptieverlof en pleegzorgverlof |
toegekend bij het artikel 30, § 2, het artikel 30ter en het artikel | toegekend bij het artikel 30, § 2, het artikel 30ter en het artikel |
30quater" vervangen door de woorden "geboorteverlof, adoptieverlof, | 30quater" vervangen door de woorden "geboorteverlof, adoptieverlof, |
pleegzorgverlof en pleegouderverlof toegekend bij het artikel 30, § 2, | pleegzorgverlof en pleegouderverlof toegekend bij het artikel 30, § 2, |
het artikel 30ter, het artikel 30quater en het artikel 30sexies". | het artikel 30ter, het artikel 30quater en het artikel 30sexies". |
Art. 3.In het eerste lid van artikel 20, § 1, van hetzelfde besluit, |
Art. 3.In het eerste lid van artikel 20, § 1, van hetzelfde besluit, |
laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 14 november 2011, | laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 14 november 2011, |
worden de volgende wijzigingen aangebracht: | worden de volgende wijzigingen aangebracht: |
1° de bepaling onder 3° wordt vervangen als volgt: | 1° de bepaling onder 3° wordt vervangen als volgt: |
"3° een persoon opgenomen met het oog op zijn adoptie of met het oog | "3° een persoon opgenomen met het oog op zijn adoptie of met het oog |
op de uitoefening van een pleegvoogdij;"; | op de uitoefening van een pleegvoogdij;"; |
2° de bepaling onder 4° wordt ingevoegd, luidende: | 2° de bepaling onder 4° wordt ingevoegd, luidende: |
"4° een pleegkind; onder `pleegkind' wordt voor de toepassing van dit | "4° een pleegkind; onder `pleegkind' wordt voor de toepassing van dit |
artikel verstaan elk kind dat op dat ogenblik in het gezin van de | artikel verstaan elk kind dat op dat ogenblik in het gezin van de |
ambtenaar is geplaatst door de rechtbank, door een door een | ambtenaar is geplaatst door de rechtbank, door een door een |
gemeenschap erkende dienst voor pleegzorg, door de diensten van | gemeenschap erkende dienst voor pleegzorg, door de diensten van |
"l'Aide à la Jeunesse", door het Comité Bijzondere Jeugdbijstand of | "l'Aide à la Jeunesse", door het Comité Bijzondere Jeugdbijstand of |
door de "Jugendhilfedienst".". | door de "Jugendhilfedienst".". |
Art. 4.In artikel 34, paragraaf 1, van hetzelfde besluit, laatstelijk |
Art. 4.In artikel 34, paragraaf 1, van hetzelfde besluit, laatstelijk |
gewijzigd bij het koninklijk besluit van 9 maart 2017, worden de | gewijzigd bij het koninklijk besluit van 9 maart 2017, worden de |
volgende wijzigingen aangebracht: | volgende wijzigingen aangebracht: |
1° In het eerste lid, worden de woorden "bij de geboorte of bij de | 1° In het eerste lid, worden de woorden "bij de geboorte of bij de |
adoptie van zijn kind of bij de plaatsing van een kind in een | adoptie van zijn kind of bij de plaatsing van een kind in een |
opvanggezin in het kader van de pleegzorg" vervangen door de woorden | opvanggezin in het kader van de pleegzorg" vervangen door de woorden |
"bij de geboorte of bij de adoptie van zijn kind"; | "bij de geboorte of bij de adoptie van zijn kind"; |
2° in het derde lid, wordt de bepaling onder het derde streepje | 2° in het derde lid, wordt de bepaling onder het derde streepje |
opgeheven; | opgeheven; |
3° in het vierde lid, worden de woorden "of dat ten minste 9 punten | 3° in het vierde lid, worden de woorden "of dat ten minste 9 punten |
toegekend worden in alle drie de pijlers samen van de medisch-sociale | toegekend worden in alle drie de pijlers samen van de medisch-sociale |
schaal in de zin van de regelgeving betreffende de kinderbijslag" | schaal in de zin van de regelgeving betreffende de kinderbijslag" |
ingevoegd tussen de woorden "betreffende de kinderbijslag" en de | ingevoegd tussen de woorden "betreffende de kinderbijslag" en de |
woorden ", is er geen leeftijdsgrens". | woorden ", is er geen leeftijdsgrens". |
Art. 5.Het opschrift van hoofdstuk VI van hetzelfde besluit, |
Art. 5.Het opschrift van hoofdstuk VI van hetzelfde besluit, |
vervangen bij het koninklijk besluit van 14 november 2011, wordt | vervangen bij het koninklijk besluit van 14 november 2011, wordt |
vervangen als volgt: | vervangen als volgt: |
"Hoofdstuk VI.- Adoptieverlof, opvangverlof, pleegouderverlof en | "Hoofdstuk VI.- Adoptieverlof, opvangverlof, pleegouderverlof en |
pleegzorgverlof ". | pleegzorgverlof ". |
Art. 6.Artikel 36 van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij |
Art. 6.Artikel 36 van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij |
het koninklijk besluit van 9 maart 2017, wordt vervangen als volgt: | het koninklijk besluit van 9 maart 2017, wordt vervangen als volgt: |
"Art.36.- § 1.- Een adoptieverlof wordt toegestaan gedurende een | "Art.36.- § 1.- Een adoptieverlof wordt toegestaan gedurende een |
periode van maximum zes weken. aan de ambtenaar die een minderjarig | periode van maximum zes weken. aan de ambtenaar die een minderjarig |
kind adopteert. | kind adopteert. |
Het adoptieverlof van zes weken per adoptieouder wordt als volgt | Het adoptieverlof van zes weken per adoptieouder wordt als volgt |
opgetrokken voor de adoptieouder of voor beide adoptieouders samen: | opgetrokken voor de adoptieouder of voor beide adoptieouders samen: |
1° met twee weken vanaf 1 januari 2021; | 1° met twee weken vanaf 1 januari 2021; |
2° met drie weken vanaf 1 januari 2023; | 2° met drie weken vanaf 1 januari 2023; |
3° met vier weken vanaf 1 januari 2025; | 3° met vier weken vanaf 1 januari 2025; |
4° met vijf weken vanaf 1 januari 2027. | 4° met vijf weken vanaf 1 januari 2027. |
In geval van twee adoptieouders worden deze bijkomende weken onderling | In geval van twee adoptieouders worden deze bijkomende weken onderling |
tussen hen verdeeld. | tussen hen verdeeld. |
Het tweede lid is enkel van toepassing op aanvragen gebeurd | Het tweede lid is enkel van toepassing op aanvragen gebeurd |
overeenkomstig paragraaf 2 vanaf de inwerkingtreding van de betrokken | overeenkomstig paragraaf 2 vanaf de inwerkingtreding van de betrokken |
optrekking en voor zover het adoptieverlof ten vroegste aanvangt vanaf | optrekking en voor zover het adoptieverlof ten vroegste aanvangt vanaf |
diezelfde datum van inwerkingtreding. | diezelfde datum van inwerkingtreding. |
Het verlof kan worden gesplitst in weken en dient te worden genomen | Het verlof kan worden gesplitst in weken en dient te worden genomen |
uiterlijk binnen de zeven maanden na de opname van het kind in het | uiterlijk binnen de zeven maanden na de opname van het kind in het |
gezin van de ambtenaar. In het kader van een interlandelijke adoptie | gezin van de ambtenaar. In het kader van een interlandelijke adoptie |
kan de ambtenaar op zijn vraag ten hoogste vier weken van dit verlof | kan de ambtenaar op zijn vraag ten hoogste vier weken van dit verlof |
opnemen vooraleer het kind effectief in het gezin wordt opgenomen om | opnemen vooraleer het kind effectief in het gezin wordt opgenomen om |
de daadwerkelijke opvang van kind in zijn gezin voor te bereiden. | de daadwerkelijke opvang van kind in zijn gezin voor te bereiden. |
§ 2.- De ambtenaar die het verlof wenst te genieten bij toepassing van | § 2.- De ambtenaar die het verlof wenst te genieten bij toepassing van |
dit artikel deelt aan de overheid onder welke hij ressorteert de datum | dit artikel deelt aan de overheid onder welke hij ressorteert de datum |
mee waarop het verlof zal aanvangen en de duur ervan. De mededeling | mee waarop het verlof zal aanvangen en de duur ervan. De mededeling |
gebeurt schriftelijk minstens één maand vóór de aanvang van het | gebeurt schriftelijk minstens één maand vóór de aanvang van het |
verlof, tenzij de overheid op verzoek van de betrokkene een kortere | verlof, tenzij de overheid op verzoek van de betrokkene een kortere |
termijn aanvaardt. | termijn aanvaardt. |
De ambtenaar dient de volgende documenten voor te leggen: | De ambtenaar dient de volgende documenten voor te leggen: |
1° een attest, uitgereikt door de bevoegde centrale autoriteit van de | 1° een attest, uitgereikt door de bevoegde centrale autoriteit van de |
gemeenschap, waarin de toewijzing van het kind aan de ambtenaar wordt | gemeenschap, waarin de toewijzing van het kind aan de ambtenaar wordt |
bevestigd, om het verlof van ten hoogste vier weken te verkrijgen | bevestigd, om het verlof van ten hoogste vier weken te verkrijgen |
vooraleer het kind wordt opgenomen in het gezin; | vooraleer het kind wordt opgenomen in het gezin; |
2° een attest dat de inschrijving van het kind in het bevolkings- of | 2° een attest dat de inschrijving van het kind in het bevolkings- of |
vreemdelingenregister bevestigt om het resterend verlof te kunnen | vreemdelingenregister bevestigt om het resterend verlof te kunnen |
opnemen; | opnemen; |
3° een verklaring op eer die, al naargelang het geval, de verdeling | 3° een verklaring op eer die, al naargelang het geval, de verdeling |
van de bijkomende weken adoptieverlof tussen de twee adoptieouders of | van de bijkomende weken adoptieverlof tussen de twee adoptieouders of |
de toewijzing van deze weken aan de enige adoptieouder die van dit | de toewijzing van deze weken aan de enige adoptieouder die van dit |
verlof gebruik maakt, vastlegt. Deze verklaring op eer is enkel nodig | verlof gebruik maakt, vastlegt. Deze verklaring op eer is enkel nodig |
als het adoptiegezin bestaat uit twee adoptieouders. | als het adoptiegezin bestaat uit twee adoptieouders. |
§ 3.- De maximumduur van het adoptieverlof wordt verdubbeld, wanneer | § 3.- De maximumduur van het adoptieverlof wordt verdubbeld, wanneer |
het kind getroffen is door een lichamelijke en geestelijke | het kind getroffen is door een lichamelijke en geestelijke |
ongeschiktheid van ten minste 66% of een aandoening heeft die tot | ongeschiktheid van ten minste 66% of een aandoening heeft die tot |
gevolg heeft dat ten minste 4 punten worden toegekend in pijler 1 van | gevolg heeft dat ten minste 4 punten worden toegekend in pijler 1 van |
de medisch-sociale schaal overeenkomstig de regeling betreffende de | de medisch-sociale schaal overeenkomstig de regeling betreffende de |
kinderbijslag of dat ten minste 9 punten worden toegekend in alle drie | kinderbijslag of dat ten minste 9 punten worden toegekend in alle drie |
de pijlers samen van de medisch-sociale schaal overeenkomstig de | de pijlers samen van de medisch-sociale schaal overeenkomstig de |
regeling betreffende de kinderbijslag. | regeling betreffende de kinderbijslag. |
De maximumduur van het adoptieverlof wordt met twee weken per | De maximumduur van het adoptieverlof wordt met twee weken per |
adoptieouder verlengd bij de gelijktijdige adoptie van meerdere | adoptieouder verlengd bij de gelijktijdige adoptie van meerdere |
minderjarige kinderen. | minderjarige kinderen. |
De maximumduur van het adoptieverlof wordt verminderd met twee weken, | De maximumduur van het adoptieverlof wordt verminderd met twee weken, |
wanneer de ambtenaar voor hetzelfde kind een omstandigheidsverlof in | wanneer de ambtenaar voor hetzelfde kind een omstandigheidsverlof in |
toepassing van artikel 15, eerste lid, 2°, of een geboorteverlof in | toepassing van artikel 15, eerste lid, 2°, of een geboorteverlof in |
toepassing van artikel 30, § 2, van de wet van 3 juli 1978 betreffende | toepassing van artikel 30, § 2, van de wet van 3 juli 1978 betreffende |
de arbeidsovereenkomsten heeft genoten. | de arbeidsovereenkomsten heeft genoten. |
De maximumduur van het adoptieverlof wordt verminderd met het aantal | De maximumduur van het adoptieverlof wordt verminderd met het aantal |
weken opvangverlof in toepassing van artikel 36bis dat de ambtenaar | weken opvangverlof in toepassing van artikel 36bis dat de ambtenaar |
reeds heeft genoten voor hetzelfde kind.". | reeds heeft genoten voor hetzelfde kind.". |
Art. 7.In artikel 36bis van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd |
Art. 7.In artikel 36bis van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd |
bij het koninklijk besluit 12 oktober 2005, worden de volgende | bij het koninklijk besluit 12 oktober 2005, worden de volgende |
wijzigingen aangebracht : | wijzigingen aangebracht : |
1° in het eerste lid worden de woorden "of die een minderjarige | 1° in het eerste lid worden de woorden "of die een minderjarige |
opneemt in zijn gezin ingevolge een rechterlijke beslissing tot | opneemt in zijn gezin ingevolge een rechterlijke beslissing tot |
plaatsing in een opvanggezin" opgeheven; | plaatsing in een opvanggezin" opgeheven; |
2° het derde lid wordt aangevuld met de woorden "of dat ten minste 9 | 2° het derde lid wordt aangevuld met de woorden "of dat ten minste 9 |
punten worden toegekend in alle drie de pijlers samen van de | punten worden toegekend in alle drie de pijlers samen van de |
medisch-sociale schaal overeenkomstig de regeling betreffende de | medisch-sociale schaal overeenkomstig de regeling betreffende de |
kinderbijslag". | kinderbijslag". |
Art. 8.In hetzelfde besluit wordt een artikel 36quater ingevoegd, |
Art. 8.In hetzelfde besluit wordt een artikel 36quater ingevoegd, |
luidende: | luidende: |
"art.36quater.- § 1.- Onverminderd artikel 36ter, heeft de ambtenaar | "art.36quater.- § 1.- Onverminderd artikel 36ter, heeft de ambtenaar |
die is aangesteld als pleegouder door de rechtbank, door een door een | die is aangesteld als pleegouder door de rechtbank, door een door een |
gemeenschap erkende dienst voor pleegzorg, door de diensten van | gemeenschap erkende dienst voor pleegzorg, door de diensten van |
"l'Aide à la Jeunesse", door het Comité Bijzondere Jeugdbijstand of | "l'Aide à la Jeunesse", door het Comité Bijzondere Jeugdbijstand of |
door de "Jugendhilfedienst" en die naar aanleiding een plaatsing in | door de "Jugendhilfedienst" en die naar aanleiding een plaatsing in |
het kader van een langdurige pleegzorg een minderjarig kind in zijn | het kader van een langdurige pleegzorg een minderjarig kind in zijn |
gezin onthaalt, met het oog op de zorg voor dit kind, eenmalig recht | gezin onthaalt, met het oog op de zorg voor dit kind, eenmalig recht |
op pleegouderverlof gedurende een aaneengesloten periode van maximum | op pleegouderverlof gedurende een aaneengesloten periode van maximum |
zes weken. | zes weken. |
Indien de ambtenaar ervoor kiest om niet het toegestane maximum aantal | Indien de ambtenaar ervoor kiest om niet het toegestane maximum aantal |
weken pleegouderverlof op te nemen, dient het verlof ten minste een | weken pleegouderverlof op te nemen, dient het verlof ten minste een |
week of een veelvoud van een week te bedragen. | week of een veelvoud van een week te bedragen. |
Het pleegouderverlof van zes weken per ouder wordt als volgt | Het pleegouderverlof van zes weken per ouder wordt als volgt |
opgetrokken voor de pleegouder of voor beide pleegouders samen: | opgetrokken voor de pleegouder of voor beide pleegouders samen: |
1° met twee weken vanaf 1 januari 2021; | 1° met twee weken vanaf 1 januari 2021; |
2° met drie weken vanaf 1 januari 2023; | 2° met drie weken vanaf 1 januari 2023; |
3° met vier weken vanaf 1 januari 2025; | 3° met vier weken vanaf 1 januari 2025; |
4° met vijf weken vanaf 1 januari 2027. | 4° met vijf weken vanaf 1 januari 2027. |
Het derde lid is enkel van toepassing op aanvragen gebeurd | Het derde lid is enkel van toepassing op aanvragen gebeurd |
overeenkomstig paragraaf 3 vanaf de inwerkingtreding van de betrokken | overeenkomstig paragraaf 3 vanaf de inwerkingtreding van de betrokken |
optrekking en voor zover het pleegouderverlof ten vroegste aanvangt | optrekking en voor zover het pleegouderverlof ten vroegste aanvangt |
vanaf diezelfde datum van inwerkingtreding. | vanaf diezelfde datum van inwerkingtreding. |
Indien het pleeggezin bestaat uit twee personen, die beiden zijn | Indien het pleeggezin bestaat uit twee personen, die beiden zijn |
aangesteld als pleegouder van het kind, worden de bijkomende weken | aangesteld als pleegouder van het kind, worden de bijkomende weken |
bedoeld in het derde lid onderling tussen hen verdeeld. | bedoeld in het derde lid onderling tussen hen verdeeld. |
§ 2.- Voor de toepassing van dit artikel wordt onder langdurige | § 2.- Voor de toepassing van dit artikel wordt onder langdurige |
pleegzorg verstaan: pleegzorg waarvan bij aanvang duidelijk is dat het | pleegzorg verstaan: pleegzorg waarvan bij aanvang duidelijk is dat het |
kind voor minstens zes maanden in hetzelfde pleeggezin bij dezelfde | kind voor minstens zes maanden in hetzelfde pleeggezin bij dezelfde |
pleegouder of dezelfde pleegouders zal verblijven. | pleegouder of dezelfde pleegouders zal verblijven. |
§ 3.- Om het recht op pleegouderverlof te kunnen uitoefenen, moet dit | § 3.- Om het recht op pleegouderverlof te kunnen uitoefenen, moet dit |
verlof een aanvang nemen binnen twaalf maanden volgend op de | verlof een aanvang nemen binnen twaalf maanden volgend op de |
inschrijving van het kind als deel uitmakend van het gezin van de | inschrijving van het kind als deel uitmakend van het gezin van de |
ambtenaar in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister | ambtenaar in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister |
van de gemeente waar hij zijn verblijfplaats heeft. | van de gemeente waar hij zijn verblijfplaats heeft. |
De ambtenaar die het verlof wenst te genieten bij toepassing van dit | De ambtenaar die het verlof wenst te genieten bij toepassing van dit |
artikel deelt aan de overheid onder welke hij ressorteert de datum mee | artikel deelt aan de overheid onder welke hij ressorteert de datum mee |
waarop het verlof zal aanvangen en de duur ervan. De mededeling | waarop het verlof zal aanvangen en de duur ervan. De mededeling |
gebeurt schriftelijk minstens één maand vóór de aanvang van het | gebeurt schriftelijk minstens één maand vóór de aanvang van het |
verlof, tenzij de overheid op verzoek van de betrokkene een kortere | verlof, tenzij de overheid op verzoek van de betrokkene een kortere |
termijn aanvaardt. | termijn aanvaardt. |
De ambtenaar dient, ten laatste bij de aanvang van het | De ambtenaar dient, ten laatste bij de aanvang van het |
pleegouderverlof, de volgende documenten voor te leggen: | pleegouderverlof, de volgende documenten voor te leggen: |
1° de documenten ter staving van de gebeurtenis die het recht op | 1° de documenten ter staving van de gebeurtenis die het recht op |
pleegouderverlof doet ontstaan; | pleegouderverlof doet ontstaan; |
2° een verklaring op eer die, al naargelang het geval, de verdeling | 2° een verklaring op eer die, al naargelang het geval, de verdeling |
van de bijkomende weken pleegouderverlof tussen de twee pleegouders of | van de bijkomende weken pleegouderverlof tussen de twee pleegouders of |
de toewijzing van deze weken aan de enige pleegouder die van dit | de toewijzing van deze weken aan de enige pleegouder die van dit |
verlof gebruik maakt, vastlegt. Deze verklaring op eer is enkel nodig | verlof gebruik maakt, vastlegt. Deze verklaring op eer is enkel nodig |
als het pleeggezin bestaat uit twee pleegouders. | als het pleeggezin bestaat uit twee pleegouders. |
§ 4.- De maximumduur van het pleegouderverlof wordt verdubbeld, | § 4.- De maximumduur van het pleegouderverlof wordt verdubbeld, |
wanneer het kind getroffen is door een lichamelijke en geestelijke | wanneer het kind getroffen is door een lichamelijke en geestelijke |
ongeschiktheid van ten minste 66% of een aandoening heeft die tot | ongeschiktheid van ten minste 66% of een aandoening heeft die tot |
gevolg heeft dat ten minste 4 punten worden toegekend in pijler 1 van | gevolg heeft dat ten minste 4 punten worden toegekend in pijler 1 van |
de medisch-sociale schaal overeenkomstig de regeling betreffende de | de medisch-sociale schaal overeenkomstig de regeling betreffende de |
kinderbijslag of dat ten minste 9 punten worden toegekend in alle drie | kinderbijslag of dat ten minste 9 punten worden toegekend in alle drie |
de pijlers samen van de medisch-sociale schaal overeenkomstig de | de pijlers samen van de medisch-sociale schaal overeenkomstig de |
regeling betreffende de kinderbijslag. | regeling betreffende de kinderbijslag. |
De maximumduur van het pleegouderverlof wordt met twee weken per | De maximumduur van het pleegouderverlof wordt met twee weken per |
pleegouder verlengd ingeval van gelijktijdig onthaal van meerdere | pleegouder verlengd ingeval van gelijktijdig onthaal van meerdere |
minderjarige kinderen naar aanleiding van een plaatsing in het kader | minderjarige kinderen naar aanleiding van een plaatsing in het kader |
van langdurige pleegzorg. | van langdurige pleegzorg. |
De maximumduur van het pleegouderverlof wordt verminderd met het | De maximumduur van het pleegouderverlof wordt verminderd met het |
aantal weken opvangverlof in toepassing van artikel 36bis dat de | aantal weken opvangverlof in toepassing van artikel 36bis dat de |
ambtenaar reeds heeft genoten voor hetzelfde kind.". | ambtenaar reeds heeft genoten voor hetzelfde kind.". |
Art. 9.In artikel 37, van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd |
Art. 9.In artikel 37, van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd |
bij het koninklijk besluit van 14 november 2011, wordt het eerste lid | bij het koninklijk besluit van 14 november 2011, wordt het eerste lid |
vervangen als volgt: | vervangen als volgt: |
"art.37.- Het adoptieverlof, het opvangverlof, het pleegzorgverlof en | "art.37.- Het adoptieverlof, het opvangverlof, het pleegzorgverlof en |
het pleegouderverlof worden gelijkgesteld met een periode van | het pleegouderverlof worden gelijkgesteld met een periode van |
dienstactiviteit.". | dienstactiviteit.". |
HOOFDSTUK II. - Wijziging van het koninklijk besluit van 20 september | HOOFDSTUK II. - Wijziging van het koninklijk besluit van 20 september |
2012 houdende diverse bepalingen betreffende de vierdagenweek en het | 2012 houdende diverse bepalingen betreffende de vierdagenweek en het |
halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de openbare sector | halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de openbare sector |
Art. 10.In artikel 5, derde lid, van het koninklijk besluit van 20 |
Art. 10.In artikel 5, derde lid, van het koninklijk besluit van 20 |
september 2012 houdende diverse bepalingen betreffende de | september 2012 houdende diverse bepalingen betreffende de |
vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de | vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de |
openbare sector, wordt de bepaling onder het derde streepje vervangen | openbare sector, wordt de bepaling onder het derde streepje vervangen |
als volgt: | als volgt: |
"- adoptieverlof, opvangverlof en pleegouderverlof;". | "- adoptieverlof, opvangverlof en pleegouderverlof;". |
Art. 11.In artikel 10, derde lid, van hetzelfde besluit, laatstelijk |
Art. 11.In artikel 10, derde lid, van hetzelfde besluit, laatstelijk |
gewijzigd bij het koninklijk besluit van 9 maart 2017, wordt de | gewijzigd bij het koninklijk besluit van 9 maart 2017, wordt de |
bepaling onder het tweede streepje vervangen als volgt: | bepaling onder het tweede streepje vervangen als volgt: |
"- adoptieverlof, opvangverlof en pleegouderverlof;". | "- adoptieverlof, opvangverlof en pleegouderverlof;". |
HOOFDSTUK III. - Wijziging van het koninklijk besluit van 25 oktober | HOOFDSTUK III. - Wijziging van het koninklijk besluit van 25 oktober |
2013 betreffende de geldelijke loopbaan van de personeelsleden van het | 2013 betreffende de geldelijke loopbaan van de personeelsleden van het |
federaal openbaar ambt | federaal openbaar ambt |
Art. 12.Artikel 13, § 3, tweede lid, van het koninklijk besluit van |
Art. 12.Artikel 13, § 3, tweede lid, van het koninklijk besluit van |
25 oktober 2013 betreffende de geldelijke loopbaan van de | 25 oktober 2013 betreffende de geldelijke loopbaan van de |
personeelsleden van het federaal openbaar ambt, wordt aangevuld met de | personeelsleden van het federaal openbaar ambt, wordt aangevuld met de |
bepalingen onder 5°, 6°, 7° en 8°, luidende: | bepalingen onder 5°, 6°, 7° en 8°, luidende: |
"5° indien de contractueel het geboorteverlof geniet dat geregeld is | "5° indien de contractueel het geboorteverlof geniet dat geregeld is |
door artikel 30, § 2, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de | door artikel 30, § 2, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de |
arbeidsovereenkomsten na 1 juli 2002; | arbeidsovereenkomsten na 1 juli 2002; |
6° indien de contractueel het adoptieverlof geniet dat geregeld is | 6° indien de contractueel het adoptieverlof geniet dat geregeld is |
door artikel 30ter van de wet van 3 juli 1978 betreffende de | door artikel 30ter van de wet van 3 juli 1978 betreffende de |
arbeidsovereenkomsten na 1 juli 2002; | arbeidsovereenkomsten na 1 juli 2002; |
7° indien de contractueel het pleegzorgverlof geniet dat geregeld is | 7° indien de contractueel het pleegzorgverlof geniet dat geregeld is |
door artikel 30quater van de wet van 3 juli 1978 betreffende de | door artikel 30quater van de wet van 3 juli 1978 betreffende de |
arbeidsovereenkomsten na 8 mei 2007; | arbeidsovereenkomsten na 8 mei 2007; |
8° indien de contractueel het pleegouderverlof geniet dat geregeld is | 8° indien de contractueel het pleegouderverlof geniet dat geregeld is |
door artikel 30sexies van de wet van 3 juli 1978 betreffende de | door artikel 30sexies van de wet van 3 juli 1978 betreffende de |
arbeidsovereenkomsten na 1 januari 2019.". | arbeidsovereenkomsten na 1 januari 2019.". |
HOOFDSTUK IV. - Overgangs- en slotbepalingen | HOOFDSTUK IV. - Overgangs- en slotbepalingen |
Art. 13.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2021. |
Art. 13.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2021. |
Artikel 3 is enkel van toepassing op de ziekte en ongevallen die zich | Artikel 3 is enkel van toepassing op de ziekte en ongevallen die zich |
voordoen op 1 januari 2021 of erna. | voordoen op 1 januari 2021 of erna. |
Artikel 6 en 8 zijn enkel van toepassing op aanvragen die worden | Artikel 6 en 8 zijn enkel van toepassing op aanvragen die worden |
ingediend vanaf 1 januari 2021 en voor zover het verlof ten vroegste | ingediend vanaf 1 januari 2021 en voor zover het verlof ten vroegste |
aanvangt vanaf 1 januari 2021. | aanvangt vanaf 1 januari 2021. |
Voor de aanvragen van het adoptieverlof na 1 januari 2021 begint de | Voor de aanvragen van het adoptieverlof na 1 januari 2021 begint de |
termijn van zeven maanden vermeld in artikel 6 pas te lopen op de dag | termijn van zeven maanden vermeld in artikel 6 pas te lopen op de dag |
van de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad. | van de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad. |
Art. 14.De minister bevoegd voor ambtenarenzaken is belast met de |
Art. 14.De minister bevoegd voor ambtenarenzaken is belast met de |
uitvoering van dit besluit. | uitvoering van dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 27 juni 2021. | Gegeven te Brussel, 27 juni 2021. |
FILIP | FILIP |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Ambtenarenzaken, | De Minister van Ambtenarenzaken, |
P. DE SUTTER | P. DE SUTTER |