| Koninklijk besluit tot vaststelling van de opzeggingstermijnen voor de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant (1) | Koninklijk besluit tot vaststelling van de opzeggingstermijnen voor de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant (1) |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
| 26 JANUARI 2012. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de | 26 JANUARI 2012. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de |
| opzeggingstermijnen voor de ondernemingen die ressorteren onder het | opzeggingstermijnen voor de ondernemingen die ressorteren onder het |
| Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in | Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in |
| openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, | openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, |
| West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant (PSC | West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant (PSC |
| 102.06) (1) | 102.06) (1) |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, | Gelet op de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, |
| artikel 61, § 1, genummerd bij de wet van 20 juli 1991; | artikel 61, § 1, genummerd bij de wet van 20 juli 1991; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 29 september 1999 tot vaststelling | Gelet op het koninklijk besluit van 29 september 1999 tot vaststelling |
| van de opzeggingstermijnen voor de werklieden van de ondernemingen die | van de opzeggingstermijnen voor de werklieden van de ondernemingen die |
| ressorteren onder het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- | ressorteren onder het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- |
| en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de | en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de |
| provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Limburg; | provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Limburg; |
| Gelet op het voorstel van het Paritair Subcomité voor het bedrijf der | Gelet op het voorstel van het Paritair Subcomité voor het bedrijf der |
| grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de | grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de |
| provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en | provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en |
| Vlaams-Brabant van 6 juli 2011; | Vlaams-Brabant van 6 juli 2011; |
| Gelet op advies 50.257/1 van de Raad van State, gegeven op 29 | Gelet op advies 50.257/1 van de Raad van State, gegeven op 29 |
| september 2011, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, | september 2011, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, |
| van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; | van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
| Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de werkgevers en op de |
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de werkgevers en op de |
| werklieden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair | werklieden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair |
| Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in | Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in |
| openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, | openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, |
| West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant. | West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant. |
Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit, verstaat men onder |
Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit, verstaat men onder |
| werklieden, de werklieden en de werksters, met inbegrip van diegene | werklieden, de werklieden en de werksters, met inbegrip van diegene |
| waarop artikel 65/1 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de | waarop artikel 65/1 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de |
| arbeidsovereenkomsten van toepassing is. | arbeidsovereenkomsten van toepassing is. |
Art. 3.§ 1. In afwijking van de bepalingen van artikel 59, tweede en |
Art. 3.§ 1. In afwijking van de bepalingen van artikel 59, tweede en |
| derde lid, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de | derde lid, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de |
| arbeidsovereenkomsten wordt, wanneer de opzegging van de werkgever | arbeidsovereenkomsten wordt, wanneer de opzegging van de werkgever |
| uitgaat, de te geven opzeggingstermijn bij het beëindigen van de | uitgaat, de te geven opzeggingstermijn bij het beëindigen van de |
| arbeidsovereenkomst voor werklieden, gesloten voor onbepaalde tijd, | arbeidsovereenkomst voor werklieden, gesloten voor onbepaalde tijd, |
| vastgesteld op : | vastgesteld op : |
| - achtentwintig dagen wat de werklieden betreft die minder dan zes | - achtentwintig dagen wat de werklieden betreft die minder dan zes |
| maanden anciënniteit in de onderneming tellen; | maanden anciënniteit in de onderneming tellen; |
| - tweeënveertig dagen wat de werklieden betreft die tussen zes maanden | - tweeënveertig dagen wat de werklieden betreft die tussen zes maanden |
| en minder dan vijf jaren anciënniteit in de onderneming tellen; | en minder dan vijf jaren anciënniteit in de onderneming tellen; |
| - zesenvijftig dagen wat de werklieden betreft die tussen vijf en | - zesenvijftig dagen wat de werklieden betreft die tussen vijf en |
| minder dan elf jaren anciënniteit in de onderneming tellen; | minder dan elf jaren anciënniteit in de onderneming tellen; |
| - vierentachtig dagen wat de werklieden betreft die tussen elf en | - vierentachtig dagen wat de werklieden betreft die tussen elf en |
| minder dan zestien jaren anciënniteit in de onderneming tellen; | minder dan zestien jaren anciënniteit in de onderneming tellen; |
| - honderd en twaalf dagen wat de werklieden betreft die tussen zestien | - honderd en twaalf dagen wat de werklieden betreft die tussen zestien |
| en minder dan twintig jaren anciënniteit in de onderneming tellen; | en minder dan twintig jaren anciënniteit in de onderneming tellen; |
| - honderd veertig dagen wat de werklieden betreft die twintig of meer | - honderd veertig dagen wat de werklieden betreft die twintig of meer |
| jaren anciënniteit in de onderneming tellen. | jaren anciënniteit in de onderneming tellen. |
| § 2. In geval van ontslag met het oog op brugpensioen gelden de | § 2. In geval van ontslag met het oog op brugpensioen gelden de |
| opzeggingstermijnen zoals bepaald in artikel 59 van de wet van 3 juli | opzeggingstermijnen zoals bepaald in artikel 59 van de wet van 3 juli |
| 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. | 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. |
Art. 4.De opzeggingen betekend vóór de inwerkingtreding van dit |
Art. 4.De opzeggingen betekend vóór de inwerkingtreding van dit |
| besluit blijven al hun gevolgen behouden. | besluit blijven al hun gevolgen behouden. |
Art. 5.Het koninklijk besluit van 29 september 1999 tot vaststelling |
Art. 5.Het koninklijk besluit van 29 september 1999 tot vaststelling |
| van de opzeggingstermijnen voor de werklieden van de ondernemingen die | van de opzeggingstermijnen voor de werklieden van de ondernemingen die |
| ressorteren onder het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- | ressorteren onder het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- |
| en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de | en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de |
| provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Limburg, | provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Limburg, |
| wordt opgeheven. | wordt opgeheven. |
Art. 6.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het |
Art. 6.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het |
| Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. | Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. |
Art. 7.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 7.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
| dit besluit. | dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 26 januari 2012. | Gegeven te Brussel, 26 januari 2012. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| Mevr. M. DE CONINCK | Mevr. M. DE CONINCK |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 3 juli 1978, Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978. | Wet van 3 juli 1978, Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978. |
| Wet van 20 juli 1991, Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1991. | Wet van 20 juli 1991, Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1991. |