| Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen, tot instelling van het halftijds brugpensioen | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen, tot instelling van het halftijds brugpensioen |
|---|---|
| MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID | MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID |
| 26 FEBRUARI 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend | 26 FEBRUARI 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend |
| wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1999, | wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1999, |
| gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen, | gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen, |
| tot instelling van het halftijds brugpensioen (1) | tot instelling van het halftijds brugpensioen (1) |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
| 28; | 28; |
| Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, gesloten op 19 | Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, gesloten op 19 |
| december 1974 in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een | december 1974 in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een |
| regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde | regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde |
| werknemers indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard | werknemers indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard |
| bij koninklijk besluit van 16 januari 1975; | bij koninklijk besluit van 16 januari 1975; |
| Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de terugwinning | Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de terugwinning |
| van lompen; | van lompen; |
| Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, | Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
| overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1999, gesloten | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1999, gesloten |
| in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen, tot | in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen, tot |
| instelling van het halftijds brugpensioen, met uitzondering van de | instelling van het halftijds brugpensioen, met uitzondering van de |
| bepalingen in strijd met artikel 4, § 2 van de collectieve | bepalingen in strijd met artikel 4, § 2 van de collectieve |
| arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 tot invoering van een | arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 tot invoering van een |
| regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde | regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde |
| werknemers indien zij worden ontslagen. | werknemers indien zij worden ontslagen. |
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
| van dit besluit. | van dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 26 februari 2002. | Gegeven te Brussel, 26 februari 2002. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Werkgelegenheid, | De Minister van Werkgelegenheid, |
| Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
| Koninklijk besluit van 16 januari 1975, Belgisch Staatsblad van 31 | Koninklijk besluit van 16 januari 1975, Belgisch Staatsblad van 31 |
| januari 1975. | januari 1975. |
| Bijlage | Bijlage |
| Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen | Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen |
| Collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1999 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1999 |
| Halftijds brugpensioen (Overeenkomst geregistreerd op 29 januari 2001 | Halftijds brugpensioen (Overeenkomst geregistreerd op 29 januari 2001 |
| onder het nummer 56298/CO/142.02) | onder het nummer 56298/CO/142.02) |
| I. Toepassingsgebied | I. Toepassingsgebied |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
| de arbeider(sters) die in een voltijdse arbeidsregeling zijn | de arbeider(sters) die in een voltijdse arbeidsregeling zijn |
| tewerkgesteld ter uitvoering van een arbeidsovereenkomst, alsook op de | tewerkgesteld ter uitvoering van een arbeidsovereenkomst, alsook op de |
| werkgevers die hen tewerkstellen en onder de bevoegdheid vallen van | werkgevers die hen tewerkstellen en onder de bevoegdheid vallen van |
| het Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen. | het Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen. |
| Onder "voltijdse arbeidsregeling" moet worden verstaan, de | Onder "voltijdse arbeidsregeling" moet worden verstaan, de |
| arbeidsregeling bedoeld in hoofdstuk III, arbeids- en rusttijden, van | arbeidsregeling bedoeld in hoofdstuk III, arbeids- en rusttijden, van |
| de arbeidswet van 16 maart 1971. | de arbeidswet van 16 maart 1971. |
| II. Draagwijdte van de overeenkomst | II. Draagwijdte van de overeenkomst |
Art. 2.De aanvullende vergoeding ingesteld door de collectieve |
Art. 2.De aanvullende vergoeding ingesteld door de collectieve |
| arbeidsovereenkomst nr. 55 van de Nationale Arbeidsraad tot instelling | arbeidsovereenkomst nr. 55 van de Nationale Arbeidsraad tot instelling |
| van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere | van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere |
| werknemers, in geval van halvering van de arbeidsprestaties, wordt | werknemers, in geval van halvering van de arbeidsprestaties, wordt |
| toegekend aan de in artikel 1 bedoelde werknemers op voorwaarde dat | toegekend aan de in artikel 1 bedoelde werknemers op voorwaarde dat |
| zij op het ogenblik van de vermindering van hun arbeidsprestaties de | zij op het ogenblik van de vermindering van hun arbeidsprestaties de |
| leeftijd bereikt hebben van 55 jaar. | leeftijd bereikt hebben van 55 jaar. |
| Voor deze regeling komen in aanmerking de arbeider(sters) die met hun | Voor deze regeling komen in aanmerking de arbeider(sters) die met hun |
| werkgever een akkoord bereiken om hun arbeidsprestaties te halveren. | werkgever een akkoord bereiken om hun arbeidsprestaties te halveren. |
| Dit akkoord wordt schriftelijk vastgesteld overeenkomstig de | Dit akkoord wordt schriftelijk vastgesteld overeenkomstig de |
| bepalingen van artikel 11bis van de wet van 3 juli 1978 betreffende de | bepalingen van artikel 11bis van de wet van 3 juli 1978 betreffende de |
| arbeidsovereenkomsten. | arbeidsovereenkomsten. |
| III. Voorwaarden om recht te hebben op de aanvullende vergoeding | III. Voorwaarden om recht te hebben op de aanvullende vergoeding |
Art. 3.De in artikel 2 van deze overeenkomst genoemde werknemers |
Art. 3.De in artikel 2 van deze overeenkomst genoemde werknemers |
| hebben recht op de aanvullende vergoeding op voorwaarde dat : | hebben recht op de aanvullende vergoeding op voorwaarde dat : |
| - zij de werkloosheidsuitkering genieten waarin de reglementering | - zij de werkloosheidsuitkering genieten waarin de reglementering |
| inzake werkloosheidsverzekering voor deze categorie van werknemers | inzake werkloosheidsverzekering voor deze categorie van werknemers |
| voorziet; | voorziet; |
| - zij tijdens de 12 maanden te rekenen van datum tot datum die | - zij tijdens de 12 maanden te rekenen van datum tot datum die |
| onmiddellijk voorafgaan aan de vermindering van hun arbeidsprestaties, | onmiddellijk voorafgaan aan de vermindering van hun arbeidsprestaties, |
| bij dezelfde onderneming hebben gewerkt in een voltijdse | bij dezelfde onderneming hebben gewerkt in een voltijdse |
| arbeidsregeling, zoals bepaald in artikel 1 van deze overeenkomst; | arbeidsregeling, zoals bepaald in artikel 1 van deze overeenkomst; |
| - het aantal arbeidsuren van de deeltijdse arbeidsregeling, na | - het aantal arbeidsuren van de deeltijdse arbeidsregeling, na |
| vermindering, per arbeidscyclus gemiddeld gelijk is aan de helft van | vermindering, per arbeidscyclus gemiddeld gelijk is aan de helft van |
| het aantal arbeidsuren van een normale voltijdse arbeidsregeling in de | het aantal arbeidsuren van een normale voltijdse arbeidsregeling in de |
| onderneming. | onderneming. |
| IV. Bedrag en betaling van de aanvullende vergoeding | IV. Bedrag en betaling van de aanvullende vergoeding |
Art. 4.De aanvullende vergoeding wordt berekend en aangepast zoals |
Art. 4.De aanvullende vergoeding wordt berekend en aangepast zoals |
| bepaald in de artikelen 5 tot en met 10 van voormelde collectieve | bepaald in de artikelen 5 tot en met 10 van voormelde collectieve |
| arbeidsovereenkomst nr 55 van de Nationale Arbeidsraad. | arbeidsovereenkomst nr 55 van de Nationale Arbeidsraad. |
Art. 5.De betaling van de aanvullende vergoeding valt ten laste van |
Art. 5.De betaling van de aanvullende vergoeding valt ten laste van |
| het "Sociaal Fonds voor de lompenbedrijven" opgericht door de | het "Sociaal Fonds voor de lompenbedrijven" opgericht door de |
| collectieve arbeidsovereenkomst van 29 maart 1976, gesloten in het | collectieve arbeidsovereenkomst van 29 maart 1976, gesloten in het |
| Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen, tot oprichting van | Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen, tot oprichting van |
| een Fonds voor bestaanszekerheid van de lompenbedrijven en ermede | een Fonds voor bestaanszekerheid van de lompenbedrijven en ermede |
| gelijkgestelde ondernemingen, algemeen verbindend verklaard bij | gelijkgestelde ondernemingen, algemeen verbindend verklaard bij |
| koninklijk besluit van 15 september 1976. | koninklijk besluit van 15 september 1976. |
| De betrokken arbeider(ster) ontvangt deze vergoeding hetzij tot de | De betrokken arbeider(ster) ontvangt deze vergoeding hetzij tot de |
| datum dat zijn(haar) rustpensioen ingaat, hetzij tot de datum waarop | datum dat zijn(haar) rustpensioen ingaat, hetzij tot de datum waarop |
| zijn(haar) arbeidsovereenkomst eindigt. | zijn(haar) arbeidsovereenkomst eindigt. |
| De aanvullende vergoeding wordt maandelijks betaald of, mits een | De aanvullende vergoeding wordt maandelijks betaald of, mits een |
| akkoord tussen betrokken partijen, op het ogenblik van de normale | akkoord tussen betrokken partijen, op het ogenblik van de normale |
| betalingsperioden van het loon in de onderneming, op voorwaarde dat | betalingsperioden van het loon in de onderneming, op voorwaarde dat |
| deze perioden niet meer dan een maand bedragen. | deze perioden niet meer dan een maand bedragen. |
| V. Overgang naar het voltijds brugpensioen | V. Overgang naar het voltijds brugpensioen |
Art. 6.De betrokken arbeider(ster) heeft recht op de aanvullende |
Art. 6.De betrokken arbeider(ster) heeft recht op de aanvullende |
| vergoeding voor sommige oudere werknemers indien zij worden ontslagen, | vergoeding voor sommige oudere werknemers indien zij worden ontslagen, |
| onder de voorwaarden die zijn vastgesteld door de collectieve | onder de voorwaarden die zijn vastgesteld door de collectieve |
| arbeidsovereenkomst van 7 mei 1999 betreffende het voltijds | arbeidsovereenkomst van 7 mei 1999 betreffende het voltijds |
| brugpensioen in de sector van de terugwinning van lompen. | brugpensioen in de sector van de terugwinning van lompen. |
| Indien hij(zij) op het ogenblik van het ontslag de leeftijd van het | Indien hij(zij) op het ogenblik van het ontslag de leeftijd van het |
| voltijds brugpensioen niet heeft bereikt, kan de opzeg pas ingaan op | voltijds brugpensioen niet heeft bereikt, kan de opzeg pas ingaan op |
| de eerste dag van de maand volgend op die tijdens dewelke hij(zij) die | de eerste dag van de maand volgend op die tijdens dewelke hij(zij) die |
| leeftijd heeft bereikt. | leeftijd heeft bereikt. |
Art. 7.Ingeval de arbeider(ster) de bepalingen van artikel 6 kan |
Art. 7.Ingeval de arbeider(ster) de bepalingen van artikel 6 kan |
| genieten, wordt de aanvullende vergoeding voor sommige oudere | genieten, wordt de aanvullende vergoeding voor sommige oudere |
| werknemers indien zij worden ontslagen, berekend alsof hij(zij) | werknemers indien zij worden ontslagen, berekend alsof hij(zij) |
| zijn(haar) arbeidsprestaties niet heeft verminderd. | zijn(haar) arbeidsprestaties niet heeft verminderd. |
| Daartoe wordt het brutoloon dat de arbeider(ster) voor zijn(haar) | Daartoe wordt het brutoloon dat de arbeider(ster) voor zijn(haar) |
| halftijdse prestaties ontvangt, vermenigvuldigd met twee. | halftijdse prestaties ontvangt, vermenigvuldigd met twee. |
| VI. Eindbepalingen | VI. Eindbepalingen |
Art. 8.Deze overeenkomst is gesloten in het raam van de wet |
Art. 8.Deze overeenkomst is gesloten in het raam van de wet |
| betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid. | betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid. |
| Zij heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1999 en is gesloten voor | Zij heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1999 en is gesloten voor |
| de periode van 1 januari 1999 tot 31 december 2000. | de periode van 1 januari 1999 tot 31 december 2000. |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 26 februari | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 26 februari |
| 2002. | 2002. |
| De Minister van Werkgelegenheid, | De Minister van Werkgelegenheid, |
| Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |