Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 26/04/2024
← Terug naar "Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 64 van het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers"
Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 64 van het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 64 van het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers
26 APRIL 2024. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 64 van 26 APRIL 2024. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 64 van
het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het
algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor
werknemers werknemers
VERSLAG AAN DE KONING VERSLAG AAN DE KONING
Sire, Sire,
Het ontwerp van koninklijk besluit dat ik de eer heb ter ondertekening Het ontwerp van koninklijk besluit dat ik de eer heb ter ondertekening
aan Uwe Majesteit voor te leggen, heeft allereerst als doel om in de aan Uwe Majesteit voor te leggen, heeft allereerst als doel om in de
pensioenregeling van de werknemers naast de bestaande grensbedragen pensioenregeling van de werknemers naast de bestaande grensbedragen
voor de cumulatie van een vervroegd rustpensioen met beroepsinkomsten voor de cumulatie van een vervroegd rustpensioen met beroepsinkomsten
een nieuw, bijkomend grensbedrag in te voeren voor de cumulatie van een nieuw, bijkomend grensbedrag in te voeren voor de cumulatie van
een vervroegd rustpensioen met beroepsinkomsten als flexi-jobwerknemer een vervroegd rustpensioen met beroepsinkomsten als flexi-jobwerknemer
en om te voorzien in een specifieke sanctie indien dit nieuwe en om te voorzien in een specifieke sanctie indien dit nieuwe
grensbedrag overschreden wordt door de gepensioneerde. Er wordt grensbedrag overschreden wordt door de gepensioneerde. Er wordt
daarnaast van de gelegenheid gebruik gemaakt om verschillende daarnaast van de gelegenheid gebruik gemaakt om verschillende
verduidelijkingen en verbeteringen aan te brengen aan de verduidelijkingen en verbeteringen aan te brengen aan de
pensioenreglementering van de werknemers op vlak van de cumulatie. pensioenreglementering van de werknemers op vlak van de cumulatie.
Het besluit brengt hiervoor diverse wijzigingen aan artikel 64 van het Het besluit brengt hiervoor diverse wijzigingen aan artikel 64 van het
koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het
algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor
werknemers aan. werknemers aan.
Opzet van het koninklijk besluit Opzet van het koninklijk besluit
Reeds bij de invoering van de wet van 16 november 2015 houdende Reeds bij de invoering van de wet van 16 november 2015 houdende
diverse bepalingen inzake sociale zaken werd aangegeven dat het diverse bepalingen inzake sociale zaken werd aangegeven dat het
systeem van de flexi-jobs niet bedoeld was om een verschuiving van de systeem van de flexi-jobs niet bedoeld was om een verschuiving van de
ene naar de andere arbeidsvorm te veroorzaken. Het is dan ook niet de ene naar de andere arbeidsvorm te veroorzaken. Het is dan ook niet de
bedoeling om werknemers, die reeds aan de voorwaarden voor het bedoeling om werknemers, die reeds aan de voorwaarden voor het
vervroegd rustpensioen voldoen maar hun rustpensioen nog niet hebben vervroegd rustpensioen voldoen maar hun rustpensioen nog niet hebben
opgenomen en in de nabije toekomst ook niet van plan zijn om dat te opgenomen en in de nabije toekomst ook niet van plan zijn om dat te
doen, door de huidige uitbreiding van het systeem van de flexi-jobs doen, door de huidige uitbreiding van het systeem van de flexi-jobs
ertoe aan te zetten om hun rustpensioen toch vroeger op te nemen en ertoe aan te zetten om hun rustpensioen toch vroeger op te nemen en
vervolgens naast hun vervroegd rustpensioen een flexi-job uit te vervolgens naast hun vervroegd rustpensioen een flexi-job uit te
oefenen. oefenen.
De Regering acht het daarom aangewezen om de regels inzake cumulatie De Regering acht het daarom aangewezen om de regels inzake cumulatie
van een rustpensioen met beroepsinkomsten uit een flexi-job te van een rustpensioen met beroepsinkomsten uit een flexi-job te
verstrengen voor de personen die de wettelijke pensioenleeftijd nog verstrengen voor de personen die de wettelijke pensioenleeftijd nog
niet hebben bereikt en evenmin beroepsloopbaan van 45 jaar kunnen niet hebben bereikt en evenmin beroepsloopbaan van 45 jaar kunnen
bewijzen op het ogenblik van hun pensionering. bewijzen op het ogenblik van hun pensionering.
Naast de toepassing van de bestaande regels inzake cumulatie van een Naast de toepassing van de bestaande regels inzake cumulatie van een
rustpensioen met beroepsinkomsten, zoals voorzien in artikel 64, § 2, rustpensioen met beroepsinkomsten, zoals voorzien in artikel 64, § 2,
B., eerste lid, 1° tot 3°, van het voormelde koninklijk besluit van 21 B., eerste lid, 1° tot 3°, van het voormelde koninklijk besluit van 21
december 1967 wordt daarom voorzien in een nieuw bijkomend en lager december 1967 wordt daarom voorzien in een nieuw bijkomend en lager
grensbedrag van 5.893,00 euro per jaar (basisbedrag inkomsten 2013) grensbedrag van 5.893,00 euro per jaar (basisbedrag inkomsten 2013)
voor beroepsinkomsten uit flexi-jobs voor de personen die de voor beroepsinkomsten uit flexi-jobs voor de personen die de
wettelijke pensioenleeftijd nog niet hebben bereikt en evenmin een wettelijke pensioenleeftijd nog niet hebben bereikt en evenmin een
beroepsloopbaan van 45 jaar kunnen bewijzen op het ogenblik van hun beroepsloopbaan van 45 jaar kunnen bewijzen op het ogenblik van hun
pensionering. pensionering.
Voor de inkomsten van het jaar 2023 stemt het geïndexeerde grensbedrag Voor de inkomsten van het jaar 2023 stemt het geïndexeerde grensbedrag
van 5.893,00 euro overeen met een bedrag van 7.190,00 euro. van 5.893,00 euro overeen met een bedrag van 7.190,00 euro.
Dit grensbedrag wordt niet verhoogd in geval van kinderlast en geldt Dit grensbedrag wordt niet verhoogd in geval van kinderlast en geldt
niet voor de gerechtigde op uitsluitend één of meer niet voor de gerechtigde op uitsluitend één of meer
overlevingspensioenen of voor de echtgenoot van een gerechtigde op een overlevingspensioenen of voor de echtgenoot van een gerechtigde op een
gezinspensioen. gezinspensioen.
Bovendien wordt eveneens voorzien in een specifieke sanctie in geval Bovendien wordt eveneens voorzien in een specifieke sanctie in geval
van overschrijding van dit nieuwe grensbedrag (al dan niet in van overschrijding van dit nieuwe grensbedrag (al dan niet in
combinatie met een overschrijding van één van de bestaande combinatie met een overschrijding van één van de bestaande
grensbedragen). grensbedragen).
Bij de jaarlijkse controle van de beroepsinkomsten zal eerst worden Bij de jaarlijkse controle van de beroepsinkomsten zal eerst worden
nagegaan of de beroepsinkomsten van de betrokken gepensioneerde reeds nagegaan of de beroepsinkomsten van de betrokken gepensioneerde reeds
bestaande grensbedragen al dan niet overschreden hebben. Hierbij wordt bestaande grensbedragen al dan niet overschreden hebben. Hierbij wordt
ook rekening gehouden met de beroepsinkomsten als flexi-jobwerknemer, ook rekening gehouden met de beroepsinkomsten als flexi-jobwerknemer,
aangezien beroepsactiviteiten als flexi-jobwerknemer ook activiteiten aangezien beroepsactiviteiten als flexi-jobwerknemer ook activiteiten
als werknemer zijn. als werknemer zijn.
Indien er een overschrijding wordt vastgesteld van één van de Indien er een overschrijding wordt vastgesteld van één van de
bestaande grensbedragen (hernomen in artikel 64, § 2, B., eerste lid, bestaande grensbedragen (hernomen in artikel 64, § 2, B., eerste lid,
1° tot 3°, van het voormelde koninklijk besluit van 21 december 1967), 1° tot 3°, van het voormelde koninklijk besluit van 21 december 1967),
dan wordt het pensioen voor het betreffende kalenderjaar verminderd dan wordt het pensioen voor het betreffende kalenderjaar verminderd
met hetzelfde percentage waarmee de beroepsinkomsten het grensbedrag met hetzelfde percentage waarmee de beroepsinkomsten het grensbedrag
overschreden hebben. Vervolgens moet worden nagegaan of de inkomsten overschreden hebben. Vervolgens moet worden nagegaan of de inkomsten
uit de flexi-job het nieuwe bijkomende grensbedrag van 7.190 euro al uit de flexi-job het nieuwe bijkomende grensbedrag van 7.190 euro al
dan niet overschrijden. Zo ja, wordt het bedrag van het rustpensioen, dan niet overschrijden. Zo ja, wordt het bedrag van het rustpensioen,
reeds verminderd na toepassing van de bestaande grensbedragen, een reeds verminderd na toepassing van de bestaande grensbedragen, een
tweede keer verminderd met de helft van het percentage waarmee de tweede keer verminderd met de helft van het percentage waarmee de
inkomsten uit de flexi-job het nieuwe bijkomende grensbedrag van 7.190 inkomsten uit de flexi-job het nieuwe bijkomende grensbedrag van 7.190
euro overschrijden. De gepensioneerde die dus zowel het grensbedrag euro overschrijden. De gepensioneerde die dus zowel het grensbedrag
voor zijn beroepsactiviteiten als werknemer (met inbegrip van zijn voor zijn beroepsactiviteiten als werknemer (met inbegrip van zijn
activiteiten als flexi-jobwerknemer) als het grensbedrag voor zijn activiteiten als flexi-jobwerknemer) als het grensbedrag voor zijn
beroepsactiviteiten als flexi-jobwerknemer overschrijdt, ziet zijn of beroepsactiviteiten als flexi-jobwerknemer overschrijdt, ziet zijn of
haar rustpensioen dus twee keer verminderd. haar rustpensioen dus twee keer verminderd.
Het effect van de nieuwe sanctie wordt gemilderd door het Het effect van de nieuwe sanctie wordt gemilderd door het
verminderingspercentage te delen door twee. verminderingspercentage te delen door twee.
Indien er geen overschrijding wordt vastgesteld van één van de Indien er geen overschrijding wordt vastgesteld van één van de
bestaande grensbedragen (hernomen in artikel 64, § 2, B., eerste lid, bestaande grensbedragen (hernomen in artikel 64, § 2, B., eerste lid,
1° tot 3°, van het voormelde koninklijk besluit van 21 december 1967) 1° tot 3°, van het voormelde koninklijk besluit van 21 december 1967)
moet worden nagegaan of de inkomsten uit de flexi-job het nieuwe moet worden nagegaan of de inkomsten uit de flexi-job het nieuwe
bijkomende grensbedrag van 7.190 euro al dan niet overschrijden. Zo bijkomende grensbedrag van 7.190 euro al dan niet overschrijden. Zo
ja, wordt het bedrag van het rustpensioen verminderd met de helft van ja, wordt het bedrag van het rustpensioen verminderd met de helft van
het percentage waarmee de inkomsten uit de flexi-job het nieuwe het percentage waarmee de inkomsten uit de flexi-job het nieuwe
bijkomende grensbedrag van 7.190 euro overschrijden. bijkomende grensbedrag van 7.190 euro overschrijden.
Ook in dit geval wordt het effect van de sanctie gemilderd door het Ook in dit geval wordt het effect van de sanctie gemilderd door het
verminderingspercentage te delen door twee. verminderingspercentage te delen door twee.
Dit nieuwe grensbedrag en de bijhorende specifieke sanctie zullen voor Dit nieuwe grensbedrag en de bijhorende specifieke sanctie zullen voor
het eerst toegepast worden voor de beroepsinkomsten voor het jaar het eerst toegepast worden voor de beroepsinkomsten voor het jaar
2025. 2025.
Personen die vervroegd gepensioneerd zijn op het ogenblik van de Personen die vervroegd gepensioneerd zijn op het ogenblik van de
uitoefening van een flexi-job behouden het recht om een flexi-job te uitoefening van een flexi-job behouden het recht om een flexi-job te
hebben uitgeoefend. Dit betekent dat er niet retro-actief hebben uitgeoefend. Dit betekent dat er niet retro-actief
werknemersbijdragen of personenbelasting worden gevorderd. werknemersbijdragen of personenbelasting worden gevorderd.
Vergelijkbare maatregelen zullen worden genomen in de Vergelijkbare maatregelen zullen worden genomen in de
pensioenregelingen van de zelfstandigen en van de overheidssector. pensioenregelingen van de zelfstandigen en van de overheidssector.
Er wordt - naast de invoering van een nieuw bijkomend en lager Er wordt - naast de invoering van een nieuw bijkomend en lager
grensbedrag voor beroepsinkomsten uit flexi-jobs voor bepaalde grensbedrag voor beroepsinkomsten uit flexi-jobs voor bepaalde
pensioengerechtigden - ook van de gelegenheid gebruik gemaakt om pensioengerechtigden - ook van de gelegenheid gebruik gemaakt om
verschillende verduidelijkingen en verbeteringen aan te brengen aan de verschillende verduidelijkingen en verbeteringen aan te brengen aan de
pensioenreglementering van de werknemers op vlak van de cumulatie, pensioenreglementering van de werknemers op vlak van de cumulatie,
onder meer voor wat betreft de wijze waarop in de paragrafen 2 en 3, onder meer voor wat betreft de wijze waarop in de paragrafen 2 en 3,
van artikel 64 van het voormelde koninklijk besluit van 21 december van artikel 64 van het voormelde koninklijk besluit van 21 december
1967 bedoelde jaarbedragen op 1 januari van elk jaar aangepast moeten 1967 bedoelde jaarbedragen op 1 januari van elk jaar aangepast moeten
worden. worden.
Artikelsgewijze toelichting Artikelsgewijze toelichting
Artikel 1 brengt diverse wijzigingen aan artikel 64 van het koninklijk Artikel 1 brengt diverse wijzigingen aan artikel 64 van het koninklijk
besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen
reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers
aan. aan.
De bepaling onder 1° vult paragraaf 2, B, eerste lid, aan met een De bepaling onder 1° vult paragraaf 2, B, eerste lid, aan met een
bepaling onder 4° en voert zo een nieuw, bijkomend en lager bepaling onder 4° en voert zo een nieuw, bijkomend en lager
grensbedrag van 5.893,00 euro per jaar (basisbedrag inkomsten van het grensbedrag van 5.893,00 euro per jaar (basisbedrag inkomsten van het
jaar 2013) in voor beroepsinkomsten uit flexi-jobs voor de personen jaar 2013) in voor beroepsinkomsten uit flexi-jobs voor de personen
die de wettelijke pensioenleeftijd nog niet hebben bereikt en evenmin die de wettelijke pensioenleeftijd nog niet hebben bereikt en evenmin
een beroepsloopbaan van 45 jaar kunnen bewijzen op het ogenblik van een beroepsloopbaan van 45 jaar kunnen bewijzen op het ogenblik van
hun pensionering. hun pensionering.
De bepaling onder 2° heft paragraaf 2, E op. Deze bepaling is De bepaling onder 2° heft paragraaf 2, E op. Deze bepaling is
overbodig in de huidige pensioenreglementering van de werknemers op overbodig in de huidige pensioenreglementering van de werknemers op
vlak van de cumulatie. vlak van de cumulatie.
De bepaling onder 3° brengt wijzigingen aan artikel 64, § 3, eerste De bepaling onder 3° brengt wijzigingen aan artikel 64, § 3, eerste
lid, van het voormelde koninklijk besluit van 21 december 1967 aan. lid, van het voormelde koninklijk besluit van 21 december 1967 aan.
Dit lid herneemt de grensbedragen die gelden in geval van Dit lid herneemt de grensbedragen die gelden in geval van
gelijktijdige of achtereenvolgende uitoefening van verscheidene gelijktijdige of achtereenvolgende uitoefening van verscheidene
beroepsbezigheden door de pensioengerechtigde en bepaalt op welke beroepsbezigheden door de pensioengerechtigde en bepaalt op welke
wijze er in dit geval met de inkomsten uit elke beroepsbezigheid wijze er in dit geval met de inkomsten uit elke beroepsbezigheid
rekening moet gehouden worden. rekening moet gehouden worden.
Dit lid werd aangepast om te verduidelijken dat er op dit vlak voor Dit lid werd aangepast om te verduidelijken dat er op dit vlak voor
wat betreft de toepasselijke grensbedragen en de wijze waarop met de wat betreft de toepasselijke grensbedragen en de wijze waarop met de
inkomsten uit elke beroepsbezigheid rekening gehouden moet worden een inkomsten uit elke beroepsbezigheid rekening gehouden moet worden een
onderscheid gemaakt moet worden tussen enerzijds de gelijktijdige of onderscheid gemaakt moet worden tussen enerzijds de gelijktijdige of
achtereenvolgende uitoefening van een beroepsbezigheid als achtereenvolgende uitoefening van een beroepsbezigheid als
zelfstandige of als helper die de onderwerping aan het koninklijk zelfstandige of als helper die de onderwerping aan het koninklijk
besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal
statuut der zelfstandigen tot gevolg heeft, of in de hoedanigheid van statuut der zelfstandigen tot gevolg heeft, of in de hoedanigheid van
meewerkende echtgenoot (zoals bedoeld in artikel 64 § 2, A., 2°, van meewerkende echtgenoot (zoals bedoeld in artikel 64 § 2, A., 2°, van
het voormelde koninklijk besluit van 21 december 1967), samen met een het voormelde koninklijk besluit van 21 december 1967), samen met een
beroepsbezigheid onder toepassing van de wetgeving op de beroepsbezigheid onder toepassing van de wetgeving op de
arbeidsovereenkomsten, of van een soortgelijk wettelijk of arbeidsovereenkomsten, of van een soortgelijk wettelijk of
reglementair statuut (zoals bedoeld in artikel 64, § 2, A., 1°, van reglementair statuut (zoals bedoeld in artikel 64, § 2, A., 1°, van
het voormelde koninklijk besluit van 21 december 1967) en/of iedere het voormelde koninklijk besluit van 21 december 1967) en/of iedere
andere bezigheid, mandaat, ambt of post (zoals bedoeld in artikel 64, andere bezigheid, mandaat, ambt of post (zoals bedoeld in artikel 64,
§ 2, A., 3°, van het voormelde koninklijk besluit van 21 december § 2, A., 3°, van het voormelde koninklijk besluit van 21 december
1967) en anderzijds de gelijktijdige of achtereenvolgende uitoefening 1967) en anderzijds de gelijktijdige of achtereenvolgende uitoefening
van een beroepsbezigheid onder toepassing van de wetgeving op de van een beroepsbezigheid onder toepassing van de wetgeving op de
arbeidsovereenkomsten, of van een soortgelijk wettelijk of arbeidsovereenkomsten, of van een soortgelijk wettelijk of
reglementair statuut (zoals bedoeld in artikel 64, § 2, A., 1°, van reglementair statuut (zoals bedoeld in artikel 64, § 2, A., 1°, van
het voormelde koninklijk besluit van 21 december 1967) en iedere het voormelde koninklijk besluit van 21 december 1967) en iedere
andere bezigheid, mandaat, ambt of post (zoals bedoeld in artikel 64, andere bezigheid, mandaat, ambt of post (zoals bedoeld in artikel 64,
§ 2, A., 3°, van het voormelde koninklijk besluit van 21 december § 2, A., 3°, van het voormelde koninklijk besluit van 21 december
1967). 1967).
In het eerste geval gelden de grensbedragen voor een beroepsbezigheid In het eerste geval gelden de grensbedragen voor een beroepsbezigheid
als zelfstandige en wordt hiervoor het totaal van het inkomen beoogd als zelfstandige en wordt hiervoor het totaal van het inkomen beoogd
in § 2, A., 2°, van het voormelde koninklijk besluit van 21 december in § 2, A., 2°, van het voormelde koninklijk besluit van 21 december
1967, en van 80 procent van het inkomen beoogd in de § 2, A., 1° en 1967, en van 80 procent van het inkomen beoogd in de § 2, A., 1° en
3°, van het voormelde koninklijk besluit van 21 december 1967 in 3°, van het voormelde koninklijk besluit van 21 december 1967 in
aanmerking genomen. In het tweede geval gelden de grensbedragen voor aanmerking genomen. In het tweede geval gelden de grensbedragen voor
een beroepsbezigheid als werknemer en wordt het totaal van het inkomen een beroepsbezigheid als werknemer en wordt het totaal van het inkomen
beoogd in de § 2, A., 1° en 3°, van het voormelde koninklijk besluit beoogd in de § 2, A., 1° en 3°, van het voormelde koninklijk besluit
van 21 december 1967 in aanmerking genomen. van 21 december 1967 in aanmerking genomen.
Deze wijziging bevestigt de interpretatie die nu reeds aan deze Deze wijziging bevestigt de interpretatie die nu reeds aan deze
bepaling wordt gegeven. bepaling wordt gegeven.
De bepaling onder 4° wijzigt artikel 64, paragraaf 5, tweede lid, van De bepaling onder 4° wijzigt artikel 64, paragraaf 5, tweede lid, van
het voormelde koninklijk besluit van 21 december 1967 zodat het nieuwe het voormelde koninklijk besluit van 21 december 1967 zodat het nieuwe
grensbedrag voor beroepsinkomsten als flexi-jobwerknemer niet geldt grensbedrag voor beroepsinkomsten als flexi-jobwerknemer niet geldt
voor de echtgenoot van een gerechtigde op een gezinspensioen. voor de echtgenoot van een gerechtigde op een gezinspensioen.
De bepaling onder 5° vult paragraaf 6 aan met een vierde lid teneinde De bepaling onder 5° vult paragraaf 6 aan met een vierde lid teneinde
te voorzien in de nieuwe specifieke sanctie in geval van te voorzien in de nieuwe specifieke sanctie in geval van
overschrijding van het nieuwe grensbedrag voor beroepsinkomsten als overschrijding van het nieuwe grensbedrag voor beroepsinkomsten als
flexi-jobwerknemer. flexi-jobwerknemer.
De bepaling onder 6° wijzigt paragraaf 8, eerste lid waardoor de in de De bepaling onder 6° wijzigt paragraaf 8, eerste lid waardoor de in de
§ § 2 en 3 van artikel 64 van het voormelde koninklijk besluit van 21 § § 2 en 3 van artikel 64 van het voormelde koninklijk besluit van 21
december 1967 bedoelde jaarbedragen in de toekomst op 1 januari van december 1967 bedoelde jaarbedragen in de toekomst op 1 januari van
elk jaar niet langer door een ministerieel besluit aangepast moeten elk jaar niet langer door een ministerieel besluit aangepast moeten
worden. Hiervoor zal een bekendmaking bij bericht in het Belgisch worden. Hiervoor zal een bekendmaking bij bericht in het Belgisch
Staatsblad volstaan. Staatsblad volstaan.
Artikel 2 legt de datum van inwerkingtreding van dit besluit vast op 1 Artikel 2 legt de datum van inwerkingtreding van dit besluit vast op 1
januari 2025, met uitzondering van artikel 1, 6° dat in werking treedt januari 2025, met uitzondering van artikel 1, 6° dat in werking treedt
op de dag waarop dit besluit in het Belgisch Staatsblad wordt op de dag waarop dit besluit in het Belgisch Staatsblad wordt
bekendgemaakt. bekendgemaakt.
Artikel 3 preciseert dat de minister bevoegd voor Pensioenen is belast Artikel 3 preciseert dat de minister bevoegd voor Pensioenen is belast
met de uitvoering van dit besluit. met de uitvoering van dit besluit.
Ik heb de eer te zijn, Ik heb de eer te zijn,
Sire, Sire,
Van Uwe Majesteit, Van Uwe Majesteit,
de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar,
De Minister van Pensioenen, De Minister van Pensioenen,
K. LALIEUX K. LALIEUX
26 APRIL 2024. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 64 van 26 APRIL 2024. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 64 van
het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het
algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor
werknemers werknemers
FILIP, Koning der Belgen, FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende Gelet op het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende
het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, artikel 25, eerste het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, artikel 25, eerste
lid, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 21 januari 2003; lid, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 21 januari 2003;
Gelet op het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling Gelet op het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling
van het algemeen reglement betreffende het rust- en van het algemeen reglement betreffende het rust- en
overlevingspensioen voor werknemers; overlevingspensioen voor werknemers;
Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Federale Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Federale
Pensioendienst, gegeven op 19 februari 2024; Pensioendienst, gegeven op 19 februari 2024;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 19 Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 19
januari 2024; januari 2024;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting,
gegeven op 30 januari 2024; gegeven op 30 januari 2024;
Gelet op de adviesaanvraag aan de Raad van State binnen een termijn Gelet op de adviesaanvraag aan de Raad van State binnen een termijn
van 30 dagen, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van van 30 dagen, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van
de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat de adviesaanvraag is ingeschreven op 8 april 2024 op Overwegende dat de adviesaanvraag is ingeschreven op 8 april 2024 op
de rol van de afdeling Wetgeving van de Raad van State onder het de rol van de afdeling Wetgeving van de Raad van State onder het
nummer 76.104/16; nummer 76.104/16;
Gelet op de beslissing van de afdeling Wetgeving van 9 april 2024 om Gelet op de beslissing van de afdeling Wetgeving van 9 april 2024 om
binnen de gevraagde termijn geen advies te verlenen, met toepassing binnen de gevraagde termijn geen advies te verlenen, met toepassing
van artikel 84, § 5, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd van artikel 84, § 5, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd
op 12 januari 1973; op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Pensioenen, Op de voordracht van de Minister van Pensioenen,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 64 van het koninklijk besluit van 21 december

Artikel 1.In artikel 64 van het koninklijk besluit van 21 december

1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust-
en overlevingspensioen voor werknemers, laatstelijk gewijzigd bij het en overlevingspensioen voor werknemers, laatstelijk gewijzigd bij het
koninklijk besluit van 19 januari 2023, worden de volgende wijzigingen koninklijk besluit van 19 januari 2023, worden de volgende wijzigingen
aangebracht: aangebracht:
1° paragraaf 2, B., eerste lid wordt aangevuld met een bepaling onder 1° paragraaf 2, B., eerste lid wordt aangevuld met een bepaling onder
4°, luidende: 4°, luidende:
"4° 5.893,00 EUR voor het bruto beroepsinkomen voortvloeiend uit de "4° 5.893,00 EUR voor het bruto beroepsinkomen voortvloeiend uit de
bezoldigingen betaald of toegekend in uitvoering van de bezoldigingen betaald of toegekend in uitvoering van de
flexi-jobarbeidsovereenkomst als bedoeld in artikel 3, 4°, van de wet flexi-jobarbeidsovereenkomst als bedoeld in artikel 3, 4°, van de wet
van 16 november 2015 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken, van 16 november 2015 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken,
onderworpen aan de bijzondere bijdrage bepaald in artikel 38, § onderworpen aan de bijzondere bijdrage bepaald in artikel 38, §
3sexdecies, van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene 3sexdecies, van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene
beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers."; beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers.";
2° paragraaf 2, E. wordt opgeheven; 2° paragraaf 2, E. wordt opgeheven;
3° paragraaf 3, eerste lid wordt vervangen als volgt: 3° paragraaf 3, eerste lid wordt vervangen als volgt:
" § 3. Voor de pensioengerechtigde die een beroepsbezigheid beoogd in " § 3. Voor de pensioengerechtigde die een beroepsbezigheid beoogd in
§ 2, A., 2°, uitoefent, is de gelijktijdige of achtereenvolgende § 2, A., 2°, uitoefent, is de gelijktijdige of achtereenvolgende
uitoefening van verscheidene in § 2, A., beoogde beroepsbezigheden uitoefening van verscheidene in § 2, A., beoogde beroepsbezigheden
toegelaten voor zover het totaal van het inkomen beoogd in § 2, A., toegelaten voor zover het totaal van het inkomen beoogd in § 2, A.,
2°, en van 80 percent van het inkomen beoogd in § 2, A., 1° en 3°, 2°, en van 80 percent van het inkomen beoogd in § 2, A., 1° en 3°,
respectievelijk niet meer bedraagt dan 17.492,17 EUR, 6.056,01 EUR of respectievelijk niet meer bedraagt dan 17.492,17 EUR, 6.056,01 EUR of
14.100,48 EUR, naargelang het gaat om een pensioengerechtigde beoogd 14.100,48 EUR, naargelang het gaat om een pensioengerechtigde beoogd
in § 2, A., beoogd in § 2, B., of beoogd in § 2, C. of D. Voor de in § 2, A., beoogd in § 2, B., of beoogd in § 2, C. of D. Voor de
pensioengerechtigde die geen beroepsbezigheid beoogd in § 2, A., 2° pensioengerechtigde die geen beroepsbezigheid beoogd in § 2, A., 2°
uitoefent, is de gelijktijdige of achtereenvolgende uitoefening van uitoefent, is de gelijktijdige of achtereenvolgende uitoefening van
verscheidene in § 2, A., beoogde beroepsbezigheden toegelaten voor verscheidene in § 2, A., beoogde beroepsbezigheden toegelaten voor
zover het totaal van het inkomen beoogd in § 2, A., 1° en 3°, zover het totaal van het inkomen beoogd in § 2, A., 1° en 3°,
respectievelijk niet meer bedraagt dan 21.865,23 EUR, 7.570,00 EUR of respectievelijk niet meer bedraagt dan 21.865,23 EUR, 7.570,00 EUR of
17.625,60 EUR, naargelang het gaat om een pensioengerechtigde beoogd 17.625,60 EUR, naargelang het gaat om een pensioengerechtigde beoogd
in § 2, A., beoogd in § 2, B., of beoogd in § 2, C. of D."; in § 2, A., beoogd in § 2, B., of beoogd in § 2, C. of D.";
4° in paragraaf 5, tweede lid, worden de woorden "een in § 2, B. of 4° in paragraaf 5, tweede lid, worden de woorden "een in § 2, B. of
een in paragraaf 3 bedoelde beroepsbezigheid" vervangen door de een in paragraaf 3 bedoelde beroepsbezigheid" vervangen door de
woorden "een in § 2, B., eerste lid, 1° tot 3° of een in paragraaf 3 woorden "een in § 2, B., eerste lid, 1° tot 3° of een in paragraaf 3
bedoelde beroepsbezigheid"; bedoelde beroepsbezigheid";
5° paragraaf 6 wordt aangevuld met twee leden, luidende: 5° paragraaf 6 wordt aangevuld met twee leden, luidende:
"Als het beroepsinkomen van de pensioengerechtigde zowel de in "Als het beroepsinkomen van de pensioengerechtigde zowel de in
paragraaf 2, B., eerste lid, 1° tot 3°, vastgestelde bedragen, als het paragraaf 2, B., eerste lid, 1° tot 3°, vastgestelde bedragen, als het
in paragraaf 2, B., eerste lid, 4°, vastgestelde bedrag overschrijdt, in paragraaf 2, B., eerste lid, 4°, vastgestelde bedrag overschrijdt,
wordt de betaling van het pensioen voor het betrokken kalenderjaar, in wordt de betaling van het pensioen voor het betrokken kalenderjaar, in
afwijking van het eerste lid, op volgende wijze geschorst: afwijking van het eerste lid, op volgende wijze geschorst:
1° eerst wordt het pensioenbedrag omwille van de overschrijding van de 1° eerst wordt het pensioenbedrag omwille van de overschrijding van de
in paragraaf 2, B., eerste lid, 1° tot 3°, vastgestelde bedragen, in paragraaf 2, B., eerste lid, 1° tot 3°, vastgestelde bedragen,
verminderd overeenkomstig het eerste lid; verminderd overeenkomstig het eerste lid;
2° vervolgens wordt het na toepassing van de bepaling onder 1° 2° vervolgens wordt het na toepassing van de bepaling onder 1°
verkregen pensioenbedrag omwille van de overschrijding van het in verkregen pensioenbedrag omwille van de overschrijding van het in
paragraaf 2, B., eerste lid, 4°, vastgesteld bedrag verminderd naar paragraaf 2, B., eerste lid, 4°, vastgesteld bedrag verminderd naar
rata van een percentage dat gelijk is aan de helft van het percentage rata van een percentage dat gelijk is aan de helft van het percentage
waarmee het in paragraaf 2, B., eerste lid, 4°, beoogde bedrag wordt waarmee het in paragraaf 2, B., eerste lid, 4°, beoogde bedrag wordt
overschreden. Voor de toepassing van deze bepaling wordt het overschreden. Voor de toepassing van deze bepaling wordt het
percentage van de overschrijding berekend tot op één honderdste en percentage van de overschrijding berekend tot op één honderdste en
gedeeld door twee. Het aldus bekomen percentage wordt voor de gedeeld door twee. Het aldus bekomen percentage wordt voor de
berekening van het bedrag van de pensioenvermindering tot de naast berekening van het bedrag van de pensioenvermindering tot de naast
hogere eenheid afgerond wanneer de eerste decimaal ten minste vijf is, hogere eenheid afgerond wanneer de eerste decimaal ten minste vijf is,
in het tegenovergestelde geval wordt de decimaal verwaarloosd. in het tegenovergestelde geval wordt de decimaal verwaarloosd.
Als het beroepsinkomen van de pensioengerechtigde enkel het in Als het beroepsinkomen van de pensioengerechtigde enkel het in
paragraaf 2, B., eerste lid, 4° vastgestelde bedrag overschrijdt maar paragraaf 2, B., eerste lid, 4° vastgestelde bedrag overschrijdt maar
niet de in paragraaf 2, B., eerste lid, 1° tot 3°, vastgestelde niet de in paragraaf 2, B., eerste lid, 1° tot 3°, vastgestelde
bedragen, wordt de betaling van het pensioen voor het betrokken bedragen, wordt de betaling van het pensioen voor het betrokken
kalenderjaar, in afwijking van het eerste lid, verminderd naar rata kalenderjaar, in afwijking van het eerste lid, verminderd naar rata
van een percentage dat gelijk is aan de helft van het percentage van een percentage dat gelijk is aan de helft van het percentage
waarmee het in paragraaf 2, B., eerste lid, 4°, beoogde bedrag wordt waarmee het in paragraaf 2, B., eerste lid, 4°, beoogde bedrag wordt
overschreden. Voor de toepassing van deze bepaling wordt het overschreden. Voor de toepassing van deze bepaling wordt het
percentage van de overschrijding berekend tot op één honderdste en percentage van de overschrijding berekend tot op één honderdste en
gedeeld door twee. Het aldus bekomen percentage wordt voor de gedeeld door twee. Het aldus bekomen percentage wordt voor de
berekening van het bedrag van de pensioenvermindering tot de naast berekening van het bedrag van de pensioenvermindering tot de naast
hogere eenheid afgerond wanneer de eerste decimaal ten minste vijf is, hogere eenheid afgerond wanneer de eerste decimaal ten minste vijf is,
in het tegenovergestelde geval wordt de decimaal verwaarloosd."; in het tegenovergestelde geval wordt de decimaal verwaarloosd.";
6° in paragraaf 8, eerste lid, worden de woorden "door een 6° in paragraaf 8, eerste lid, worden de woorden "door een
ministerieel besluit" opgeheven. ministerieel besluit" opgeheven.

Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2025 met

Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2025 met

uitzondering van artikel 1, 6° dat in werking treedt op de dag waarop uitzondering van artikel 1, 6° dat in werking treedt op de dag waarop
dit besluit in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. dit besluit in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 3.De minister bevoegd voor Pensioenen is belast met de

Art. 3.De minister bevoegd voor Pensioenen is belast met de

uitvoering van dit besluit. uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 26 april 2024. Gegeven te Brussel, 26 april 2024.
FILIP FILIP
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Pensioenen, De Minister van Pensioenen,
K. LALIEUX K. LALIEUX
^