Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 26/04/2000
← Terug naar "Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juli 1997, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, betreffende het recht op beroepsloopbaanonderbreking "
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juli 1997, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, betreffende het recht op beroepsloopbaanonderbreking Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juli 1997, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, betreffende het recht op beroepsloopbaanonderbreking
MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID
26 APRIL 2000. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt 26 APRIL 2000. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt
verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juli 1997, verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juli 1997,
gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie
en distributie, betreffende het recht op beroepsloopbaanonderbreking en distributie, betreffende het recht op beroepsloopbaanonderbreking
(1) (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel
28; 28;
Gelet op de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de Gelet op de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de
werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het
concurrentievermogen, inzonderheid op artikel 7, § 2, 1°; concurrentievermogen, inzonderheid op artikel 7, § 2, 1°;
Gelet op het koninklijk besluit van 6 februari 1997 tot onderbreking Gelet op het koninklijk besluit van 6 februari 1997 tot onderbreking
van de beroepsloopbaan in toepassing van artikel 7, § 2, 1° van de wet van de beroepsloopbaan in toepassing van artikel 7, § 2, 1° van de wet
van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot
preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen, inzonderheid op preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen, inzonderheid op
artikel 2, § 2; artikel 2, § 2;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de elektriciens : Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de elektriciens :
installatie en distributie; installatie en distributie;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juli 1997, gesloten overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juli 1997, gesloten
in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en
distributie, betreffende het recht op beroepsloopbaanonderbreking. distributie, betreffende het recht op beroepsloopbaanonderbreking.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering

van dit besluit. van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 26 april 2000. Gegeven te Brussel, 26 april 2000.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Werkgelegenheid, De Minister van Werkgelegenheid,
Mevr. L. ONKELINX Mevr. L. ONKELINX
_______ _______
Nota Nota
(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad :
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Wet van 26 juli 1996, Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1996. Wet van 26 juli 1996, Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1996.
Koninklijk besluit van 6 februari 1997, Belgisch Staatsblad van 18 Koninklijk besluit van 6 februari 1997, Belgisch Staatsblad van 18
februari 1997. februari 1997.
Bijlage Bijlage
Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie
Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juli 1997 Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juli 1997
Recht op beroepsloopbaanonderbreking (Overeenkomst geregistreerd op 29 Recht op beroepsloopbaanonderbreking (Overeenkomst geregistreerd op 29
januari 1998 onder het nummer 46974/CO/149.01) januari 1998 onder het nummer 46974/CO/149.01)
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op

de werkgevers, werklieden en werksters van de ondernemingen die de werkgevers, werklieden en werksters van de ondernemingen die
ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de elektriciens : ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de elektriciens :
installatie en distributie. installatie en distributie.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt
onder werklieden verstaan : de werklieden en de werksters. onder werklieden verstaan : de werklieden en de werksters.
HOOFDSTUK II. - Verwijzing HOOFDSTUK II. - Verwijzing

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in

uitvoering van het koninklijk besluit van 24 februari 1997 houdende uitvoering van het koninklijk besluit van 24 februari 1997 houdende
nadere voorwaarden met betrekking tot de tewerkstellingsakkoorden in nadere voorwaarden met betrekking tot de tewerkstellingsakkoorden in
toepassing van de artikelen 7, § 2, 30, § 2 en 33 van de wet van 26 toepassing van de artikelen 7, § 2, 30, § 2 en 33 van de wet van 26
juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve
vrijwaring van het concurrentievermogen en in toepassing van het vrijwaring van het concurrentievermogen en in toepassing van het
koninklijk besluit van 6 februari 1997 tot vaststelling van het recht koninklijk besluit van 6 februari 1997 tot vaststelling van het recht
op onderbreking van de beroepsloopbaan. Zij verleent uitvoering aan de op onderbreking van de beroepsloopbaan. Zij verleent uitvoering aan de
beschikkingen van Hoofdstuk IV, afdeling 5 "Onderbreking van de beschikkingen van Hoofdstuk IV, afdeling 5 "Onderbreking van de
beroepsloopbaan", voorzien in de herstelwet van 22 januari 1985, beroepsloopbaan", voorzien in de herstelwet van 22 januari 1985,
houdende sociale bepalingen en aan artikel 2, § 2 van het koninklijk houdende sociale bepalingen en aan artikel 2, § 2 van het koninklijk
besluit van 6 februari 1997 tot vaststelling van een recht op besluit van 6 februari 1997 tot vaststelling van een recht op
onderbreking van de beroepsloopbaan. onderbreking van de beroepsloopbaan.
HOOFDSTUK III. - Recht op voltijdse beroepsloopbaanonderbreking voor 3 HOOFDSTUK III. - Recht op voltijdse beroepsloopbaanonderbreking voor 3
pct. van de werknemers pct. van de werknemers
Sectie 1. - Recht op voltijdse loopbaanonderbreking Sectie 1. - Recht op voltijdse loopbaanonderbreking

Art. 3.§ 1. Alle voltijds en deeltijds werkende werklieden, verbonden

Art. 3.§ 1. Alle voltijds en deeltijds werkende werklieden, verbonden

met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur, kunnen hun loopbaan met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur, kunnen hun loopbaan
onderbreken. onderbreken.
§ 2. Het recht is enkel van toepassing op de formule van de voltijdse § 2. Het recht is enkel van toepassing op de formule van de voltijdse
beroepsloopbaanonderbreking. beroepsloopbaanonderbreking.
Sectie 2. - Vastlegging van de 3 pct. Sectie 2. - Vastlegging van de 3 pct.

Art. 4.§ 1. Onverminderd gunstiger regelingen op ondernemingsvlak, is

Art. 4.§ 1. Onverminderd gunstiger regelingen op ondernemingsvlak, is

het gemiddeld aantal werknemers dat per kalenderjaar en per het gemiddeld aantal werknemers dat per kalenderjaar en per
onderneming van het recht op beroepsloopbaanonderbreking kunnen onderneming van het recht op beroepsloopbaanonderbreking kunnen
genieten, gelijk aan 3 pct. van het gemiddeld aantal werknemers dat genieten, gelijk aan 3 pct. van het gemiddeld aantal werknemers dat
tijdens het afgelopen kalenderjaar in de onderneming was tijdens het afgelopen kalenderjaar in de onderneming was
tewerkgesteld, uitgedrukt in voltijdse equivalenten. tewerkgesteld, uitgedrukt in voltijdse equivalenten.
§ 2. Voor de berekening van het percentage vastgelegd in § 1 wordt § 2. Voor de berekening van het percentage vastgelegd in § 1 wordt
gebruik gemaakt van de berekeningsmethode bepaald in artikel 3 van het gebruik gemaakt van de berekeningsmethode bepaald in artikel 3 van het
voormelde koninklijk besluit van 6 februari 1997. voormelde koninklijk besluit van 6 februari 1997.
§ 3. Voor de ondernemingen die op 30 juni 1996 minder dan 100 § 3. Voor de ondernemingen die op 30 juni 1996 minder dan 100
werknemers tewerkstellen wordt het recht op werknemers tewerkstellen wordt het recht op
beroepsloopbaanonderbreking van 3 pct. als volgt ingevuld : beroepsloopbaanonderbreking van 3 pct. als volgt ingevuld :
- in ondernemigen van 10 tot en met 29 werklieden, heeft 1 werkman - in ondernemigen van 10 tot en met 29 werklieden, heeft 1 werkman
recht op beroepsloopbaanonderbreking; recht op beroepsloopbaanonderbreking;
- in ondernemingen van 30 tot en met 49 werklieden, hebben 2 - in ondernemingen van 30 tot en met 49 werklieden, hebben 2
werklieden recht op beroepsloopbaanonderbreking. werklieden recht op beroepsloopbaanonderbreking.
- in ondernemingen van 50 tot en met 99 werklieden, hebben 3 - in ondernemingen van 50 tot en met 99 werklieden, hebben 3
werklieden recht op beroepsloopbaanonderbreking. werklieden recht op beroepsloopbaanonderbreking.
Sectie 3. - Duur Sectie 3. - Duur

Art. 5.De onderbrekingsperioden in het kader van de voltijdse

Art. 5.De onderbrekingsperioden in het kader van de voltijdse

beroepsloopbaanonderbreking, mogen worden genomen met een minimum van beroepsloopbaanonderbreking, mogen worden genomen met een minimum van
drie maanden en een maximum van één jaar, de minimale duur van drie drie maanden en een maximum van één jaar, de minimale duur van drie
maanden is niet vereist wanneer het om een verlenging gaat. maanden is niet vereist wanneer het om een verlenging gaat.
Opeenvolgende beroepsloopbaanonderbrekingen zijn een recht, mits de Opeenvolgende beroepsloopbaanonderbrekingen zijn een recht, mits de
aanvraag hiertoe drie maanden voor het einde van de vorige aanvraag hiertoe drie maanden voor het einde van de vorige
beroepsloopbaanonderbreking geschiedt. beroepsloopbaanonderbreking geschiedt.
De loopbaanbasis mag de totale termijn van drie jaar echter niet De loopbaanbasis mag de totale termijn van drie jaar echter niet
overschrijden. overschrijden.
De oorspronkelijk aangevraagde duur van de beroepsloopbaanonderbreking De oorspronkelijk aangevraagde duur van de beroepsloopbaanonderbreking
kan, op vraag van de werknemer en met akkoord van de werkgever, worden kan, op vraag van de werknemer en met akkoord van de werkgever, worden
ingekort. ingekort.
HOOFDSTUK IV. - Recht op beroepsloopbaanonderbreking ingeval van HOOFDSTUK IV. - Recht op beroepsloopbaanonderbreking ingeval van
bijstand of verzorging van een gezins- of familielid bijstand of verzorging van een gezins- of familielid

Art. 6.§ 1. Overeenkomstig de bepalingen van artikel 5 van het

Art. 6.§ 1. Overeenkomstig de bepalingen van artikel 5 van het

koninklijk besluit van 6 februari 1997 tot vaststelling van een recht koninklijk besluit van 6 februari 1997 tot vaststelling van een recht
op onderbreking van de beroepsloopbaan, kunnen alle voltijds en op onderbreking van de beroepsloopbaan, kunnen alle voltijds en
deeltijds werkende werklieden, verbonden met een arbeidsovereenkomst deeltijds werkende werklieden, verbonden met een arbeidsovereenkomst
van onbepaalde duur, hun loopbaan onderbreken in geval van bijstand of van onbepaalde duur, hun loopbaan onderbreken in geval van bijstand of
verzorging van een gezinslid of een familielid tot de tweede graad of verzorging van een gezinslid of een familielid tot de tweede graad of
van elke persoon die samenwoont met de werkman, die lijdt aan een van elke persoon die samenwoont met de werkman, die lijdt aan een
zware ziekte. zware ziekte.
§ 2. Dit recht heeft enkel betrekking op een voltijdse § 2. Dit recht heeft enkel betrekking op een voltijdse
beroepsloopbaanonderbreking en is supplementair aan de 3 pct. zoals beroepsloopbaanonderbreking en is supplementair aan de 3 pct. zoals
bepaald in artikel 4 van deze collectieve arbeidsovereenkomst. bepaald in artikel 4 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
§ 3. De bedoelde beroepsloopbaanonderbreking duurt een maand en kan § 3. De bedoelde beroepsloopbaanonderbreking duurt een maand en kan
éénmaal verlengd worden met een periode van een maand omwille van éénmaal verlengd worden met een periode van een maand omwille van
dezelfde gebeurtenis. dezelfde gebeurtenis.
HOOFDSTUK V. - Gemeenschappelijke bepalingen HOOFDSTUK V. - Gemeenschappelijke bepalingen
Sectie 1. - Aanvraag Sectie 1. - Aanvraag

Art. 7.§ 1. De werkman die wenst gebruik te maken van het recht op

Art. 7.§ 1. De werkman die wenst gebruik te maken van het recht op

beroepsloopbaanonderbreking gedefinieerd in artikel 3 en artikel 7 van beroepsloopbaanonderbreking gedefinieerd in artikel 3 en artikel 7 van
deze collectieve arbeidsovereenkomst, brengt één maand voor de deze collectieve arbeidsovereenkomst, brengt één maand voor de
effectieve beroepsloopbaanonderbreking zijn werkgever hiervan effectieve beroepsloopbaanonderbreking zijn werkgever hiervan
schriftelijk op de hoogte. schriftelijk op de hoogte.
Hij stelt zijn werkgever in kennis van de datum waarop de onderbreking Hij stelt zijn werkgever in kennis van de datum waarop de onderbreking
van de beroepsloopbaan ingaat alsook van de duur van de onderbreking. van de beroepsloopbaan ingaat alsook van de duur van de onderbreking.
§ 2. De aanvraag voor de onderbrekingsvergoeding gebeurt door de § 2. De aanvraag voor de onderbrekingsvergoeding gebeurt door de
werkman binnen de dertig dagen na de onderbreking, bij aangetekende werkman binnen de dertig dagen na de onderbreking, bij aangetekende
brief aan het gewestelijk bureau van de Rijksdienst voor brief aan het gewestelijk bureau van de Rijksdienst voor
arbeidsvoorziening. arbeidsvoorziening.
Sectie 2. - Schorsing van de arbeidsovereenkomst en bescherming tegen Sectie 2. - Schorsing van de arbeidsovereenkomst en bescherming tegen
ontslag ontslag

Art. 8.§ 1. Tijdens de duur van de beroepsloopbaanonderbreking is de

Art. 8.§ 1. Tijdens de duur van de beroepsloopbaanonderbreking is de

arbeidsovereenkomst geschorst. Behoudens in het geval van "dringende arbeidsovereenkomst geschorst. Behoudens in het geval van "dringende
reden" of "voldoende reden", mag de werkgever de arbeidsovereenkomst reden" of "voldoende reden", mag de werkgever de arbeidsovereenkomst
niet eenzijdig verbreken tijdens de periode die aanvangt drie maanden niet eenzijdig verbreken tijdens de periode die aanvangt drie maanden
voor de aanvangsdatum van de beroepsloopbaanonderbreking en die voor de aanvangsdatum van de beroepsloopbaanonderbreking en die
eindigt drie maanden na de einddatum van de eindigt drie maanden na de einddatum van de
beroepsloopbaanonderbreking. beroepsloopbaanonderbreking.
§ 2. Als "voldoende reden" geldt een door de rechter als zodanig § 2. Als "voldoende reden" geldt een door de rechter als zodanig
bevonden reden waarvan de aard en de oorsprong vreemd zijn aan de in bevonden reden waarvan de aard en de oorsprong vreemd zijn aan de in
deze collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde schorsing. deze collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde schorsing.
§ 3. Eventuele inbreuken op dit verbod geven aanleiding tot het § 3. Eventuele inbreuken op dit verbod geven aanleiding tot het
betalen door de werkgever van een "forfaitaire vergoeding" ten belope betalen door de werkgever van een "forfaitaire vergoeding" ten belope
van zes maanden loon, onverminderd de vergoedingen die bij een van zes maanden loon, onverminderd de vergoedingen die bij een
verbreking van de arbeidsovereenkomst aan de werkman moeten worden verbreking van de arbeidsovereenkomst aan de werkman moeten worden
betaald. betaald.
§ 4. Deze "forfaitaire vergoeding" mag niet worden gecumuleerd met de § 4. Deze "forfaitaire vergoeding" mag niet worden gecumuleerd met de
vergoeding bedoeld bij artikel 63 van de wet van 3 juli 1978 op de vergoeding bedoeld bij artikel 63 van de wet van 3 juli 1978 op de
arbeidsovereenkomsten, met de vergoeding ingeval van ontslag tijdens arbeidsovereenkomsten, met de vergoeding ingeval van ontslag tijdens
een aangekondigde periode van zwangerschap, en met de vergoeding een aangekondigde periode van zwangerschap, en met de vergoeding
voorzien bij artikel 21, § 7, van de wet van 20 september 1948 voorzien bij artikel 21, § 7, van de wet van 20 september 1948
houdende organisatie van het bedrijfsleven, bij artikel 1bis, § 7, van houdende organisatie van het bedrijfsleven, bij artikel 1bis, § 7, van
de wet van 10 juni 1952, betreffende de gezondheid en de veiligheid de wet van 10 juni 1952, betreffende de gezondheid en de veiligheid
van de werknemers, alsmede de salubriteit van het werk en van de van de werknemers, alsmede de salubriteit van het werk en van de
werkplaatsen, of de vergoeding die moet worden betaald ingeval een werkplaatsen, of de vergoeding die moet worden betaald ingeval een
vakbondsafgevaardigde wordt ontslagen. vakbondsafgevaardigde wordt ontslagen.
Sectie 3. - Regels bij terugkeer na de beroepsloopbaanonderbreking Sectie 3. - Regels bij terugkeer na de beroepsloopbaanonderbreking

Art. 9.Bij zijn terugkeer na de beroepsloopbaanonderbreking wordt de

Art. 9.Bij zijn terugkeer na de beroepsloopbaanonderbreking wordt de

werknemer terug opgenomen in zijn vroegere functie en op zijn vroegere werknemer terug opgenomen in zijn vroegere functie en op zijn vroegere
werkpost, behoudens in geval van overmacht. werkpost, behoudens in geval van overmacht.
De beroepsloopbaanonderbreking, voorzien in artikel 3 en in artikel 7, De beroepsloopbaanonderbreking, voorzien in artikel 3 en in artikel 7,
schorst de optelling van de door de werknemer bereikte dienstjaren in schorst de optelling van de door de werknemer bereikte dienstjaren in
de onderneming of in de bedrijfstak. de onderneming of in de bedrijfstak.
Sectie 4. - Vervangingsplicht Sectie 4. - Vervangingsplicht

Art. 10.Met uitzondering van het recht op loopbaanonderbreking

Art. 10.Met uitzondering van het recht op loopbaanonderbreking

bedoeld in artikel 7, is de werkgever ertoe gehouden de werkman die bedoeld in artikel 7, is de werkgever ertoe gehouden de werkman die
zijn loopbaan onderbreekt te vervangen door een volledig vergoede of zijn loopbaan onderbreekt te vervangen door een volledig vergoede of
een daarmee gelijkgestelde werkloze. Hiertoe sluit hij tussen de een daarmee gelijkgestelde werkloze. Hiertoe sluit hij tussen de
dertigste kalenderdag vóór het begin van de schorsing en de vijftiende dertigste kalenderdag vóór het begin van de schorsing en de vijftiende
kalenderdag erna een arbeidsovereenkomst ter vervanging van de werkman kalenderdag erna een arbeidsovereenkomst ter vervanging van de werkman
in beroepsloopbaanonderbreking. in beroepsloopbaanonderbreking.
Bij de volledige onderbreking van de beroepsloopbaan dient het Bij de volledige onderbreking van de beroepsloopbaan dient het
werkrooster van de vervanger gemiddeld ten minste hetzelfde aantal werkrooster van de vervanger gemiddeld ten minste hetzelfde aantal
arbeidsuren per arbeidscyclus te omvatten als dat van de arbeidsuren per arbeidscyclus te omvatten als dat van de
loopbaanonderbreker. loopbaanonderbreker.

Art. 11.De organisatieregels met betrekking tot de toepassing van het

Art. 11.De organisatieregels met betrekking tot de toepassing van het

recht bedoeld in artikel 3 en artikel 7 van deze overeenkomst worden recht bedoeld in artikel 3 en artikel 7 van deze overeenkomst worden
vastgelegd door de ondernemingsraad, bij ontstentenis in vastgelegd door de ondernemingsraad, bij ontstentenis in
gemeenschappelijk overleg tussen de werkgever en de gemeenschappelijk overleg tussen de werkgever en de
vakbondsafvaardiging, bij ontstentenis in gemeenschappelijk overleg vakbondsafvaardiging, bij ontstentenis in gemeenschappelijk overleg
tussen de werkgever en de betrokken werknemers. tussen de werkgever en de betrokken werknemers.
HOOFDSTUK VI. - Geldigheid HOOFDSTUK VI. - Geldigheid

Art. 12.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met

Art. 12.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met

ingang van 1 januari 1997 en houdt op van kracht te zijn op 31 ingang van 1 januari 1997 en houdt op van kracht te zijn op 31
december 1998. december 1998.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 26 april Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 26 april
2000. 2000.
De Minister van Werkgelegenheid, De Minister van Werkgelegenheid,
Mevr. L. ONKELINX Mevr. L. ONKELINX
^