← Terug naar  "Koninklijk besluit tot vaststelling van het presentiegeld toe te kennen aan de voorzitter, de ondervoorzitters en de leden van de Commissie voor hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden "
                    
                        
                        
                
              | Koninklijk besluit tot vaststelling van het presentiegeld toe te kennen aan de voorzitter, de ondervoorzitters en de leden van de Commissie voor hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden | Koninklijk besluit tot vaststelling van het presentiegeld toe te kennen aan de voorzitter, de ondervoorzitters en de leden van de Commissie voor hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden | 
|---|---|
| MINISTERIE VAN JUSTITIE | MINISTERIE VAN JUSTITIE | 
| 26 APRIL 1999. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het | 26 APRIL 1999. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het | 
| presentiegeld toe te kennen aan de voorzitter, de ondervoorzitters en | presentiegeld toe te kennen aan de voorzitter, de ondervoorzitters en | 
| de leden van de Commissie voor hulp aan slachtoffers van opzettelijke | de leden van de Commissie voor hulp aan slachtoffers van opzettelijke | 
| gewelddaden | gewelddaden | 
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, | 
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | 
| Gelet op de wet van 1 augustus 1985 houdende fiscale en andere | Gelet op de wet van 1 augustus 1985 houdende fiscale en andere | 
| bepalingen, inzonderheid op artikel 30, § 4 en op artikel 34, § 7; | bepalingen, inzonderheid op artikel 30, § 4 en op artikel 34, § 7; | 
| Gelet op het koninklijk besluit van 18 december 1986 betreffende de | Gelet op het koninklijk besluit van 18 december 1986 betreffende de | 
| Commissie voor hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden, | Commissie voor hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden, | 
| inzonderheid artikel 7; | inzonderheid artikel 7; | 
| Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 20 | Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 20 | 
| oktober 1998; | oktober 1998; | 
| Gelet op het akkoord van onze Minister van Begroting, gegeven op 7 | Gelet op het akkoord van onze Minister van Begroting, gegeven op 7 | 
| januari 1999; | januari 1999; | 
| Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari | Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari | 
| 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli | 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli | 
| 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; | 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; | 
| Gelet op de dringende noodzakelijkheid; | Gelet op de dringende noodzakelijkheid; | 
| Overwegende dat het huidige bedrag van de presentiegelden veel te laag | Overwegende dat het huidige bedrag van de presentiegelden veel te laag | 
| is in verhouding tot de te verrichten werkzaamheden door de leden van | is in verhouding tot de te verrichten werkzaamheden door de leden van | 
| de commissie voor hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden | de commissie voor hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden | 
| en dat het bijgevolg zeer moeilijk is leden te vinden die willen | en dat het bijgevolg zeer moeilijk is leden te vinden die willen | 
| zetelen in vermelde commissie; | zetelen in vermelde commissie; | 
| Overwegende dat er momenteel een grote achterstand is ontstaan in de | Overwegende dat er momenteel een grote achterstand is ontstaan in de | 
| dossiers, die dringend dient ingehaald te worden; | dossiers, die dringend dient ingehaald te worden; | 
| Op de voordracht van Onze Minister van Justitie en gelet op het advies | Op de voordracht van Onze Minister van Justitie en gelet op het advies | 
| van Onze in Raad vergaderde Ministers, | van Onze in Raad vergaderde Ministers, | 
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | 
| Artikel 1.Het presentiegeld toe te kennen aan de voorzitter, de | Artikel 1.Het presentiegeld toe te kennen aan de voorzitter, de | 
| ondervoorzitters en de leden van de Commissie voor hulp aan | ondervoorzitters en de leden van de Commissie voor hulp aan | 
| slachtoffers van opzettelijke gewelddaden is vastgesteld al volgt : | slachtoffers van opzettelijke gewelddaden is vastgesteld al volgt : | 
| Voorzitter : 2 000 frank. | Voorzitter : 2 000 frank. | 
| Ondervoorzitters : 1 800 frank. | Ondervoorzitters : 1 800 frank. | 
| Leden : 1 650 frank, | Leden : 1 650 frank, | 
| per rechtszitting van minstens twee uren. | per rechtszitting van minstens twee uren. | 
| Indien de rechtszitting minder dan twee uren duurt, wordt de helft van | Indien de rechtszitting minder dan twee uren duurt, wordt de helft van | 
| het bepaalde bedrag toegekend. | het bepaalde bedrag toegekend. | 
| Ambtenaren die lid zijn van de Commissie ontvangen het presentiegeld | Ambtenaren die lid zijn van de Commissie ontvangen het presentiegeld | 
| uitsluitend voor vergaderingen die buiten de diensturen plaatshebben. | uitsluitend voor vergaderingen die buiten de diensturen plaatshebben. | 
| Art. 2.De mobiliteitsregeling die geldt voor de wedden van het | Art. 2.De mobiliteitsregeling die geldt voor de wedden van het | 
| personeel der ministeries, geldt ook voor de presentiegelden bedoeld | personeel der ministeries, geldt ook voor de presentiegelden bedoeld | 
| in artikel 1. | in artikel 1. | 
| Art. 3.Het koninklijk besluit van 29 juli 1988 tot vaststelling van | Art. 3.Het koninklijk besluit van 29 juli 1988 tot vaststelling van | 
| het presentiegeld toe te kennen aan de voorzitter, de ondervoorzitter | het presentiegeld toe te kennen aan de voorzitter, de ondervoorzitter | 
| en de leden van de Commissie voor hulp aan slachtoffers van | en de leden van de Commissie voor hulp aan slachtoffers van | 
| opzettelijke gewelddaden, wordt opgeheven. | opzettelijke gewelddaden, wordt opgeheven. | 
| Art. 4.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit | Art. 4.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit | 
| besluit. | besluit. | 
| Gegeven te Brussel, 26 april 1999. | Gegeven te Brussel, 26 april 1999. | 
| ALBERT | ALBERT | 
| Van Koningswege : | Van Koningswege : | 
| De Minister van Justitie, | De Minister van Justitie, | 
| T. VAN PARYS | T. VAN PARYS |