| Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 maart 2000, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, betreffende de buitengewone bijdrage aan het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de sector der elektriciens" voor de eindejaarspremie | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 maart 2000, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, betreffende de buitengewone bijdrage aan het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de sector der elektriciens" voor de eindejaarspremie |
|---|---|
| MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID | MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID |
| 25 SEPTEMBER 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend | 25 SEPTEMBER 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend |
| wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 maart 2000, | wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 maart 2000, |
| gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie | gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie |
| en distributie, betreffende de buitengewone bijdrage aan het "Fonds | en distributie, betreffende de buitengewone bijdrage aan het "Fonds |
| voor bestaanszekerheid voor de sector der elektriciens" voor de | voor bestaanszekerheid voor de sector der elektriciens" voor de |
| eindejaarspremie (1) | eindejaarspremie (1) |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
| 28; | 28; |
| Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de elektriciens : | Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de elektriciens : |
| installatie en distributie; | installatie en distributie; |
| Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, | Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
| overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 13 maart 2000, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 13 maart 2000, |
| gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie | gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie |
| en distributie, betreffende de buitengewone bijdrage aan het "Fonds | en distributie, betreffende de buitengewone bijdrage aan het "Fonds |
| voor bestaanszekerheid voor de sector der elektriciens" voor de | voor bestaanszekerheid voor de sector der elektriciens" voor de |
| eindejaarspremie. | eindejaarspremie. |
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
| van dit besluit. | van dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 25 september 2002. | Gegeven te Brussel, 25 september 2002. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Werkgelegenheid, | De Minister van Werkgelegenheid, |
| Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
| Bijlage | Bijlage |
| Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie | Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie |
| Collectieve arbeidsovereenkomst van 13 maart 2000 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 13 maart 2000 |
| Buitengewone bijdrage aan het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de | Buitengewone bijdrage aan het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de |
| sector der elektriciens" voor de eindejaarspremie (Overeenkomst | sector der elektriciens" voor de eindejaarspremie (Overeenkomst |
| geregistreerd op 3 oktober 2001 onder het nummer 59139/CO/149.01) | geregistreerd op 3 oktober 2001 onder het nummer 59139/CO/149.01) |
| HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
| de werkgevers, de werklieden en de werksters van de ondernemingen die | de werkgevers, de werklieden en de werksters van de ondernemingen die |
| ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de elektriciens : | ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de elektriciens : |
| installatie en distributie, maar met uitzondering van de ondernemingen | installatie en distributie, maar met uitzondering van de ondernemingen |
| die aangesloten zijn bij de Federatie van de Elektriciteit en de | die aangesloten zijn bij de Federatie van de Elektriciteit en de |
| Elektronika (FEE) of bij de beroepsvereniging van de Radio- en | Elektronika (FEE) of bij de beroepsvereniging van de Radio- en |
| Televisiedistributie (RTD). | Televisiedistributie (RTD). |
Art. 2.Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst, |
Art. 2.Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst, |
| wordt onder "werklieden" verstaan : de werklieden of de werksters. | wordt onder "werklieden" verstaan : de werklieden of de werksters. |
| HOOFDSTUK II. - Bijdrage aan het fonds voor bestaanszekerheid voor de | HOOFDSTUK II. - Bijdrage aan het fonds voor bestaanszekerheid voor de |
| eindejaarspremie | eindejaarspremie |
Art. 3.In overeenstemming met de bepalingen van artikel 4, § 3, van |
Art. 3.In overeenstemming met de bepalingen van artikel 4, § 3, van |
| de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 oktober 1999 betreffende de | de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 oktober 1999 betreffende de |
| eindejaarspremie - algemeen regime (Belgisch Staatsblad van 8 | eindejaarspremie - algemeen regime (Belgisch Staatsblad van 8 |
| september 2001), wordt de totale bijdrage van de werkgevers bepaald op | september 2001), wordt de totale bijdrage van de werkgevers bepaald op |
| 12,79 pct. van de brutolonen van de werklieden om de financiering van | 12,79 pct. van de brutolonen van de werklieden om de financiering van |
| de eindejaarspremie te verzekeren. | de eindejaarspremie te verzekeren. |
Art. 4.Deze totale bijdrage van 12,79 pct. is gebaseerd op een |
Art. 4.Deze totale bijdrage van 12,79 pct. is gebaseerd op een |
| basisbijdrage van 7,80 pct. in overeenstemming met artikel 4, § 2, van | basisbijdrage van 7,80 pct. in overeenstemming met artikel 4, § 2, van |
| de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 oktober 1999 betreffende de | de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 oktober 1999 betreffende de |
| eindejaarspremie - algemeen regime (Belgisch Staatsblad van 8 | eindejaarspremie - algemeen regime (Belgisch Staatsblad van 8 |
| september 2001), en in overeenstemming met artikel 23.2, § 3, van de | september 2001), en in overeenstemming met artikel 23.2, § 3, van de |
| collectieve arbeidsovereenkomst van 18 oktober 1999 betreffende de | collectieve arbeidsovereenkomst van 18 oktober 1999 betreffende de |
| statuten van het Fonds voor bestaanszekerheid en houdt rekening met de | statuten van het Fonds voor bestaanszekerheid en houdt rekening met de |
| verschuldigde patronale RSZ-bijdrage. | verschuldigde patronale RSZ-bijdrage. |
| HOOFDSTUK III. - Inning en invordering | HOOFDSTUK III. - Inning en invordering |
Art. 5.De inning en de invordering van de bijdragen worden door de |
Art. 5.De inning en de invordering van de bijdragen worden door de |
| Rijksdienst voor Sociale Zekerheid verzekerd bij toepassing van | Rijksdienst voor Sociale Zekerheid verzekerd bij toepassing van |
| artikel 7 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de Fondsen voor | artikel 7 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de Fondsen voor |
| bestaanszekerheid. | bestaanszekerheid. |
| HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen | HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen |
Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve |
Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve |
| arbeidsovereenkomst van 21 januari 1997 betreffende de buitengewone | arbeidsovereenkomst van 21 januari 1997 betreffende de buitengewone |
| supplementaire bijdrage aan het fonds (geregistreerd onder het nummer | supplementaire bijdrage aan het fonds (geregistreerd onder het nummer |
| 43897/CO/149.01). | 43897/CO/149.01). |
Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
| april 2000 en geldt voor onbepaalde duur. | april 2000 en geldt voor onbepaalde duur. |
| Zij kan door één van de partijen worden opgezegd met een opzeg van zes | Zij kan door één van de partijen worden opgezegd met een opzeg van zes |
| maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de | maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de |
| voorzitter van het Paritair Subcomité voor de elektriciens : | voorzitter van het Paritair Subcomité voor de elektriciens : |
| installatie en distributie. | installatie en distributie. |
| Deze opzeg kan ten vroegste ingaan op 1 januari 2002. | Deze opzeg kan ten vroegste ingaan op 1 januari 2002. |
| Indien één van de partijen wenst over te gaan tot de opzeg van deze | Indien één van de partijen wenst over te gaan tot de opzeg van deze |
| collectieve arbeidsovereenkomst, verbindt deze partij er zich toe drie | collectieve arbeidsovereenkomst, verbindt deze partij er zich toe drie |
| maanden voordat de opzeg effectief kan ingaan alle partijen bij elkaar | maanden voordat de opzeg effectief kan ingaan alle partijen bij elkaar |
| te brengen om de redenen van de opzeg toe te lichten en tegelijkertijd | te brengen om de redenen van de opzeg toe te lichten en tegelijkertijd |
| amendementsvoorstellen in te dienen en te bespreken. | amendementsvoorstellen in te dienen en te bespreken. |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 25 | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 25 |
| september 2002. | september 2002. |
| De Minister van Werkgelegenheid, | De Minister van Werkgelegenheid, |
| Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |