| Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juli 2017, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen, betreffende de permanente vorming | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juli 2017, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen, betreffende de permanente vorming |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
| 25 MAART 2018. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 25 MAART 2018. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
| verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juli 2017, gesloten | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juli 2017, gesloten |
| in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen, | in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen, |
| betreffende de permanente vorming (1) | betreffende de permanente vorming (1) |
| FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
| 28; | 28; |
| Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden van de | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden van de |
| non-ferro metalen; | non-ferro metalen; |
| Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
| overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juli 2017, gesloten | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juli 2017, gesloten |
| in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen, | in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen, |
| betreffende de permanente vorming. | betreffende de permanente vorming. |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
| dit besluit. | dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 25 maart 2018. | Gegeven te Brussel, 25 maart 2018. |
| FILIP | FILIP |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| K. PEETERS | K. PEETERS |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
| Bijlage | Bijlage |
| Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen | Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen |
| Collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juli 2017 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juli 2017 |
| Permanente vorming | Permanente vorming |
| (Overeenkomst geregistreerd op 27 september 2017 onder het nummer | (Overeenkomst geregistreerd op 27 september 2017 onder het nummer |
| 141618/CO/224) | 141618/CO/224) |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
| de ondernemingen die afhangen van het Paritair Comité voor de | de ondernemingen die afhangen van het Paritair Comité voor de |
| bedienden van de non-ferro metalen en op de bedienden die zij | bedienden van de non-ferro metalen en op de bedienden die zij |
| tewerkstellen. | tewerkstellen. |
| Onder "bedienden" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke | Onder "bedienden" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke |
| bedienden bedoeld in de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 | bedienden bedoeld in de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 |
| december 2001 houdende de functieclassificatie voor bedienden. | december 2001 houdende de functieclassificatie voor bedienden. |
Art. 2.De ondertekenende partijen onderschrijven de noodzaak van |
Art. 2.De ondertekenende partijen onderschrijven de noodzaak van |
| permanente vorming als middel tot verhoging van de competentie van de | permanente vorming als middel tot verhoging van de competentie van de |
| bedienden en bijgevolg van de ondernemingen. | bedienden en bijgevolg van de ondernemingen. |
Art. 3.Om de interprofessionele opleidingsdoelstelling van artikel 11 |
Art. 3.Om de interprofessionele opleidingsdoelstelling van artikel 11 |
| van de wet van 5 maart 2017 betreffende werkbaar en wendbaar werk te | van de wet van 5 maart 2017 betreffende werkbaar en wendbaar werk te |
| realiseren, verlengt de sector de collectieve arbeidsovereenkomsten | realiseren, verlengt de sector de collectieve arbeidsovereenkomsten |
| van 8 juli 2013 (registratienummer 116291/CO/224) gesloten voor de | van 8 juli 2013 (registratienummer 116291/CO/224) gesloten voor de |
| periode 2013-2014 en van 7 december 2015 (registratienummer | periode 2013-2014 en van 7 december 2015 (registratienummer |
| 132635/CO/224) gesloten voor de periode 2015-2016. | 132635/CO/224) gesloten voor de periode 2015-2016. |
Art. 4.De vormingsinspanning van elke onderneming afzonderlijk |
Art. 4.De vormingsinspanning van elke onderneming afzonderlijk |
| bedraagt zowel in 2017 als in 2018 minstens 1,7 pct. van de totale | bedraagt zowel in 2017 als in 2018 minstens 1,7 pct. van de totale |
| jaarlijkse bruto loonmassa, hetzij een gemiddelde van 3 dagen | jaarlijkse bruto loonmassa, hetzij een gemiddelde van 3 dagen |
| opleiding per voltijds equivalent per jaar. | opleiding per voltijds equivalent per jaar. |
| Deze vormingsinspanningen worden verhoogd volgens volgend groeipad : | Deze vormingsinspanningen worden verhoogd volgens volgend groeipad : |
| een gemiddelde van 4 dagen opleiding per voltijds equivalent per jaar | een gemiddelde van 4 dagen opleiding per voltijds equivalent per jaar |
| in 2019-2020 en een gemiddelde van 5 dagen opleiding per voltijds | in 2019-2020 en een gemiddelde van 5 dagen opleiding per voltijds |
| equivalent per jaar vanaf 2021. | equivalent per jaar vanaf 2021. |
| De opleidingen die in aanmerking komen om deze norm te behalen zijn de | De opleidingen die in aanmerking komen om deze norm te behalen zijn de |
| formele en informele opleidingen zoals gedefinieerd in artikel 9, a) | formele en informele opleidingen zoals gedefinieerd in artikel 9, a) |
| en b) van de wet van 5 maart 2017 betreffende werkbaar en wendbaar | en b) van de wet van 5 maart 2017 betreffende werkbaar en wendbaar |
| werk. | werk. |
Art. 5.§ 1. De ondernemingen zullen jaarlijks een |
Art. 5.§ 1. De ondernemingen zullen jaarlijks een |
| bedrijfsopleidingsplan opstellen telkens vóór 1 april van het | bedrijfsopleidingsplan opstellen telkens vóór 1 april van het |
| desbetreffend jaar. | desbetreffend jaar. |
| In de bedrijfsopleidingsplannen zal zoveel mogelijk aandacht | In de bedrijfsopleidingsplannen zal zoveel mogelijk aandacht |
| geschonken worden aan alle bediendecategorieën, ook aan de bedienden | geschonken worden aan alle bediendecategorieën, ook aan de bedienden |
| van 50 jaar en ouder. | van 50 jaar en ouder. |
| In dit verband zal de ondernemingsraad, of zo nodig de | In dit verband zal de ondernemingsraad, of zo nodig de |
| bediendevertegenwoordiging in de ondernemingsraad, in toepassing van | bediendevertegenwoordiging in de ondernemingsraad, in toepassing van |
| haar opdrachten voorzien bij de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 9 | haar opdrachten voorzien bij de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 9 |
| van 9 maart 1972, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, houdende | van 9 maart 1972, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, houdende |
| ordening van de in de Nationale Arbeidsraad gesloten nationale | ordening van de in de Nationale Arbeidsraad gesloten nationale |
| akkoorden en collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende de | akkoorden en collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende de |
| ondernemingsraden, eveneens geraadpleegd worden. Bij ontstentenis van | ondernemingsraden, eveneens geraadpleegd worden. Bij ontstentenis van |
| een ondernemingsraad zal de vakbondsafvaardiging voor de bedienden | een ondernemingsraad zal de vakbondsafvaardiging voor de bedienden |
| geraadpleegd worden. Voor de ondernemingen zonder syndicale | geraadpleegd worden. Voor de ondernemingen zonder syndicale |
| afvaardiging voor de bedienden zal het bedrijfsopleidingsplan ter | afvaardiging voor de bedienden zal het bedrijfsopleidingsplan ter |
| advies voorgelegd worden aan het paritair comité. | advies voorgelegd worden aan het paritair comité. |
| In alle gevallen zal het opleidingsplan overgemaakt worden voor advies | In alle gevallen zal het opleidingsplan overgemaakt worden voor advies |
| uiterlijk tegen 1 maart van elk kalenderjaar. | uiterlijk tegen 1 maart van elk kalenderjaar. |
| Permanente vorming is een wederzijds engagement zowel van de werkgever | Permanente vorming is een wederzijds engagement zowel van de werkgever |
| als van de bediende. | als van de bediende. |
| Desgevallend zal met de syndicale afvaardiging voor de bedienden | Desgevallend zal met de syndicale afvaardiging voor de bedienden |
| overlegd worden over de sociale afstemming van de opleiding voor | overlegd worden over de sociale afstemming van de opleiding voor |
| individuele gevallen. | individuele gevallen. |
| § 2. Het bedrijfsopleidingsplan betreffende het jaar 2017 | § 2. Het bedrijfsopleidingsplan betreffende het jaar 2017 |
| respectievelijk 2018 en een uittreksel uit het verslag van de | respectievelijk 2018 en een uittreksel uit het verslag van de |
| ondernemingsraad betreffende de raadpleging zullen worden overgemaakt | ondernemingsraad betreffende de raadpleging zullen worden overgemaakt |
| aan Agoria uiterlijk tegen 30 april 2017 respectievelijk 2018. Agoria | aan Agoria uiterlijk tegen 30 april 2017 respectievelijk 2018. Agoria |
| geeft de bedrijfsopleidingsplannen en uittreksels uit de verslagen van | geeft de bedrijfsopleidingsplannen en uittreksels uit de verslagen van |
| de ondernemingsraden door aan de werknemersorganisaties. Op dezelfde | de ondernemingsraden door aan de werknemersorganisaties. Op dezelfde |
| wijze zal de realisatie van het plan uiterlijk tegen het einde van het | wijze zal de realisatie van het plan uiterlijk tegen het einde van het |
| eerste kwartaal na afloop van het kalenderjaar 2017 respectievelijk | eerste kwartaal na afloop van het kalenderjaar 2017 respectievelijk |
| 2018 geëvalueerd worden. | 2018 geëvalueerd worden. |
| Op bedrijfsvlak wordt afgesproken welke informatie wordt meegedeeld. | Op bedrijfsvlak wordt afgesproken welke informatie wordt meegedeeld. |
| § 3. Tenzij de raad van bestuur van de VZW "Tewerkstellings- en | § 3. Tenzij de raad van bestuur van de VZW "Tewerkstellings- en |
| opleidingsfonds voor de bedienden van de non-ferro sector" er anders | opleidingsfonds voor de bedienden van de non-ferro sector" er anders |
| over beslist, zal een financiële ondersteuning van tewerkstellings- en | over beslist, zal een financiële ondersteuning van tewerkstellings- en |
| opleidingsinitiatieven ten gunste van de risicogroepen vanuit de VZW | opleidingsinitiatieven ten gunste van de risicogroepen vanuit de VZW |
| "Tewerkstellings- en opleidingsfonds voor de bedienden van de | "Tewerkstellings- en opleidingsfonds voor de bedienden van de |
| non-ferro sector" slechts kunnen verleend worden indien de betrokken | non-ferro sector" slechts kunnen verleend worden indien de betrokken |
| onderneming tijdig een bedrijfsopleidingsplan heeft opgesteld waarin | onderneming tijdig een bedrijfsopleidingsplan heeft opgesteld waarin |
| tevens de opleidingsinitiatieven ten gunste van risicogroepen zijn | tevens de opleidingsinitiatieven ten gunste van risicogroepen zijn |
| opgenomen en dat door de ondernemingsraad of, bij ontstentenis, door | opgenomen en dat door de ondernemingsraad of, bij ontstentenis, door |
| de syndicale afvaardiging voor de bedienden, bij toepassing van dit | de syndicale afvaardiging voor de bedienden, bij toepassing van dit |
| artikel gunstig werd geadviseerd. | artikel gunstig werd geadviseerd. |
| Daarboven wordt voor de onderneming die hetzij geen | Daarboven wordt voor de onderneming die hetzij geen |
| bedrijfsopleidingsplan heeft opgesteld, hetzij de ondernemingsraad | bedrijfsopleidingsplan heeft opgesteld, hetzij de ondernemingsraad |
| niet heeft geraadpleegd overeenkomstig dit artikel, de bijdrage voor | niet heeft geraadpleegd overeenkomstig dit artikel, de bijdrage voor |
| de risicogroepen zoals bepaald in artikel 2 van de collectieve | de risicogroepen zoals bepaald in artikel 2 van de collectieve |
| arbeidsovereenkomst van 23 november 2015 betreffende de | arbeidsovereenkomst van 23 november 2015 betreffende de |
| tewerkstellings- en opleidingsinitiatieven ten gunste van de | tewerkstellings- en opleidingsinitiatieven ten gunste van de |
| risicogroepen voor het betrokken kalenderjaar verhoogd met 0,05 pct.. | risicogroepen voor het betrokken kalenderjaar verhoogd met 0,05 pct.. |
Art. 6.De bedienden met statuut van uitzendkracht die minstens 1 jaar |
Art. 6.De bedienden met statuut van uitzendkracht die minstens 1 jaar |
| ononderbroken in de onderneming hebben gewerkt, genieten een | ononderbroken in de onderneming hebben gewerkt, genieten een |
| gelijkwaardig recht op vorming als de vaste werknemers. | gelijkwaardig recht op vorming als de vaste werknemers. |
Art. 7.Aan de ondernemingen en de bedienden wordt aanbevolen om |
Art. 7.Aan de ondernemingen en de bedienden wordt aanbevolen om |
| gebruik te maken van de bestaande communicatiekanalen in de | gebruik te maken van de bestaande communicatiekanalen in de |
| onderneming of andere contacten met de hiërarchische lijn, teneinde de | onderneming of andere contacten met de hiërarchische lijn, teneinde de |
| individuele functiegerichte vorming van de bediende bespreekbaar te | individuele functiegerichte vorming van de bediende bespreekbaar te |
| maken. | maken. |
Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met |
Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met |
| ingang van 1 januari 2017 en is gesloten voor onbepaalde duur, met | ingang van 1 januari 2017 en is gesloten voor onbepaalde duur, met |
| uitzondering van de artikelen 2, 3, 4, 5, § 2, 5, § 3 en 7 die buiten | uitzondering van de artikelen 2, 3, 4, 5, § 2, 5, § 3 en 7 die buiten |
| werking treden op 31 december 2018. | werking treden op 31 december 2018. |
| Zij kan door één van de ondertekenende organisaties worden opgezegd | Zij kan door één van de ondertekenende organisaties worden opgezegd |
| met een opzegtermijn van drie maanden, betekend bij aangetekende | met een opzegtermijn van drie maanden, betekend bij aangetekende |
| brief, gericht aan de voorzitter van het paritair comité en aan elk | brief, gericht aan de voorzitter van het paritair comité en aan elk |
| van de ondertekenende organisaties. | van de ondertekenende organisaties. |
| Zij vervangt de bepalingen van hoofdstuk VI, afdeling 2 van de | Zij vervangt de bepalingen van hoofdstuk VI, afdeling 2 van de |
| collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juli 2017, gesloten in het | collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juli 2017, gesloten in het |
| Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen, | Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen, |
| betreffende het protocol van sectoraal akkoord 2017-2018 (2017-10017). | betreffende het protocol van sectoraal akkoord 2017-2018 (2017-10017). |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 25 maart | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 25 maart |
| 2018. | 2018. |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| K. PEETERS | K. PEETERS |