| Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 augustus 2017, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, betreffende het tijdskrediet | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 augustus 2017, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, betreffende het tijdskrediet |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
| 25 MAART 2018. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 25 MAART 2018. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
| verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 augustus 2017, | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 augustus 2017, |
| gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, | gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, |
| betreffende het tijdskrediet (1) | betreffende het tijdskrediet (1) |
| FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
| 28; | 28; |
| Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het kleding- en | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het kleding- en |
| confectiebedrijf; | confectiebedrijf; |
| Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
| overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 29 augustus 2017, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 29 augustus 2017, |
| gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, | gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, |
| betreffende het tijdskrediet. | betreffende het tijdskrediet. |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
| dit besluit. | dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 25 maart 2018. | Gegeven te Brussel, 25 maart 2018. |
| FILIP | FILIP |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| K. PEETERS | K. PEETERS |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
| Bijlage | Bijlage |
| Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf | Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf |
| Collectieve arbeidsovereenkomst van 29 augustus 2017 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 29 augustus 2017 |
| Tijdskrediet | Tijdskrediet |
| (Overeenkomst geregistreerd op 13 oktober 2017 onder het nummer | (Overeenkomst geregistreerd op 13 oktober 2017 onder het nummer |
| 141932/CO/109) | 141932/CO/109) |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
| de werkgevers die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair | de werkgevers die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair |
| Comité voor het kleding- en confectiebedrijf en op de arbeid(st)ers | Comité voor het kleding- en confectiebedrijf en op de arbeid(st)ers |
| die zij tewerkstellen. | die zij tewerkstellen. |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt voor onbepaalde |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt voor onbepaalde |
| tijd afgesloten. Zij treedt in werking op 1 juli 2017 en kan, met een | tijd afgesloten. Zij treedt in werking op 1 juli 2017 en kan, met een |
| opzeggingstermijn van drie maanden, per ter post aangetekend schrijven | opzeggingstermijn van drie maanden, per ter post aangetekend schrijven |
| aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het kleding- en | aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het kleding- en |
| confectiebedrijf en aan de in dit paritair comité vertegenwoordigde | confectiebedrijf en aan de in dit paritair comité vertegenwoordigde |
| organisaties, door één van de ondertekenende partijen worden opgezegd. | organisaties, door één van de ondertekenende partijen worden opgezegd. |
| Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt met ingang van 1 juli | Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt met ingang van 1 juli |
| 2017 de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 maart 2014 betreffende | 2017 de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 maart 2014 betreffende |
| het tijdskrediet (registratienummer 121185/CO/109), gesloten in het | het tijdskrediet (registratienummer 121185/CO/109), gesloten in het |
| Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf. | Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf. |
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst verwijst naar de |
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst verwijst naar de |
| collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van 27 juni 2012 van de | collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van 27 juni 2012 van de |
| Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, | Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, |
| loopbaanvermindering en landingsbanen, laatst aangepast door de | loopbaanvermindering en landingsbanen, laatst aangepast door de |
| collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103ter van 20 december 2016. | collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103ter van 20 december 2016. |
| Zij bevat de sectorale invulling van verschillende bepalingen van de | Zij bevat de sectorale invulling van verschillende bepalingen van de |
| voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 voor de | voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 voor de |
| geldigheidsduur van deze collectieve arbeidsovereenkomst. | geldigheidsduur van deze collectieve arbeidsovereenkomst. |
Art. 4.§ 1. Het bijkomend recht op voltijds tijdskrediet, halftijdse |
Art. 4.§ 1. Het bijkomend recht op voltijds tijdskrediet, halftijdse |
| of 1/5de loopbaanvermindering met motief tot maximaal 51 maanden voor | of 1/5de loopbaanvermindering met motief tot maximaal 51 maanden voor |
| zorgmotieven en 36 maanden voor opleiding bedoeld in artikel 4, § 1 | zorgmotieven en 36 maanden voor opleiding bedoeld in artikel 4, § 1 |
| van de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 kan worden | van de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 kan worden |
| opgenomen door de werknemers bedoeld in artikel 1 van deze collectieve | opgenomen door de werknemers bedoeld in artikel 1 van deze collectieve |
| arbeidsovereenkomst. | arbeidsovereenkomst. |
| § 2. In afwijking van § 1 en in uitvoering van artikel 2, § 3 van de | § 2. In afwijking van § 1 en in uitvoering van artikel 2, § 3 van de |
| collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 kunnen de arbeid(st)ers met | collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 kunnen de arbeid(st)ers met |
| een functie behorend tot loongroep 6 en hoger, bedoeld in de sectorale | een functie behorend tot loongroep 6 en hoger, bedoeld in de sectorale |
| collectieve arbeidsovereenkomst van 4 december 2014 betreffende de | collectieve arbeidsovereenkomst van 4 december 2014 betreffende de |
| functieclassificatie, worden uitgesloten van het toepassingsgebied van | functieclassificatie, worden uitgesloten van het toepassingsgebied van |
| de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103. | de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103. |
| Van deze regel kan worden afgeweken op het vlak van de individuele | Van deze regel kan worden afgeweken op het vlak van de individuele |
| onderneming, na bespreking van de arbeidsorganisatorische | onderneming, na bespreking van de arbeidsorganisatorische |
| noodwendigheden. De werkgever kan recht op uitstel inroepen wanneer | noodwendigheden. De werkgever kan recht op uitstel inroepen wanneer |
| vervanging noodzakelijk is. | vervanging noodzakelijk is. |
| § 3. De leeftijd van 55 jaar, bedoeld in artikel 8 van de voornoemde | § 3. De leeftijd van 55 jaar, bedoeld in artikel 8 van de voornoemde |
| collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103, wordt verlaagd tot 50 jaar | collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103, wordt verlaagd tot 50 jaar |
| mits een beroepsloopbaan van 28 jaar, overeenkomstig de regels | mits een beroepsloopbaan van 28 jaar, overeenkomstig de regels |
| voorzien in artikel 8, § 3 en § 4 van dezelfde collectieve | voorzien in artikel 8, § 3 en § 4 van dezelfde collectieve |
| arbeidsovereenkomst nr. 103. | arbeidsovereenkomst nr. 103. |
Art. 5.De drempel van 5 pct., bedoeld in artikel 16 van de |
Art. 5.De drempel van 5 pct., bedoeld in artikel 16 van de |
| collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103, is gelijk aan 10 pct.. | collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103, is gelijk aan 10 pct.. |
| Deze drempel van 10 pct. vormt geen beletsel voor de arbeid(st)ers die | Deze drempel van 10 pct. vormt geen beletsel voor de arbeid(st)ers die |
| de leeftijd van 54 jaar of ouder hebben bereikt om het recht op een | de leeftijd van 54 jaar of ouder hebben bereikt om het recht op een |
| 1/5de loopbaanvermindering aan te vragen of uit te oefenen op grond | 1/5de loopbaanvermindering aan te vragen of uit te oefenen op grond |
| van de artikelen 3, 4 en 8 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. | van de artikelen 3, 4 en 8 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. |
| 103. Voor deze arbeid(st)ers geldt nochtans wel de regel bepaald in | 103. Voor deze arbeid(st)ers geldt nochtans wel de regel bepaald in |
| artikel 4, § 2 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst, | artikel 4, § 2 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst, |
| evenals de regels bepaald in artikel 14 van de voornoemde collectieve | evenals de regels bepaald in artikel 14 van de voornoemde collectieve |
| arbeidsovereenkomst nr. 103. | arbeidsovereenkomst nr. 103. |
| Voor de berekening van deze grens worden de bepalingen van artikel 16 | Voor de berekening van deze grens worden de bepalingen van artikel 16 |
| van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 toegepast, met dien | van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 toegepast, met dien |
| verstande dat in § 3 van dit artikel de leeftijd van 55 jaar en ouder | verstande dat in § 3 van dit artikel de leeftijd van 55 jaar en ouder |
| dient te worden gelezen als de leeftijd van 54 jaar en ouder. | dient te worden gelezen als de leeftijd van 54 jaar en ouder. |
| Op ondernemingsvlak kan deze grens worden verhoogd mits akkoord van de | Op ondernemingsvlak kan deze grens worden verhoogd mits akkoord van de |
| werkgever en rekening houdend met de mogelijkheden op het vlak van de | werkgever en rekening houdend met de mogelijkheden op het vlak van de |
| arbeidsorganisatie en met de eventuele noodzaak tot vervanging van de | arbeidsorganisatie en met de eventuele noodzaak tot vervanging van de |
| arbeid(st)ers die zich wensen te beroepen op de bedoelde collectieve | arbeid(st)ers die zich wensen te beroepen op de bedoelde collectieve |
| arbeidsovereenkomst. | arbeidsovereenkomst. |
| De ondernemingen kunnen binnen de grens van 10 pct., bedoeld in | De ondernemingen kunnen binnen de grens van 10 pct., bedoeld in |
| onderhavig artikel, een passende verdeling maken tussen verschillende | onderhavig artikel, een passende verdeling maken tussen verschillende |
| categorieën rechthebbenden. | categorieën rechthebbenden. |
| De toepassing van de nieuwe modaliteiten van onderhavig artikel kan, | De toepassing van de nieuwe modaliteiten van onderhavig artikel kan, |
| in ondernemingen waar reeds een bedrijfsakkoord bestaat, onderhandeld | in ondernemingen waar reeds een bedrijfsakkoord bestaat, onderhandeld |
| worden. | worden. |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 25 maart | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 25 maart |
| 2018. | 2018. |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| K. PEETERS | K. PEETERS |