Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 25/05/2000
← Terug naar "Koninklijk besluit tot vaststelling van de rustdagen als vermindering van de arbeidsduur, toegekend aan de werklieden tewerkgesteld door de werkgevers die onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren "
Koninklijk besluit tot vaststelling van de rustdagen als vermindering van de arbeidsduur, toegekend aan de werklieden tewerkgesteld door de werkgevers die onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren Koninklijk besluit tot vaststelling van de rustdagen als vermindering van de arbeidsduur, toegekend aan de werklieden tewerkgesteld door de werkgevers die onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren
MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID
25 MEI 2000. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de rustdagen 25 MEI 2000. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de rustdagen
als vermindering van de arbeidsduur, toegekend aan de werklieden als vermindering van de arbeidsduur, toegekend aan de werklieden
tewerkgesteld door de werkgevers die onder het Paritair Comité voor tewerkgesteld door de werkgevers die onder het Paritair Comité voor
het bouwbedrijf ressorteren (1) het bouwbedrijf ressorteren (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het koninklijk besluit nr. 213 van 26 september 1983 Gelet op het koninklijk besluit nr. 213 van 26 september 1983
betreffende de arbeidsduur in de ondernemingen die onder het Paritair betreffende de arbeidsduur in de ondernemingen die onder het Paritair
Comité voor het bouwbedrijf ressorteren, inzonderheid op artikel 2 Comité voor het bouwbedrijf ressorteren, inzonderheid op artikel 2
vervangen bij de wet van 29 december 1990; vervangen bij de wet van 29 december 1990;
Gelet op het koninklijk besluit van 15 maart 2000 betreffende de Gelet op het koninklijk besluit van 15 maart 2000 betreffende de
arbeidsduurvermindering in de ondernemingen die onder het Paritair arbeidsduurvermindering in de ondernemingen die onder het Paritair
Comité voor het bouwbedrijf ressorteren; Comité voor het bouwbedrijf ressorteren;
Gelet op het advies van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf; Gelet op het advies van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari
1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli
1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid; Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de werklieden en de werkgevers van de bouwsector Overwegende dat de werklieden en de werkgevers van de bouwsector
onverwijld moeten worden verwittigd van de data van de rustdagen die onverwijld moeten worden verwittigd van de data van de rustdagen die
in 2000 moeten toegekend worden voor de vermindering van de in 2000 moeten toegekend worden voor de vermindering van de
arbeidsduur, om zo het werk beter te kunnen organiseren, arbeidsduur, om zo het werk beter te kunnen organiseren,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de werkgevers die onder

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de werkgevers die onder

het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren en op de het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren en op de
werklieden die ze tewerkstellen. werklieden die ze tewerkstellen.

Art. 2.De werklieden, bedoeld in artikel 1, hebben in 2000 recht op

Art. 2.De werklieden, bedoeld in artikel 1, hebben in 2000 recht op

zes rustdagen als volgt vastgesteld : zes rustdagen als volgt vastgesteld :
- 21 april; - 21 april;
- 2 juni; - 2 juni;
- 14 augustus; - 14 augustus;
- 2 november; - 2 november;
- 26 december; - 26 december;
- 27 december. - 27 december.

Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2000.

Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2000.

Art. 4.Onze Minister van Werkgelegenheid en Onze Minister van Sociale

Art. 4.Onze Minister van Werkgelegenheid en Onze Minister van Sociale

Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit
besluit. besluit.
Gegeven te Brussel, 25 mei 2000. Gegeven te Brussel, 25 mei 2000.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Werkgelegenheid, De Minister van Werkgelegenheid,
Mevr. L. ONKELINX Mevr. L. ONKELINX
De Minister van Sociale Zaken, De Minister van Sociale Zaken,
F. VANDENBROUCKE F. VANDENBROUCKE
_______ _______
Nota Nota
(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad :
Koninklijk besluit nr. 213 van 26 september 1983, Belgisch Staatsblad Koninklijk besluit nr. 213 van 26 september 1983, Belgisch Staatsblad
van 7 oktober 1983. van 7 oktober 1983.
Wet van 29 december 1990, Belgisch Staatsblad van 9 januari 1991. Wet van 29 december 1990, Belgisch Staatsblad van 9 januari 1991.
Koninklijk besluit van 15 maart 2000, Belgisch Staatsblad van 28 april Koninklijk besluit van 15 maart 2000, Belgisch Staatsblad van 28 april
2000. 2000.
^