gepubliceerd op 08 juni 2000
Koninklijk besluit tot vaststelling van de rustdagen als vermindering van de arbeidsduur, toegekend aan de werklieden tewerkgesteld door de werkgevers die onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren
25 MEI 2000. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de rustdagen als vermindering van de arbeidsduur, toegekend aan de werklieden tewerkgesteld door de werkgevers die onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het koninklijk besluit nr. 213 van 26 september 1983 betreffende de arbeidsduur in de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren, inzonderheid op artikel 2 vervangen bij de wet van 29 december 1990;
Gelet op het koninklijk besluit van 15 maart 2000 betreffende de arbeidsduurvermindering in de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren;
Gelet op het advies van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de werklieden en de werkgevers van de bouwsector onverwijld moeten worden verwittigd van de data van de rustdagen die in 2000 moeten toegekend worden voor de vermindering van de arbeidsduur, om zo het werk beter te kunnen organiseren, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de werkgevers die onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren en op de werklieden die ze tewerkstellen.
Art. 2.De werklieden, bedoeld in artikel 1, hebben in 2000 recht op zes rustdagen als volgt vastgesteld : - 21 april; - 2 juni; - 14 augustus; - 2 november; - 26 december; - 27 december.
Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2000.
Art. 4.Onze Minister van Werkgelegenheid en Onze Minister van Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 25 mei 2000.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Koninklijk besluit nr.213 van 26 september 1983, Belgisch Staatsblad van 7 oktober 1983.
Wet van 29 december 1990, Belgisch Staatsblad van 9 januari 1991.
Koninklijk besluit van 15 maart 2000, Belgisch Staatsblad van 28 april 2000.