Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 mei 1995 en 15 oktober 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en vaststelling van zijn statuten | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 mei 1995 en 15 oktober 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en vaststelling van zijn statuten |
---|---|
MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID | MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID |
25 MEI 1999. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 25 MEI 1999. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 mei 1995 en 15 | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 mei 1995 en 15 |
oktober 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het | oktober 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het |
ceramiekbedrijf, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid | ceramiekbedrijf, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid |
en vaststelling van zijn statuten (1) | en vaststelling van zijn statuten (1) |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor | Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor |
bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2; | bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2; |
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
28; | 28; |
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf; | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf; |
Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, | Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 24 mei 1995 en 15 | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 24 mei 1995 en 15 |
oktober 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het | oktober 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het |
ceramiekbedrijf, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid | ceramiekbedrijf, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid |
en vaststelling van zijn statuten. | en vaststelling van zijn statuten. |
Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de |
Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de |
uitvoering van dit besluit. | uitvoering van dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 25 mei 1999. | Gegeven te Brussel, 25 mei 1999. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, | De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, |
Mevr. M. SMET | Mevr. M. SMET |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : |
Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. | Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. |
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Bijlage | Bijlage |
Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf | Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 24 mei 1995 en 15 oktober 1997 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 24 mei 1995 en 15 oktober 1997 |
Oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en vaststelling van | Oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en vaststelling van |
zijn statuten (Overeenkomst geregistreerd op 2 maart 1998 onder het | zijn statuten (Overeenkomst geregistreerd op 2 maart 1998 onder het |
nummer 47238/CO/113) | nummer 47238/CO/113) |
TITEL I. - Oprichting | TITEL I. - Oprichting |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is toepasselijk op de |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is toepasselijk op de |
werkgevers en op de werklieden en werksters, hierna werklieden | werkgevers en op de werklieden en werksters, hierna werklieden |
genoemd, van de ondernemingen welke onder het Paritair Comité voor het | genoemd, van de ondernemingen welke onder het Paritair Comité voor het |
ceramiekbedrijf en de Paritaire Subcomité's voor het faiënce- en | ceramiekbedrijf en de Paritaire Subcomité's voor het faiënce- en |
porseleinbedrijf, de sanitaire artikelen en de schuurprodukten en het | porseleinbedrijf, de sanitaire artikelen en de schuurprodukten en het |
ceramisch aardewerk, voor de ondernemingen voor ceramiekbekleding en | ceramisch aardewerk, voor de ondernemingen voor ceramiekbekleding en |
vloertegels, en voor vuurvaste produkten (p.c. 113 en p.s.c. 113.01 - | vloertegels, en voor vuurvaste produkten (p.c. 113 en p.s.c. 113.01 - |
02 - 03). | 02 - 03). |
Art. 2.Het paritair comité en de voorgenoemde paritaire subcomité's |
Art. 2.Het paritair comité en de voorgenoemde paritaire subcomité's |
van het ceramiekbedrijf sluiten, bij toepassing van de wet van 7 | van het ceramiekbedrijf sluiten, bij toepassing van de wet van 7 |
januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid (Belgisch | januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid (Belgisch |
Staatsblad van 7 februari 1958) en de wet van 18 december 1968 tot | Staatsblad van 7 februari 1958) en de wet van 18 december 1968 tot |
uitbreiding van de bevoegdheidsfeer van de fondsen voor | uitbreiding van de bevoegdheidsfeer van de fondsen voor |
bestaanszekerheid (Belgisch Staatsblad van 30 januari 1969), een | bestaanszekerheid (Belgisch Staatsblad van 30 januari 1969), een |
collectieve arbeidsovereenkomst tot oprichting van een fonds voor | collectieve arbeidsovereenkomst tot oprichting van een fonds voor |
bestaanszekerheid, waarvan de statuten hierna worden vastgesteld. | bestaanszekerheid, waarvan de statuten hierna worden vastgesteld. |
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor |
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor |
onbepaalde duur en treedt in werking vanaf 1 april 1995. | onbepaalde duur en treedt in werking vanaf 1 april 1995. |
Zij kan door elk van de partijen worden opgezegd met een | Zij kan door elk van de partijen worden opgezegd met een |
opzeggingstermijn van ten minste zes maanden, betekend bij | opzeggingstermijn van ten minste zes maanden, betekend bij |
aangetekende brief, gericht aan de Voorzitter van het Paritair Comité | aangetekende brief, gericht aan de Voorzitter van het Paritair Comité |
voor het ceramiekbedrijf. | voor het ceramiekbedrijf. |
Zij heft de collectieve arbeidsovereenkomst op gesloten op 24 mei 1995 | Zij heft de collectieve arbeidsovereenkomst op gesloten op 24 mei 1995 |
in het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf, tot oprichting van | in het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf, tot oprichting van |
een fonds voor bestaanszekerheid, geregistreerd ter Griffie van de | een fonds voor bestaanszekerheid, geregistreerd ter Griffie van de |
Dienst van de collectieve arbeidsbetrekkingen op 19 juli 1995 onder | Dienst van de collectieve arbeidsbetrekkingen op 19 juli 1995 onder |
het nummer 38.504/CO/113. | het nummer 38.504/CO/113. |
TITEL II. - Statuten | TITEL II. - Statuten |
HOOFDSTUK - I. Benaming, zetel, doel en duur | HOOFDSTUK - I. Benaming, zetel, doel en duur |
Art. 4.Er wordt vanaf 1 april 1995 een fonds voor bestaanszekerheid |
Art. 4.Er wordt vanaf 1 april 1995 een fonds voor bestaanszekerheid |
opgericht voor de werklieden en werksters tewerkgesteld in de | opgericht voor de werklieden en werksters tewerkgesteld in de |
ondernemingen welke door hun activiteit in België ressorteren onder | ondernemingen welke door hun activiteit in België ressorteren onder |
het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf, genaamd : « Fonds voor | het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf, genaamd : « Fonds voor |
bestaanszekerheid voor het ceramiekbedrijf ». | bestaanszekerheid voor het ceramiekbedrijf ». |
Art. 5.De maatschappelijke zetel van het fonds is gevestigd te 1040 |
Art. 5.De maatschappelijke zetel van het fonds is gevestigd te 1040 |
Brussel, 51, Belliardstraat, Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid. | Brussel, 51, Belliardstraat, Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid. |
Hij kan naar elke andere plaats in België worden overgeplaatst bij | Hij kan naar elke andere plaats in België worden overgeplaatst bij |
beslissing van het paritair comité en/of paritaire subcomité's van het | beslissing van het paritair comité en/of paritaire subcomité's van het |
ceramiekbedrijf bedoeld in artikel 1. | ceramiekbedrijf bedoeld in artikel 1. |
Art. 6.Het fonds heeft tot doel : |
Art. 6.Het fonds heeft tot doel : |
a) te zorgen voor de financiering, de toekenning en de uitkering van | a) te zorgen voor de financiering, de toekenning en de uitkering van |
sociale voordelen vastgesteld door collectieve arbeidsovereenkomsten | sociale voordelen vastgesteld door collectieve arbeidsovereenkomsten |
gesloten in het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf, algemeen | gesloten in het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf, algemeen |
verbindend verklaard bij koninklijk besluit, ten voordele van de | verbindend verklaard bij koninklijk besluit, ten voordele van de |
werklieden en werksters tewerkgesteld in de ondernemingen die | werklieden en werksters tewerkgesteld in de ondernemingen die |
ressorteren onder het voornoemde paritair comité, alsmede voor de | ressorteren onder het voornoemde paritair comité, alsmede voor de |
financiering van de economische, sociale en technische vorming, | financiering van de economische, sociale en technische vorming, |
georganiseerd door de ondertekenaars van deze collectieve | georganiseerd door de ondertekenaars van deze collectieve |
arbeidsovereenkomst, en inzonderheid voor de financiering van | arbeidsovereenkomst, en inzonderheid voor de financiering van |
organisaties van initiatieven voor de opleiding en de tewerkstelling | organisaties van initiatieven voor de opleiding en de tewerkstelling |
ten voordele van de risicogroepen onder de werkzoekenden; | ten voordele van de risicogroepen onder de werkzoekenden; |
b) de tewerkstelling en de arbeidsvoorwaarden van de werklieden en | b) de tewerkstelling en de arbeidsvoorwaarden van de werklieden en |
werksters uit de ondernemingen van deze sector te behartigen en | werksters uit de ondernemingen van deze sector te behartigen en |
bevorderen; | bevorderen; |
c) de bijdragen die nodig zijn voor de werking van het fonds te innen | c) de bijdragen die nodig zijn voor de werking van het fonds te innen |
en in te vorderen. | en in te vorderen. |
Art. 7.Het fonds wordt opgericht voor onbepaalde tijd. Hij kan |
Art. 7.Het fonds wordt opgericht voor onbepaalde tijd. Hij kan |
slechts bij het sluiten van een collectieve arbeidsovereenkomst | slechts bij het sluiten van een collectieve arbeidsovereenkomst |
getekend in het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf worden | getekend in het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf worden |
ontbonden. | ontbonden. |
HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied |
Art. 8.Deze statuten zijn van toepassing op : |
Art. 8.Deze statuten zijn van toepassing op : |
a) de werkgevers die door hun activiteit in België ressorteren onder | a) de werkgevers die door hun activiteit in België ressorteren onder |
het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf, evenals op de door hen | het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf, evenals op de door hen |
in België tewerkgestelde werklieden en werksters; | in België tewerkgestelde werklieden en werksters; |
b) aan de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité en | b) aan de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité en |
de paritaire subcomité's van het ceramiekbedrijf, te weten : | de paritaire subcomité's van het ceramiekbedrijf, te weten : |
- Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf; | - Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf; |
- Paritair Subcomité voor het faiënce- en het porseleinbedrijf, de | - Paritair Subcomité voor het faiënce- en het porseleinbedrijf, de |
sanitaire artikelen en de schuurprodukten en het ceramisch aardewerk; | sanitaire artikelen en de schuurprodukten en het ceramisch aardewerk; |
- Paritair Subcomité voor de ondernemingen voor ceramiekbekleding en | - Paritair Subcomité voor de ondernemingen voor ceramiekbekleding en |
vloertegels; | vloertegels; |
- Paritair Subcomité voor vuurvaste produkten. | - Paritair Subcomité voor vuurvaste produkten. |
HOOFDSTUK III. - Beheer | HOOFDSTUK III. - Beheer |
Art. 9.Het fonds wordt beheerd door een raad van beheer, paritair |
Art. 9.Het fonds wordt beheerd door een raad van beheer, paritair |
samengesteld uit vertegenwoordigers van de werknemers en | samengesteld uit vertegenwoordigers van de werknemers en |
werkgeversorganisaties. | werkgeversorganisaties. |
Deze raad van beheer bestaat uit 10 effectieve leden, hetzij 5 | Deze raad van beheer bestaat uit 10 effectieve leden, hetzij 5 |
vertegenwoordigers van de werknemers en 5 vertegenwoordigers van de | vertegenwoordigers van de werknemers en 5 vertegenwoordigers van de |
werkgevers. | werkgevers. |
Het mandaat van de leden van de raad van beheer wordt niet vergoed. | Het mandaat van de leden van de raad van beheer wordt niet vergoed. |
Het paritair comité benoemt en ontslaat de leden van de raad van | Het paritair comité benoemt en ontslaat de leden van de raad van |
beheer, rekening houdend met een gelijkwaardige verdeling van de leden | beheer, rekening houdend met een gelijkwaardige verdeling van de leden |
van de paritaire subcomités (effectieve en plaatsvervangende leden). | van de paritaire subcomités (effectieve en plaatsvervangende leden). |
Tien plaatsvervangende leden worden onder de hierboven bepaalde | Tien plaatsvervangende leden worden onder de hierboven bepaalde |
voorwaarden aangewezen om te voorzien in de vervanging van gewone | voorwaarden aangewezen om te voorzien in de vervanging van gewone |
leden die verhinderd zijn. | leden die verhinderd zijn. |
Het mandaat van beheerder van het fonds eindigt terzelfder tijd als | Het mandaat van beheerder van het fonds eindigt terzelfder tijd als |
dat van lid van het paritair comité. In dit geval, worden zij | dat van lid van het paritair comité. In dit geval, worden zij |
vervangen door andere leden van het Paritair Comité voor het | vervangen door andere leden van het Paritair Comité voor het |
ceramiekbedrijf. | ceramiekbedrijf. |
De leden worden benoemd voor een duur gelijk aan deze van hun mandaat | De leden worden benoemd voor een duur gelijk aan deze van hun mandaat |
als lid van het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf. | als lid van het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf. |
Bij overlijden of ontslag van een lid, voorziet het paritair comité in | Bij overlijden of ontslag van een lid, voorziet het paritair comité in |
zijn vervanging. Het nieuw aangeduid lid voleindigt het mandaat van | zijn vervanging. Het nieuw aangeduid lid voleindigt het mandaat van |
zijn voorganger. | zijn voorganger. |
Art. 10.De raad van beheer is voorgezeten door de voorzitter van het |
Art. 10.De raad van beheer is voorgezeten door de voorzitter van het |
Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf. | Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf. |
Wanneer de voorzitter verhinderd is, wordt de zitting voorgezeten door | Wanneer de voorzitter verhinderd is, wordt de zitting voorgezeten door |
de oudste in jaren. | de oudste in jaren. |
De raad van beheer duidt eveneens de persoon aan, belast met het | De raad van beheer duidt eveneens de persoon aan, belast met het |
secretariaat. | secretariaat. |
Art. 11.De raad van beheer vergadert op bijeenroeping van de |
Art. 11.De raad van beheer vergadert op bijeenroeping van de |
voorzitter. | voorzitter. |
Deze is gehouden de raad minstens éénmaal per jaar bijeen te roepen. | Deze is gehouden de raad minstens éénmaal per jaar bijeen te roepen. |
Wanneer één beheerder dit vraagt, roept de voorzitter de raad in | Wanneer één beheerder dit vraagt, roept de voorzitter de raad in |
vergadering bijeen uiterlijk binnen 10 dagen volgend op de ontvangst | vergadering bijeen uiterlijk binnen 10 dagen volgend op de ontvangst |
van het verzoek. | van het verzoek. |
De oproepingen vermelden de agenda. | De oproepingen vermelden de agenda. |
De raad kan slechts geldig beslissen over de punten die op de agenda | De raad kan slechts geldig beslissen over de punten die op de agenda |
voorkomen en enkel wanneer 2 leden van elke afvaardiging aanwezig | voorkomen en enkel wanneer 2 leden van elke afvaardiging aanwezig |
zijn. | zijn. |
De verslagen van de zittingen van de raad zullen in het notulenboek | De verslagen van de zittingen van de raad zullen in het notulenboek |
ingeschreven worden. Ze worden ondertekend door de voorzitter of zijn | ingeschreven worden. Ze worden ondertekend door de voorzitter of zijn |
plaatsvervanger en door de secretaris. | plaatsvervanger en door de secretaris. |
De leden van de raad zullen uiterlijk voor de volgende zitting een | De leden van de raad zullen uiterlijk voor de volgende zitting een |
afschrift van de beraadslagingen ontvangen. | afschrift van de beraadslagingen ontvangen. |
De afschriften of uittreksels van de notulen die bij de rechtbank of | De afschriften of uittreksels van de notulen die bij de rechtbank of |
elders moeten gedeponeerd worden zijn ondertekend door de voorzitter | elders moeten gedeponeerd worden zijn ondertekend door de voorzitter |
van de raad van beheer en door twee beheerders waarvan één van de | van de raad van beheer en door twee beheerders waarvan één van de |
zijde van de werklieden, de andere van die van de werkgevers. | zijde van de werklieden, de andere van die van de werkgevers. |
De beslissingen worden genomen met algemene stemmen. | De beslissingen worden genomen met algemene stemmen. |
De beheerders kunnen echter niet deelnemen aan de beraadslagingen | De beheerders kunnen echter niet deelnemen aan de beraadslagingen |
waarbij zij persoonlijk belang hebben. Hun onthouding wordt in de | waarbij zij persoonlijk belang hebben. Hun onthouding wordt in de |
notulen vermeld. | notulen vermeld. |
Art. 12.De raad van beheer heeft tot taak het fonds te beheren en |
Art. 12.De raad van beheer heeft tot taak het fonds te beheren en |
alle maatregelen te nemen die voor zijn goede werking zijn vereist. | alle maatregelen te nemen die voor zijn goede werking zijn vereist. |
Hij beschikt over de meest uitgebreide bevoegdheid inzake het beheer | Hij beschikt over de meest uitgebreide bevoegdheid inzake het beheer |
en de administratie van het fonds en de verwezenlijking van zijn doel. | en de administratie van het fonds en de verwezenlijking van zijn doel. |
De raad van beheer bepaalt in zijn jaarlijks budget de beheerskosten | De raad van beheer bepaalt in zijn jaarlijks budget de beheerskosten |
die van de inkomsten van het fonds zullen afgetrokken worden. | die van de inkomsten van het fonds zullen afgetrokken worden. |
De raad van beheer treedt op in rechten in naam van het fonds op | De raad van beheer treedt op in rechten in naam van het fonds op |
vervolging en ten verzoeke van de voorzitter. | vervolging en ten verzoeke van de voorzitter. |
Hij kan bijzondere bevoegdheden aan één of meer van zijn leden of | Hij kan bijzondere bevoegdheden aan één of meer van zijn leden of |
zelfs aan derden overdragen. | zelfs aan derden overdragen. |
Art. 13.Voor alle andere handelingen dan die waarvoor de raad een |
Art. 13.Voor alle andere handelingen dan die waarvoor de raad een |
speciale volmacht heeft verleend, zal het fonds geldig tegenover | speciale volmacht heeft verleend, zal het fonds geldig tegenover |
derden vertegenwoordigd zijn door de gezamenlijke handtekeningen van | derden vertegenwoordigd zijn door de gezamenlijke handtekeningen van |
twee beheerders (één van de zijde van de werknemers, één van de zijde | twee beheerders (één van de zijde van de werknemers, één van de zijde |
van de werkgevers), zonder dat deze beheerders enigerlei beslissing of | van de werkgevers), zonder dat deze beheerders enigerlei beslissing of |
een bijzondere volmacht moeten overleggen. | een bijzondere volmacht moeten overleggen. |
Art. 14.De beheerders zijn alleen verantwoordelijk wat de uitvoering |
Art. 14.De beheerders zijn alleen verantwoordelijk wat de uitvoering |
van hun mandaat betreft en persoonlijk gaan ze, omwille van hun | van hun mandaat betreft en persoonlijk gaan ze, omwille van hun |
beheer, geen enkele verbintenis aan ten opzichte van de verplichtingen | beheer, geen enkele verbintenis aan ten opzichte van de verplichtingen |
van het fonds. | van het fonds. |
HOOFDSTUK IV. - Financiering | HOOFDSTUK IV. - Financiering |
Art. 15.Het fonds wordt gespijsd door de bijdragen verschuldigd door |
Art. 15.Het fonds wordt gespijsd door de bijdragen verschuldigd door |
de werkgevers, evenals door de interesten uit de belegde fondsen. | de werkgevers, evenals door de interesten uit de belegde fondsen. |
Art. 16.Tenzij anders vermeld worden de bijdragen berekend op de |
Art. 16.Tenzij anders vermeld worden de bijdragen berekend op de |
brutobezoldigingen van de bedoelde werklieden die in België | brutobezoldigingen van de bedoelde werklieden die in België |
tewerkgesteld zijn. De brutobezoldiging wordt bepaald volgens de van | tewerkgesteld zijn. De brutobezoldiging wordt bepaald volgens de van |
toepassing zijnde bepalingen voor het opstellen van de | toepassing zijnde bepalingen voor het opstellen van de |
aangifteformulieren bestemd voor de Rijsdienst voor sociale zekerheid. | aangifteformulieren bestemd voor de Rijsdienst voor sociale zekerheid. |
Art. 17.De bijdrage van de werkgevers is door een collectieve |
Art. 17.De bijdrage van de werkgevers is door een collectieve |
arbeidsovereenkomst bepaald, gesloten in het Paritair Comité voor het | arbeidsovereenkomst bepaald, gesloten in het Paritair Comité voor het |
ceramiekbedrijf, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit. | ceramiekbedrijf, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit. |
Voor het jaar 1995, en vanaf 1 april, is de driemaandelijkse bijdrage | Voor het jaar 1995, en vanaf 1 april, is de driemaandelijkse bijdrage |
op 0,15 pct. bepaald,. berekend op grond van de loonsom van de | op 0,15 pct. bepaald,. berekend op grond van de loonsom van de |
werknemers aangegeven aan de Rijksdienst voor sociale zekerheid. | werknemers aangegeven aan de Rijksdienst voor sociale zekerheid. |
Voor het jaar 1996, en vanaf 1 januari, is de driemaandelijkse | Voor het jaar 1996, en vanaf 1 januari, is de driemaandelijkse |
bijdrage op 0,20 pct. bepaald, berekend op grond van de loonsom van de | bijdrage op 0,20 pct. bepaald, berekend op grond van de loonsom van de |
werknemers aangegeven aan de Rijksdienst voor sociale zekerheid. | werknemers aangegeven aan de Rijksdienst voor sociale zekerheid. |
Vanaf het jaar 1997, is de driemaandelijkse bijdrage op 0,10 pct. | Vanaf het jaar 1997, is de driemaandelijkse bijdrage op 0,10 pct. |
bepaald, berekend op grond van de loonsom van de werknemers aangegeven | bepaald, berekend op grond van de loonsom van de werknemers aangegeven |
aan de Rijksdienst voor sociale zekerheid. | aan de Rijksdienst voor sociale zekerheid. |
Art. 18.De bijdragen worden geïnd en ingevorderd door het fonds. |
Art. 18.De bijdragen worden geïnd en ingevorderd door het fonds. |
Deze bijdragen zijn om het kwartaal door de werkgevers verschuldigd. | Deze bijdragen zijn om het kwartaal door de werkgevers verschuldigd. |
De voor elk verstreken kwartaal verschuldigde sommen moeten door de | De voor elk verstreken kwartaal verschuldigde sommen moeten door de |
werkgever gestort worden op de postrekening van het fonds of op een | werkgever gestort worden op de postrekening van het fonds of op een |
door de raad van bestuur bepaalde bank, binnen de termijn bepaald door | door de raad van bestuur bepaalde bank, binnen de termijn bepaald door |
de betaling van de sociale zekerheidsbijdragen. | de betaling van de sociale zekerheidsbijdragen. |
De niet binnen de vastgestelde termijnen gestorte bijdragen worden | De niet binnen de vastgestelde termijnen gestorte bijdragen worden |
verhoogd met 10 pct. van het onbetaald bedrag. | verhoogd met 10 pct. van het onbetaald bedrag. |
Om de bijdragen die binnen dezelfde termijn niet zijn gestort, is | Om de bijdragen die binnen dezelfde termijn niet zijn gestort, is |
bovendien een nalatigheidsintrest verschuldigd, berekend op basis van | bovendien een nalatigheidsintrest verschuldigd, berekend op basis van |
de wettelijke rentevoet. | de wettelijke rentevoet. |
Deze intrest begint te lopen na het verstrijken van de voormelde | Deze intrest begint te lopen na het verstrijken van de voormelde |
termijnen en is verschuldigd tot op de dag waarop de bijdragen worden | termijnen en is verschuldigd tot op de dag waarop de bijdragen worden |
betaald. | betaald. |
Voor de hierboven voorziene verhoging van de bijdragen, alsmede voor | Voor de hierboven voorziene verhoging van de bijdragen, alsmede voor |
de nalatigheidsintrest is geen gebrekestelling vereist. | de nalatigheidsintrest is geen gebrekestelling vereist. |
De verschuldigde bijdragen, die na de vastgestelde termijn niet zijn | De verschuldigde bijdragen, die na de vastgestelde termijn niet zijn |
vereffend, worden met alle rechtsmiddelen gevorderd. | vereffend, worden met alle rechtsmiddelen gevorderd. |
De raad van beheer mag, rekening houdend met bijzondere | De raad van beheer mag, rekening houdend met bijzondere |
omstandigheden, van deze verhoging en nalatigheidsintrest geheel of | omstandigheden, van deze verhoging en nalatigheidsintrest geheel of |
gedeeltelijk kwijtschelding verlenen. | gedeeltelijk kwijtschelding verlenen. |
Onverminderd de toepassing van artikel 14 van de wet van 7 januari | Onverminderd de toepassing van artikel 14 van de wet van 7 januari |
1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, "zoals later | 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, "zoals later |
gewijzigd", kan het bedrag van de bijdragen slechts gewijzigd worden | gewijzigd", kan het bedrag van de bijdragen slechts gewijzigd worden |
bij collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het Paritair Comité | bij collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het Paritair Comité |
voor het ceramiekbedrijf. | voor het ceramiekbedrijf. |
De werkingskosten van het fonds worden elk jaar vastgesteld door de | De werkingskosten van het fonds worden elk jaar vastgesteld door de |
raad van beheer. | raad van beheer. |
HOOFDSTUK. V. - Rechthebbenden en voordelen | HOOFDSTUK. V. - Rechthebbenden en voordelen |
Art. 19.De rechthebbenden van het fonds voor bestaanszekerheid zijn |
Art. 19.De rechthebbenden van het fonds voor bestaanszekerheid zijn |
de werklieden en werksters van de ondernemingen die ressorteren onder | de werklieden en werksters van de ondernemingen die ressorteren onder |
de bevoegdheid van het paritair comité en de subcomités van de sector | de bevoegdheid van het paritair comité en de subcomités van de sector |
van het ceramiekbedrijf (p.c. 113 en p.s.c. 113.01 - 02 - 03). | van het ceramiekbedrijf (p.c. 113 en p.s.c. 113.01 - 02 - 03). |
Art. 20.Vanaf het jaar 1995 verzekert het fonds voor |
Art. 20.Vanaf het jaar 1995 verzekert het fonds voor |
bestaanszekerheid de financiering van de organisaties van initiatieven | bestaanszekerheid de financiering van de organisaties van initiatieven |
voor opleidingacties en de tewerkstelling ten voordele van de | voor opleidingacties en de tewerkstelling ten voordele van de |
werklozen die behoren tot de risicogroepen. | werklozen die behoren tot de risicogroepen. |
HOOFDSTUK VI. - Bestuur | HOOFDSTUK VI. - Bestuur |
Art. 21.De raad van beheer kan het administratief en financiel beheer |
Art. 21.De raad van beheer kan het administratief en financiel beheer |
van het fonds toevertrouwen aan een andere instelling van zijn keuze. | van het fonds toevertrouwen aan een andere instelling van zijn keuze. |
HOOFDSTUK VI. - Begrotingen, rekeningen | HOOFDSTUK VI. - Begrotingen, rekeningen |
Art. 22.a) Voor 1995, gaat het boekjaar in op 1 april en het wordt |
Art. 22.a) Voor 1995, gaat het boekjaar in op 1 april en het wordt |
afgesloten op 31 december. | afgesloten op 31 december. |
b) Vanaf het jaar 1996 vangt het boekjaar aan op 1 januari en wordt | b) Vanaf het jaar 1996 vangt het boekjaar aan op 1 januari en wordt |
het afgesloten op 31 december. | het afgesloten op 31 december. |
Art. 23.Elk jaar wordt, en uiterlijk tijdens de maand december, een |
Art. 23.Elk jaar wordt, en uiterlijk tijdens de maand december, een |
begroting voor het volgend jaar ter goedkeuring van het Paritair | begroting voor het volgend jaar ter goedkeuring van het Paritair |
Comité voor het ceramiekbedrijf. | Comité voor het ceramiekbedrijf. |
Art. 24.Op 31 december worden de rekeningen van het verlopen jaar |
Art. 24.Op 31 december worden de rekeningen van het verlopen jaar |
afgesloten. | afgesloten. |
De raad van beheer, alsmede de revisor of accountant die door het | De raad van beheer, alsmede de revisor of accountant die door het |
Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf worden aangewezen, bij | Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf worden aangewezen, bij |
toepassing van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor | toepassing van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor |
bestaanszekerheid, brengen jaarlijks ieder schriftelijk verslag uit | bestaanszekerheid, brengen jaarlijks ieder schriftelijk verslag uit |
over de vervulling van hun opdracht tijdens het verlopen jaar. | over de vervulling van hun opdracht tijdens het verlopen jaar. |
De balans, samen met de voornoemde schriftelijke jaarlijkse verslagen, | De balans, samen met de voornoemde schriftelijke jaarlijkse verslagen, |
dienen uiterlijk tijdens de maand mei van het volgend jaar ter | dienen uiterlijk tijdens de maand mei van het volgend jaar ter |
goedkeuring aan het paritair comité te worden voorgelegd. | goedkeuring aan het paritair comité te worden voorgelegd. |
HOOFDSTUK VIII. - Ontbinding, vereffening | HOOFDSTUK VIII. - Ontbinding, vereffening |
Art. 25.In geval van ontbinding van het fonds, zal het Paritair |
Art. 25.In geval van ontbinding van het fonds, zal het Paritair |
Comité voor het ceramiekbedrijf beslissen over de bestemming van de | Comité voor het ceramiekbedrijf beslissen over de bestemming van de |
goederen en waarden van het fonds. | goederen en waarden van het fonds. |
Na aanzuivering van het eventueel passief, zal het actief saldo na de | Na aanzuivering van het eventueel passief, zal het actief saldo na de |
ontbinding, slechts mogen worden gebruikt overeenkomstig het doel het | ontbinding, slechts mogen worden gebruikt overeenkomstig het doel het |
ontbonden fonds werd opgericht. | ontbonden fonds werd opgericht. |
TITEL III. - Geldigheid | TITEL III. - Geldigheid |
Art. 26.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
Art. 26.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
april 1995 en wordt gesloten voor onbepaalde tijd. | april 1995 en wordt gesloten voor onbepaalde tijd. |
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 25 mei | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 25 mei |
1999. | 1999. |
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, | De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, |
Mevr. M. SMET | Mevr. M. SMET |