Koninklijk besluit tot vaststelling van het opleidingsprogramma voor het directiebrevet | Koninklijk besluit tot vaststelling van het opleidingsprogramma voor het directiebrevet |
---|---|
MINISTERIE VAN AMBTENARENZAKEN | MINISTERIE VAN AMBTENARENZAKEN |
25 MEI 1999. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het | 25 MEI 1999. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het |
opleidingsprogramma voor het directiebrevet | opleidingsprogramma voor het directiebrevet |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op het koninklijk besluit van 20 april 1999 tot organisatie van | Gelet op het koninklijk besluit van 20 april 1999 tot organisatie van |
de benoeming, de loopbaan en de evaluatie van de ambtenaren die belast | de benoeming, de loopbaan en de evaluatie van de ambtenaren die belast |
worden met het beheer van sommige overheidsdiensten, inzonderheid op | worden met het beheer van sommige overheidsdiensten, inzonderheid op |
artikel 21; | artikel 21; |
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 21 | Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 21 |
april 1999; | april 1999; |
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 23 | Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 23 |
april 1999; | april 1999; |
Gelet op het protocol nr. 334 van 27 april 1999 van het Comité voor de | Gelet op het protocol nr. 334 van 27 april 1999 van het Comité voor de |
federale, de gemeenschaps- en de gewestelijke overheidsdiensten; | federale, de gemeenschaps- en de gewestelijke overheidsdiensten; |
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari | Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari |
1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 9 | 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 9 |
augustus 1980, 16 juni 1989, 4 juli 1989 en 4 augustus 1996; | augustus 1980, 16 juni 1989, 4 juli 1989 en 4 augustus 1996; |
Gelet op de dringende noodzakelijkheid; | Gelet op de dringende noodzakelijkheid; |
Overwegende dat vanaf 1 januari 2002 het behalen van het | Overwegende dat vanaf 1 januari 2002 het behalen van het |
directiebrevet een statutaire voorwaarde is voor een bevordering tot | directiebrevet een statutaire voorwaarde is voor een bevordering tot |
de rangen 15, 16 en 17; | de rangen 15, 16 en 17; |
Overwegende dat het behalen van het directiebrevet het volgen van een | Overwegende dat het behalen van het directiebrevet het volgen van een |
opleiding inhoudt die uit drie achtereenvolgende modules bestaat; | opleiding inhoudt die uit drie achtereenvolgende modules bestaat; |
Dat het slagen voor een test van een module de voorwaarde is voor het | Dat het slagen voor een test van een module de voorwaarde is voor het |
voortzetten van de opleiding; | voortzetten van de opleiding; |
Dat het bijgevolg dringend is om vanaf 1 september 1999 met de | Dat het bijgevolg dringend is om vanaf 1 september 1999 met de |
opleidingen te starten; | opleidingen te starten; |
Op de voordracht van Onze Minister van Ambtenarenzaken, | Op de voordracht van Onze Minister van Ambtenarenzaken, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.De drie modules van het programma voor het behalen van het |
Artikel 1.De drie modules van het programma voor het behalen van het |
directiebrevet bestaan respectievelijk uit het volgende : | directiebrevet bestaan respectievelijk uit het volgende : |
Module A : | Module A : |
- de managementvaardigheden : cognitieve, interactieve en | - de managementvaardigheden : cognitieve, interactieve en |
attitude-aspecten; | attitude-aspecten; |
- de manager in het algemeen tegenover de overheidsmanager. | - de manager in het algemeen tegenover de overheidsmanager. |
Deze module mag niet meer dan 18 uren bedragen. | Deze module mag niet meer dan 18 uren bedragen. |
Module B : | Module B : |
- de organisatievormen en de leiderschapsstijlen; | - de organisatievormen en de leiderschapsstijlen; |
- de vergader- en onderhandelingstechnieken; | - de vergader- en onderhandelingstechnieken; |
- de begeleiding van medewerkers (coaching); | - de begeleiding van medewerkers (coaching); |
- het projectmanagement. | - het projectmanagement. |
Deze module mag niet meer dan 42 uren bedragen. | Deze module mag niet meer dan 42 uren bedragen. |
Module C : | Module C : |
- de conflicthantering : | - de conflicthantering : |
- fouten van medewerkers; | - fouten van medewerkers; |
- conflicten tussen medewerkers; | - conflicten tussen medewerkers; |
- het niet-respecteren van de procedures; | - het niet-respecteren van de procedures; |
- de evaluatie van medewerkers; | - de evaluatie van medewerkers; |
- de motivatie van medewerkers en het performantiemanagement; | - de motivatie van medewerkers en het performantiemanagement; |
- de veranderingsstrategieën; | - de veranderingsstrategieën; |
- de emotionele intelligentie. | - de emotionele intelligentie. |
Deze module mag niet meer dan 60 uren bedragen. | Deze module mag niet meer dan 60 uren bedragen. |
Art. 2.Het programma van de module A moet in het Opleidingsinstituut |
Art. 2.Het programma van de module A moet in het Opleidingsinstituut |
van de Federale Overheid gevolgd worden. | van de Federale Overheid gevolgd worden. |
Het programma van de modules B en C kunnen ofwel in het | Het programma van de modules B en C kunnen ofwel in het |
Opleidingsinstituut van de Federale Overheid gevolgd worden ofwel in | Opleidingsinstituut van de Federale Overheid gevolgd worden ofwel in |
het kader van de erkende opleidingen bedoeld in bijlage 1 van het | het kader van de erkende opleidingen bedoeld in bijlage 1 van het |
koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en de | koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en de |
afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen. | afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen. |
De opleidingen en bedoeld in littera E van de voornoemde bijlage zijn | De opleidingen en bedoeld in littera E van de voornoemde bijlage zijn |
deze gegeven door het Koninklijk Hoger Instituut voor Defensie. | deze gegeven door het Koninklijk Hoger Instituut voor Defensie. |
In elk geval moet het programma en de duur ervan beantwoorden aan de | In elk geval moet het programma en de duur ervan beantwoorden aan de |
bepalingen van artikel 1. | bepalingen van artikel 1. |
Art. 3.De directeur-generaal van de opleiding stelt de praktische |
Art. 3.De directeur-generaal van de opleiding stelt de praktische |
uitvoeringsbepalingen vast betreffende de opleidingen gevolgd in het | uitvoeringsbepalingen vast betreffende de opleidingen gevolgd in het |
Opleidingsinstituut van de Federale Overheid. | Opleidingsinstituut van de Federale Overheid. |
Hij levert de inschrijvingsbewijzen af. | Hij levert de inschrijvingsbewijzen af. |
Voor de opleidingen gevolgd buiten het Opleidingsinstituut van de | Voor de opleidingen gevolgd buiten het Opleidingsinstituut van de |
Federale Overheid leveren de onderwijsinstellingen die de erkende | Federale Overheid leveren de onderwijsinstellingen die de erkende |
opleidingen geven, de inschrijvingsbewijzen af bedoeld in de bijlage | opleidingen geven, de inschrijvingsbewijzen af bedoeld in de bijlage |
van dit besluit. | van dit besluit. |
Art. 4.De Vaste Wervingssecretaris organiseert ten minste éénmaal per |
Art. 4.De Vaste Wervingssecretaris organiseert ten minste éénmaal per |
jaar een test voor elk van de drie modules. | jaar een test voor elk van de drie modules. |
Hij bepaalt het programma en de modaliteiten. | Hij bepaalt het programma en de modaliteiten. |
Om aan deze testen te kunnen deelnemen, moet de ambtenaar in het bezit | Om aan deze testen te kunnen deelnemen, moet de ambtenaar in het bezit |
zijn van de inschrijvingsbewijzen bedoeld in artikel 3. | zijn van de inschrijvingsbewijzen bedoeld in artikel 3. |
Art. 5.Bij overgangsmaatregel wordt in 1999 een opleiding en een test |
Art. 5.Bij overgangsmaatregel wordt in 1999 een opleiding en een test |
voor module A georganiseerd. | voor module A georganiseerd. |
Art. 6.Dit besluit treedt in werking op 1 september 1999. |
Art. 6.Dit besluit treedt in werking op 1 september 1999. |
Art. 7.Onze Minister van Ambtenarenzaken is belast met de uitvoering |
Art. 7.Onze Minister van Ambtenarenzaken is belast met de uitvoering |
van dit besluit. | van dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 25 mei 1999. | Gegeven te Brussel, 25 mei 1999. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Ambtenarenzaken, | De Minister van Ambtenarenzaken, |
A. FLAHAUT | A. FLAHAUT |
Bijlage | Bijlage |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |