Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 25/06/2003
← Terug naar "Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, betreffende vorming en tewerkstelling "
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, betreffende vorming en tewerkstelling Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, betreffende vorming en tewerkstelling
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG
25 JUNI 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt 25 JUNI 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt
verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2001, verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2001,
gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en
confectiebedrijf, betreffende vorming en tewerkstelling (1) confectiebedrijf, betreffende vorming en tewerkstelling (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel
28; 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden van het Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden van het
kleding- en confectiebedrijf; kleding- en confectiebedrijf;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2001, gesloten overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2001, gesloten
in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en
confectiebedrijf, betreffende vorming en tewerkstelling. confectiebedrijf, betreffende vorming en tewerkstelling.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering

van dit besluit. van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 25 juni 2003. Gegeven te Brussel, 25 juni 2003.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Werkgelegenheid, De Minister van Werkgelegenheid,
Mevr. L. ONKELINX Mevr. L. ONKELINX
_______ _______
Nota Nota
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Bijlage Bijlage
Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf
Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2001 Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2001
Vorming en tewerkstelling Vorming en tewerkstelling
(Overeenkomst geregistreerd op 21 augustus 2001 (Overeenkomst geregistreerd op 21 augustus 2001
onder het nummer 58607/CO/215) onder het nummer 58607/CO/215)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op

de werkgevers en op de bedienden van de ondernemingen die onder het de werkgevers en op de bedienden van de ondernemingen die onder het
Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf
ressorteren. ressorteren.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in

uitvoering van hoofdstuk II, sectie IV en hoofdstuk III, afdeling VI, uitvoering van hoofdstuk II, sectie IV en hoofdstuk III, afdeling VI,
onderafdeling 1 van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch onderafdeling 1 van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch
actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen
(Belgisch Staatsblad van 1 april 1999) evenals van het koninklijk (Belgisch Staatsblad van 1 april 1999) evenals van het koninklijk
besluit van 4 juni 1999 houdende de vormvoorwaarden waaraan de besluit van 4 juni 1999 houdende de vormvoorwaarden waaraan de
collectieve arbeidsovereenkomst en het akkoord betreffende de vorming collectieve arbeidsovereenkomst en het akkoord betreffende de vorming
en tewerkstelling dienen te voldoen alsook de procedure tot en tewerkstelling dienen te voldoen alsook de procedure tot
raadpleging van de werknemers die in acht dient genomen te worden bij raadpleging van de werknemers die in acht dient genomen te worden bij
de sluiting van een akkoord betreffende vorming en tewerkstelling. de sluiting van een akkoord betreffende vorming en tewerkstelling.

Art. 3.De werkgevers bedoeld in artikel 1 van deze collectieve

Art. 3.De werkgevers bedoeld in artikel 1 van deze collectieve

arbeidsovereenkomst zijn voor de jaren 1999 tot en met 2002 een arbeidsovereenkomst zijn voor de jaren 1999 tot en met 2002 een
inspanning van 0,10 pct. verschuldigd berekend op grond van de inspanning van 0,10 pct. verschuldigd berekend op grond van de
volledige wedde van de bedienden, zoals bedoeld in artikel 23 van de volledige wedde van de bedienden, zoals bedoeld in artikel 23 van de
wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale
zekerheid voor werknemers en de uitvoeringsbesluiten van deze wet zekerheid voor werknemers en de uitvoeringsbesluiten van deze wet
(Belgisch Staatsblad van 2 juli 1981). (Belgisch Staatsblad van 2 juli 1981).
Deze inspanning is bestemd voor de personen die behoren tot de Deze inspanning is bestemd voor de personen die behoren tot de
risicogroepen of op wie een begeleidingsplan van toepassing is. risicogroepen of op wie een begeleidingsplan van toepassing is.
De betaling wordt verricht aan het "Sociaal Waarborgfonds voor de De betaling wordt verricht aan het "Sociaal Waarborgfonds voor de
bedienden van het kleding- en confectiebedrijf", zoals voorzien in bedienden van het kleding- en confectiebedrijf", zoals voorzien in
artikel 3, 8°, van de statuten van dit fonds. Het sociaal artikel 3, 8°, van de statuten van dit fonds. Het sociaal
waarborgfonds draagt deze bedragen over aan het "Instituut voor waarborgfonds draagt deze bedragen over aan het "Instituut voor
Vorming en Onderzoek in de Confectie (IVOC)". Vorming en Onderzoek in de Confectie (IVOC)".

Art. 4.Binnen het "Instituut voor Vorming en Onderzoek in de

Art. 4.Binnen het "Instituut voor Vorming en Onderzoek in de

Confectie (IVOC)" wordt door de ondertekenende organisaties beslist Confectie (IVOC)" wordt door de ondertekenende organisaties beslist
welke vormings- en opleidingsinitiatieven verder ontwikkeld worden ten welke vormings- en opleidingsinitiatieven verder ontwikkeld worden ten
gunste van de personen die behoren tot de risicogroepen of op wie een gunste van de personen die behoren tot de risicogroepen of op wie een
begeleidingsplan van toepassing is. begeleidingsplan van toepassing is.
Personen die behoren tot de risicogroepen zijn werkzoekenden en Personen die behoren tot de risicogroepen zijn werkzoekenden en
werknemers die door opleidingsinitiatieven hun werkgelegenheid kunnen werknemers die door opleidingsinitiatieven hun werkgelegenheid kunnen
behouden of hun kansen op de arbeidsmarkt kunnen verhogen. behouden of hun kansen op de arbeidsmarkt kunnen verhogen.

Art. 5.§ 1. In uitvoering van het interprofessioneel akkoord

Art. 5.§ 1. In uitvoering van het interprofessioneel akkoord

1999-2000 van 8 december 1998 doen de ondernemingen een bijkomende 1999-2000 van 8 december 1998 doen de ondernemingen een bijkomende
inspanning op het vlak van vorming en opleiding. Deze bijkomende inspanning op het vlak van vorming en opleiding. Deze bijkomende
inspanning wordt gerealiseerd door een sectorale bijdrage van 0,20 inspanning wordt gerealiseerd door een sectorale bijdrage van 0,20
pct. op de wedden van 1 januari 2000 tot 31 december 2002. Aldus pct. op de wedden van 1 januari 2000 tot 31 december 2002. Aldus
levert de sector zijn aandeel tot de uitvoering van het engagement om levert de sector zijn aandeel tot de uitvoering van het engagement om
bijkomende inspanningen op het vlak van permanente vorming te doen. bijkomende inspanningen op het vlak van permanente vorming te doen.
Binnen het "Instituut voor Vorming en Onderzoek in de Confectie" wordt Binnen het "Instituut voor Vorming en Onderzoek in de Confectie" wordt
door de ondertekenende organisaties beslist welke vormings- en door de ondertekenende organisaties beslist welke vormings- en
opleidingsinitiatieven zullen ontwikkeld worden met deze middelen. opleidingsinitiatieven zullen ontwikkeld worden met deze middelen.
§ 2. Ondernemingen die bij "IVOC" een opleidingsplan indienen, dat § 2. Ondernemingen die bij "IVOC" een opleidingsplan indienen, dat
voorafgaandelijk wordt goedgekeurd door de sociale partners binnen voorafgaandelijk wordt goedgekeurd door de sociale partners binnen
"IVOC", kunnen hun 0,20 pct.-bijdrage recupereren. Hiertoe zal binnen "IVOC", kunnen hun 0,20 pct.-bijdrage recupereren. Hiertoe zal binnen
"IVOC" een specifieke procedure uitgewerkt worden. "IVOC" een specifieke procedure uitgewerkt worden.

Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met

Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met

ingang van 1 januari 2002 treedt buiten werking op 31 december 2002. ingang van 1 januari 2002 treedt buiten werking op 31 december 2002.
Zij treedt evenwel slechts in werking onder de opschortende voorwaarde Zij treedt evenwel slechts in werking onder de opschortende voorwaarde
dat de in deze collectieve arbeidsovereenkomst voorziene inspanningen dat de in deze collectieve arbeidsovereenkomst voorziene inspanningen
voor de jaren 2001 en 2002 door de Minister van Werkgelegenheid voor de jaren 2001 en 2002 door de Minister van Werkgelegenheid
goedgekeurd worden overeenkomstig de wet van 26 maart 1999 betreffende goedgekeurd worden overeenkomstig de wet van 26 maart 1999 betreffende
het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende
diverse bepalingen (Belgisch Staatsblad van 1 april 1999). diverse bepalingen (Belgisch Staatsblad van 1 april 1999).
Deze collectieve arbeidsovereenkomst volgt op de collectieve Deze collectieve arbeidsovereenkomst volgt op de collectieve
arbeidsovereenkomst van 23 juni 1999, gesloten in het Paritair Comité arbeidsovereenkomst van 23 juni 1999, gesloten in het Paritair Comité
voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf betreffende voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf betreffende
vorming en tewerkstelling, algemeen verbindend verklaard bij vorming en tewerkstelling, algemeen verbindend verklaard bij
koninklijk besluit van 10 november 2001, die ophoudt van kracht te koninklijk besluit van 10 november 2001, die ophoudt van kracht te
zijn op 31 december 2001. zijn op 31 december 2001.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 25 juni Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 25 juni
2003. 2003.
De Minister van Werkgelegenheid, De Minister van Werkgelegenheid,
Mevr. L. ONKELINX Mevr. L. ONKELINX
^