| Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 420 van de programmawet van 27 december 2004 | Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 420 van de programmawet van 27 december 2004 |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN | FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN |
| 25 FEBRUARI 2005. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 420 | 25 FEBRUARI 2005. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 420 |
| van de programmawet van 27 december 2004 | van de programmawet van 27 december 2004 |
| VERSLAG AAN DE KONING | VERSLAG AAN DE KONING |
| Sire, | Sire, |
| In artikel 420, § 3, letter a) van de programmawet van 27 december | In artikel 420, § 3, letter a) van de programmawet van 27 december |
| 2004 worden de maximumbedragen vastgesteld waarmee het tarief van de | 2004 worden de maximumbedragen vastgesteld waarmee het tarief van de |
| bijzondere accijns mag verhogen voor ongelode benzine van de GN-codes | bijzondere accijns mag verhogen voor ongelode benzine van de GN-codes |
| 2710 11 41, 2710 11 45 en 2710 11 49 en voor gasolie van de GN-codes | 2710 11 41, 2710 11 45 en 2710 11 49 en voor gasolie van de GN-codes |
| 2710 19 41, 2710 19 45 en 2710 19 49 voor de jaren 2005 t/m 2007. | 2710 19 41, 2710 19 45 en 2710 19 49 voor de jaren 2005 t/m 2007. |
| Artikel 420, § 3, letter b) van de programmawet van 27 december 2004 | Artikel 420, § 3, letter b) van de programmawet van 27 december 2004 |
| bepaalt dat het tarief van de bijzondere accijns zal worden verhoogd | bepaalt dat het tarief van de bijzondere accijns zal worden verhoogd |
| vanaf de eerste en bij elke vermindering van de maximumprijs | vanaf de eerste en bij elke vermindering van de maximumprijs |
| vastgesteld door de programma-overeenkomst betreffende de | vastgesteld door de programma-overeenkomst betreffende de |
| verkoopprijzen van de aardolieproducten afgesloten tussen de Belgische | verkoopprijzen van de aardolieproducten afgesloten tussen de Belgische |
| Staat en de petroleumsector, telkens rekening houdend met het feit dat | Staat en de petroleumsector, telkens rekening houdend met het feit dat |
| de verhoging van het tarief van de bijzondere accijns slechts de helft | de verhoging van het tarief van de bijzondere accijns slechts de helft |
| van de verlaging van het maximum van de prijs exclusief BTW van de | van de verlaging van het maximum van de prijs exclusief BTW van de |
| richtproducten vermeld in de programma-overeenkomst mag bedragen, | richtproducten vermeld in de programma-overeenkomst mag bedragen, |
| waarbij de jaarlijkse verhoging het bedrag vastgesteld in artikel 420, | waarbij de jaarlijkse verhoging het bedrag vastgesteld in artikel 420, |
| § 3, letter a) van de programmawet van 27 december 2004 niet mag | § 3, letter a) van de programmawet van 27 december 2004 niet mag |
| overschrijden. | overschrijden. |
| Het ontwerp van koninklijk besluit dat wij de eer hebben aan Uwe | Het ontwerp van koninklijk besluit dat wij de eer hebben aan Uwe |
| Majesteit voor te leggen heeft tot doel de voorwaarden vast te leggen | Majesteit voor te leggen heeft tot doel de voorwaarden vast te leggen |
| binnen dewelke een heffing van de aanvullende bijzondere accijns dient | binnen dewelke een heffing van de aanvullende bijzondere accijns dient |
| te geschieden op de voorraden energieproducten die al in verbruik | te geschieden op de voorraden energieproducten die al in verbruik |
| werden gesteld, bij elke verhoging van het tarief van de bijzondere | werden gesteld, bij elke verhoging van het tarief van de bijzondere |
| accijns zoals bepaald in artikel 420, § 3, letter c) van voormelde | accijns zoals bepaald in artikel 420, § 3, letter c) van voormelde |
| programmawet. | programmawet. |
| Ik heb de eer te zijn, | Ik heb de eer te zijn, |
| Sire, | Sire, |
| van Uwe Majesteit, | van Uwe Majesteit, |
| de zeer eerbiedige | de zeer eerbiedige |
| en zeer trouwe dienaar, | en zeer trouwe dienaar, |
| De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, | De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, |
| D. REYNDERS | D. REYNDERS |
| 25 FEBRUARI 2005. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 420 | 25 FEBRUARI 2005. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 420 |
| van de programmawet van 27 december 2004 | van de programmawet van 27 december 2004 |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de programmawet van 27 december 2004, inzonderheid op artikel | Gelet op de programmawet van 27 december 2004, inzonderheid op artikel |
| 420, § 3, letter c) (1); | 420, § 3, letter c) (1); |
| Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, uitgebracht op 5 | Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, uitgebracht op 5 |
| januari 2005; | januari 2005; |
| Gelet op de akkoordbevinding van onze Minister van Begroting, gegeven | Gelet op de akkoordbevinding van onze Minister van Begroting, gegeven |
| op 11 januari 2005; | op 11 januari 2005; |
| Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door het feit dat | Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door het feit dat |
| dit besluit tot doel heeft de voorwaarden vast te leggen binnen | dit besluit tot doel heeft de voorwaarden vast te leggen binnen |
| dewelke een belastingheffing op de voorraden energieproducten die al | dewelke een belastingheffing op de voorraden energieproducten die al |
| tot verbruik werden uitgeslagen zal plaatsvinden bij elke verhoging | tot verbruik werden uitgeslagen zal plaatsvinden bij elke verhoging |
| van de bijzondere accijns zoals werd bepaald in de programmawet van 27 | van de bijzondere accijns zoals werd bepaald in de programmawet van 27 |
| december 2004; dat deze verhoging van de bijzondere accijns al kan | december 2004; dat deze verhoging van de bijzondere accijns al kan |
| gebeuren vanaf 10 januari 2005; dat, in die omstandigheden, dit | gebeuren vanaf 10 januari 2005; dat, in die omstandigheden, dit |
| besluit zonder uitstel dient te worden genomen; | besluit zonder uitstel dient te worden genomen; |
| Gelet op het advies nr. 38.020/2 van de Raad van State, gegeven op 17 | Gelet op het advies nr. 38.020/2 van de Raad van State, gegeven op 17 |
| januari 2005 bij toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van | januari 2005 bij toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van |
| de gecoördineerde wetten op de Raad van State; | de gecoördineerde wetten op de Raad van State; |
| Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van | Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van |
| Financiën, | Financiën, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.§ 1. De ongelode benzine van de GN-codes 2710 11 41, 2710 |
Artikel 1.§ 1. De ongelode benzine van de GN-codes 2710 11 41, 2710 |
| 11 45 en 2710 11 49 en gasolie van de GN-codes 2710 19 41, 2710 19 45 | 11 45 en 2710 11 49 en gasolie van de GN-codes 2710 19 41, 2710 19 45 |
| en 27 10 19 49 bedoeld bij respectievelijk artikel 419, b) en c) en | en 27 10 19 49 bedoeld bij respectievelijk artikel 419, b) en c) en |
| artikel 419, e) i) en f) i) van de programmawet van 27 december 2004 | artikel 419, e) i) en f) i) van de programmawet van 27 december 2004 |
| die op de dag van de vermindering van de vastgestelde maximumprijs | die op de dag van de vermindering van de vastgestelde maximumprijs |
| bedoeld bij artikel 420, § 3, b) van dezelfde programmawet te 0 uur na | bedoeld bij artikel 420, § 3, b) van dezelfde programmawet te 0 uur na |
| inverbruikstelling hier te lande voorhanden zijn in de inrichtingen | inverbruikstelling hier te lande voorhanden zijn in de inrichtingen |
| van fabrikanten, van grossiers, half-grossiers en andere handelaars, | van fabrikanten, van grossiers, half-grossiers en andere handelaars, |
| van depothouders en van houders van een pompstation of onderweg zijn | van depothouders en van houders van een pompstation of onderweg zijn |
| met bestemming naar genoemde inrichtingen, onderworpen aan een | met bestemming naar genoemde inrichtingen, onderworpen aan een |
| aanvullende bijzondere accijns gelijk aan de ingestelde verhoging van | aanvullende bijzondere accijns gelijk aan de ingestelde verhoging van |
| de bijzondere accijns. | de bijzondere accijns. |
| § 2. Voor de toepassing van § 1 wordt verstaan onder : | § 2. Voor de toepassing van § 1 wordt verstaan onder : |
| 1° grossiers, half-grossiers en andere handelaars, zij die | 1° grossiers, half-grossiers en andere handelaars, zij die |
| energieproducten als bedoeld in § 1 leveren aan een wederverkoper of | energieproducten als bedoeld in § 1 leveren aan een wederverkoper of |
| een eindgebruiker; | een eindgebruiker; |
| 2° depothouders, alle personen met uitsluiting van particulieren, die, | 2° depothouders, alle personen met uitsluiting van particulieren, die, |
| in welke hoedanigheid ook, de bij § 1 bedoelde energieproducten | in welke hoedanigheid ook, de bij § 1 bedoelde energieproducten |
| voorhanden hebben en deze niet uitsluitend voor eigen gebruik | voorhanden hebben en deze niet uitsluitend voor eigen gebruik |
| aanwenden; | aanwenden; |
| 3° pompstation : iedere privé of voor het publiek beschikbare | 3° pompstation : iedere privé of voor het publiek beschikbare |
| installatie waar motorbrandstof vanuit vaste opslagtanks wordt | installatie waar motorbrandstof vanuit vaste opslagtanks wordt |
| overgeheveld in brandstofreservoirs van motorvoertuigen. Van deze | overgeheveld in brandstofreservoirs van motorvoertuigen. Van deze |
| definitie zijn uitgesloten de installaties die dienen voor de | definitie zijn uitgesloten de installaties die dienen voor de |
| exclusieve bevoorrading van de motorvoertuigen die uitsluitend worden | exclusieve bevoorrading van de motorvoertuigen die uitsluitend worden |
| gebruikt door de enige exploitant van deze installaties. | gebruikt door de enige exploitant van deze installaties. |
Art. 2.§ 1. De aanvullende bijzondere accijns bedoeld bij artikel 1, |
Art. 2.§ 1. De aanvullende bijzondere accijns bedoeld bij artikel 1, |
| § 1, is verschuldigd door diegene die de energieproducten die aan deze | § 1, is verschuldigd door diegene die de energieproducten die aan deze |
| accijns onderworpen zijn, op de dag van de betrokken verhoogde | accijns onderworpen zijn, op de dag van de betrokken verhoogde |
| accijnsheffing voorhanden heeft. | accijnsheffing voorhanden heeft. |
| Voor de onderweg zijnde energieproducten is de aanvullende bijzondere | Voor de onderweg zijnde energieproducten is de aanvullende bijzondere |
| accijns verschuldigd door de geadresseerde. | accijns verschuldigd door de geadresseerde. |
| § 2. De verschuldigde aanvullende bijzondere accijns moet worden | § 2. De verschuldigde aanvullende bijzondere accijns moet worden |
| voldaan op het door de Minister van Financiën aangewezen kantoor der | voldaan op het door de Minister van Financiën aangewezen kantoor der |
| accijnzen of der douane en accijnzen, uiterlijk de donderdag van de | accijnzen of der douane en accijnzen, uiterlijk de donderdag van de |
| week die volgt op de week van de tariefverhoging van de bijzondere | week die volgt op de week van de tariefverhoging van de bijzondere |
| accijns. | accijns. |
Art. 3.De bij artikel 1, § 1, vastgestelde aanvullende bijzondere |
Art. 3.De bij artikel 1, § 1, vastgestelde aanvullende bijzondere |
| accijns wordt slechts geheven in de mate dat de belastbare hoeveelheid | accijns wordt slechts geheven in de mate dat de belastbare hoeveelheid |
| per soort van product 1 000 liter overtreft. | per soort van product 1 000 liter overtreft. |
| Deze bepaling geldt voor elke plaats waar belastbare energieproducten | Deze bepaling geldt voor elke plaats waar belastbare energieproducten |
| voorhanden zijn. | voorhanden zijn. |
Art. 4.Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën regelt de |
Art. 4.Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën regelt de |
| uitvoeringsmaatregelen in verband met de bij artikel 1, § 1, bedoelde | uitvoeringsmaatregelen in verband met de bij artikel 1, § 1, bedoelde |
| heffing van de aanvullende bijzondere accijns. Hij kan hierbij | heffing van de aanvullende bijzondere accijns. Hij kan hierbij |
| voorschrijven dat de bezitters en de geadresseerden van belastbare | voorschrijven dat de bezitters en de geadresseerden van belastbare |
| energieproducten aangifte moeten doen van hun voorraden en, in | energieproducten aangifte moeten doen van hun voorraden en, in |
| voorkomend geval, alle nodige inlichtingen en bewijsstukken | voorkomend geval, alle nodige inlichtingen en bewijsstukken |
| verstrekken om aan te tonen dat de bedoelde motorbrandstoffen | verstrekken om aan te tonen dat de bedoelde motorbrandstoffen |
| uitsluitend voor hun eigen behoeften worden aangewend. | uitsluitend voor hun eigen behoeften worden aangewend. |
Art. 5.Dit besluit treedt in werking de dag van publicatie in het |
Art. 5.Dit besluit treedt in werking de dag van publicatie in het |
| Belgisch Staatsblad. | Belgisch Staatsblad. |
Art. 6.Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën is belast |
Art. 6.Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën is belast |
| met de uitvoering van dit besluit. | met de uitvoering van dit besluit. |
Art. 7.Het koninklijk besluit van 12 augustus 2003 tot uitvoering van |
Art. 7.Het koninklijk besluit van 12 augustus 2003 tot uitvoering van |
| Hoofdstuk VI van Titel II van de programmawet van 5 augustus 2003 is | Hoofdstuk VI van Titel II van de programmawet van 5 augustus 2003 is |
| opgeheven. | opgeheven. |
| Gegeven te Brussel, 25 februari 2005. | Gegeven te Brussel, 25 februari 2005. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, | De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, |
| D. REYNDERS | D. REYNDERS |
| _______ | _______ |
| Nota's | Nota's |
| (1) Belgisch Staatsblad van 31 december 2004. | (1) Belgisch Staatsblad van 31 december 2004. |