| Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende het minimumuurloon | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende het minimumuurloon |
|---|---|
| MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID | MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID |
| 25 APRIL 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 25 APRIL 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
| verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 mei 2001, gesloten | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 mei 2001, gesloten |
| in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende | in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende |
| het minimumuurloon (1) | het minimumuurloon (1) |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
| 28; | 28; |
| Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de scheikundige | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de scheikundige |
| nijverheid; | nijverheid; |
| Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, | Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
| overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 2 mei 2001, gesloten | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 2 mei 2001, gesloten |
| in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende | in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende |
| het minimumuurloon. | het minimumuurloon. |
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
| van dit besluit. | van dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 25 april 2002. | Gegeven te Brussel, 25 april 2002. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Werkgelegenheid, | De Minister van Werkgelegenheid, |
| Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
| Bijlage | Bijlage |
| Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid | Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid |
| Collectieve arbeidsovereenkomst van 2 mei 2001 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 2 mei 2001 |
| Minimumuurloon (Overeenkomst geregistreerd op 6 juli 2001 onder het | Minimumuurloon (Overeenkomst geregistreerd op 6 juli 2001 onder het |
| nummer 57810/CO/116) | nummer 57810/CO/116) |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
| de werkgevers en arbeiders van de ondernemingen welke onder het | de werkgevers en arbeiders van de ondernemingen welke onder het |
| Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid ressorteren. | Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid ressorteren. |
| Onder "arbeiders" wordt verstaan : de arbeiders en arbeidsters. | Onder "arbeiders" wordt verstaan : de arbeiders en arbeidsters. |
Art. 2.Onverminderd de toepassing van de collectieve |
Art. 2.Onverminderd de toepassing van de collectieve |
| arbeidsovereenkomst van 26 mei 1993 gesloten in het Paritair Comité | arbeidsovereenkomst van 26 mei 1993 gesloten in het Paritair Comité |
| voor de scheikundige nijverheid, tot vaststelling van de loonschaal | voor de scheikundige nijverheid, tot vaststelling van de loonschaal |
| van de jongeren, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit | van de jongeren, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit |
| van 23 december 1993, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 22 | van 23 december 1993, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 22 |
| februari 1994, wordt het bedrag van het "minimumaanvangsuurloon", | februari 1994, wordt het bedrag van het "minimumaanvangsuurloon", |
| zoals vastgelegd in artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst | zoals vastgelegd in artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst |
| van 3 maart 1999 betreffende het minimumuurloon, gesloten in het | van 3 maart 1999 betreffende het minimumuurloon, gesloten in het |
| Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, zijnde, 7,2261 EUR in | Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, zijnde, 7,2261 EUR in |
| de 40-urenweek op 28 februari 2001, vanaf 1 maart 2001, met 0,1239 EUR | de 40-urenweek op 28 februari 2001, vanaf 1 maart 2001, met 0,1239 EUR |
| verhoogd naar 7,4975 EUR, indexering toegepast op 1 maart 2001 | verhoogd naar 7,4975 EUR, indexering toegepast op 1 maart 2001 |
| inbegrepen. | inbegrepen. |
| Voor de arbeiders met minstens 12 maanden anciënniteit in de | Voor de arbeiders met minstens 12 maanden anciënniteit in de |
| onderneming wordt het « minimumuurloon vanaf 12 maanden anciënniteit | onderneming wordt het « minimumuurloon vanaf 12 maanden anciënniteit |
| », zoals vastgelegd in artikel 2 van de collectieve | », zoals vastgelegd in artikel 2 van de collectieve |
| arbeidsovereenkomst van 3 maart 1999 betreffende het minimumuurloon, | arbeidsovereenkomst van 3 maart 1999 betreffende het minimumuurloon, |
| gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, | gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, |
| zijnde 7,3017 EUR in de 40-urenweek op 28 februari 2001, vanaf 1 maart | zijnde 7,3017 EUR in de 40-urenweek op 28 februari 2001, vanaf 1 maart |
| 2001, met 0,1239 EUR verhoogd naar 7,5744 EUR, indexering toegepast op | 2001, met 0,1239 EUR verhoogd naar 7,5744 EUR, indexering toegepast op |
| 1 maart 2001 inbegrepen. | 1 maart 2001 inbegrepen. |
| Vanaf 1 januari 2002 worden het voornoemd minimumaanvangsuurloon | Vanaf 1 januari 2002 worden het voornoemd minimumaanvangsuurloon |
| evenals het voornoemd minimumuurloon vanaf 12 maanden anciënniteit, | evenals het voornoemd minimumuurloon vanaf 12 maanden anciënniteit, |
| die van kracht zijn op 31 december 2001, met 0,0744 EUR verhoogd. | die van kracht zijn op 31 december 2001, met 0,0744 EUR verhoogd. |
| Het minimumuurloon stemt overeen met het laagst toepasbaar niveau, met | Het minimumuurloon stemt overeen met het laagst toepasbaar niveau, met |
| name de functie van gewoon handlanger. | name de functie van gewoon handlanger. |
Art. 3.De minimumuurlonen vastgesteld in artikel 2 stemmen overeen |
Art. 3.De minimumuurlonen vastgesteld in artikel 2 stemmen overeen |
| met een daadwerkelijke wekelijkse arbeidsduur van veertig uren. | met een daadwerkelijke wekelijkse arbeidsduur van veertig uren. |
| Wanneer de wekelijkse arbeidsduur van veertig uren daadwerkelijk per | Wanneer de wekelijkse arbeidsduur van veertig uren daadwerkelijk per |
| week verminderd is, met perequatie van het loon wordt bovenstaand | week verminderd is, met perequatie van het loon wordt bovenstaand |
| minimumbedrag evenredig geperequateerd. | minimumbedrag evenredig geperequateerd. |
| De in het vorig lid van dit artikel voorziene perequatie zal als volgt | De in het vorig lid van dit artikel voorziene perequatie zal als volgt |
| gebeuren : | gebeuren : |
| a) tot 31 december 2001 wordt de perequatie van de lonen, uitgedrukt | a) tot 31 december 2001 wordt de perequatie van de lonen, uitgedrukt |
| in Belgische franken, toegepast vóór de eventuele afronding voorzien | in Belgische franken, toegepast vóór de eventuele afronding voorzien |
| in artikel 7 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 maart 1998, | in artikel 7 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 maart 1998, |
| gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, | gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, |
| houdende koppeling van de lonen aan het indexcijfer der | houdende koppeling van de lonen aan het indexcijfer der |
| consumptieprijzen. | consumptieprijzen. |
| Voorbeelden - toepassing van artikel 7 van de collectieve | Voorbeelden - toepassing van artikel 7 van de collectieve |
| arbeidsovereenkomst van 18 maart 1998 ("de aangepaste lonen worden zo | arbeidsovereenkomst van 18 maart 1998 ("de aangepaste lonen worden zo |
| nodig tot de hogere halve deciem afgerond"); met het cijfer van de | nodig tot de hogere halve deciem afgerond"); met het cijfer van de |
| derde decimaal zal geen rekening gehouden worden, indien het lager is | derde decimaal zal geen rekening gehouden worden, indien het lager is |
| dan vijf; indien het gelijk is aan of hoger dan vijf zal de tweede | dan vijf; indien het gelijk is aan of hoger dan vijf zal de tweede |
| decimaal met een eenheid verhoogd worden; daarna, indien de tweede | decimaal met een eenheid verhoogd worden; daarna, indien de tweede |
| decimaal niet gelijk is aan nul of vijf, wordt het loon tot de hogere | decimaal niet gelijk is aan nul of vijf, wordt het loon tot de hogere |
| halve deciem afgerond. | halve deciem afgerond. |
| Uurloon in 40 uur | Uurloon in 40 uur |
| vóór de afronding : 305,5410 | vóór de afronding : 305,5410 |
| 305,5410 x 40/38 = 321,6221 afgerond tot 321,65 BEF | 305,5410 x 40/38 = 321,6221 afgerond tot 321,65 BEF |
| Uurloon in 40 uur | Uurloon in 40 uur |
| vóór de afronding : 274,9869 | vóór de afronding : 274,9869 |
| 274,9869 x 40/38,5 = 285,7007 afgerond tot 285,70 BEF | 274,9869 x 40/38,5 = 285,7007 afgerond tot 285,70 BEF |
| b) vanaf 1 januari 2002 wordt de perequatie van de lonen, uitgedrukt | b) vanaf 1 januari 2002 wordt de perequatie van de lonen, uitgedrukt |
| in euro, toegepast vóór de eventuele afronding voorzien in artikel 7 | in euro, toegepast vóór de eventuele afronding voorzien in artikel 7 |
| van de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 mei 2001, gesloten in het | van de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 mei 2001, gesloten in het |
| Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid betreffende de | Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid betreffende de |
| koppeling der lonen aan het indexcijfer der consumptieprijzen. | koppeling der lonen aan het indexcijfer der consumptieprijzen. |
| Voorbeelden van perequaties vanaf 1 januari 2002. | Voorbeelden van perequaties vanaf 1 januari 2002. |
| 7,5720 x 1,02 = 7,72344 afgerond tot 7,7234 en daarna tot het hogere | 7,5720 x 1,02 = 7,72344 afgerond tot 7,7234 en daarna tot het hogere |
| halve duizendste, tot 7,7235 EUR (40 uur). | halve duizendste, tot 7,7235 EUR (40 uur). |
| 7,6490 x 1,02 = 7,80198 afgerond tot 7,8020 EUR (40 uur). | 7,6490 x 1,02 = 7,80198 afgerond tot 7,8020 EUR (40 uur). |
| De eventuele perequatie gebeurt vóór de afronding. | De eventuele perequatie gebeurt vóór de afronding. |
| Voor een perequatie in 39 uur : | Voor een perequatie in 39 uur : |
| 7,80198 x 40/39 = 8,00203, afgerond tot 8,0020 EUR. | 7,80198 x 40/39 = 8,00203, afgerond tot 8,0020 EUR. |
| Voor een perequatie in 38 u. 30 m. : | Voor een perequatie in 38 u. 30 m. : |
| 7,72344 x 40/38,5 = 8,02435 afgerond tot 8,0244 en daarna tot het | 7,72344 x 40/38,5 = 8,02435 afgerond tot 8,0244 en daarna tot het |
| hogere halve duizendste, tot 8,0245 EUR. | hogere halve duizendste, tot 8,0245 EUR. |
Art. 4.De minimumuurlonen vermeld in artikel 2 hierboven dienen bij |
Art. 4.De minimumuurlonen vermeld in artikel 2 hierboven dienen bij |
| iedere loonuitbetaling aan de arbeiders gewaarborgd te worden. Deze | iedere loonuitbetaling aan de arbeiders gewaarborgd te worden. Deze |
| minimumuurlonen omvatten het basisuurloon en de eventuele vaste | minimumuurlonen omvatten het basisuurloon en de eventuele vaste |
| productiepremies, met uitsluiting van alle andere premies. | productiepremies, met uitsluiting van alle andere premies. |
Art. 5.De minimumuurlonen vastgesteld in artikel 2, zijn gekoppeld |
Art. 5.De minimumuurlonen vastgesteld in artikel 2, zijn gekoppeld |
| aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, overeenkomstig de | aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, overeenkomstig de |
| bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 mei 2001, | bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 mei 2001, |
| gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, tot | gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, tot |
| koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, | koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, |
| en stemmen overeen met spilindexcijfer 106,47 (basis 1996 = 100). | en stemmen overeen met spilindexcijfer 106,47 (basis 1996 = 100). |
| Overgang naar de euro | Overgang naar de euro |
Art. 6.De artikelen of onderdelen ervan die in de eerste rij en de |
Art. 6.De artikelen of onderdelen ervan die in de eerste rij en de |
| eerste en vierde kolom van de volgende rij(en) van onderstaande tabel | eerste en vierde kolom van de volgende rij(en) van onderstaande tabel |
| worden vermeld, hebben betrekking op deze collectieve | worden vermeld, hebben betrekking op deze collectieve |
| arbeidsovereenkomst. | arbeidsovereenkomst. |
| Voor de bedragen die in euro worden vermeld in de tweede kolom van de | Voor de bedragen die in euro worden vermeld in de tweede kolom van de |
| tabel gelden vanaf de dag van inwerkingtreding van deze collectieve | tabel gelden vanaf de dag van inwerkingtreding van deze collectieve |
| arbeidsovereenkomst tot 31 december 2001 de bedragen die in Belgische | arbeidsovereenkomst tot 31 december 2001 de bedragen die in Belgische |
| frank worden vermeld in de derde kolom. | frank worden vermeld in de derde kolom. |
| Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |
Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor een |
Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor een |
| onbepaalde duur. Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 | onbepaalde duur. Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 |
| maart 1999 gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige | maart 1999 gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige |
| nijverheid betreffende het minimumuurloon, en heeft uitwerking met | nijverheid betreffende het minimumuurloon, en heeft uitwerking met |
| ingang van 1 maart 2001. | ingang van 1 maart 2001. |
| Zij kan door elk der partijen worden opgezegd mits een opzeg van drie | Zij kan door elk der partijen worden opgezegd mits een opzeg van drie |
| maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de | maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de |
| voorzitter van het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid. De | voorzitter van het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid. De |
| termijn van drie maanden begint te lopen vanaf de datum waarop de | termijn van drie maanden begint te lopen vanaf de datum waarop de |
| aangetekende brief aan de voorzitter wordt toegezonden. De poststempel | aangetekende brief aan de voorzitter wordt toegezonden. De poststempel |
| geldt als bewijs. | geldt als bewijs. |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 25 april | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 25 april |
| 2002. | 2002. |
| De Minister van Werkgelegenheid, | De Minister van Werkgelegenheid, |
| Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |