Koninklijk besluit tot invoering van een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling van uitzendkrachten, met toepassing van artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels | Koninklijk besluit tot invoering van een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling van uitzendkrachten, met toepassing van artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels |
---|---|
MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID EN MINISTERIE VAN SOCIALE | MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID EN MINISTERIE VAN SOCIALE |
ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU | ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU |
24 SEPTEMBER 1998. - Koninklijk besluit tot invoering van een | 24 SEPTEMBER 1998. - Koninklijk besluit tot invoering van een |
onmiddellijke aangifte van tewerkstelling van uitzendkrachten, met | onmiddellijke aangifte van tewerkstelling van uitzendkrachten, met |
toepassing van artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot | toepassing van artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot |
modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de | modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de |
leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels | leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels |
VERSLAG AAN DE KONING | VERSLAG AAN DE KONING |
Sire, | Sire, |
Het koninklijk besluit dat U ter ondertekening wordt voorgelegd beoogt | Het koninklijk besluit dat U ter ondertekening wordt voorgelegd beoogt |
uitvoering te geven aan artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot | uitvoering te geven aan artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot |
modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de | modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de |
leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels. | leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels. |
Het voorziet, zoals beoogd door het Paritair Comité voor de | Het voorziet, zoals beoogd door het Paritair Comité voor de |
uitzendarbeid in de cao van 30 oktober 1997, in de invoering van de | uitzendarbeid in de cao van 30 oktober 1997, in de invoering van de |
onmiddellijke aangifte van tewerkstelling voor de uitzendbureaus. | onmiddellijke aangifte van tewerkstelling voor de uitzendbureaus. |
Het besluit heeft dezelfde doelstellingen als het besluit van 22 | Het besluit heeft dezelfde doelstellingen als het besluit van 22 |
februari 1998 tot invoering van de onmiddellijke aangifte in de bouw- | februari 1998 tot invoering van de onmiddellijke aangifte in de bouw- |
en transportsector. Het draagt tevens bij tot de modernisering van het | en transportsector. Het draagt tevens bij tot de modernisering van het |
bijhouden van het individueel document voor de uitzendkrachten. | bijhouden van het individueel document voor de uitzendkrachten. |
Onderzoek van de artikelen | Onderzoek van de artikelen |
Artikel 1.Het hoofdstuk is van toepassing op de werkgevers en |
Artikel 1.Het hoofdstuk is van toepassing op de werkgevers en |
werknemers die ressorteren onder het Paritair Comité voor de | werknemers die ressorteren onder het Paritair Comité voor de |
uitzendarbeid (nr. 322). | uitzendarbeid (nr. 322). |
Art. 2.Dit artikel bepaalt welke gegevens op welk tijdstip moeten |
Art. 2.Dit artikel bepaalt welke gegevens op welk tijdstip moeten |
worden meegedeeld aan de instelling, belast met de inning van de | worden meegedeeld aan de instelling, belast met de inning van de |
sociale-zekerheidsbijdragen. De gegevens betreffen de identificatie | sociale-zekerheidsbijdragen. De gegevens betreffen de identificatie |
van het uitzendbureau en de uitzendkracht, evenals de datum van | van het uitzendbureau en de uitzendkracht, evenals de datum van |
aanvang en beëindiging van tewerkstelling bij de gebruiker. De | aanvang en beëindiging van tewerkstelling bij de gebruiker. De |
identificatie van het uitzendbureau gebeurt via het nummer, waaronder | identificatie van het uitzendbureau gebeurt via het nummer, waaronder |
het bij de Rijksdienst is ingeschreven. De identificatie van de | het bij de Rijksdienst is ingeschreven. De identificatie van de |
uitzendkracht gebeurt via het identificatienummer van de sociale | uitzendkracht gebeurt via het identificatienummer van de sociale |
zekerheid. Vervolgens dient het nummer te worden vermeld van de | zekerheid. Vervolgens dient het nummer te worden vermeld van de |
sociale identiteitskaart. Tenslotte worden gegevens opgenomen inzake | sociale identiteitskaart. Tenslotte worden gegevens opgenomen inzake |
de identificatie van de gebruiker. De opname van deze gegevens is | de identificatie van de gebruiker. De opname van deze gegevens is |
noodzakelijk met het oog op de afschaffing van het individueel | noodzakelijk met het oog op de afschaffing van het individueel |
document, bedoeld in artikel 11 van het koninklijk besluit van 8 | document, bedoeld in artikel 11 van het koninklijk besluit van 8 |
augustus 1980 betreffende het bijhouden van sociale documenten. | augustus 1980 betreffende het bijhouden van sociale documenten. |
Tevens dient de beëindiging van de arbeidsovereenkomst vóór de | Tevens dient de beëindiging van de arbeidsovereenkomst vóór de |
voorziene datum meegedeeld te worden binnen de vastgestelde termijn. | voorziene datum meegedeeld te worden binnen de vastgestelde termijn. |
Verder kent de Rijksdienst, na ontvangst van de eerste aangifte, | Verder kent de Rijksdienst, na ontvangst van de eerste aangifte, |
onmiddellijk een O.A.T.-code toe aan het uitzendbureau. Deze code | onmiddellijk een O.A.T.-code toe aan het uitzendbureau. Deze code |
geeft een eerste aanduiding dat de aangifte op een correcte wijze is | geeft een eerste aanduiding dat de aangifte op een correcte wijze is |
gebeurd. Evenwel dient de Rijksdienst bij elke hogervermelde aangifte, | gebeurd. Evenwel dient de Rijksdienst bij elke hogervermelde aangifte, |
uiterlijk tien werkdagen na ontvangst ervan, een bericht te zenden | uiterlijk tien werkdagen na ontvangst ervan, een bericht te zenden |
naar het uitzendbureau ter bevestiging van de geregistreerde gegevens. | naar het uitzendbureau ter bevestiging van de geregistreerde gegevens. |
Dit bericht zal zo mogelijk langs elektronische weg worden | Dit bericht zal zo mogelijk langs elektronische weg worden |
toegezonden. Indien het uitzendbureau het bericht niet betwist binnen | toegezonden. Indien het uitzendbureau het bericht niet betwist binnen |
vijf werkdagen na de toezending ervan, wordt het bewijskrachtig, | vijf werkdagen na de toezending ervan, wordt het bewijskrachtig, |
behoudens materiële vergissing. | behoudens materiële vergissing. |
Art. 3.De aangiften moeten op elektronische wijze gebeuren. Onder |
Art. 3.De aangiften moeten op elektronische wijze gebeuren. Onder |
elektronische wijze wordt een mededeling "on line" verstaan. | elektronische wijze wordt een mededeling "on line" verstaan. |
Art. 4.De berichten moeten worden bewaard volgens de praktische |
Art. 4.De berichten moeten worden bewaard volgens de praktische |
modaliteiten voorzien inzake de sociale documenten, gedurende een | modaliteiten voorzien inzake de sociale documenten, gedurende een |
periode van zes maanden. | periode van zes maanden. |
Art. 5.Dit artikel betreft het toezicht. De aangewezen ambtenaren |
Art. 5.Dit artikel betreft het toezicht. De aangewezen ambtenaren |
houden toezicht op de naleving van dit besluit, overeenkomstig de | houden toezicht op de naleving van dit besluit, overeenkomstig de |
bepalingen van de wet van 16 november 1972 betreffende de | bepalingen van de wet van 16 november 1972 betreffende de |
arbeidsinspectie. | arbeidsinspectie. |
Art. 6.Dit artikel betreft de inwerkingtreding van het besluit (1 |
Art. 6.Dit artikel betreft de inwerkingtreding van het besluit (1 |
januari 1999). | januari 1999). |
Wij hebben de eer te zijn, | Wij hebben de eer te zijn, |
Sire, | Sire, |
van Uwe Majesteit, | van Uwe Majesteit, |
de zeer eerbiedige, | de zeer eerbiedige, |
en zeer getrouwe dienaars, | en zeer getrouwe dienaars, |
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, | De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, |
Mevr. M. SMET | Mevr. M. SMET |
De Minister van Sociale Zaken, | De Minister van Sociale Zaken, |
Mevr. M. DE GALAN | Mevr. M. DE GALAN |
ADVIES VAN DE RAAD VAN STATE | ADVIES VAN DE RAAD VAN STATE |
De RAAD VAN STATE, afdeling wetgeving, eerste vakantiekamer, op 23 | De RAAD VAN STATE, afdeling wetgeving, eerste vakantiekamer, op 23 |
juli 1998 door de Minister van Sociale Zaken verzocht haar, binnen een | juli 1998 door de Minister van Sociale Zaken verzocht haar, binnen een |
termijn van ten hoogste drie dagen, van advies te dienen over een | termijn van ten hoogste drie dagen, van advies te dienen over een |
ontwerp van koninklijk besluit "tot invoering van een onmiddellijke | ontwerp van koninklijk besluit "tot invoering van een onmiddellijke |
aangifte van tewerkstelling van uitzendkrachten, met toepassing van | aangifte van tewerkstelling van uitzendkrachten, met toepassing van |
artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de | artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de |
sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de | sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de |
wettelijke pensioenstelsels", heeft op 29 juli 1998 het volgende | wettelijke pensioenstelsels", heeft op 29 juli 1998 het volgende |
advies gegeven : | advies gegeven : |
Volgens artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de | Volgens artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de |
Raad van State moeten in de adviesaanvraag de redenen worden | Raad van State moeten in de adviesaanvraag de redenen worden |
aangegeven tot staving van het spoedeisend karakter ervan. | aangegeven tot staving van het spoedeisend karakter ervan. |
In het onderhavige geval luidt die motivering als volgt : | In het onderhavige geval luidt die motivering als volgt : |
« L'urgence est motivée par le fait qu'il importe que les règles | « L'urgence est motivée par le fait qu'il importe que les règles |
régissant la déclaration immédiate à l'embauche soient fixées d'une | régissant la déclaration immédiate à l'embauche soient fixées d'une |
façon certaine et durable en vue de permettre aux administrations | façon certaine et durable en vue de permettre aux administrations |
concernées, d'une part, de mettre en oeuvre les moyens techniques leur | concernées, d'une part, de mettre en oeuvre les moyens techniques leur |
permettant d'enregistrer et de gérer les données relatives à | permettant d'enregistrer et de gérer les données relatives à |
l'embauche, et d'autre part, de rédiger et de répercuter auprès des | l'embauche, et d'autre part, de rédiger et de répercuter auprès des |
employeurs, les informations relatives à cette déclaration. | employeurs, les informations relatives à cette déclaration. |
L'urgence est motivée également par la nécessité de diffuser ces | L'urgence est motivée également par la nécessité de diffuser ces |
informations dans les meilleurs délais, les employeurs et les | informations dans les meilleurs délais, les employeurs et les |
secrétariats sociaux agrées devant adapter leurs méthodes de travail | secrétariats sociaux agrées devant adapter leurs méthodes de travail |
au nouveaux systèmes de déclarations. | au nouveaux systèmes de déclarations. |
Enfin, l'urgence se justifie également par la nécessité de coordonner | Enfin, l'urgence se justifie également par la nécessité de coordonner |
les procédures de travail des différentes administrations concernées | les procédures de travail des différentes administrations concernées |
et plus particulièrement des services d'inspections. » . | et plus particulièrement des services d'inspections. » . |
Met toepassing van het bepaalde in artikel 84, tweede lid, van de | Met toepassing van het bepaalde in artikel 84, tweede lid, van de |
gecoördineerde wetten op de Raad van State heeft de afdeling wetgeving | gecoördineerde wetten op de Raad van State heeft de afdeling wetgeving |
zich beperkt tot "het onderzoek van de rechtsgrond, van de bevoegdheid | zich beperkt tot "het onderzoek van de rechtsgrond, van de bevoegdheid |
van de steller van de handeling, alsmede van de vraag of aan de | van de steller van de handeling, alsmede van de vraag of aan de |
voorgeschreven vormvereisten is voldaan". | voorgeschreven vormvereisten is voldaan". |
Dat onderzoek noopt niet tot het maken van enige opmerking. | Dat onderzoek noopt niet tot het maken van enige opmerking. |
De kamer was samengesteld uit : | De kamer was samengesteld uit : |
de heren : | de heren : |
D. Verbiest, staatsraad, voorzitter; | D. Verbiest, staatsraad, voorzitter; |
D. Albrecht, L. Hellin, staatsraden; | D. Albrecht, L. Hellin, staatsraden; |
Mevr. A. Beckers, griffier. | Mevr. A. Beckers, griffier. |
De overeenstemming tussen de Nederlandse en de Franse tekst werd | De overeenstemming tussen de Nederlandse en de Franse tekst werd |
nagezien onder toezicht van de heer D. Albrecht. | nagezien onder toezicht van de heer D. Albrecht. |
Het verslag werd uitgebracht door de heer. W. Van Vaerenbergh, | Het verslag werd uitgebracht door de heer. W. Van Vaerenbergh, |
auditeur. De nota van het Coördinatiebureau werd opgesteld en | auditeur. De nota van het Coördinatiebureau werd opgesteld en |
toegelicht door de heer. W. Van Vaerenbergh, adjunct-referendaris. | toegelicht door de heer. W. Van Vaerenbergh, adjunct-referendaris. |
De griffier, | De griffier, |
A. Beckers. | A. Beckers. |
De voorzitter, | De voorzitter, |
D. Verbiest. | D. Verbiest. |
24 SEPTEMBER 1998. - Koninklijk besluit tot invoering van een | 24 SEPTEMBER 1998. - Koninklijk besluit tot invoering van een |
onmiddellijke aangifte van tewerkstelling van uitzendkrachten, met | onmiddellijke aangifte van tewerkstelling van uitzendkrachten, met |
toepassing van artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot | toepassing van artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot |
modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de | modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de |
leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels | leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale | Gelet op de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale |
zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke | zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke |
pensioenstelsels, inzonderheid op artikel 38; | pensioenstelsels, inzonderheid op artikel 38; |
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 12 mei | Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 12 mei |
1998; | 1998; |
Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor | Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor |
sociale zekerheid van 2 juni 1998; | sociale zekerheid van 2 juni 1998; |
Gelet op de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd door het feit dat | Gelet op de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd door het feit dat |
de regels betreffende de onmiddellijk aangifte bij de aanwerving op | de regels betreffende de onmiddellijk aangifte bij de aanwerving op |
een duidelijke en duurzame manier moeten vastgelegd worden om de | een duidelijke en duurzame manier moeten vastgelegd worden om de |
betrokken administraties de mogelijkheid te geven, enerzijds, de | betrokken administraties de mogelijkheid te geven, enerzijds, de |
technische middelen uit te werken voor het registeren en beheren van | technische middelen uit te werken voor het registeren en beheren van |
de gegevens betreffende de aanwerving en, anderzijds, informatie over | de gegevens betreffende de aanwerving en, anderzijds, informatie over |
deze aangifte op te stellen en ze ter kennis te brengen van de | deze aangifte op te stellen en ze ter kennis te brengen van de |
werkgevers. | werkgevers. |
De dringende noodzakelijkheid wordt tevens gemotiveerd door het feit | De dringende noodzakelijkheid wordt tevens gemotiveerd door het feit |
dat deze informatie zo snel mogelijk moet worden medegedeeld aangezien | dat deze informatie zo snel mogelijk moet worden medegedeeld aangezien |
de werkgevers en de sociale secretariaten hun werkmethode aan de | de werkgevers en de sociale secretariaten hun werkmethode aan de |
nieuwe aangiftesystemen moeten aanpassen. | nieuwe aangiftesystemen moeten aanpassen. |
Ten slotte is de dringende noodzakelijkheid ook verantwoord door de | Ten slotte is de dringende noodzakelijkheid ook verantwoord door de |
nodige coördinatie van de werkprocedures van de verschillende | nodige coördinatie van de werkprocedures van de verschillende |
betrokken administraties en inzonderheid van de inspectiediensten. | betrokken administraties en inzonderheid van de inspectiediensten. |
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 31 juli 1998, | Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 31 juli 1998, |
met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2° van de gecoördineerde | met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2° van de gecoördineerde |
wetten op de Raad van State; | wetten op de Raad van State; |
Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid en van | Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid en van |
Onze Minister van Sociale Zaken, en op het advies van Onze in Raad | Onze Minister van Sociale Zaken, en op het advies van Onze in Raad |
vergaderde Ministers, | vergaderde Ministers, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Dit hoofdstuk is van toepassing op de werkgevers en |
Artikel 1.Dit hoofdstuk is van toepassing op de werkgevers en |
werknemers die ressorteren onder het Paritair Comité voor de | werknemers die ressorteren onder het Paritair Comité voor de |
uitzendarbeid. | uitzendarbeid. |
Art. 2.§ 1. Het uitzendbureau dient de volgende gegevens aan de |
Art. 2.§ 1. Het uitzendbureau dient de volgende gegevens aan de |
instelling, die belast is met de inning van de sociale | instelling, die belast is met de inning van de sociale |
zekerheidsbijdragen, hierna de instelling genoemd, mede te delen : | zekerheidsbijdragen, hierna de instelling genoemd, mede te delen : |
a) het nummer waaronder het uitzendbureau is ingeschreven bij de | a) het nummer waaronder het uitzendbureau is ingeschreven bij de |
instelling; | instelling; |
b) - het identificatienummer van de sociale zekerheid van de | b) - het identificatienummer van de sociale zekerheid van de |
uitzendkracht, bedoeld in artikel 1, 4° van het koninklijk besluit van | uitzendkracht, bedoeld in artikel 1, 4° van het koninklijk besluit van |
18 december 1996 houdende maatregelen met het oog op de invoering van | 18 december 1996 houdende maatregelen met het oog op de invoering van |
een sociale identiteitskaart ten behoeve van alle sociaal verzekerden, | een sociale identiteitskaart ten behoeve van alle sociaal verzekerden, |
met toepassing van de artikelen 38, 40, 41 en 49 van de wet van 26 | met toepassing van de artikelen 38, 40, 41 en 49 van de wet van 26 |
juli 1996 houdende de modernisering van de sociale zekerheid en tot | juli 1996 houdende de modernisering van de sociale zekerheid en tot |
vrijwaring van de wettelijke pensioenstelsels; | vrijwaring van de wettelijke pensioenstelsels; |
- zo dit nummer niet bestaat, de naam, de voornamen, de geboorteplaats | - zo dit nummer niet bestaat, de naam, de voornamen, de geboorteplaats |
en -datum en de hoofdverblijfplaats van de uitzendkracht; | en -datum en de hoofdverblijfplaats van de uitzendkracht; |
c) het nummer van de sociale identiteitskaart, bedoeld in artikel 2, | c) het nummer van de sociale identiteitskaart, bedoeld in artikel 2, |
derde lid, 7°, van voormeld koninklijk besluit van 18 december 1996; | derde lid, 7°, van voormeld koninklijk besluit van 18 december 1996; |
d) de datum van aanvang van tewerkstelling bij de gebruiker; | d) de datum van aanvang van tewerkstelling bij de gebruiker; |
e) de datum van beëindiging van tewerkstelling bij de gebruiker; | e) de datum van beëindiging van tewerkstelling bij de gebruiker; |
f) het nummer waaronder de gebruiker is ingeschreven bij de | f) het nummer waaronder de gebruiker is ingeschreven bij de |
instelling, | instelling, |
of | of |
de naam, voornaam en hoofdverblijfplaats van de gebruiker indien het | de naam, voornaam en hoofdverblijfplaats van de gebruiker indien het |
een natuurlijk persoon betreft of de maatschappelijke benaming, de | een natuurlijk persoon betreft of de maatschappelijke benaming, de |
rechtsvorm en de maatschappelijke zetel indien het een rechtspersoon | rechtsvorm en de maatschappelijke zetel indien het een rechtspersoon |
betreft; | betreft; |
g) in voorkomend geval, het bewijs zoals bepaald door de instelling | g) in voorkomend geval, het bewijs zoals bepaald door de instelling |
dat de sociale identiteitskaart elektronisch werd gelezen. | dat de sociale identiteitskaart elektronisch werd gelezen. |
Deze gegevens moeten worden meegedeeld uiterlijk op het tijdstip | Deze gegevens moeten worden meegedeeld uiterlijk op het tijdstip |
waarop de uitzendkracht zijn prestaties aanvat bij de gebruiker. | waarop de uitzendkracht zijn prestaties aanvat bij de gebruiker. |
In geval van voortijdige beëindiging van de tewerkstelling dient het | In geval van voortijdige beëindiging van de tewerkstelling dient het |
uitzendbureau de wijziging van het in het eerste lid, e, bedoelde | uitzendbureau de wijziging van het in het eerste lid, e, bedoelde |
gegeven aan de instelling mede te delen uiterlijk de eerste werkdag | gegeven aan de instelling mede te delen uiterlijk de eerste werkdag |
die volgt op deze beëindiging. | die volgt op deze beëindiging. |
§ 2. Na ontvangst van een aangifte, bedoeld in § 1, eerste lid, deelt | § 2. Na ontvangst van een aangifte, bedoeld in § 1, eerste lid, deelt |
de instelling onmiddellijk een O.A.T.-code mee aan het uitzendbureau. | de instelling onmiddellijk een O.A.T.-code mee aan het uitzendbureau. |
Uiterlijk tien werkdagen na ontvangst van een aangifte, bedoeld in § | Uiterlijk tien werkdagen na ontvangst van een aangifte, bedoeld in § |
1, eerste en derde lid, zendt de instelling aan het uitzendbureau een | 1, eerste en derde lid, zendt de instelling aan het uitzendbureau een |
bericht met de O.A.T.-code, evenals de geregistreerde gegevens. | bericht met de O.A.T.-code, evenals de geregistreerde gegevens. |
Indien het uitzendbureau het bericht niet betwist binnen vijf | Indien het uitzendbureau het bericht niet betwist binnen vijf |
werkdagen na de toezending ervan, wordt het definitief, behoudens | werkdagen na de toezending ervan, wordt het definitief, behoudens |
materiële vergissing, en geldt het als bewijs van de onmiddellijke | materiële vergissing, en geldt het als bewijs van de onmiddellijke |
aangifte van tewerkstelling of van uitdiensttreding. | aangifte van tewerkstelling of van uitdiensttreding. |
Art. 3.Het uitzendbureau geeft de in artikel 2, § 1 bedoelde gegevens |
Art. 3.Het uitzendbureau geeft de in artikel 2, § 1 bedoelde gegevens |
aan langs elektronische weg in de vorm en volgens de nadere regelen | aan langs elektronische weg in de vorm en volgens de nadere regelen |
bepaald door de instelling. | bepaald door de instelling. |
Art. 4.Het uitzendbureau bewaart het bericht, bedoeld in artikel 2, § |
Art. 4.Het uitzendbureau bewaart het bericht, bedoeld in artikel 2, § |
2, gedurende een periode van zes maanden, na ontvangst ervan, volgens | 2, gedurende een periode van zes maanden, na ontvangst ervan, volgens |
de modaliteiten, bepaald bij de artikelen 22 tot 24 van het koninklijk | de modaliteiten, bepaald bij de artikelen 22 tot 24 van het koninklijk |
besluit van 8 augustus 1980 betreffende het bijhouden van sociale | besluit van 8 augustus 1980 betreffende het bijhouden van sociale |
documenten. | documenten. |
Art. 5.Onverminderd de bevoegdheden van de officieren van |
Art. 5.Onverminderd de bevoegdheden van de officieren van |
gerechtelijke politie, houden de sociale inspecteurs, bedoeld in | gerechtelijke politie, houden de sociale inspecteurs, bedoeld in |
artikel 1 van de wet van 16 november 1972 betreffende de | artikel 1 van de wet van 16 november 1972 betreffende de |
arbeidsinspectie met uitzondering van zij die onder het gezag van de | arbeidsinspectie met uitzondering van zij die onder het gezag van de |
Minister van Economische Zaken staan, toezicht op de naleving van dit | Minister van Economische Zaken staan, toezicht op de naleving van dit |
besluit. | besluit. |
Art. 6.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1999. |
Art. 6.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1999. |
Art. 7.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid en Onze Minister |
Art. 7.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid en Onze Minister |
van Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de | van Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de |
uitvoering van dit besluit. | uitvoering van dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 24 september 1998. | Gegeven te Brussel, 24 september 1998. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, | De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, |
Mevr. M. SMET | Mevr. M. SMET |
De Minister van Sociale Zaken, | De Minister van Sociale Zaken, |
Mevr. M. DE GALAN | Mevr. M. DE GALAN |