Koninklijk besluit houdende diverse terminologische wijzigingen in het koninklijk besluit van 16 maart 2001 betreffende de verloven en de afwezigheden toegestaan aan sommige personeelsleden van de diensten die de rechterlijke macht terzijde staan | Koninklijk besluit houdende diverse terminologische wijzigingen in het koninklijk besluit van 16 maart 2001 betreffende de verloven en de afwezigheden toegestaan aan sommige personeelsleden van de diensten die de rechterlijke macht terzijde staan |
---|---|
24 OKTOBER 2024. - Koninklijk besluit houdende diverse terminologische | 24 OKTOBER 2024. - Koninklijk besluit houdende diverse terminologische |
wijzigingen in het koninklijk besluit van 16 maart 2001 betreffende de | wijzigingen in het koninklijk besluit van 16 maart 2001 betreffende de |
verloven en de afwezigheden toegestaan aan sommige personeelsleden van | verloven en de afwezigheden toegestaan aan sommige personeelsleden van |
de diensten die de rechterlijke macht terzijde staan | de diensten die de rechterlijke macht terzijde staan |
FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op het Gerechtelijk Wetboek, artikel 353bis, eerste lid, | Gelet op het Gerechtelijk Wetboek, artikel 353bis, eerste lid, |
ingevoegd bij de wet van 6 mei 1997, en laatstelijk gewijzigd bij de | ingevoegd bij de wet van 6 mei 1997, en laatstelijk gewijzigd bij de |
wet van 7 mei 2024 en artikel 354, eerste lid, vervangen bij de wet | wet van 7 mei 2024 en artikel 354, eerste lid, vervangen bij de wet |
van 25 april 2007, en gewijzigd bij de wetten van 10 april 2014 en 7 | van 25 april 2007, en gewijzigd bij de wetten van 10 april 2014 en 7 |
mei 2024; | mei 2024; |
Gelet op de wet van 25 april 1963 betreffende het beheer van de | Gelet op de wet van 25 april 1963 betreffende het beheer van de |
instellingen van openbaar nut voor sociale zekerheid en sociale | instellingen van openbaar nut voor sociale zekerheid en sociale |
voorzorg, artikel 15; | voorzorg, artikel 15; |
Gelet op de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale | Gelet op de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale |
bepalingen, artikel 99, zesde lid, 3° ; | bepalingen, artikel 99, zesde lid, 3° ; |
Gelet op de wet van 19 juli 2012 betreffende de vierdagenweek en het | Gelet op de wet van 19 juli 2012 betreffende de vierdagenweek en het |
halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de openbare sector, artikel 2, | halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de openbare sector, artikel 2, |
vierde lid; | vierde lid; |
Gelet op het koninklijk besluit van 16 maart 2001 betreffende de | Gelet op het koninklijk besluit van 16 maart 2001 betreffende de |
verloven en de afwezigheden toegestaan aan sommige personeelsleden van | verloven en de afwezigheden toegestaan aan sommige personeelsleden van |
de diensten die de rechterlijke macht terzijde staan; | de diensten die de rechterlijke macht terzijde staan; |
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 25 | Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 25 |
april 2024; | april 2024; |
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken, | Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken, |
gegeven op 23 mei 2024; | gegeven op 23 mei 2024; |
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatsecretaris voor Begroting van | Gelet op de akkoordbevinding van de Staatsecretaris voor Begroting van |
5 juni 2024; | 5 juni 2024; |
Gelet op het protocol nr. 553 houdende de besluiten van de | Gelet op het protocol nr. 553 houdende de besluiten van de |
onderhandelingen van het Sectorcomité III Justitie, op datum van 25 | onderhandelingen van het Sectorcomité III Justitie, op datum van 25 |
juni 2024; | juni 2024; |
Gelet op het protocol nr. 91 houdende de besluiten van de | Gelet op het protocol nr. 91 houdende de besluiten van de |
onderhandeling in het onderhandelingscomité voor de griffiers, de | onderhandeling in het onderhandelingscomité voor de griffiers, de |
referendarissen bij het Hof van Cassatie, de referendarissen, de | referendarissen bij het Hof van Cassatie, de referendarissen, de |
parketjuristen en de criminologen, gesloten op 25 juni 2024; | parketjuristen en de criminologen, gesloten op 25 juni 2024; |
Gelet op het artikel 8, § 1, 4°, van de wet van 15 december 2013 | Gelet op het artikel 8, § 1, 4°, van de wet van 15 december 2013 |
houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging, is | houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging, is |
dit besluit vrijgesteld van een regelgevingsimpactanalyse omdat het | dit besluit vrijgesteld van een regelgevingsimpactanalyse omdat het |
bepalingen van autoregulering betreft; | bepalingen van autoregulering betreft; |
Gelet op advies nr. 77.083/16 van de Raad van State, gegeven op 15 | Gelet op advies nr. 77.083/16 van de Raad van State, gegeven op 15 |
oktober 2024, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van | oktober 2024, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van |
de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; | de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
Gelet op het advies van het beheerscomité van de Rijksdienst voor | Gelet op het advies van het beheerscomité van de Rijksdienst voor |
Arbeidsvoorziening, gegeven op 17 oktober 2024; | Arbeidsvoorziening, gegeven op 17 oktober 2024; |
Overwegende dat dit ontwerp verschillende wijzigingen van technische | Overwegende dat dit ontwerp verschillende wijzigingen van technische |
en terminologische aard omvat die oorspronkelijk waren opgenomen in | en terminologische aard omvat die oorspronkelijk waren opgenomen in |
het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk | het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk |
besluit van 16 maart 2001 betreffende de verloven en de afwezigheden | besluit van 16 maart 2001 betreffende de verloven en de afwezigheden |
toegestaan aan sommige personeelsleden van de diensten die de | toegestaan aan sommige personeelsleden van de diensten die de |
rechterlijke macht terzijde staan en het koninklijk besluit van 10 | rechterlijke macht terzijde staan en het koninklijk besluit van 10 |
november 2006 betreffende het statuut, de loopbaan en de | november 2006 betreffende het statuut, de loopbaan en de |
bezoldigingsregeling van het gerechtspersoneel (koninklijk besluit du | bezoldigingsregeling van het gerechtspersoneel (koninklijk besluit du |
26 september 2024); | 26 september 2024); |
Overwegende dat, zoals wordt opgemerkt in advies 76.916/1/V van de | Overwegende dat, zoals wordt opgemerkt in advies 76.916/1/V van de |
Raad van State van 31 juli 2024, deze wijzigingen het voorwerp moeten | Raad van State van 31 juli 2024, deze wijzigingen het voorwerp moeten |
uitmaken van een overleg in de Ministerraad overeenkomstig artikel 99, | uitmaken van een overleg in de Ministerraad overeenkomstig artikel 99, |
zesde lid, 3°, van de herstelwet van 22 januari 1985 en artikel 2, | zesde lid, 3°, van de herstelwet van 22 januari 1985 en artikel 2, |
vierde lid, van de wet van 19 juli 2012 betreffende de vierdagenweek | vierde lid, van de wet van 19 juli 2012 betreffende de vierdagenweek |
en het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de openbare sector; | en het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de openbare sector; |
Overwegende dat de wijzigingen van technische aard die zijn opgenomen | Overwegende dat de wijzigingen van technische aard die zijn opgenomen |
in de artikelen 2, 4 en 5 van dit besluit, verband houden met de | in de artikelen 2, 4 en 5 van dit besluit, verband houden met de |
inwerkingtreding van het koninklijk besluit van 26 september 2024 tot | inwerkingtreding van het koninklijk besluit van 26 september 2024 tot |
wijziging van het koninklijk besluit van 16 maart 2001 betreffende de | wijziging van het koninklijk besluit van 16 maart 2001 betreffende de |
verloven en de afwezigheden toegestaan aan sommige personeelsleden van | verloven en de afwezigheden toegestaan aan sommige personeelsleden van |
de diensten die de rechterlijke macht terzijde staan en het koninklijk | de diensten die de rechterlijke macht terzijde staan en het koninklijk |
besluit van 10 november 2006 betreffende het statuut, de loopbaan en | besluit van 10 november 2006 betreffende het statuut, de loopbaan en |
de bezoldigingsregeling van het gerechtspersoneel; | de bezoldigingsregeling van het gerechtspersoneel; |
Overwegende dat het koninklijk besluit van 26 september 2024 in | Overwegende dat het koninklijk besluit van 26 september 2024 in |
werking treedt op 1 november 2024; | werking treedt op 1 november 2024; |
Overwegende dat punt 7 van advies nr. 77.083/16 van de Raad van State, | Overwegende dat punt 7 van advies nr. 77.083/16 van de Raad van State, |
gegeven op 15 oktober 2024, stelt dat ervoor moet worden gezorgd dat | gegeven op 15 oktober 2024, stelt dat ervoor moet worden gezorgd dat |
de artikelen 7, 11 en 12 van het ontwerp houdende diverse | de artikelen 7, 11 en 12 van het ontwerp houdende diverse |
terminologische wijzigingen in het koninklijk besluit van 16 maart | terminologische wijzigingen in het koninklijk besluit van 16 maart |
2001 betreffende de verloven en de afwezigheden toegestaan aan sommige | 2001 betreffende de verloven en de afwezigheden toegestaan aan sommige |
personeelsleden van de diensten die de rechterlijke macht terzijde | personeelsleden van de diensten die de rechterlijke macht terzijde |
staan geen terugwerkende kracht hebben; | staan geen terugwerkende kracht hebben; |
Overwegende dat de artikelen 7, 11 en 12 in de artikelen 2, 4 en 5 van | Overwegende dat de artikelen 7, 11 en 12 in de artikelen 2, 4 en 5 van |
dit besluit worden opgenomen; | dit besluit worden opgenomen; |
Overwegende dat dit besluit valt binnen het kader van de lopende | Overwegende dat dit besluit valt binnen het kader van de lopende |
zaken, aangezien het gaat om een zaak waarvoor geen nieuw initiatief | zaken, aangezien het gaat om een zaak waarvoor geen nieuw initiatief |
van de Regering is vereist en die met het oog op de continuïteit van | van de Regering is vereist en die met het oog op de continuïteit van |
het gezag door de Uitvoerende Macht moet worden behandeld, omdat | het gezag door de Uitvoerende Macht moet worden behandeld, omdat |
anders een voor de burgers nadelig vacuüm zou ontstaan, zoals bepaald | anders een voor de burgers nadelig vacuüm zou ontstaan, zoals bepaald |
in de omzendbrief Lopende zaken van 27 mei 2024, die door de Eerste | in de omzendbrief Lopende zaken van 27 mei 2024, die door de Eerste |
Minister aan de Regeringsleden werd gericht; | Minister aan de Regeringsleden werd gericht; |
Op de voordracht van de Minister van Justitie, de Minister van Sociale | Op de voordracht van de Minister van Justitie, de Minister van Sociale |
Zaken en de Minister van Ambtenarenzaken en op het advies van de in | Zaken en de Minister van Ambtenarenzaken en op het advies van de in |
Raad vergaderde Ministers, | Raad vergaderde Ministers, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.In artikel 32, § 1, vierde lid, tweede streep, van het |
Artikel 1.In artikel 32, § 1, vierde lid, tweede streep, van het |
koninklijk besluit van 16 maart 2001 betreffende de verloven en de | koninklijk besluit van 16 maart 2001 betreffende de verloven en de |
afwezigheden toegestaan aan sommige personeelsleden van de diensten | afwezigheden toegestaan aan sommige personeelsleden van de diensten |
die de rechterlijke macht terzijde staan, vervangen bij het koninklijk | die de rechterlijke macht terzijde staan, vervangen bij het koninklijk |
besluit van 14 april 2013, in de Franse tekst wordt het woord "mebre" | besluit van 14 april 2013, in de Franse tekst wordt het woord "mebre" |
vervangen door het woord "membre". | vervangen door het woord "membre". |
Art. 2.In artikel 73 van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij |
Art. 2.In artikel 73 van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij |
het koninklijk besluit van 31 juli 2009, wordt het tweede lid | het koninklijk besluit van 31 juli 2009, wordt het tweede lid |
vervangen als volgt: | vervangen als volgt: |
"Het adoptieverlof, het opvangverlof, het pleegouderverlof, het verlof | "Het adoptieverlof, het opvangverlof, het pleegouderverlof, het verlof |
voor moederschapsbescherming en het omgezet moederschapsverlof stellen | voor moederschapsbescherming en het omgezet moederschapsverlof stellen |
een einde aan de stelsels van voltijdse en deeltijdse | een einde aan de stelsels van voltijdse en deeltijdse |
loopbaanonderbreking.". | loopbaanonderbreking.". |
Art. 3.In artikel 74, § 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het |
Art. 3.In artikel 74, § 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het |
koninklijk besluit van 30 juli 2018, worden de woorden "aangetekende | koninklijk besluit van 30 juli 2018, worden de woorden "aangetekende |
brief" vervangen door de woorden "aangetekende zending". | brief" vervangen door de woorden "aangetekende zending". |
Art. 4.In artikel 90/2, § 2, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het |
Art. 4.In artikel 90/2, § 2, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het |
koninklijk besluit van 7 oktober 2013, wordt de bepaling onder 3° | koninklijk besluit van 7 oktober 2013, wordt de bepaling onder 3° |
vervangen als volgt: | vervangen als volgt: |
"3° adoptieverlof, opvangverlof en pleegouderverlof;". | "3° adoptieverlof, opvangverlof en pleegouderverlof;". |
Art. 5.In artikel 90/5, derde lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd |
Art. 5.In artikel 90/5, derde lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd |
bij het koninklijk besluit van 30 juli 2018, wordt de bepaling onder | bij het koninklijk besluit van 30 juli 2018, wordt de bepaling onder |
2° vervangen als volgt: | 2° vervangen als volgt: |
"2° adoptieverlof, opvangverlof en pleegouderverlof;". | "2° adoptieverlof, opvangverlof en pleegouderverlof;". |
Art. 6.De artikelen 2, 4 en 5 van dit besluit treden in werking op 1 |
Art. 6.De artikelen 2, 4 en 5 van dit besluit treden in werking op 1 |
november 2024. | november 2024. |
Art. 7.De minister van Justitie, de minister van Sociale Zaken en de |
Art. 7.De minister van Justitie, de minister van Sociale Zaken en de |
minister van Ambtenarenzaken zijn belast met de uitvoering van dit | minister van Ambtenarenzaken zijn belast met de uitvoering van dit |
besluit. | besluit. |
Gegeven te Brussel, 24 oktober 2024. | Gegeven te Brussel, 24 oktober 2024. |
FILIP | FILIP |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Justitie, | De Minister van Justitie, |
P. VAN TIGCHELT | P. VAN TIGCHELT |
De Minister van Sociale Zaken, | De Minister van Sociale Zaken, |
F. VANDENBROUCKE | F. VANDENBROUCKE |
De Minister van Ambtenarenzaken, | De Minister van Ambtenarenzaken, |
P. DE SUTTER | P. DE SUTTER |