| Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het tabaksbedrijf, houdende maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het tabaksbedrijf, houdende maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling |
|---|---|
| MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID | MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID |
| 24 JUNI 2000. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 24 JUNI 2000. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
| verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 1999, gesloten | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 1999, gesloten |
| in het Paritair Comité voor het tabaksbedrijf, houdende maatregelen | in het Paritair Comité voor het tabaksbedrijf, houdende maatregelen |
| ter bevordering van de tewerkstelling (1) | ter bevordering van de tewerkstelling (1) |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
| 28; | 28; |
| Gelet op de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de | Gelet op de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de |
| werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het | werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het |
| concurrentievermogen, inzonderheid op titel III; | concurrentievermogen, inzonderheid op titel III; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de | Gelet op het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de |
| toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel | toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel |
| brugpensioen; | brugpensioen; |
| Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, gesloten op 19 | Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, gesloten op 19 |
| december 1974 in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een | december 1974 in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een |
| regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde | regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde |
| werknemers indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard | werknemers indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard |
| bij koninklijk besluit van 16 januari 1975; | bij koninklijk besluit van 16 januari 1975; |
| Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het tabaksbedrijf; | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het tabaksbedrijf; |
| Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, | Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
| overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 1999, gesloten | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 1999, gesloten |
| in het Paritair Comité voor het tabaksbedrijf, houdende maatregelen | in het Paritair Comité voor het tabaksbedrijf, houdende maatregelen |
| ter bevordering van de tewerkstelling. | ter bevordering van de tewerkstelling. |
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
| van dit besluit. | van dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 24 juni 2000. | Gegeven te Brussel, 24 juni 2000. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Werkgelegenheid, | De Minister van Werkgelegenheid, |
| Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
| Wet van 26 juli 1996, Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1996. | Wet van 26 juli 1996, Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1996. |
| Koninklijk besluit van 16 januari 1975, Belgisch Staatsblad van 31 | Koninklijk besluit van 16 januari 1975, Belgisch Staatsblad van 31 |
| december 1975. | december 1975. |
| Koninklijk besluit van 7 december 1992, Belgisch Staatsblad van 11 | Koninklijk besluit van 7 december 1992, Belgisch Staatsblad van 11 |
| december 1992. | december 1992. |
| Bijlage | Bijlage |
| Paritair Comité voor het tabaksbedrijf | Paritair Comité voor het tabaksbedrijf |
| Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 1999 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 1999 |
| Maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling, | Maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling, |
| (Overeenkomst registreerd op 30 juni 1999 | (Overeenkomst registreerd op 30 juni 1999 |
| onder het nummer 51137/COF/133.03) | onder het nummer 51137/COF/133.03) |
| HOOFDSTUK I. - Oogmerken | HOOFDSTUK I. - Oogmerken |
Artikel 1.Met onderhavige overeenkomst beogen de partijen het behoud |
Artikel 1.Met onderhavige overeenkomst beogen de partijen het behoud |
| van de tewerkstelling. | van de tewerkstelling. |
| Overeenkomstig de mogelijkheid voorzien in het interprofessioneel | Overeenkomstig de mogelijkheid voorzien in het interprofessioneel |
| akkoord van 8 december 1998 gesloten voor de jaren 1999-2000, worden | akkoord van 8 december 1998 gesloten voor de jaren 1999-2000, worden |
| de artikelen 3, 4 en 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 | de artikelen 3, 4 en 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 |
| mei 1997 houdende maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling, | mei 1997 houdende maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling, |
| gesloten overeenkomstig de wet van 26 juli 1996 ter bevordering van de | gesloten overeenkomstig de wet van 26 juli 1996 ter bevordering van de |
| werkgelegenheid en de preventieve vrijwaring van het | werkgelegenheid en de preventieve vrijwaring van het |
| concurrentievermogen verlengd, evenals de maatregelen voorzien in | concurrentievermogen verlengd, evenals de maatregelen voorzien in |
| voorgenoemde collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1997 inzake | voorgenoemde collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1997 inzake |
| loopbaanonderbreking en deeltijdse arbeid. | loopbaanonderbreking en deeltijdse arbeid. |
| HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied |
Art. 2.Onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing |
Art. 2.Onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing |
| op de werkgevers en op de werknemers van de ondernemingen die sigaren | op de werkgevers en op de werknemers van de ondernemingen die sigaren |
| en sigarillo's vervaardigen en onder het Paritair Comité voor het | en sigarillo's vervaardigen en onder het Paritair Comité voor het |
| tabaksbedrijf ressorteren. | tabaksbedrijf ressorteren. |
| Onder werknemers wordt verstaan de arbeiders en arbeidsters. | Onder werknemers wordt verstaan de arbeiders en arbeidsters. |
| HOOFDSTUK III. - Beschikkingen | HOOFDSTUK III. - Beschikkingen |
| A. Voltijds conventioneel brugpensioen op 58 jaar | A. Voltijds conventioneel brugpensioen op 58 jaar |
Art. 3.§ 1. De bestaande regeling blijft van toepassing voor de |
Art. 3.§ 1. De bestaande regeling blijft van toepassing voor de |
| voorwaarden en modaliteiten vervat in het raam van de collectieve | voorwaarden en modaliteiten vervat in het raam van de collectieve |
| arbeidsovereenkomst nr. 17, dit wil zeggen als basis de collectieve | arbeidsovereenkomst nr. 17, dit wil zeggen als basis de collectieve |
| arbeidsovereenkomst van 11 februari 1983 en 27 juni 1983, algemeen | arbeidsovereenkomst van 11 februari 1983 en 27 juni 1983, algemeen |
| verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 1 maart 1984, | verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 1 maart 1984, |
| bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 24 maart 1984, laatst | bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 24 maart 1984, laatst |
| gewijzigd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 januari 1999, | gewijzigd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 januari 1999, |
| rekening houdende met de wettelijke bepalingen terzake. | rekening houdende met de wettelijke bepalingen terzake. |
| § 2. De leeftijdsgrens om in het brugpensioensysteem te treden voor | § 2. De leeftijdsgrens om in het brugpensioensysteem te treden voor |
| mannen en vrouwen is vastgesteld op 58 jaar. | mannen en vrouwen is vastgesteld op 58 jaar. |
| B. Halftijds brugpensioen op 55 jaar | B. Halftijds brugpensioen op 55 jaar |
Art. 4.§ 1. De bestaande regeling voorzien bij de collectieve |
Art. 4.§ 1. De bestaande regeling voorzien bij de collectieve |
| arbeidsovereenkomst van 29 maart 1995 en 23 juni 1995 houdende | arbeidsovereenkomst van 29 maart 1995 en 23 juni 1995 houdende |
| maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling, blijft behouden op | maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling, blijft behouden op |
| basis van artikel 26 van voornoemde wet van 26 juli 1996, namelijk de | basis van artikel 26 van voornoemde wet van 26 juli 1996, namelijk de |
| individuele mogelijkheid tot halftijds brugpensioen op 55-jarige | individuele mogelijkheid tot halftijds brugpensioen op 55-jarige |
| leeftijd zoals bedoeld in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 | leeftijd zoals bedoeld in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 |
| gesloten op 13 juli 1993 tot instelling van een regeling voor | gesloten op 13 juli 1993 tot instelling van een regeling voor |
| aanvullende vergoedingen voor sommige oudere werknemers in geval van | aanvullende vergoedingen voor sommige oudere werknemers in geval van |
| halvering van de arbeidsprestaties. | halvering van de arbeidsprestaties. |
| § 2. Er zal slechts worden overgegaan tot een individuele | § 2. Er zal slechts worden overgegaan tot een individuele |
| schriftelijke overeenkomst tussen werkgever en werknemer, zo vooraf de | schriftelijke overeenkomst tussen werkgever en werknemer, zo vooraf de |
| haalbaarheid om in de vervanging te voorzien, door de werkgever werd | haalbaarheid om in de vervanging te voorzien, door de werkgever werd |
| onderzocht en positief werd bevonden. | onderzocht en positief werd bevonden. |
| Indien niet tot een individueel schriftelijk akkoord kan worden | Indien niet tot een individueel schriftelijk akkoord kan worden |
| overgegaan tussen werkgever en werknemer, zal de beslissing | overgegaan tussen werkgever en werknemer, zal de beslissing |
| schriftelijk verantwoord worden. Copie hiervan wordt overgemaakt aan | schriftelijk verantwoord worden. Copie hiervan wordt overgemaakt aan |
| de Raad van Beheer van het "Sociaal Fonds der tabakverwerkende | de Raad van Beheer van het "Sociaal Fonds der tabakverwerkende |
| industrieën" die de gegrondheid ervan zal nagaan. | industrieën" die de gegrondheid ervan zal nagaan. |
| Bij betwisting, zal het dossier worden overgemaakt aan het | Bij betwisting, zal het dossier worden overgemaakt aan het |
| verzoeningsbureau van het Paritair Comité voor het tabaksbedrijf. | verzoeningsbureau van het Paritair Comité voor het tabaksbedrijf. |
| C. Halftijds brugpensioen op 58 jaar | C. Halftijds brugpensioen op 58 jaar |
Art. 5.Voor iedere werknemer die tenminste 58 jaar oud is, wordt de |
Art. 5.Voor iedere werknemer die tenminste 58 jaar oud is, wordt de |
| individuele mogelijkheid ingevoerd op aanvraag en in onderlinge | individuele mogelijkheid ingevoerd op aanvraag en in onderlinge |
| overeenstemming met de werkgever in het halftijds brugpensioensysteem | overeenstemming met de werkgever in het halftijds brugpensioensysteem |
| te treden, overeenkomstig de modaliteiten en voorwaarden voorzien in | te treden, overeenkomstig de modaliteiten en voorwaarden voorzien in |
| het koninklijk besluit van 27 januari 1997 terzake. | het koninklijk besluit van 27 januari 1997 terzake. |
| D. Loopbaanonderbreking - beperkt recht voltijds of halftijds | D. Loopbaanonderbreking - beperkt recht voltijds of halftijds |
Art. 6.§ 1. Het beperkt recht op voltijdse of halftijdse |
Art. 6.§ 1. Het beperkt recht op voltijdse of halftijdse |
| loopbaanonderbreking ingevoerd bij collectieve arbeidsovereenkomst van | loopbaanonderbreking ingevoerd bij collectieve arbeidsovereenkomst van |
| 29 maart 1995 en 23 juni 1995 houdende maatregelen ter bevordering van | 29 maart 1995 en 23 juni 1995 houdende maatregelen ter bevordering van |
| de tewerkstelling, conform de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 56 | de tewerkstelling, conform de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 56 |
| van 13 juli 1993 gesloten in de Nationale Arbeidsraad, algemeen | van 13 juli 1993 gesloten in de Nationale Arbeidsraad, algemeen |
| verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 17 november 1993, | verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 17 november 1993, |
| oorspronkelijk voorzien bij afdeling 5, hoofdstuk IV van de herstelwet | oorspronkelijk voorzien bij afdeling 5, hoofdstuk IV van de herstelwet |
| van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen, blijft behouden, | van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen, blijft behouden, |
| namelijk een beperkt recht uitgebreid tot 4 pct. van het gemiddeld | namelijk een beperkt recht uitgebreid tot 4 pct. van het gemiddeld |
| aantal arbeiderspersoneel tijdens het afgelopen kalenderjaar in de | aantal arbeiderspersoneel tijdens het afgelopen kalenderjaar in de |
| technische bedrijfseenheid tewerkgesteld, onder de voorwaarde dat de | technische bedrijfseenheid tewerkgesteld, onder de voorwaarde dat de |
| functie binnen de maand voorafgaande aan de onderbreking kan worden | functie binnen de maand voorafgaande aan de onderbreking kan worden |
| overgedragen. | overgedragen. |
| Bij onmogelijkheid zal dit tegenover de werknemer schriftelijk worden | Bij onmogelijkheid zal dit tegenover de werknemer schriftelijk worden |
| verantwoord en bij betwisting wordt het dossier aan het | verantwoord en bij betwisting wordt het dossier aan het |
| verzoeningsbureau van het Paritair Comité voor het tabaksbedrijf | verzoeningsbureau van het Paritair Comité voor het tabaksbedrijf |
| voorgelegd. | voorgelegd. |
| § 2. De onderbrekingsperiode die minimum drie maanden bedraagt en | § 2. De onderbrekingsperiode die minimum drie maanden bedraagt en |
| waarvan de werknemers de werkgever minstens twee maanden vooraf in | waarvan de werknemers de werkgever minstens twee maanden vooraf in |
| kennis stelt kan worden verlengd en dient schriftelijk te worden | kennis stelt kan worden verlengd en dient schriftelijk te worden |
| vastgelegd. | vastgelegd. |
| § 3. Deze loopbaanonderbreking, voltijds of halftijds wordt toegepast | § 3. Deze loopbaanonderbreking, voltijds of halftijds wordt toegepast |
| volgens de modaliteiten en in het raam van de vigerende wetgeving. | volgens de modaliteiten en in het raam van de vigerende wetgeving. |
| Deze bepalingen doen geen afbreuk aan meer gunstige voorwaarden op | Deze bepalingen doen geen afbreuk aan meer gunstige voorwaarden op |
| ondernemingsvlak. | ondernemingsvlak. |
| E. Loopbaanonderbreking conform het koninklijk besluit van 10 augustus | E. Loopbaanonderbreking conform het koninklijk besluit van 10 augustus |
| 1998 | 1998 |
Art. 7.§ 1. Voor 3 pct. van het gemiddeld aantal arbeiderspersoneel |
Art. 7.§ 1. Voor 3 pct. van het gemiddeld aantal arbeiderspersoneel |
| tewerkgesteld in het afgelopen kalenderjaar wordt het recht ingevoerd | tewerkgesteld in het afgelopen kalenderjaar wordt het recht ingevoerd |
| overeenkomstig de modaliteiten en voorwaarden voorzien in het | overeenkomstig de modaliteiten en voorwaarden voorzien in het |
| koninklijk besluit van 10 augustus 1998 tot aanstelling van een recht | koninklijk besluit van 10 augustus 1998 tot aanstelling van een recht |
| op loopbaanonderbreking, de loopbaan voltijds of halftijds gedurende | op loopbaanonderbreking, de loopbaan voltijds of halftijds gedurende |
| minimum drie maanden te onderbreken, mits kennisgeving één maand | minimum drie maanden te onderbreken, mits kennisgeving één maand |
| vooraf aan de werkgever. | vooraf aan de werkgever. |
| § 2. Bij verlenging is de minimumtermijn van drie maanden onderbreking | § 2. Bij verlenging is de minimumtermijn van drie maanden onderbreking |
| voorzien in § 1 niet vereist. | voorzien in § 1 niet vereist. |
| § 3. In ondernemingen met minder dan 50 werknemers, arbeiders en | § 3. In ondernemingen met minder dan 50 werknemers, arbeiders en |
| bedienden samen, zal echter in overleg met de werkgever nagegaan | bedienden samen, zal echter in overleg met de werkgever nagegaan |
| worden of loopbaanonderbreking mogelijk is in de aangevraagde periode | worden of loopbaanonderbreking mogelijk is in de aangevraagde periode |
| : bij onmogelijkheid om organisatorische redenen of wegens economische | : bij onmogelijkheid om organisatorische redenen of wegens economische |
| imperatieven, zal binnen de maand bij onderlinge overeenkomst de | imperatieven, zal binnen de maand bij onderlinge overeenkomst de |
| mogelijke periode van onderbreking worden vastgelegd. | mogelijke periode van onderbreking worden vastgelegd. |
| F. Loopbaanonderbreking voor bijstand of verzorging | F. Loopbaanonderbreking voor bijstand of verzorging |
Art. 8.De werknemers tewerkgesteld in kleine of grote ondernemingen, |
Art. 8.De werknemers tewerkgesteld in kleine of grote ondernemingen, |
| kunnen geheel of gedeeltelijk de loopbaan gedurende één maand of | kunnen geheel of gedeeltelijk de loopbaan gedurende één maand of |
| maximum drie maanden aaneensluitend of niet onderbreken, evenwel | maximum drie maanden aaneensluitend of niet onderbreken, evenwel |
| beperkt tot een maximum termijn van 12 maanden bij volledige | beperkt tot een maximum termijn van 12 maanden bij volledige |
| onderbreking en tot 24 maanden bij gedeeltelijk onderbreken voor | onderbreking en tot 24 maanden bij gedeeltelijk onderbreken voor |
| bijstand of verzorging van een gezins- en familielid, tot de tweede | bijstand of verzorging van een gezins- en familielid, tot de tweede |
| graad mits voorleggen van een medisch attest waaruit blijkt dat dit | graad mits voorleggen van een medisch attest waaruit blijkt dat dit |
| lid aan een zware ziekte lijdt, rekening houdende met de wettelijke | lid aan een zware ziekte lijdt, rekening houdende met de wettelijke |
| bepalingen voorzien bij koninklijk besluit van 10 augustus 1998 tot | bepalingen voorzien bij koninklijk besluit van 10 augustus 1998 tot |
| invoering van een recht op loopbaanonderbreking voor bijstand of | invoering van een recht op loopbaanonderbreking voor bijstand of |
| verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid. | verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid. |
| Vervanging | Vervanging |
Art. 9.De werknemers in loopbaanonderbreking om welke reden ook en op |
Art. 9.De werknemers in loopbaanonderbreking om welke reden ook en op |
| basis van om het even welke conventionele regeling, kunnen vervangen | basis van om het even welke conventionele regeling, kunnen vervangen |
| worden door alle categorieën vervangers bij wet vastgelegd, | worden door alle categorieën vervangers bij wet vastgelegd, |
| uitzendkrachten inbegrepen. | uitzendkrachten inbegrepen. |
| G. Deeltijdse arbeid | G. Deeltijdse arbeid |
Art. 10.Verzoeken tot vrijwillige deeltijdse arbeid op basis van |
Art. 10.Verzoeken tot vrijwillige deeltijdse arbeid op basis van |
| minsten 50 pct. voor zover één voltijdse arbeidspost volledig kan | minsten 50 pct. voor zover één voltijdse arbeidspost volledig kan |
| worden bezet, zullen positief benaderd worden, rekening houdende met | worden bezet, zullen positief benaderd worden, rekening houdende met |
| de bedrijfseconomische en organisatorische imperatieven. | de bedrijfseconomische en organisatorische imperatieven. |
| HOOFDSTUK IV. - Bijzondere bepaling | HOOFDSTUK IV. - Bijzondere bepaling |
Art. 11.Deze collectieve arbeidsovereenkomst sluit iedere eis met |
Art. 11.Deze collectieve arbeidsovereenkomst sluit iedere eis met |
| financiële weerslag in het vlak van de onderneming uit en verbindt de | financiële weerslag in het vlak van de onderneming uit en verbindt de |
| betrokken partijen tot het waarborgen van de sociale vrede. | betrokken partijen tot het waarborgen van de sociale vrede. |
| HOOFDSTUK V. - Geldigheid - Duur | HOOFDSTUK V. - Geldigheid - Duur |
Art. 12.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor de duur |
Art. 12.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor de duur |
| van twee jaar ingaande op 1 januari 1999 en houdende op van kracht te | van twee jaar ingaande op 1 januari 1999 en houdende op van kracht te |
| zijn op 31 december 2000. | zijn op 31 december 2000. |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 24 juni | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 24 juni |
| 2000. | 2000. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Werkgelegenheid, | De Minister van Werkgelegenheid, |
| Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |