| Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 oktober 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Waalse Gewest, betreffende de verkeersvoordelen toegekend aan de werknemers, aan de steuntrekkers, evenals aan hun rechthebbenden | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 oktober 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Waalse Gewest, betreffende de verkeersvoordelen toegekend aan de werknemers, aan de steuntrekkers, evenals aan hun rechthebbenden |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
| 24 JULI 2008. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 24 JULI 2008. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
| verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 oktober 2007, | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 oktober 2007, |
| gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer | gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer |
| van het Waalse Gewest, betreffende de verkeersvoordelen toegekend aan | van het Waalse Gewest, betreffende de verkeersvoordelen toegekend aan |
| de werknemers, aan de steuntrekkers, evenals aan hun rechthebbenden | de werknemers, aan de steuntrekkers, evenals aan hun rechthebbenden |
| (1) | (1) |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
| 28; | 28; |
| Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het stads- en | Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het stads- en |
| streekvervoer van het Waalse Gewest; | streekvervoer van het Waalse Gewest; |
| Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
| overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 1 oktober 2007, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 1 oktober 2007, |
| gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer | gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer |
| van het Waalse Gewest, betreffende de verkeersvoordelen toegekend aan | van het Waalse Gewest, betreffende de verkeersvoordelen toegekend aan |
| de werknemers, aan de steuntrekkers, evenals aan hun rechthebbenden. | de werknemers, aan de steuntrekkers, evenals aan hun rechthebbenden. |
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
| dit besluit. | dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 24 juli 2008. | Gegeven te Brussel, 24 juli 2008. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, | De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, |
| Mevr. J. MILQUET | Mevr. J. MILQUET |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
| Bijlage | Bijlage |
| Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Waalse | Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Waalse |
| Gewest | Gewest |
| Collectieve arbeidsovereenkomst van 1 oktober 2007 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 1 oktober 2007 |
| Verkeersvoordelen toegekend aan de werknemers, aan de steuntrekkers, | Verkeersvoordelen toegekend aan de werknemers, aan de steuntrekkers, |
| evenals aan hun rechthebbenden (Overeenkomst geregistreerd op 29 | evenals aan hun rechthebbenden (Overeenkomst geregistreerd op 29 |
| november 2007 onder het nummer 85888/CO/328.02) | november 2007 onder het nummer 85888/CO/328.02) |
| HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
| de werknemers, de steuntrekkers en op de werkgevers die ressorteren | de werknemers, de steuntrekkers en op de werkgevers die ressorteren |
| onder het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het | onder het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het |
| Waalse Gewest. | Waalse Gewest. |
| Onder "werknemers" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke | Onder "werknemers" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke |
| arbeiders en bedienden. | arbeiders en bedienden. |
| Onder "steuntrekkers" wordt verstaan : de werknemers die, afgezien van | Onder "steuntrekkers" wordt verstaan : de werknemers die, afgezien van |
| de inning van sociale bijdragen, afhankelijk zijn van stelsels van | de inning van sociale bijdragen, afhankelijk zijn van stelsels van |
| pensioen van brugpensioen, van werkloosheid ten gunste van werknemers | pensioen van brugpensioen, van werkloosheid ten gunste van werknemers |
| ontslagen op 55 jaar en ouder, evenals de werknemers die vallen onder | ontslagen op 55 jaar en ouder, evenals de werknemers die vallen onder |
| de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 januari | de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 januari |
| 1998 betreffende de aanvullende vergoedingen voor | 1998 betreffende de aanvullende vergoedingen voor |
| arbeidsongeschiktheid, bekrachtigd door de collectieve | arbeidsongeschiktheid, bekrachtigd door de collectieve |
| arbeidsovereenkomst van 20 april 2001 en de punten 1.2, 2.3, 3.3 en | arbeidsovereenkomst van 20 april 2001 en de punten 1.2, 2.3, 3.3 en |
| 4.3 van bijlage 1 van voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst. | 4.3 van bijlage 1 van voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst. |
| HOOFDSTUK II. - Algemeen principe | HOOFDSTUK II. - Algemeen principe |
Art. 2.De werknemer, de steuntrekkers, evenals hun rechthebbenden |
Art. 2.De werknemer, de steuntrekkers, evenals hun rechthebbenden |
| kunnen een vervoersbewijs genieten dat toegang geeft tot het gratis | kunnen een vervoersbewijs genieten dat toegang geeft tot het gratis |
| vervoer op alle openbare toegelaten diensten of diensten vergund aan | vervoer op alle openbare toegelaten diensten of diensten vergund aan |
| de M.I.V.B., aan de V.V.M. en aan de TEC. | de M.I.V.B., aan de V.V.M. en aan de TEC. |
| De speciale gevallen waarin niet voorzien wordt door deze collectieve | De speciale gevallen waarin niet voorzien wordt door deze collectieve |
| arbeidsovereenkomst en elke vraag over de interpretatie ervan moeten | arbeidsovereenkomst en elke vraag over de interpretatie ervan moeten |
| worden voorgelegd aan de "Société régionale wallonne du Transport", | worden voorgelegd aan de "Société régionale wallonne du Transport", |
| die erover zal beslissen. | die erover zal beslissen. |
| HOOFDSTUK III. - Dienstkaart en gepensioneerdenkaart | HOOFDSTUK III. - Dienstkaart en gepensioneerdenkaart |
Art. 3.Alle werknemers in actieve dienst op het einde van een proef- |
Art. 3.Alle werknemers in actieve dienst op het einde van een proef- |
| of scholingsperiode, evenals alle oudere werknemers die steun trekken | of scholingsperiode, evenals alle oudere werknemers die steun trekken |
| van een sociale kas hebben recht op een dienstkaart of een | van een sociale kas hebben recht op een dienstkaart of een |
| gepensioneerdenkaart. | gepensioneerdenkaart. |
| De personen aangeworven met een studentencontract en de | De personen aangeworven met een studentencontract en de |
| uitzendkrachten worden niet beschouwd als werknemers in actieve dienst | uitzendkrachten worden niet beschouwd als werknemers in actieve dienst |
| in de zin van deze collectieve arbeidsovereenkomst. | in de zin van deze collectieve arbeidsovereenkomst. |
| De werknemer wordt niet meer beschouwd als in actieve dienst tijdens | De werknemer wordt niet meer beschouwd als in actieve dienst tijdens |
| de volledige periode van loopbaanonderbreking die onmiddellijk volgt | de volledige periode van loopbaanonderbreking die onmiddellijk volgt |
| op een eerste volledige loopbaanonderbreking van 3 maanden, ongeacht | op een eerste volledige loopbaanonderbreking van 3 maanden, ongeacht |
| de wettelijke basis van deze loopbaanonderbreking. | de wettelijke basis van deze loopbaanonderbreking. |
| HOOFDSTUK IV. - Familiekaart | HOOFDSTUK IV. - Familiekaart |
Art. 4.De houder van een dienstkaart of van een gepensioneerdenkaart, |
Art. 4.De houder van een dienstkaart of van een gepensioneerdenkaart, |
| hierna "de houder" genoemd, heeft recht op familiekaarten voor zijn | hierna "de houder" genoemd, heeft recht op familiekaarten voor zijn |
| echtgeno(o)t(e) of zijn kinderen die kinderbijslag genieten. | echtgeno(o)t(e) of zijn kinderen die kinderbijslag genieten. |
Art. 5.De houder, wiens toestand hierna beschreven wordt, heeft geen |
Art. 5.De houder, wiens toestand hierna beschreven wordt, heeft geen |
| recht op familiekaarten : | recht op familiekaarten : |
| - de werknemer die zijn stage niet beëindigd heeft; | - de werknemer die zijn stage niet beëindigd heeft; |
| - de werknemer aangeworven met een arbeiderscontract van een bepaalde | - de werknemer aangeworven met een arbeiderscontract van een bepaalde |
| duur van minstens 6 maanden, zolang hij geen 3 maanden in dienst is; | duur van minstens 6 maanden, zolang hij geen 3 maanden in dienst is; |
| - de werknemer aangeworven met een bediendecontract van een bepaalde | - de werknemer aangeworven met een bediendecontract van een bepaalde |
| duur van minstens 12 maanden, zolang hij geen 6 maanden in dienst is. | duur van minstens 12 maanden, zolang hij geen 6 maanden in dienst is. |
| HOOFDSTUK V. - Begrip rechthebbende echtgeno(o)t(e) | HOOFDSTUK V. - Begrip rechthebbende echtgeno(o)t(e) |
Art. 6.Onder "rechthebbende echtgeno(o)t(e)", bedoeld in artikel 4, |
Art. 6.Onder "rechthebbende echtgeno(o)t(e)", bedoeld in artikel 4, |
| wordt verstaan : | wordt verstaan : |
| - de echtgenoot of echtgenote van de gehuwde houder; | - de echtgenoot of echtgenote van de gehuwde houder; |
| - een persoon die onder hetzelfde dak woont te bepalen door de houder | - een persoon die onder hetzelfde dak woont te bepalen door de houder |
| die vrijgezel, weduwnaar, gescheiden of gescheiden van goederen is. | die vrijgezel, weduwnaar, gescheiden of gescheiden van goederen is. |
Art. 7.De feitelijk gescheiden houder mag kiezen om zijn familiekaart |
Art. 7.De feitelijk gescheiden houder mag kiezen om zijn familiekaart |
| toe te kennen aan zijn wettelijke echtgeno(o)t(e) of aan de persoon | toe te kennen aan zijn wettelijke echtgeno(o)t(e) of aan de persoon |
| aangeduid in artikel 6. | aangeduid in artikel 6. |
| Tijdens de geldigheid van de familiekaart mag de keuze enkel gewijzigd | Tijdens de geldigheid van de familiekaart mag de keuze enkel gewijzigd |
| worden door middel van terugbetaling van de eerste toegekende kaart; | worden door middel van terugbetaling van de eerste toegekende kaart; |
| bij verlies of diefstal ervan verliest men de mogelijkheid om de keuze | bij verlies of diefstal ervan verliest men de mogelijkheid om de keuze |
| te wijzigen. | te wijzigen. |
Art. 8.Het toekennen van een familiekaart aan de persoon aangeduid |
Art. 8.Het toekennen van een familiekaart aan de persoon aangeduid |
| overeenkomstig artikel 6 is afhankelijk van het overhandigen van een | overeenkomstig artikel 6 is afhankelijk van het overhandigen van een |
| uniek attest van gezinssamenstelling, afgeleverd door de diensten van | uniek attest van gezinssamenstelling, afgeleverd door de diensten van |
| de burgerlijke stand van de gemeente waar het gezin haar | de burgerlijke stand van de gemeente waar het gezin haar |
| hoofdverblijfplaats heeft. | hoofdverblijfplaats heeft. |
Art. 9.De weduwe of weduwnaar van de overleden houder zal recht |
Art. 9.De weduwe of weduwnaar van de overleden houder zal recht |
| hebben op een familiekaart, zolang deze persoon aanspraak kan maken op | hebben op een familiekaart, zolang deze persoon aanspraak kan maken op |
| de uitkeringen ten laste van een sociale kas van een maatschappij. | de uitkeringen ten laste van een sociale kas van een maatschappij. |
Art. 10.Indien de houder scheidt, is het afleveren of het behouden |
Art. 10.Indien de houder scheidt, is het afleveren of het behouden |
| van een familiekaart van zijn ex-echtgeno(o)t(e) volledig uitgesloten. | van een familiekaart van zijn ex-echtgeno(o)t(e) volledig uitgesloten. |
| HOOFDSTUK VI. - Begrip rechthebbend kind | HOOFDSTUK VI. - Begrip rechthebbend kind |
Art. 11.Het kind van de houder, bedoeld in artikel 4, heeft recht op |
Art. 11.Het kind van de houder, bedoeld in artikel 4, heeft recht op |
| een familiekaart vanaf de leeftijd van 6 jaar, op voorwaarde dat het | een familiekaart vanaf de leeftijd van 6 jaar, op voorwaarde dat het |
| kinderbijslag geniet. | kinderbijslag geniet. |
Art. 12.Het kind van de houder, bedoeld in artikel 4, dat het genot |
Art. 12.Het kind van de houder, bedoeld in artikel 4, dat het genot |
| van kinderbijslag verliest, behoudt het recht op de familiekaart tot | van kinderbijslag verliest, behoudt het recht op de familiekaart tot |
| de leeftijd van 25 jaar als het zijn hoofdverblijfplaats heeft bij de | de leeftijd van 25 jaar als het zijn hoofdverblijfplaats heeft bij de |
| houder. | houder. |
Art. 13.Het afleveren van een familiekaart aan een kind van de |
Art. 13.Het afleveren van een familiekaart aan een kind van de |
| echtgeno(o)t(e), bedoeld in artikel 6, dat niet verwant is met de | echtgeno(o)t(e), bedoeld in artikel 6, dat niet verwant is met de |
| houder, wordt toegelaten, voor zover dit kinderbijslag geniet, en zijn | houder, wordt toegelaten, voor zover dit kinderbijslag geniet, en zijn |
| hoofdverblijfplaats heeft bij de houder. Het afleveren van de kaart is | hoofdverblijfplaats heeft bij de houder. Het afleveren van de kaart is |
| afhankelijk van het overhandigen van een uniek attest van | afhankelijk van het overhandigen van een uniek attest van |
| gezinssamenstelling, afgeleverd door de diensten van de burgerlijke | gezinssamenstelling, afgeleverd door de diensten van de burgerlijke |
| stand van de gemeente waar het gezin haar hoofdverblijfplaats heeft. | stand van de gemeente waar het gezin haar hoofdverblijfplaats heeft. |
Art. 14.Het kind van de rechthebbende, bedoeld in artikel 9, heeft |
Art. 14.Het kind van de rechthebbende, bedoeld in artikel 9, heeft |
| recht op een familiekaart, zolang het kinderbijslag geniet. | recht op een familiekaart, zolang het kinderbijslag geniet. |
Art. 15.Het weeskind van een houder die zelf een uitkering geniet ten |
Art. 15.Het weeskind van een houder die zelf een uitkering geniet ten |
| laste van een sociale kas van een maatschappij heeft recht op een | laste van een sociale kas van een maatschappij heeft recht op een |
| familiekaart. | familiekaart. |
Art. 16.Het gehandicapt kind dat geen kinderbijslag meer geniet vanaf |
Art. 16.Het gehandicapt kind dat geen kinderbijslag meer geniet vanaf |
| 21 jaar krachtens de wet van 27 februari 1987 wordt gelijkgesteld met | 21 jaar krachtens de wet van 27 februari 1987 wordt gelijkgesteld met |
| het gehandicapt kind dat kinderbijslag geniet. | het gehandicapt kind dat kinderbijslag geniet. |
| In dat geval zal het afleveren van een familiekaart afhankelijk zijn | In dat geval zal het afleveren van een familiekaart afhankelijk zijn |
| van het tonen van een kopie van de beslissing tot betaling van een | van het tonen van een kopie van de beslissing tot betaling van een |
| leefloon van de Programmatorische Federale Overheidsdienst | leefloon van de Programmatorische Federale Overheidsdienst |
| Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding en Sociale Economie. | Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding en Sociale Economie. |
| Deze regel is van toepassing zonder afbreuk te doen aan andere | Deze regel is van toepassing zonder afbreuk te doen aan andere |
| voorwaarden waaraan de toekenning van de familiekaart moet voldoen. | voorwaarden waaraan de toekenning van de familiekaart moet voldoen. |
| HOOFDSTUK VII. - Gemeenschappelijke bepalingen | HOOFDSTUK VII. - Gemeenschappelijke bepalingen |
Art. 17.De kaart is strikt persoonlijk en onoverdraagbaar. Zij moet |
Art. 17.De kaart is strikt persoonlijk en onoverdraagbaar. Zij moet |
| spontaan voorgelegd worden aan het personeel in dienst en zelfs | spontaan voorgelegd worden aan het personeel in dienst en zelfs |
| overhandigd worden bij elke vordering van de controleagenten. De | overhandigd worden bij elke vordering van de controleagenten. De |
| houder van de kaart verbindt zich ertoe geen enkele klacht in te | houder van de kaart verbindt zich ertoe geen enkele klacht in te |
| dienen tegen de onderneming omwille van het gebruik van deze kaart. | dienen tegen de onderneming omwille van het gebruik van deze kaart. |
| Bij frauduleus gebruik zal de kaart onmiddellijk ingetrokken worden, | Bij frauduleus gebruik zal de kaart onmiddellijk ingetrokken worden, |
| ongeacht andere maatregelen. | ongeacht andere maatregelen. |
Art. 18.Bij ontslag of einde van het contract voor bepaalde duur zal |
Art. 18.Bij ontslag of einde van het contract voor bepaalde duur zal |
| de werknemer zijn dienstkaart en zijn familiekaarten inleveren bij de | de werknemer zijn dienstkaart en zijn familiekaarten inleveren bij de |
| personeelsdienst, vóór het afsluiten van de rekeningen. | personeelsdienst, vóór het afsluiten van de rekeningen. |
Art. 19.De familiekaarten zullen niet afgeleverd worden zolang de |
Art. 19.De familiekaarten zullen niet afgeleverd worden zolang de |
| houder de personeelsdienst niet alle documenten heeft bezorgd die | houder de personeelsdienst niet alle documenten heeft bezorgd die |
| aantonen dat aan de toekenningsvoorwaarden voor deze kaarten is | aantonen dat aan de toekenningsvoorwaarden voor deze kaarten is |
| voldaan. | voldaan. |
| HOOFDSTUK VIII. - Slotbepalingen | HOOFDSTUK VIII. - Slotbepalingen |
Art. 20.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve |
Art. 20.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve |
| arbeidsovereenkomst van 19 november 2003 betreffende de | arbeidsovereenkomst van 19 november 2003 betreffende de |
| verkeersvoordelen toegekend aan de werknemers, aan de steuntrekkers en | verkeersvoordelen toegekend aan de werknemers, aan de steuntrekkers en |
| aan hun rechthebbenden. | aan hun rechthebbenden. |
Art. 21.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor |
Art. 21.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor |
| onbepaalde duur. | onbepaalde duur. |
| Zij wordt van kracht op 1 oktober 2007. | Zij wordt van kracht op 1 oktober 2007. |
| Zij kan door elk van de partijen worden opgezegd, mits naleving van | Zij kan door elk van de partijen worden opgezegd, mits naleving van |
| een opzeggingstermijn van zes maanden, betekend aan de voorzitter van | een opzeggingstermijn van zes maanden, betekend aan de voorzitter van |
| het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Waalse | het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Waalse |
| Gewest. De partij die deze overeenkomst opzegt, moet een nieuw | Gewest. De partij die deze overeenkomst opzegt, moet een nieuw |
| tekstontwerp voorstellen. | tekstontwerp voorstellen. |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 24 juli | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 24 juli |
| 2008. | 2008. |
| De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, | De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, |
| Mevr. J. MILQUET | Mevr. J. MILQUET |