← Terug naar "Koninklijk besluit tot benoeming van een Commissaris-generaal en een Adjunct-commissaris-generaal voor de Herdenking van de Eerste Wereldoorlog "
| Koninklijk besluit tot benoeming van een Commissaris-generaal en een Adjunct-commissaris-generaal voor de Herdenking van de Eerste Wereldoorlog | Koninklijk besluit tot benoeming van een Commissaris-generaal en een Adjunct-commissaris-generaal voor de Herdenking van de Eerste Wereldoorlog |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST KANSELARIJ VAN DE EERSTE MINISTER | FEDERALE OVERHEIDSDIENST KANSELARIJ VAN DE EERSTE MINISTER |
| 23 MAART 2012. - Koninklijk besluit tot benoeming van een | 23 MAART 2012. - Koninklijk besluit tot benoeming van een |
| Commissaris-generaal en een Adjunct-commissaris-generaal voor de | Commissaris-generaal en een Adjunct-commissaris-generaal voor de |
| Herdenking van de Eerste Wereldoorlog | Herdenking van de Eerste Wereldoorlog |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op artikel 37 van de Grondwet; | Gelet op artikel 37 van de Grondwet; |
| Gelet op de adviezen van de Inspectie van Financiën, gegeven op 14 | Gelet op de adviezen van de Inspectie van Financiën, gegeven op 14 |
| februari en 22 maart 2012; | februari en 22 maart 2012; |
| Op de voordracht van de Eerste Minister, de Minister van Buitenlandse | Op de voordracht van de Eerste Minister, de Minister van Buitenlandse |
| Zaken en de Minister van Landsverdediging, | Zaken en de Minister van Landsverdediging, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.De heer Paul Breyne, gewezen Gouverneur, wordt benoemd tot |
Artikel 1.De heer Paul Breyne, gewezen Gouverneur, wordt benoemd tot |
| Commissaris-generaal voor de Herdenking van de Eerste Wereldoorlog. | Commissaris-generaal voor de Herdenking van de Eerste Wereldoorlog. |
| De heer Jean-Arthur Regibeau, Directeur-generaal bij de Federale | De heer Jean-Arthur Regibeau, Directeur-generaal bij de Federale |
| Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en | Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en |
| Ontwikkelingssamenwerking, wordt benoemd tot | Ontwikkelingssamenwerking, wordt benoemd tot |
| Adjunct-commissaris-generaal voor de Herdenking van de Eerste | Adjunct-commissaris-generaal voor de Herdenking van de Eerste |
| Wereldoorlog. | Wereldoorlog. |
| Hun opdracht eindigt uiterlijk op 31 december 2018. | Hun opdracht eindigt uiterlijk op 31 december 2018. |
| Zij leggen, in handen van de Eerste Minister, de bij artikel 2 van het | Zij leggen, in handen van de Eerste Minister, de bij artikel 2 van het |
| decreet van 20 juli 1831 voorgeschreven eed af. | decreet van 20 juli 1831 voorgeschreven eed af. |
Art. 2.De Commissaris-generaal en de Adjunct-commissaris-generaal |
Art. 2.De Commissaris-generaal en de Adjunct-commissaris-generaal |
| zijn belast met de organisatie van de herdenking van de honderdste | zijn belast met de organisatie van de herdenking van de honderdste |
| verjaardag van de Eerste Wereldoorlog. | verjaardag van de Eerste Wereldoorlog. |
| Deze opdracht bestaat erin : | Deze opdracht bestaat erin : |
| - respectievelijk het voorzitterschap en het ondervoorzitterschapvan | - respectievelijk het voorzitterschap en het ondervoorzitterschapvan |
| het Organisatiecomité waar te nemen en de werkzaamheden van de | het Organisatiecomité waar te nemen en de werkzaamheden van de |
| operationele werkgroepen op te volgen met het oog op de voorbereiding | operationele werkgroepen op te volgen met het oog op de voorbereiding |
| van een officiële herdenkingsplechtigheid en een federaal | van een officiële herdenkingsplechtigheid en een federaal |
| meerjarenprogramma; | meerjarenprogramma; |
| - te zorgen voor overleg op federaal niveau, alsook met de | - te zorgen voor overleg op federaal niveau, alsook met de |
| deelgebieden en de lokale en provinciale overheden; | deelgebieden en de lokale en provinciale overheden; |
| - in dialoog te blijven met hun collega's op internationaal niveau. | - in dialoog te blijven met hun collega's op internationaal niveau. |
Art. 3.De Commissaris-generaal en de Adjunct-commissaris-generaal |
Art. 3.De Commissaris-generaal en de Adjunct-commissaris-generaal |
| dienen een tussentijds verslag in op 31 december 2014 en, bij het | dienen een tussentijds verslag in op 31 december 2014 en, bij het |
| verstrijken van hun mandaat, een eindverslag over de uitvoering van | verstrijken van hun mandaat, een eindverslag over de uitvoering van |
| hun opdracht. | hun opdracht. |
Art. 4.§ 1. De Eerste Minister, de Minister van Buitenlandse Zaken en |
Art. 4.§ 1. De Eerste Minister, de Minister van Buitenlandse Zaken en |
| de Minister van Landsverdediging stellen de Commissaris-generaal en de | de Minister van Landsverdediging stellen de Commissaris-generaal en de |
| Adjunct-commissaris-generaal het personeel en de middelen ter | Adjunct-commissaris-generaal het personeel en de middelen ter |
| beschikking die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van hun opdracht. | beschikking die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van hun opdracht. |
| § 2. De Commissaris-generaal en de Adjunct-commissaris-generaal | § 2. De Commissaris-generaal en de Adjunct-commissaris-generaal |
| ontvangen geen bezoldiging voor hun opdracht maar kunnen aanspraak | ontvangen geen bezoldiging voor hun opdracht maar kunnen aanspraak |
| maken op de terugbetaling van hun verplaatsingskosten. Zij hebben | maken op de terugbetaling van hun verplaatsingskosten. Zij hebben |
| recht op een forfaitaire vergoeding door Ons bepaald voor hun andere | recht op een forfaitaire vergoeding door Ons bepaald voor hun andere |
| kosten, met uitzondering van de zendingskosten in het buitenland. | kosten, met uitzondering van de zendingskosten in het buitenland. |
Art. 5.Dit besluit treedt heden in werking. |
Art. 5.Dit besluit treedt heden in werking. |
Art. 6.De Eerste Minister, de Minister van Buitenlandse Zaken en de |
Art. 6.De Eerste Minister, de Minister van Buitenlandse Zaken en de |
| Minister van Landsverdediging zijn, ieder wat hem betreft, belast met | Minister van Landsverdediging zijn, ieder wat hem betreft, belast met |
| de uitvoering van dit besluit. | de uitvoering van dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 23 maart 2012. | Gegeven te Brussel, 23 maart 2012. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Eerste Minister, | De Eerste Minister, |
| E. DI RUPO | E. DI RUPO |
| De Minister van Buitenlandse Zaken, | De Minister van Buitenlandse Zaken, |
| D. REYNDERS | D. REYNDERS |
| De Minister van Landsverdediging, | De Minister van Landsverdediging, |
| P. DE CREM | P. DE CREM |