Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 23/02/2011
← Terug naar "Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regels voor de werking van de Ombudsdienst voor treinreizigers tijdens de overgangsperiode bedoeld in artikel 18 van de wet van 28 april 2010 houdende diverse bepalingen "
Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regels voor de werking van de Ombudsdienst voor treinreizigers tijdens de overgangsperiode bedoeld in artikel 18 van de wet van 28 april 2010 houdende diverse bepalingen Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regels voor de werking van de Ombudsdienst voor treinreizigers tijdens de overgangsperiode bedoeld in artikel 18 van de wet van 28 april 2010 houdende diverse bepalingen
FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER
23 FEBRUARI 2011. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere 23 FEBRUARI 2011. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere
regels voor de werking van de Ombudsdienst voor treinreizigers tijdens regels voor de werking van de Ombudsdienst voor treinreizigers tijdens
de overgangsperiode bedoeld in artikel 18 van de wet van 28 april 2010 de overgangsperiode bedoeld in artikel 18 van de wet van 28 april 2010
houdende diverse bepalingen houdende diverse bepalingen
ALBERT II, Koning der Belgen, ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 28 april 2010 houdende diverse bepalingen, de Gelet op de wet van 28 april 2010 houdende diverse bepalingen, de
artikelen 17, 18 en 20; artikelen 17, 18 en 20;
Gelet op het koninklijk besluit van 9 oktober 1992 betreffende de Gelet op het koninklijk besluit van 9 oktober 1992 betreffende de
dienst « ombudsman » in sommige autonome overheidsbedrijven; dienst « ombudsman » in sommige autonome overheidsbedrijven;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 21 mei Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 21 mei
2010; 2010;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting,
gegeven op 5 november 2010; gegeven op 5 november 2010;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken, Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken,
gegeven op 31 augustus 2010; gegeven op 31 augustus 2010;
Gelet op het protocol van het Sectorcomité VI van 26 februari 2010; Gelet op het protocol van het Sectorcomité VI van 26 februari 2010;
Gelet op de betrokkenheid van de gewestregeringen; Gelet op de betrokkenheid van de gewestregeringen;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 2 februari 2011 Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 2 februari 2011
met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de
gecoördineerde wetten op de Raad van State; gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van de Eerste Minister en van de Staatssecretaris Op de voordracht van de Eerste Minister en van de Staatssecretaris
voor Mobiliteit en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, voor Mobiliteit en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
HOOFDSTUK I. - Definities HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit koninklijk besluit wordt

Artikel 1.Voor de toepassing van dit koninklijk besluit wordt

verstaan onder : verstaan onder :
NMBS-Holding : het autonoom overheidsbedrijf bedoeld in Titel V van de NMBS-Holding : het autonoom overheidsbedrijf bedoeld in Titel V van de
wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige
economische overheidsbedrijven; economische overheidsbedrijven;
Dienst Ombudsman bij de NMBS : de dienst ombudsman opgericht bij de Dienst Ombudsman bij de NMBS : de dienst ombudsman opgericht bij de
NMBS met toepassing van artikel 43 van de wet van 21 maart 1991 NMBS met toepassing van artikel 43 van de wet van 21 maart 1991
betreffende de hervorming van sommige economische overheids-bedrijven betreffende de hervorming van sommige economische overheids-bedrijven
en van het koninklijk besluit van 9 oktober 1992 betreffende de dienst en van het koninklijk besluit van 9 oktober 1992 betreffende de dienst
« ombudsman » in sommige autonome overheidsbedrijven; « ombudsman » in sommige autonome overheidsbedrijven;
Ombudsdienst voor treinreizigers : de ombudsdienst opgericht op grond Ombudsdienst voor treinreizigers : de ombudsdienst opgericht op grond
van artikel 11 van de wet van 28 april 2010 houdende diverse van artikel 11 van de wet van 28 april 2010 houdende diverse
bepalingen; bepalingen;
Personeelsleden NMBS-Holding : de personen ter beschikking gesteld van Personeelsleden NMBS-Holding : de personen ter beschikking gesteld van
de Dienst Ombudsman bij de NMBS op grond van artikel 5, 2° en 3°, van de Dienst Ombudsman bij de NMBS op grond van artikel 5, 2° en 3°, van
het koninklijk besluit van 9 oktober 1992 betreffende de dienst « het koninklijk besluit van 9 oktober 1992 betreffende de dienst «
ombudsman » in sommige autonome overheidsbedrijven; ombudsman » in sommige autonome overheidsbedrijven;
Wet : de wet van 28 april 2010 houdende diverse bepalingen. Wet : de wet van 28 april 2010 houdende diverse bepalingen.
HOOFDSTUK 2. - Ombudsmannen van het spoor HOOFDSTUK 2. - Ombudsmannen van het spoor

Art. 2.In afwijking van artikel 17, § 2, van de wet worden de

Art. 2.In afwijking van artikel 17, § 2, van de wet worden de

ombudsmannen van de Dienst Ombudsman bij de NMBS vanaf de ombudsmannen van de Dienst Ombudsman bij de NMBS vanaf de
inwerkingtreding van dit besluit naar de FOD Mobiliteit en Vervoer inwerkingtreding van dit besluit naar de FOD Mobiliteit en Vervoer
overgeplaatst om er de functie van ombudsman bedoeld in artikel 17 van overgeplaatst om er de functie van ombudsman bedoeld in artikel 17 van
de wet uit te oefenen, en dit tot het ongewijzigde einde van hun de wet uit te oefenen, en dit tot het ongewijzigde einde van hun
mandaat. mandaat.

Art. 3.In afwijking van artikel 17, § 3, van de wet behouden de

Art. 3.In afwijking van artikel 17, § 3, van de wet behouden de

overeenkomstig het voorafgaande artikel aangewezen ombudsmannen hun overeenkomstig het voorafgaande artikel aangewezen ombudsmannen hun
wedde vastgesteld bij het koninklijk besluit van 9 oktober 1992 wedde vastgesteld bij het koninklijk besluit van 9 oktober 1992
betreffende de dienst « ombudsman » in sommige autonome betreffende de dienst « ombudsman » in sommige autonome
overheidsbedrijven. overheidsbedrijven.
Zijn ook van toepassing op de ombudsmannen de wet van 3 juli 1967 Zijn ook van toepassing op de ombudsmannen de wet van 3 juli 1967
betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor
arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en
voor beroepsziekten in de overheidssector. voor beroepsziekten in de overheidssector.

Art. 4.De NMBS-Holding stelt gedurende een overgangsperiode

Art. 4.De NMBS-Holding stelt gedurende een overgangsperiode

ingerichte kantoren ter beschikking van de Ombudsdienst voor ingerichte kantoren ter beschikking van de Ombudsdienst voor
treinreizigers in een gebouw gelegen in het Brussels Hoofdstedelijk treinreizigers in een gebouw gelegen in het Brussels Hoofdstedelijk
Gewest, op een andere plaats dan waar de maatschappelijke zetel van Gewest, op een andere plaats dan waar de maatschappelijke zetel van
deze maatschappij gevestigd is. deze maatschappij gevestigd is.
Op het einde van deze overgangsperiode die wordt bepaald door de Op het einde van deze overgangsperiode die wordt bepaald door de
minister bevoegd voor het spoorvervoer, stelt de FOD Mobiliteit en minister bevoegd voor het spoorvervoer, stelt de FOD Mobiliteit en
Vervoer de nodige lokalen en uitrustingen ter beschikking van de Vervoer de nodige lokalen en uitrustingen ter beschikking van de
Ombudsdienst voor treinreizigers. De keuze van deze lokalen gebeurt na Ombudsdienst voor treinreizigers. De keuze van deze lokalen gebeurt na
overleg met de ombudsmannen. overleg met de ombudsmannen.

Art. 5.De administratieve standplaats van de ombudsmannen is

Art. 5.De administratieve standplaats van de ombudsmannen is

voorlopig gevestigd op het adres van de krachtens artikel 4, eerste voorlopig gevestigd op het adres van de krachtens artikel 4, eerste
lid, ter beschikking gestelde kantoren. lid, ter beschikking gestelde kantoren.

Art. 6.Met toepassing van artikel 3 betaalt de FOD Mobiliteit en

Art. 6.Met toepassing van artikel 3 betaalt de FOD Mobiliteit en

Vervoer de door de NMBS-Holding gedane uitgaven terug ten gunste van Vervoer de door de NMBS-Holding gedane uitgaven terug ten gunste van
de ombudsmannen bedoeld in artikel 2. de ombudsmannen bedoeld in artikel 2.
HOOFDSTUK 3. - Personeel HOOFDSTUK 3. - Personeel

Art. 7.Om de continuïteit van de openbare dienst te verzekeren stelt

Art. 7.Om de continuïteit van de openbare dienst te verzekeren stelt

de NMBS-Holding de vroeger ter beschikking van de Dienst Ombudsman bij de NMBS-Holding de vroeger ter beschikking van de Dienst Ombudsman bij
de NMBS gestelde personeelsleden van de NMBS-Holding ter beschikking de NMBS gestelde personeelsleden van de NMBS-Holding ter beschikking
van de Ombudsdienst voor treinreizigers. De bepalingen van het van de Ombudsdienst voor treinreizigers. De bepalingen van het
voornoemd koninklijk besluit van 9 oktober 1992 blijven van toepassing voornoemd koninklijk besluit van 9 oktober 1992 blijven van toepassing
op hen. op hen.
Vanaf de datum van inwerkingtreding van dit koninklijk besluit kan er Vanaf de datum van inwerkingtreding van dit koninklijk besluit kan er
niet meer voorzien worden in hun vervanging door andere personen, die niet meer voorzien worden in hun vervanging door andere personen, die
door de NMBS-Holding ter beschikking worden gesteld, onverminderd de door de NMBS-Holding ter beschikking worden gesteld, onverminderd de
toepassing van het koninklijk besluit van 7 maart 2007 tot de toepassing van het koninklijk besluit van 7 maart 2007 tot de
organisatie van de vergelijkende selectie en de indiensttreding in het organisatie van de vergelijkende selectie en de indiensttreding in het
federaal administratief openbaar ambt van sommige statutaire federaal administratief openbaar ambt van sommige statutaire
ambtenaren van de autonome overheidsbedrijven. ambtenaren van de autonome overheidsbedrijven.
De aanstelling van de personeelsleden gebeurt na overleg tussen de De aanstelling van de personeelsleden gebeurt na overleg tussen de
Voorzitter van de FOD Mobiliteit en Vervoer en de ombudsmannen. Voorzitter van de FOD Mobiliteit en Vervoer en de ombudsmannen.
De Ombudsdienst van treinreizigers omvat 10 medewerkers. De Ombudsdienst van treinreizigers omvat 10 medewerkers.

Art. 8.De FOD Mobiliteit en Vervoer betaalt de uitgaven verricht door

Art. 8.De FOD Mobiliteit en Vervoer betaalt de uitgaven verricht door

de NMBS-Holding in toepassing van het voornoemd koninklijk besluit van de NMBS-Holding in toepassing van het voornoemd koninklijk besluit van
9 oktober 1992 voor de betrokken personeelsleden terug aan de 9 oktober 1992 voor de betrokken personeelsleden terug aan de
NMBS-Holding. NMBS-Holding.
HOOFDSTUK 4 HOOFDSTUK 4
Overeenkomst tussen de Staat en de NMBS-Holding Overeenkomst tussen de Staat en de NMBS-Holding

Art. 9.Een overeenkomst gesloten tussen de FOD Mobiliteit en Vervoer

Art. 9.Een overeenkomst gesloten tussen de FOD Mobiliteit en Vervoer

en de NMBS-Holding bepaalt de nadere regels : en de NMBS-Holding bepaalt de nadere regels :
- voor de terbeschikkingstelling van kantoren overeenkomstig artikel - voor de terbeschikkingstelling van kantoren overeenkomstig artikel
4, eerste lid; 4, eerste lid;
- voor de terugbetaling van de uitgaven verricht door de NMBS-Holding - voor de terugbetaling van de uitgaven verricht door de NMBS-Holding
voor de betrokken personeelsleden bedoeld in artikel 7 en ten gunste voor de betrokken personeelsleden bedoeld in artikel 7 en ten gunste
van de ombudsmannen bedoeld in artikel 2. van de ombudsmannen bedoeld in artikel 2.
HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen

Art. 10.In uitvoering van artikel 20, tweede lid, van de wet, treedt

Art. 10.In uitvoering van artikel 20, tweede lid, van de wet, treedt

artikel 19 van de wet in werking tezelfdertijd als dit besluit. artikel 19 van de wet in werking tezelfdertijd als dit besluit.

Art. 11.In artikel 1e, 3° van het koninklijk besluit van 9 oktober

Art. 11.In artikel 1e, 3° van het koninklijk besluit van 9 oktober

1992 worden de woorden « de Nationale Maatschappij der Belgische 1992 worden de woorden « de Nationale Maatschappij der Belgische
Spoorwegen » geschrapt; Spoorwegen » geschrapt;

Art. 12.De Minister bevoegd voor het Spoorvervoer is belast met de

Art. 12.De Minister bevoegd voor het Spoorvervoer is belast met de

uitvoering van dit besluit. uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 23 februari 2011. Gegeven te Brussel, 23 februari 2011.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Eerste Minister, De Eerste Minister,
Y. LETERME Y. LETERME
De Staatssecretaris voor Mobiliteit, De Staatssecretaris voor Mobiliteit,
E. SCHOUPPE E. SCHOUPPE
^