| Koninklijk besluit tot vaststelling van de opzeggingstermijnen voor de ondernemingen die onder het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie ressorteren (1) | Koninklijk besluit tot vaststelling van de opzeggingstermijnen voor de ondernemingen die onder het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie ressorteren (1) |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
| 22 MAART 2012. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de | 22 MAART 2012. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de |
| opzeggingstermijnen voor de ondernemingen die onder het Paritair | opzeggingstermijnen voor de ondernemingen die onder het Paritair |
| Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie | Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie |
| ressorteren (PSC 149.01) (1) | ressorteren (PSC 149.01) (1) |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, | Gelet op de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, |
| artikel 61, § 1, genummerd bij de wet van 20 juli 1991; | artikel 61, § 1, genummerd bij de wet van 20 juli 1991; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 14 december 2001 tot vaststelling | Gelet op het koninklijk besluit van 14 december 2001 tot vaststelling |
| van de opzeggingstermijnen voor de ondernemingen die onder de | van de opzeggingstermijnen voor de ondernemingen die onder de |
| bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de elektriciens : | bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de elektriciens : |
| installatie en distributie, ressorteren; | installatie en distributie, ressorteren; |
| Gelet op het voorstel van het Paritair Subcomité voor de elektriciens | Gelet op het voorstel van het Paritair Subcomité voor de elektriciens |
| : installatie en distributie van 10 oktober 2011; | : installatie en distributie van 10 oktober 2011; |
| Gelet op advies 50.876/1 van de Raad van State, gegeven op 9 februari | Gelet op advies 50.876/1 van de Raad van State, gegeven op 9 februari |
| 2012, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de | 2012, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de |
| wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; | wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
| Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de werkgevers en op de |
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de werkgevers en op de |
| werklieden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair | werklieden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair |
| Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, zowel | Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, zowel |
| voor de arbeidsovereenkomsten waarvan de uitvoering vóór 1 januari | voor de arbeidsovereenkomsten waarvan de uitvoering vóór 1 januari |
| 2012 is aangevangen als diegene waarop artikel 65/1 van de wet van 3 | 2012 is aangevangen als diegene waarop artikel 65/1 van de wet van 3 |
| juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten van toepassing is. | juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten van toepassing is. |
Art. 2.§ 1. In afwijking van de bepalingen van artikel 59, tweede en |
Art. 2.§ 1. In afwijking van de bepalingen van artikel 59, tweede en |
| derde lid, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de | derde lid, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de |
| arbeidsovereenkomsten wordt, de te geven opzeggingstermijnen bij het | arbeidsovereenkomsten wordt, de te geven opzeggingstermijnen bij het |
| beëindigen van de arbeidsovereenkomst voor werklieden, gesloten voor | beëindigen van de arbeidsovereenkomst voor werklieden, gesloten voor |
| onbepaalde tijd, vastgesteld op : | onbepaalde tijd, vastgesteld op : |
| - veertig dagen wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat en | - veertig dagen wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat en |
| veertien dagen wanneer de opzegging van de werknemer uitgaat, wat de | veertien dagen wanneer de opzegging van de werknemer uitgaat, wat de |
| werklieden betreft die minder dan vijf jaren ononderbroken bij | werklieden betreft die minder dan vijf jaren ononderbroken bij |
| dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven; | dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven; |
| - achtenveertig dagen wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat en | - achtenveertig dagen wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat en |
| veertien dagen wanneer de opzegging van de werknemer uitgaat, wat de | veertien dagen wanneer de opzegging van de werknemer uitgaat, wat de |
| werklieden betreft die tussen vijf en minder dan tien jaren | werklieden betreft die tussen vijf en minder dan tien jaren |
| ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven; | ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven; |
| - vierenzestig dagen wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat en | - vierenzestig dagen wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat en |
| eenentwintig dagen wanneer de opzegging van de werknemer uitgaat, wat | eenentwintig dagen wanneer de opzegging van de werknemer uitgaat, wat |
| de werklieden betreft die tussen tien en minder dan vijftien jaren | de werklieden betreft die tussen tien en minder dan vijftien jaren |
| ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven; | ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven; |
| - zevenennegentig dagen wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat | - zevenennegentig dagen wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat |
| en achtentwintig dagen wanneer de opzegging van de werknemer uitgaat, | en achtentwintig dagen wanneer de opzegging van de werknemer uitgaat, |
| wat de werklieden betreft die tussen vijftien en minder dan twintig | wat de werklieden betreft die tussen vijftien en minder dan twintig |
| jaren ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven; | jaren ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven; |
| - honderd negenentwintig dagen wanneer de opzegging van de werkgever | - honderd negenentwintig dagen wanneer de opzegging van de werkgever |
| uitgaat en vijfendertig dagen wanneer de opzegging van de werknemer | uitgaat en vijfendertig dagen wanneer de opzegging van de werknemer |
| uitgaat, wat de werklieden betreft die ten minste twintig jaren | uitgaat, wat de werklieden betreft die ten minste twintig jaren |
| ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven. | ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven. |
| § 2. In geval van ontslag met het oog op brugpensioen of om een einde | § 2. In geval van ontslag met het oog op brugpensioen of om een einde |
| aan de arbeidsovereenkomst te maken vanaf de eerste dag van de maand | aan de arbeidsovereenkomst te maken vanaf de eerste dag van de maand |
| volgend op de maand waarin de werknemer de wettelijke pensioenleeftijd | volgend op de maand waarin de werknemer de wettelijke pensioenleeftijd |
| bereikt, gelden de opzeggingstermijnen zoals bepaald in artikel 59 van | bereikt, gelden de opzeggingstermijnen zoals bepaald in artikel 59 van |
| de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. | de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. |
Art. 3.De opzeggingen betekend vóór de inwerkingtreding van dit |
Art. 3.De opzeggingen betekend vóór de inwerkingtreding van dit |
| besluit blijven al hun gevolgen behouden. | besluit blijven al hun gevolgen behouden. |
Art. 4.Het koninklijk besluit van 14 december 2001 tot vaststelling |
Art. 4.Het koninklijk besluit van 14 december 2001 tot vaststelling |
| van de opzeggingstermijnen voor de ondernemingen die onder de | van de opzeggingstermijnen voor de ondernemingen die onder de |
| bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de elektriciens : | bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de elektriciens : |
| installatie en distributie, ressorteren wordt opgeheven. | installatie en distributie, ressorteren wordt opgeheven. |
Art. 5.Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het in het |
Art. 5.Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het in het |
| Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. | Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. |
Art. 6.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 6.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
| dit besluit. | dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 22 maart 2012. | Gegeven te Brussel, 22 maart 2012. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| M. DE CONINCK | M. DE CONINCK |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 3 juli 1978, Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978; | Wet van 3 juli 1978, Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978; |
| Wet van 20 juli 1991, Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1991; | Wet van 20 juli 1991, Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1991; |
| Wet van 12 april 2012, Belgisch Staatsblad van 28 april 2012. | Wet van 12 april 2012, Belgisch Staatsblad van 28 april 2012. |