Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 november 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, tot vaststelling van de voorwaarden en modaliteiten van uitzendarbeid in het bouwbedrijf | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 november 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, tot vaststelling van de voorwaarden en modaliteiten van uitzendarbeid in het bouwbedrijf |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
22 MAART 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 22 MAART 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 november 2001, | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 november 2001, |
gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, tot vaststelling | gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, tot vaststelling |
van de voorwaarden en modaliteiten van uitzendarbeid in het | van de voorwaarden en modaliteiten van uitzendarbeid in het |
bouwbedrijf (1) | bouwbedrijf (1) |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
28; | 28; |
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf; | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf; |
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, | Op de voordracht van Onze Minister van Werk, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 22 november 2001, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 22 november 2001, |
gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, tot vaststelling | gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, tot vaststelling |
van de voorwaarden en modaliteiten van uitzendarbeid in het | van de voorwaarden en modaliteiten van uitzendarbeid in het |
bouwbedrijf. | bouwbedrijf. |
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit |
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit |
besluit. | besluit. |
Gegeven te Brussel, 22 maart 2006. | Gegeven te Brussel, 22 maart 2006. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
P. VANVELTHOVEN | P. VANVELTHOVEN |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Bijlage | Bijlage |
Paritair Comité voor het bouwbedrijf | Paritair Comité voor het bouwbedrijf |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 november 2001 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 november 2001 |
Vaststelling van de voorwaarden en modaliteiten van uitzendarbeid in | Vaststelling van de voorwaarden en modaliteiten van uitzendarbeid in |
het bouwbedrijf (Overeenkomst geregistreerd op 15 januari 2002 onder | het bouwbedrijf (Overeenkomst geregistreerd op 15 januari 2002 onder |
het nummer 60570/CO/124) | het nummer 60570/CO/124) |
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
de werkgevers van de ondernemingen die ressorteren onder de | de werkgevers van de ondernemingen die ressorteren onder de |
bevoegdheid van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf en op de | bevoegdheid van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf en op de |
arbeiders die zij tewerkstellen. | arbeiders die zij tewerkstellen. |
Onder "arbeiders" verstaat men : de werklieden en de werksters. | Onder "arbeiders" verstaat men : de werklieden en de werksters. |
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst worden met | Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst worden met |
werknemers gelijkgesteld de personen die, anders dan krachtens een | werknemers gelijkgesteld de personen die, anders dan krachtens een |
arbeidsovereenkomst, arbeid verrichten onder het gezag van een ander | arbeidsovereenkomst, arbeid verrichten onder het gezag van een ander |
persoon. Worden met werkgevers gelijkgesteld, de personen die de | persoon. Worden met werkgevers gelijkgesteld, de personen die de |
hierboven genoemde met werknemers gelijkgestelde personen | hierboven genoemde met werknemers gelijkgestelde personen |
tewerkstellen. | tewerkstellen. |
HOOFDSTUK II. - Gevallen waarin uitzendarbeid toegelaten is in het | HOOFDSTUK II. - Gevallen waarin uitzendarbeid toegelaten is in het |
bouwbedrijf | bouwbedrijf |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst stelt de voorwaarden en |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst stelt de voorwaarden en |
de modaliteiten vast waarbij uitzendarbeid in het bouwbedrijf | de modaliteiten vast waarbij uitzendarbeid in het bouwbedrijf |
toegelaten is en bepaalt de voorwaarden waaraan de gebruikers moeten | toegelaten is en bepaalt de voorwaarden waaraan de gebruikers moeten |
voldoen. | voldoen. |
Art. 3.Uitzendarbeid is in het bouwbedrijf enkel toegelaten in de |
Art. 3.Uitzendarbeid is in het bouwbedrijf enkel toegelaten in de |
volgende twee gevallen : | volgende twee gevallen : |
- bij vervanging van een werkonbekwame vaste arbeider die met een | - bij vervanging van een werkonbekwame vaste arbeider die met een |
arbeidsovereenkomst verbonden is met een onderneming bedoeld in | arbeidsovereenkomst verbonden is met een onderneming bedoeld in |
artikel 1 van deze collectieve arbeidsovereenkomst; | artikel 1 van deze collectieve arbeidsovereenkomst; |
- bij tijdelijke vermeerdering van het werkvolume. | - bij tijdelijke vermeerdering van het werkvolume. |
In ieder geval dient de gebruiker erover te waken dat de uitzendkracht | In ieder geval dient de gebruiker erover te waken dat de uitzendkracht |
een attest (veiligheidspas) kan voorleggen waaruit blijkt dat hij een | een attest (veiligheidspas) kan voorleggen waaruit blijkt dat hij een |
veiligheidsopleiding heeft genoten van ten minste 16 uren. | veiligheidsopleiding heeft genoten van ten minste 16 uren. |
Het programma voor deze veiligheidsopleidingen wordt opgesteld en het | Het programma voor deze veiligheidsopleidingen wordt opgesteld en het |
attest wordt afgeleverd door het Nationaal Actiecomité voor de | attest wordt afgeleverd door het Nationaal Actiecomité voor de |
Veiligheid en Hygiëne in het bouwbedrijf (NAVB). | Veiligheid en Hygiëne in het bouwbedrijf (NAVB). |
Dit attest is niet vereist voor de uitzendkrachten die reeds in het | Dit attest is niet vereist voor de uitzendkrachten die reeds in het |
bezit zijn van een attest afgeleverd of conform verklaard door het | bezit zijn van een attest afgeleverd of conform verklaard door het |
NAVB, dat afgeleverd werd bij het einde van hun leertijd of die ten | NAVB, dat afgeleverd werd bij het einde van hun leertijd of die ten |
minste vijf jaren ervaring hebben in de bouwsector in de laatste 15 | minste vijf jaren ervaring hebben in de bouwsector in de laatste 15 |
jaar of die het bewijs kunnen voorleggen dat zij reeds een | jaar of die het bewijs kunnen voorleggen dat zij reeds een |
veiligheidsopleiding "bouw" hebben genoten. | veiligheidsopleiding "bouw" hebben genoten. |
Daarenboven moet de uitzendkracht in het bezit zijn van een C 3.2 A | Daarenboven moet de uitzendkracht in het bezit zijn van een C 3.2 A |
werkloosheidsdocument dat afgeleverd werd door het "Fonds voor | werkloosheidsdocument dat afgeleverd werd door het "Fonds voor |
bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf" op naam van | bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf" op naam van |
het uitzendkantoor en door hen vervolledigd wordt met de naam en het | het uitzendkantoor en door hen vervolledigd wordt met de naam en het |
adres van de uitzendkracht. | adres van de uitzendkracht. |
1. de vervanging van een werkonbekwame vaste arbeider | 1. de vervanging van een werkonbekwame vaste arbeider |
Art. 4.Wanneer een vast arbeider arbeidsongeschikt is, wegens ziekte |
Art. 4.Wanneer een vast arbeider arbeidsongeschikt is, wegens ziekte |
of ongeval, zwangerschap, een arbeidsongeval of een beroepsziekte, kan | of ongeval, zwangerschap, een arbeidsongeval of een beroepsziekte, kan |
hij vervangen worden, binnen de twaalf maanden na aanvang van de | hij vervangen worden, binnen de twaalf maanden na aanvang van de |
werkonbekwaamheid, voor de duur van deze werkonbekwaamheid door een | werkonbekwaamheid, voor de duur van deze werkonbekwaamheid door een |
uitzendkracht. | uitzendkracht. |
De werkgever dient deze vervanging mee te delen aan de syndicale | De werkgever dient deze vervanging mee te delen aan de syndicale |
afvaardiging van de onderneming. | afvaardiging van de onderneming. |
Wanneer de arbeidsongeschiktheid van de vaste arbeider een einde heeft | Wanneer de arbeidsongeschiktheid van de vaste arbeider een einde heeft |
genomen en de betrokkene het werk hervat op basis van de | genomen en de betrokkene het werk hervat op basis van de |
oorspronkelijke arbeidsovereenkomst, deelt de werkgever dit mede aan | oorspronkelijke arbeidsovereenkomst, deelt de werkgever dit mede aan |
de syndicale afvaardiging. In dit geval neemt de overeenkomst met de | de syndicale afvaardiging. In dit geval neemt de overeenkomst met de |
uitzendkracht een einde. | uitzendkracht een einde. |
2. Uitzendarbeid bij een tijdelijke vermeerdering van werkvolume | 2. Uitzendarbeid bij een tijdelijke vermeerdering van werkvolume |
Art. 5.Bij tijdelijke vermeerdering van het werkvolume, kan de |
Art. 5.Bij tijdelijke vermeerdering van het werkvolume, kan de |
werkgever een beroep doen op uitzendarbeid indien hij daaromtrent de | werkgever een beroep doen op uitzendarbeid indien hij daaromtrent de |
toestemming heeft van de meerderheid van de syndicale afvaardiging van | toestemming heeft van de meerderheid van de syndicale afvaardiging van |
de onderneming. Bij ontstentenis van een syndicale afvaardiging, dient | de onderneming. Bij ontstentenis van een syndicale afvaardiging, dient |
het uitzendkantoor aan het sociaal fonds van de uitzendarbeid met een | het uitzendkantoor aan het sociaal fonds van de uitzendarbeid met een |
kopie aan het provinciaal bouwplatform te melden dat er een beroep | kopie aan het provinciaal bouwplatform te melden dat er een beroep |
wordt gedaan op uitzendarbeid. | wordt gedaan op uitzendarbeid. |
De toestemming van de syndicale afvaardiging heeft betrekking zowel op | De toestemming van de syndicale afvaardiging heeft betrekking zowel op |
het aantal betrokken werknemers als op de periode gedurende welke de | het aantal betrokken werknemers als op de periode gedurende welke de |
uitzendarbeid zal worden uitgeoefend, rekening houdend met de | uitzendarbeid zal worden uitgeoefend, rekening houdend met de |
bepalingen van artikel 8. | bepalingen van artikel 8. |
HOOFDSTUK III. - Voorwaarden waaraan de onderneming moet voldoen | HOOFDSTUK III. - Voorwaarden waaraan de onderneming moet voldoen |
Art. 6.Opdat een werkgever van een onderneming een beroep kan doen op |
Art. 6.Opdat een werkgever van een onderneming een beroep kan doen op |
uitzendkrachten ter beschikking gesteld door een bouwuitzendkantoor, | uitzendkrachten ter beschikking gesteld door een bouwuitzendkantoor, |
dient hij te ressorteren onder het Paritair Comité voor het | dient hij te ressorteren onder het Paritair Comité voor het |
bouwbedrijf. | bouwbedrijf. |
Uitgezonderd de bouwondernemingen die niet vallen onder het | Uitgezonderd de bouwondernemingen die niet vallen onder het |
toepassingsgebied van artikel 30bis, § 2, van de wet van 27 juni 1969 | toepassingsgebied van artikel 30bis, § 2, van de wet van 27 juni 1969 |
tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de | tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de |
maatschappelijke zekerheid der arbeiders en het artikel 400 van het | maatschappelijke zekerheid der arbeiders en het artikel 400 van het |
Wetboek van inkomstenbelasting 1992, dient deze onderneming bovendien | Wetboek van inkomstenbelasting 1992, dient deze onderneming bovendien |
geregistreerd te zijn overeenkomstig de bepalingen van artikel 30bis, | geregistreerd te zijn overeenkomstig de bepalingen van artikel 30bis, |
§ 2, van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van | § 2, van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van |
28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der | 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der |
arbeiders en het artikel 400 van het Wetboek van inkomstenbelasting | arbeiders en het artikel 400 van het Wetboek van inkomstenbelasting |
1992. | 1992. |
Deze onderneming mag ook niet het voorwerp uitmaken van een | Deze onderneming mag ook niet het voorwerp uitmaken van een |
inhoudingsplicht zoals bepaald door het artikel 30bis, § 4, 1ste lid | inhoudingsplicht zoals bepaald door het artikel 30bis, § 4, 1ste lid |
van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 | van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 |
december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders | december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders |
en het artikel 403, § 1, van het Wetboek van inkomstenbelasting 1992. | en het artikel 403, § 1, van het Wetboek van inkomstenbelasting 1992. |
De bouwondernemingen die niet vallen onder het toepassingsgebied van | De bouwondernemingen die niet vallen onder het toepassingsgebied van |
artikel 30bis, § 2 van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de | artikel 30bis, § 2 van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de |
besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke | besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke |
zekerheid der arbeiders en het artikel 400 van het Wetboek van | zekerheid der arbeiders en het artikel 400 van het Wetboek van |
inkomstenbelasting 1992 dienen voorafgaandelijk de machtiging te | inkomstenbelasting 1992 dienen voorafgaandelijk de machtiging te |
vragen aan het Paritair Comité voor het bouwbedrijf om een beroep te | vragen aan het Paritair Comité voor het bouwbedrijf om een beroep te |
doen op uitzendarbeid. | doen op uitzendarbeid. |
Art. 7.Uitzendarbeid is slechts mogelijk in de normale functies van |
Art. 7.Uitzendarbeid is slechts mogelijk in de normale functies van |
de normale activiteit van de bouwonderneming en volgens de bepalingen | de normale activiteit van de bouwonderneming en volgens de bepalingen |
van het arbeidsreglement met inbegrip van de daarin vermelde | van het arbeidsreglement met inbegrip van de daarin vermelde |
uurregelingen, eventueel impliciet gewijzigd door een overeenkomst | uurregelingen, eventueel impliciet gewijzigd door een overeenkomst |
inzake de arbeidstijdorganisatie, gesloten overeenkomstig de | inzake de arbeidstijdorganisatie, gesloten overeenkomstig de |
bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 42 van de | bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 42 van de |
Nationale Arbeidsraad of via de toetreding tot het sectoraal stelsel | Nationale Arbeidsraad of via de toetreding tot het sectoraal stelsel |
van de flexibele arbeidsweek. | van de flexibele arbeidsweek. |
De normale activiteit van de onderneming wordt onder andere bepaald | De normale activiteit van de onderneming wordt onder andere bepaald |
door de statuten van de onderneming, de inschrijving in het | door de statuten van de onderneming, de inschrijving in het |
handelsregister, de categorie(ën) toegekend door de | handelsregister, de categorie(ën) toegekend door de |
registratiecommissie. | registratiecommissie. |
In ieder geval, een functie die kadert in de gereglementeerde beroepen | In ieder geval, een functie die kadert in de gereglementeerde beroepen |
kan enkel ter beschikking gesteld worden van een gebruiker die de | kan enkel ter beschikking gesteld worden van een gebruiker die de |
voorwaarden van toegang tot het beroep bezit. | voorwaarden van toegang tot het beroep bezit. |
Controle op de bepaling inzake de normale activiteit wordt uitgevoerd | Controle op de bepaling inzake de normale activiteit wordt uitgevoerd |
door de lokale werkgeversorganisatie volgens de modaliteiten | door de lokale werkgeversorganisatie volgens de modaliteiten |
uitgewerkt door de raad van bestuur van het "Fonds voor | uitgewerkt door de raad van bestuur van het "Fonds voor |
bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf". | bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf". |
Art. 8.Het aantal dagprestaties dat door uitzendkrachten, in het |
Art. 8.Het aantal dagprestaties dat door uitzendkrachten, in het |
kader van de tijdelijke vermeerdering van werkvolume, kan worden | kader van de tijdelijke vermeerdering van werkvolume, kan worden |
gepresteerd is beperkt. | gepresteerd is beperkt. |
Voor de ondernemingen die tot 10 arbeiders tewerkstellen op het | Voor de ondernemingen die tot 10 arbeiders tewerkstellen op het |
ogenblik van de aanvraag voor uitzendkrachten, bedraagt het maximale | ogenblik van de aanvraag voor uitzendkrachten, bedraagt het maximale |
aantal toegelaten dagprestaties 15 pct. van de totale werkbare | aantal toegelaten dagprestaties 15 pct. van de totale werkbare |
mandagen van het voorafgaande kalenderjaar. | mandagen van het voorafgaande kalenderjaar. |
Voor de ondernemingen die meer dan 10 arbeiders tewerkstellen op het | Voor de ondernemingen die meer dan 10 arbeiders tewerkstellen op het |
ogenblik van de aanvraag voor uitzendkrachten, bedraagt het maximale | ogenblik van de aanvraag voor uitzendkrachten, bedraagt het maximale |
aantal toegelaten dagprestaties 10 pct. van de totale werkbare | aantal toegelaten dagprestaties 10 pct. van de totale werkbare |
mandagen van het voorafgaande kalenderjaar. | mandagen van het voorafgaande kalenderjaar. |
Het aantal werkbare mandagen is het resultaat van de formule : | Het aantal werkbare mandagen is het resultaat van de formule : |
(aantal arbeiders x het aantal maanden ingeschreven in de onderneming) | (aantal arbeiders x het aantal maanden ingeschreven in de onderneming) |
gedeeld door 12 en vermenigvuldigd met 219. Elke begonnen maand wordt | gedeeld door 12 en vermenigvuldigd met 219. Elke begonnen maand wordt |
beschouwd als een volledige maand. | beschouwd als een volledige maand. |
Art. 9.De arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid die wordt gesloten |
Art. 9.De arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid die wordt gesloten |
tussen een bouwbedrijf en het bouwuitzendkantoor kan geen prestaties | tussen een bouwbedrijf en het bouwuitzendkantoor kan geen prestaties |
omvatten voor slechts één dag. | omvatten voor slechts één dag. |
In het kader van de tijdelijke vermeerdering van het werkvolume mag | In het kader van de tijdelijke vermeerdering van het werkvolume mag |
een uitzendkracht maximaal zes maanden tewerkgesteld worden als | een uitzendkracht maximaal zes maanden tewerkgesteld worden als |
uitzendkracht in dezelfde onderneming. | uitzendkracht in dezelfde onderneming. |
Art. 10.Overeenkomstig de bepalingen van de collectieve |
Art. 10.Overeenkomstig de bepalingen van de collectieve |
arbeidsovereenkomst nr. 53 van de Nationale Arbeidsraad van 23 | arbeidsovereenkomst nr. 53 van de Nationale Arbeidsraad van 23 |
februari 1993 kan in geval van tijdelijke werkloosheid in de | februari 1993 kan in geval van tijdelijke werkloosheid in de |
onderneming geen beroep gedaan worden op uitzendkrachten voor het werk | onderneming geen beroep gedaan worden op uitzendkrachten voor het werk |
dat normaal verricht wordt door de werknemers die tijdelijk werkloos | dat normaal verricht wordt door de werknemers die tijdelijk werkloos |
gesteld zijn. | gesteld zijn. |
Bij collectief ontslag in de onderneming kan deze geen beroep doen op | Bij collectief ontslag in de onderneming kan deze geen beroep doen op |
uitzendkrachten binnen een termijn van zes maanden volgend op dit | uitzendkrachten binnen een termijn van zes maanden volgend op dit |
collectief ontslag. | collectief ontslag. |
Art. 11.Een bouwonderneming kan een arbeider niet als uitzendkracht |
Art. 11.Een bouwonderneming kan een arbeider niet als uitzendkracht |
tewerkstellen indien hij in de loop van de 12 manden voorafgaand aan | tewerkstellen indien hij in de loop van de 12 manden voorafgaand aan |
de aanvraag, door deze onderneming werd ontslagen. | de aanvraag, door deze onderneming werd ontslagen. |
Art. 12.De bepalingen van het koninklijk besluit van 19 februari 1997 |
Art. 12.De bepalingen van het koninklijk besluit van 19 februari 1997 |
tot vaststelling van de maatregelen betreffende de veiligheid en de | tot vaststelling van de maatregelen betreffende de veiligheid en de |
gezondheid op het werk van uitzendkrachten zijn onverkort van | gezondheid op het werk van uitzendkrachten zijn onverkort van |
toepassing. | toepassing. |
Meer bepaald, moet de gebruiker vóór de terbeschikkingsstelling van | Meer bepaald, moet de gebruiker vóór de terbeschikkingsstelling van |
een uitzendkracht, aan het uitzendkantoor bouw een nauwkeurige | een uitzendkracht, aan het uitzendkantoor bouw een nauwkeurige |
omschrijving geven van de verlangde beroepskwalificatie en de | omschrijving geven van de verlangde beroepskwalificatie en de |
specifieke kenmerken van de in te nemen werkpost, evenals van het | specifieke kenmerken van de in te nemen werkpost, evenals van het |
resultaat van de aan het uit te voeren werk verbonden | resultaat van de aan het uit te voeren werk verbonden |
risico-evaluatie, bedoeld in artikel 28bis, § 3, a), van het ARAB. | risico-evaluatie, bedoeld in artikel 28bis, § 3, a), van het ARAB. |
Meer bepaald dienen de uitzendkrachten over dezelfde werkkleding en de | Meer bepaald dienen de uitzendkrachten over dezelfde werkkleding en de |
gepaste persoonlijke beschermingsmiddelen te beschikken als de andere | gepaste persoonlijke beschermingsmiddelen te beschikken als de andere |
werknemers die aan dezelfde gevaren blootgesteld zijn, zodanig dat de | werknemers die aan dezelfde gevaren blootgesteld zijn, zodanig dat de |
uitzendkracht hetzelfde niveau van bescherming geniet als de andere | uitzendkracht hetzelfde niveau van bescherming geniet als de andere |
werknemers van de onderneming. | werknemers van de onderneming. |
De verantwoordelijkheid voor het leveren en het behoud in | De verantwoordelijkheid voor het leveren en het behoud in |
gebruiksklare staat van de werkkleding en de gepaste persoonlijke | gebruiksklare staat van de werkkleding en de gepaste persoonlijke |
beschermingsmiddelen ligt bij de gebruiker bij wie de uitzendkracht | beschermingsmiddelen ligt bij de gebruiker bij wie de uitzendkracht |
ter beschikking wordt gesteld. | ter beschikking wordt gesteld. |
De gebruiker die uitzendkrachten tewerkstelt zal bij een | De gebruiker die uitzendkrachten tewerkstelt zal bij een |
arbeidsongeval van de uitzendkracht deze opnemen in haar statistieken. | arbeidsongeval van de uitzendkracht deze opnemen in haar statistieken. |
HOOFDSTUK IV. - Het provinciaal bouwplatform | HOOFDSTUK IV. - Het provinciaal bouwplatform |
1. Samenstelling | 1. Samenstelling |
Art. 13.In elke FVB-regio provinciaal en in het Brusselse |
Art. 13.In elke FVB-regio provinciaal en in het Brusselse |
Hoofdstedelijk Gewest, wordt een paritair bouwplatform opgericht door | Hoofdstedelijk Gewest, wordt een paritair bouwplatform opgericht door |
de sociale partners van de organisaties die vertegenwoordigd zijn in | de sociale partners van de organisaties die vertegenwoordigd zijn in |
het Paritair Comité voor het bouwbedrijf. Elk bouwplatform telt 12 | het Paritair Comité voor het bouwbedrijf. Elk bouwplatform telt 12 |
leden waarvan de helft wordt aangeduid door de vertegenwoordigers van | leden waarvan de helft wordt aangeduid door de vertegenwoordigers van |
de werkgeversorganisaties en de andere helft door de | de werkgeversorganisaties en de andere helft door de |
vertegenwoordigers van de werknemersorganisaties. Onder de leden wordt | vertegenwoordigers van de werknemersorganisaties. Onder de leden wordt |
een voorzitter aangeduid, twee ondervoorzitters en een | een voorzitter aangeduid, twee ondervoorzitters en een |
zittingssecretaris. | zittingssecretaris. |
Van elke vergadering wordt een verslag opgemaakt, dat bijgehouden | Van elke vergadering wordt een verslag opgemaakt, dat bijgehouden |
wordt. | wordt. |
Van zodra het provinciaal bouwplatform is samengesteld, wordt dit | Van zodra het provinciaal bouwplatform is samengesteld, wordt dit |
medegedeeld aan de voorzitter van het paritair comité. Het | medegedeeld aan de voorzitter van het paritair comité. Het |
correspondentieadres van het provinciaal bouwplatform is het adres van | correspondentieadres van het provinciaal bouwplatform is het adres van |
het FVB-regio provinciaal. | het FVB-regio provinciaal. |
2. Opdrachten | 2. Opdrachten |
Art. 14.In overeenstemming met de bepalingen van artikel 5 van deze |
Art. 14.In overeenstemming met de bepalingen van artikel 5 van deze |
collectieve arbeidsovereenkomst, ontvangt het provinciaal bouwplatform | collectieve arbeidsovereenkomst, ontvangt het provinciaal bouwplatform |
de kopieën van de meldingen aan het sociaal fonds van de | de kopieën van de meldingen aan het sociaal fonds van de |
uitzendarbeid, wanneer een bouwbedrijf in het kader van de tijdelijke | uitzendarbeid, wanneer een bouwbedrijf in het kader van de tijdelijke |
vermeerdering van het werkvolume een beroep doet op uitzendarbeid en | vermeerdering van het werkvolume een beroep doet op uitzendarbeid en |
er geen syndicale afvaardiging aanwezig is. | er geen syndicale afvaardiging aanwezig is. |
In het kader van de instroom van nieuwe arbeidskrachten, verzamelt het | In het kader van de instroom van nieuwe arbeidskrachten, verzamelt het |
provinciaal bouwplatform alle nuttige inlichtingen inzake de | provinciaal bouwplatform alle nuttige inlichtingen inzake de |
provinciale sectorale arbeidsmarkt. | provinciale sectorale arbeidsmarkt. |
De provinciale bouwplatforms kunnen steeds een beroep doen op de | De provinciale bouwplatforms kunnen steeds een beroep doen op de |
gegevens afkomstig van en opdrachten geven aan het "Fonds voor | gegevens afkomstig van en opdrachten geven aan het "Fonds voor |
vakopleiding". | vakopleiding". |
Deze informatie moet het mogelijk maken de acties van de FVB-regio's | Deze informatie moet het mogelijk maken de acties van de FVB-regio's |
van het fonds voor vakopleiding inzake de opleiding van werkzoekenden | van het fonds voor vakopleiding inzake de opleiding van werkzoekenden |
en werknemers bij te sturen. Meer bepaald dient het provinciaal | en werknemers bij te sturen. Meer bepaald dient het provinciaal |
bouwplatform regelmatig de lijst op te stellen van de vraag naar | bouwplatform regelmatig de lijst op te stellen van de vraag naar |
bouwcompetenties die niet konden beantwoord worden op de arbeidsmarkt. | bouwcompetenties die niet konden beantwoord worden op de arbeidsmarkt. |
Art. 15.Het provinciaal bouwplatform houdt op basis van het document |
Art. 15.Het provinciaal bouwplatform houdt op basis van het document |
bedoeld in artikel 5 een provinciaal register bij. Dit register wordt | bedoeld in artikel 5 een provinciaal register bij. Dit register wordt |
opgesteld overeenkomstig de bepalingen van de wet van 8 december 1992 | opgesteld overeenkomstig de bepalingen van de wet van 8 december 1992 |
tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer. | tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer. |
Art. 16.Het provinciaal bouwplatform houdt in samenwerking met de |
Art. 16.Het provinciaal bouwplatform houdt in samenwerking met de |
erkende bemiddelingsinstellingen een lijst bij van vacante | erkende bemiddelingsinstellingen een lijst bij van vacante |
betrekkingen in de bouwbedrijven. Aan een uitzendkracht die reeds twee | betrekkingen in de bouwbedrijven. Aan een uitzendkracht die reeds twee |
jaar als uitzendkracht tewerkgesteld is in de bouwsector, wordt deze | jaar als uitzendkracht tewerkgesteld is in de bouwsector, wordt deze |
lijst met de bemiddelingsinstellingen op zijn verzoek bekendgemaakt. | lijst met de bemiddelingsinstellingen op zijn verzoek bekendgemaakt. |
In voorkomend geval, kan op verzoek van de uitzendkracht, het | In voorkomend geval, kan op verzoek van de uitzendkracht, het |
bouwplatform aandringen bij de bemiddelingsinstelling dat die | bouwplatform aandringen bij de bemiddelingsinstelling dat die |
kandidatuur prioritair wordt behandeld. | kandidatuur prioritair wordt behandeld. |
Het bouwplatform volgt het resultaat op van de bepalingen van dit | Het bouwplatform volgt het resultaat op van de bepalingen van dit |
artikel. | artikel. |
HOOFDSTUK V. - Sancties | HOOFDSTUK V. - Sancties |
Art. 17.De arbeidsovereenkomst tussen het uitzendkantoor bouw en de |
Art. 17.De arbeidsovereenkomst tussen het uitzendkantoor bouw en de |
uitzendkracht is beëindigd en deze laatste en de gebruiker zijn | uitzendkracht is beëindigd en deze laatste en de gebruiker zijn |
verbonden door een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur in de | verbonden door een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur in de |
navolgende gevallen : | navolgende gevallen : |
- in de gevallen bedoeld in artikel 9 van de collectieve | - in de gevallen bedoeld in artikel 9 van de collectieve |
arbeidsovereenkomst nr. 58 van 7 juli 1994 gesloten in de Nationale | arbeidsovereenkomst nr. 58 van 7 juli 1994 gesloten in de Nationale |
Arbeidsraad betreffende de na te leven procedure en de duur van | Arbeidsraad betreffende de na te leven procedure en de duur van |
tijdelijke arbeid; | tijdelijke arbeid; |
- indien de gebruiker, in strijd met de bepalingen van de artikelen 3, | - indien de gebruiker, in strijd met de bepalingen van de artikelen 3, |
5, 6, 9 en 10 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst een | 5, 6, 9 en 10 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst een |
uitzendkracht tewerkstelt. | uitzendkracht tewerkstelt. |
In deze gevallen kan een gebruiker geen beroep meer doen op | In deze gevallen kan een gebruiker geen beroep meer doen op |
uitzendarbeid gedurende een periode van 12 maanden. | uitzendarbeid gedurende een periode van 12 maanden. |
HOOFDSTUK VI. - Diverse bepalingen | HOOFDSTUK VI. - Diverse bepalingen |
Art. 18.Het Paritair Comité voor het bouwbedrijf dient jaarlijks een |
Art. 18.Het Paritair Comité voor het bouwbedrijf dient jaarlijks een |
activiteitenverslag opgesteld door de uitzendkantoren te ontvangen. | activiteitenverslag opgesteld door de uitzendkantoren te ontvangen. |
Deze verslagen dienen als basis voor de evaluatie van de | Deze verslagen dienen als basis voor de evaluatie van de |
bouwuitzendarbeid. | bouwuitzendarbeid. |
Het Paritair Comité voor het bouwbedrijf zal na negen maanden na de | Het Paritair Comité voor het bouwbedrijf zal na negen maanden na de |
inwerkingtreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst de | inwerkingtreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst de |
uitzendarbeid in de bouwsector evalueren met inbegrip van de | uitzendarbeid in de bouwsector evalueren met inbegrip van de |
bepalingen inzake het provinciaal bouwplatform. | bepalingen inzake het provinciaal bouwplatform. |
HOOFDSTUK VII. - Geldigheidsduur | HOOFDSTUK VII. - Geldigheidsduur |
Art. 19.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt van kracht op 1 |
Art. 19.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt van kracht op 1 |
januari 2002 en wordt gesloten voor een onbepaalde duur. Zij kan door | januari 2002 en wordt gesloten voor een onbepaalde duur. Zij kan door |
elk van de ondertekende partijen worden opgezegd mits inachtneming van | elk van de ondertekende partijen worden opgezegd mits inachtneming van |
een opzeggingstermijn van 12 maanden bij een ter post aangetekende | een opzeggingstermijn van 12 maanden bij een ter post aangetekende |
brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het | brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het |
bouwbedrijf. | bouwbedrijf. |
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 maart | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 maart |
2006. | 2006. |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
P. VANVELTHOVEN | P. VANVELTHOVEN |