Koninklijk besluit : | Koninklijk besluit : |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
22 JUNI 2003. - Koninklijk besluit : | 22 JUNI 2003. - Koninklijk besluit : |
a) tot intrekking van het koninklijk besluit van 28 augustus 2002, | a) tot intrekking van het koninklijk besluit van 28 augustus 2002, |
bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 23 mei 2003, waarbij | bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 23 mei 2003, waarbij |
algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst | algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst |
van 4 mei 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor de | van 4 mei 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor de |
cementagglomeraten, betreffende de vaststelling van het bedrag en de | cementagglomeraten, betreffende de vaststelling van het bedrag en de |
modaliteiten van toekenning van een forfaitaire vergoeding voor | modaliteiten van toekenning van een forfaitaire vergoeding voor |
individuele vormingskosten; | individuele vormingskosten; |
b) waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve | b) waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve |
arbeidsovereenkomst van 4 mei 2001, gesloten in het Paritair Subcomité | arbeidsovereenkomst van 4 mei 2001, gesloten in het Paritair Subcomité |
voor de cementagglomeraten betreffende de vaststelling van het bedrag | voor de cementagglomeraten betreffende de vaststelling van het bedrag |
en de modaliteiten van toekenning van een forfaitaire vergoeding voor | en de modaliteiten van toekenning van een forfaitaire vergoeding voor |
individuele vormingskosten (1) | individuele vormingskosten (1) |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de Fondsen voor | Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de Fondsen voor |
bestaanszekerheid, inzonderheid artikel 2; | bestaanszekerheid, inzonderheid artikel 2; |
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
28; | 28; |
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 1981, gesloten | Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 1981, gesloten |
in het Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten, tot oprichting | in het Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten, tot oprichting |
van een fonds voor bestaanszekerheid en vaststelling van zijn | van een fonds voor bestaanszekerheid en vaststelling van zijn |
statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 15 | statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 15 |
maart 1982, laatst gewijzigd bij de collectieve arbeidsovereenkomst | maart 1982, laatst gewijzigd bij de collectieve arbeidsovereenkomst |
van 15 mei 1997, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit | van 15 mei 1997, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit |
van 16 februari 2001; | van 16 februari 2001; |
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de | Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de |
cementagglomeraten; | cementagglomeraten; |
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, | Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Het koninklijk besluit van 28 augustus 2002, waarbij |
Artikel 1.Het koninklijk besluit van 28 augustus 2002, waarbij |
algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst | algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst |
van 4 mei 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor de | van 4 mei 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor de |
cementagglomeraten, betreffende de vaststelling van het bedrag en de | cementagglomeraten, betreffende de vaststelling van het bedrag en de |
modaliteiten van toekenning van een forfaitaire vergoeding voor | modaliteiten van toekenning van een forfaitaire vergoeding voor |
individuele vormingskosten wordt ingetrokken. | individuele vormingskosten wordt ingetrokken. |
Art. 2.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen |
Art. 2.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen |
collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 2001, gesloten in het | collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 2001, gesloten in het |
Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten, betreffende de | Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten, betreffende de |
vaststelling van het bedrag en de modaliteiten van toekenning van een | vaststelling van het bedrag en de modaliteiten van toekenning van een |
forfaitaire vergoeding voor individuele vormingskosten. | forfaitaire vergoeding voor individuele vormingskosten. |
Art. 3.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
Art. 3.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
van dit besluit. | van dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 22 juni 2003. | Gegeven te Brussel, 22 juni 2003. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Werkgelegenheid, | De Minister van Werkgelegenheid, |
Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : |
Wet van 7 januari 1958, Belgische Staatsblad van 7 februari 1958. | Wet van 7 januari 1958, Belgische Staatsblad van 7 februari 1958. |
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Koninklijk besluit van 15 maart 1982, Belgisch Staatsblad van 20 mei | Koninklijk besluit van 15 maart 1982, Belgisch Staatsblad van 20 mei |
1982. | 1982. |
Koninklijk besluit van 16 februari 2001, Belgisch Staatsblad van 25 | Koninklijk besluit van 16 februari 2001, Belgisch Staatsblad van 25 |
april 2001. | april 2001. |
Koninklijk besluit van 28 augustus 2002, Belgisch Staatsblad van 23 | Koninklijk besluit van 28 augustus 2002, Belgisch Staatsblad van 23 |
mei 2003. | mei 2003. |
Bijlage | Bijlage |
Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten | Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 2001 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 2001 |
Vaststelling van het bedrag en de modaliteiten van toekenning van een | Vaststelling van het bedrag en de modaliteiten van toekenning van een |
forfaitaire vergoeding voor individuele vormingskosten (Overeenkomst | forfaitaire vergoeding voor individuele vormingskosten (Overeenkomst |
geregistreerd op 31 juli 2001 onder het nummer 58216/CO/106.02) | geregistreerd op 31 juli 2001 onder het nummer 58216/CO/106.02) |
Artikel 1.Overeenkomstig de bepalingen van artikel 5, § 2, van de |
Artikel 1.Overeenkomstig de bepalingen van artikel 5, § 2, van de |
statuten van het "Sociaal Fonds van de betonindustrie", vastgesteld | statuten van het "Sociaal Fonds van de betonindustrie", vastgesteld |
bij collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 1981, tot oprichting | bij collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 1981, tot oprichting |
van een fonds voor bestaanszekerheid en vaststelling van zijn | van een fonds voor bestaanszekerheid en vaststelling van zijn |
statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 15 | statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 15 |
maart 1982, laatst gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomsten van | maart 1982, laatst gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomsten van |
11 mei 1995 en van 15 mei 1997, wordt de forfaitaire vergoeding als | 11 mei 1995 en van 15 mei 1997, wordt de forfaitaire vergoeding als |
volgt vastgesteld voor de jaren 2001 en 2002 : | volgt vastgesteld voor de jaren 2001 en 2002 : |
- vanaf 1 tot 5 jaar dienst in de onderneming : 49,5787 EUR; | - vanaf 1 tot 5 jaar dienst in de onderneming : 49,5787 EUR; |
- vanaf 6 tot 10 jaar dienst in de onderneming : 61,9734 EUR; | - vanaf 6 tot 10 jaar dienst in de onderneming : 61,9734 EUR; |
- vanaf 11 tot 15 jaar dienst in de onderneming : 74,3681 EUR; | - vanaf 11 tot 15 jaar dienst in de onderneming : 74,3681 EUR; |
- vanaf 15 jaren volledige dienst : 86,7627 EUR. | - vanaf 15 jaren volledige dienst : 86,7627 EUR. |
De anciënniteit wordt vastgesteld op 30 september van elk jaar. | De anciënniteit wordt vastgesteld op 30 september van elk jaar. |
Art. 2.De in artikel 4, a) van de statuten bedoelde werkgevers |
Art. 2.De in artikel 4, a) van de statuten bedoelde werkgevers |
vermelden op de hun door het fonds ter beschikking gestelde lijsten de | vermelden op de hun door het fonds ter beschikking gestelde lijsten de |
identiteit van de werknemers alsook hun anciënniteit in de | identiteit van de werknemers alsook hun anciënniteit in de |
onderneming. Het is de werkgevers toegestaan eigen modellen te | onderneming. Het is de werkgevers toegestaan eigen modellen te |
gebruiken voor zover deze al de gegevens bevatten die op het door het | gebruiken voor zover deze al de gegevens bevatten die op het door het |
fonds opgestelde model voorkomen. De werkgever laat deze lijst | fonds opgestelde model voorkomen. De werkgever laat deze lijst |
toekomen op het fonds voor 15 oktober van elk jaar. Het aan de | toekomen op het fonds voor 15 oktober van elk jaar. Het aan de |
werknemer toekomend bedrag wordt door de zorgen van het fonds | werknemer toekomend bedrag wordt door de zorgen van het fonds |
uitgekeerd op de door de raad van beheer vastgestelde data. | uitgekeerd op de door de raad van beheer vastgestelde data. |
Art. 3.Deze overeenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari |
Art. 3.Deze overeenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari |
2001 en treedt buiten werking op 31 december 2002. | 2001 en treedt buiten werking op 31 december 2002. |
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 juni | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 juni |
2003. | 2003. |
De Minister van Werkgelegenheid, | De Minister van Werkgelegenheid, |
Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |
Bijlage van de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 2001 | Bijlage van de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 2001 |
Vaststelling van het bedrag en de modaliteiten van toekenning van een | Vaststelling van het bedrag en de modaliteiten van toekenning van een |
forfaitaire vergoeding voor individuele vormingskosten | forfaitaire vergoeding voor individuele vormingskosten |
De bedragen van 49,5787 EUR, 61,9734 EUR, 74,3681 EUR en 86,7627 EUR | De bedragen van 49,5787 EUR, 61,9734 EUR, 74,3681 EUR en 86,7627 EUR |
voorzien in artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst stemmen | voorzien in artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst stemmen |
respectievelijk met 2 000 BEF, 2 500 BEF, 3 000 BEF en 3 500 BEF | respectievelijk met 2 000 BEF, 2 500 BEF, 3 000 BEF en 3 500 BEF |
overeen. | overeen. |
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 juni | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 juni |
2003. | 2003. |
De Minister van Werkgelegenheid, | De Minister van Werkgelegenheid, |
Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |