Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 22/06/2001
← Terug naar "Koninklijk besluit tot vaststelling van de modaliteiten volgens dewelke aan de personeelsleden van de lokale politie voorschotten of compensaties moeten worden gegeven "
Koninklijk besluit tot vaststelling van de modaliteiten volgens dewelke aan de personeelsleden van de lokale politie voorschotten of compensaties moeten worden gegeven Koninklijk besluit tot vaststelling van de modaliteiten volgens dewelke aan de personeelsleden van de lokale politie voorschotten of compensaties moeten worden gegeven
MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN
22 JUNI 2001. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de 22 JUNI 2001. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de
modaliteiten volgens dewelke aan de personeelsleden van de lokale modaliteiten volgens dewelke aan de personeelsleden van de lokale
politie voorschotten of compensaties moeten worden gegeven politie voorschotten of compensaties moeten worden gegeven
ALBERT II, Koning der Belgen, ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een
geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus' geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus'
inzonderheid op artikel 257quinquies, ingevoegd bij de wet van 2 april inzonderheid op artikel 257quinquies, ingevoegd bij de wet van 2 april
2001; 2001;
Overwegende dat de personeelsleden van de lokale politie met ingang Overwegende dat de personeelsleden van de lokale politie met ingang
van 1 april 2001 onderworpen zijn aan het nieuwe statuut; dat het van 1 april 2001 onderworpen zijn aan het nieuwe statuut; dat het
sociaal secretatiaat GPI, bedoeld in artikel 140quater van de wet van sociaal secretatiaat GPI, bedoeld in artikel 140quater van de wet van
7 december 1998, belast met het beheer van de personeelsdossiers, nog 7 december 1998, belast met het beheer van de personeelsdossiers, nog
niet volledig operationeel is en dat het beheer van de niet volledig operationeel is en dat het beheer van de
personeelsdossiers van de politiezones door het sociaal secretariaat personeelsdossiers van de politiezones door het sociaal secretariaat
GPI slechts over enkele maanden zal kunnen gebeuren; GPI slechts over enkele maanden zal kunnen gebeuren;
Dat het zowel voor de organisatie als voor het personeel Dat het zowel voor de organisatie als voor het personeel
onaanvaardbaar is dat grote personeelscategorieën voor min of meer onaanvaardbaar is dat grote personeelscategorieën voor min of meer
lange duur verstoken zouden blijven van de voordelen van het nieuwe lange duur verstoken zouden blijven van de voordelen van het nieuwe
statuut; statuut;
Dat het derhalve noodzakelijk is dat de lokale overheden aan de Dat het derhalve noodzakelijk is dat de lokale overheden aan de
betrokken personeelsleden van wie het beheer niet tijdig kan worden betrokken personeelsleden van wie het beheer niet tijdig kan worden
overgenomen door het sociaal secretariaat GPI, onverwijld de overgenomen door het sociaal secretariaat GPI, onverwijld de
voorschotten of compensaties kunnen uitbetalen waarop zij voorschotten of compensaties kunnen uitbetalen waarop zij
overeenkomstig voornoemd artikel 257quinquies recht hebben; overeenkomstig voornoemd artikel 257quinquies recht hebben;
Gelet op het protocol nr. 49/1 van 1 juni 2001 van het Gelet op het protocol nr. 49/1 van 1 juni 2001 van het
onderhandelingscomité van de politiediensten; onderhandelingscomité van de politiediensten;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 29 mei Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 29 mei
2001; 2001;
Gelet op het advies van de Adviesraad van Burgemeesters, gegeven op 28 Gelet op het advies van de Adviesraad van Burgemeesters, gegeven op 28
mei 2001; mei 2001;
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

1° "de wet" : de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een 1° "de wet" : de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een
geïntegreerde politiedienst gestructureerd op twee niveaus; geïntegreerde politiedienst gestructureerd op twee niveaus;
2° "RPPOL" : het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van 2° "RPPOL" : het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van
de rechtspositie van het personeel van de politiediensten; de rechtspositie van het personeel van de politiediensten;
3° "de personeelsleden'' : de personeelsleden van het operationeel 3° "de personeelsleden'' : de personeelsleden van het operationeel
kader van de lokale politie of van de gemeentepolitie; kader van de lokale politie of van de gemeentepolitie;
4° "het oorspronkelijk statuut'' de rechtspositieregeling van 4° "het oorspronkelijk statuut'' de rechtspositieregeling van
toepassing op het personeelslid op 31 maart 2001; toepassing op het personeelslid op 31 maart 2001;
5° "het sociaal secretariaat GPI'' : het sociaal secretatiaat GPI 5° "het sociaal secretariaat GPI'' : het sociaal secretatiaat GPI
bedoeld in artikel 140quater van de wet; bedoeld in artikel 140quater van de wet;

Art. 2.Dit besluit is van toepassing op de personeelsleden :

Art. 2.Dit besluit is van toepassing op de personeelsleden :

1° die niet beslist hebben om, met toepassing van artikel 236, tweede 1° die niet beslist hebben om, met toepassing van artikel 236, tweede
lid, van de wet, onderworpen te blijven aan de wetten en reglementen lid, van de wet, onderworpen te blijven aan de wetten en reglementen
die van toepassing zijn op de leden van de gemeentepolitie; die van toepassing zijn op de leden van de gemeentepolitie;
2° van wie het beheer nog niet is overgenomen door het sociaal 2° van wie het beheer nog niet is overgenomen door het sociaal
secretariaat GPI. secretariaat GPI.

Art. 3.De gemeenteraad of de politieraad kent aan de personeelsleden

Art. 3.De gemeenteraad of de politieraad kent aan de personeelsleden

bedoeld in artikel 2 de volgende geldelijke voordelen toe : bedoeld in artikel 2 de volgende geldelijke voordelen toe :
1° een voorschot van minstens 80 % op het verschil tussen A en B, 1° een voorschot van minstens 80 % op het verschil tussen A en B,
zijnde : zijnde :
A : de wedde overeenkomstig de loonschaal in de rechstpositieregeling A : de wedde overeenkomstig de loonschaal in de rechstpositieregeling
van toepassing op het personeelslid op 1 april 2001. Voor de van toepassing op het personeelslid op 1 april 2001. Voor de
personeelsleden ingeschaald in de loonschalen O2, O3, O4 en O4bis personeelsleden ingeschaald in de loonschalen O2, O3, O4 en O4bis
betreft het de loonschaal M7; betreft het de loonschaal M7;
B : de wedde, in voorkomend geval met inbegrip van de diplomatoelage, B : de wedde, in voorkomend geval met inbegrip van de diplomatoelage,
de toelage wegens uitoefening van hogere functies of wegens de de toelage wegens uitoefening van hogere functies of wegens de
vervanging van een korpschef bij de gemeentepolitie vastgesteld vervanging van een korpschef bij de gemeentepolitie vastgesteld
volgens de bepalingen van het oorspronkelijk statuut, het volgens de bepalingen van het oorspronkelijk statuut, het
weddesupplement verbonden aan de hoedanigheid van officier van weddesupplement verbonden aan de hoedanigheid van officier van
gerechtelijke politie, hulpofficier van de procureur des Konings en, gerechtelijke politie, hulpofficier van de procureur des Konings en,
voor de personeelsleden die gekozen hebben voor het in aanmerking voor de personeelsleden die gekozen hebben voor het in aanmerking
nemen ervan bij de inschaling, de vergoeding voor wachtprestaties aan nemen ervan bij de inschaling, de vergoeding voor wachtprestaties aan
huis verricht door bepaalde officieren van de gemeentepolitie huis verricht door bepaalde officieren van de gemeentepolitie
vastgesteld volgens de bepalingen van het oorspronkelijke statuut; vastgesteld volgens de bepalingen van het oorspronkelijke statuut;
Het aldus bepaalde bedrag van het voorschot wordt hen toegekend zolang Het aldus bepaalde bedrag van het voorschot wordt hen toegekend zolang
de som bedoeld in B kleiner is dan de som bedoeld in A. De totale de som bedoeld in B kleiner is dan de som bedoeld in A. De totale
verloning mag echter niet minder bedragen dan B. verloning mag echter niet minder bedragen dan B.
2° 100 % van de hiernavolgende toelagen en vergoedingen, voor zover 2° 100 % van de hiernavolgende toelagen en vergoedingen, voor zover
het personeelslid er aanspraak op kan maken : het personeelslid er aanspraak op kan maken :
a) aan de personeelsleden die niet geopteerd hebben voor het in a) aan de personeelsleden die niet geopteerd hebben voor het in
aanmerking nemen van de vergoeding voor wachtprestaties aan huis aanmerking nemen van de vergoeding voor wachtprestaties aan huis
verricht door bepaalde officieren van de gemeentepolitie, de toelage verricht door bepaalde officieren van de gemeentepolitie, de toelage
voor dienstprestaties uitgevoerd op een zaterdag, een zondag, een voor dienstprestaties uitgevoerd op een zaterdag, een zondag, een
feestdag of tijdens de nacht berekend en uitbetaald volgens de feestdag of tijdens de nacht berekend en uitbetaald volgens de
bepalingen van artikel XI.III.6 RPPOL, doch gebaseerd op de loonschaal bepalingen van artikel XI.III.6 RPPOL, doch gebaseerd op de loonschaal
van toepassing op het personeelslid op 31 maart 2001; van toepassing op het personeelslid op 31 maart 2001;
b) de toelage voor bijkomende dienstprestaties berekend en uitbetaald b) de toelage voor bijkomende dienstprestaties berekend en uitbetaald
volgens de bepalingen van artikel XI.III.8 RPPOL, doch gebaseerd op de volgens de bepalingen van artikel XI.III.8 RPPOL, doch gebaseerd op de
loonschaal van toepassing op het personeelslid op 31 maart 2001; loonschaal van toepassing op het personeelslid op 31 maart 2001;
c) aan de personeelsleden die deze toelage genieten op 31 maart 2001, c) aan de personeelsleden die deze toelage genieten op 31 maart 2001,
de tweetaligheidstoelage vastgesteld volgens de bepalingen van het de tweetaligheidstoelage vastgesteld volgens de bepalingen van het
oorspronkelijk statuut; oorspronkelijk statuut;
d) aan de personeelsleden die deze vergoeding genoten op 31 maart d) aan de personeelsleden die deze vergoeding genoten op 31 maart
2001, de vergoeding voor onkosten gemaakt bij de uitoefening van 2001, de vergoeding voor onkosten gemaakt bij de uitoefening van
opdrachten van gerechtelijke politie door leden van de gemeentepolitie opdrachten van gerechtelijke politie door leden van de gemeentepolitie
vastgesteld volgens de bepalingen van het oorspronkelijk statuut, doch vastgesteld volgens de bepalingen van het oorspronkelijk statuut, doch
met een maximum van 270 frank (6,69 EUR) per dag, en dit voor zover met een maximum van 270 frank (6,69 EUR) per dag, en dit voor zover
zij : zij :
hetzij, zolang het korps van de lokale politie niet is hetzij, zolang het korps van de lokale politie niet is
inplaatsgesteld, belast blijven met rechercheopdrachten in het kader inplaatsgesteld, belast blijven met rechercheopdrachten in het kader
van taken van gerechtelijke politie uit te voeren door leden van de van taken van gerechtelijke politie uit te voeren door leden van de
gemeentepolitie; gemeentepolitie;
hetzij personeelslid zijn van de opsporings- of onderzoeksdiensten van hetzij personeelslid zijn van de opsporings- of onderzoeksdiensten van
de lokale politie voor zover ze noch een administratieve of de lokale politie voor zover ze noch een administratieve of
secretariaatsbetrekking zoals bedoeld in artikel 29 van de wet van 27 secretariaatsbetrekking zoals bedoeld in artikel 29 van de wet van 27
december 2000 houdende diverse bepalingen met betrekking tot de december 2000 houdende diverse bepalingen met betrekking tot de
rechtspositie van het personeel van de politiediensten, noch een rechtspositie van het personeel van de politiediensten, noch een
beheersbetrekking waarnemen; beheersbetrekking waarnemen;
e) de vergoeding voor telefoon bedoeld in artikel XI.IV.6 RPPOL; e) de vergoeding voor telefoon bedoeld in artikel XI.IV.6 RPPOL;
f) aan de personeelsleden die deze vergoeding genoten op 31 maart f) aan de personeelsleden die deze vergoeding genoten op 31 maart
2001, de vergoeding voor onderhoud van een politiehond vastgesteld 2001, de vergoeding voor onderhoud van een politiehond vastgesteld
volgens de bepalingen van het oorspronkelijk statuut, doch met een volgens de bepalingen van het oorspronkelijk statuut, doch met een
maximum van 3 000 frank (74,37 EUR); maximum van 3 000 frank (74,37 EUR);
g) de vergoeding voor onderhoud van het uniform bedoeld in de g) de vergoeding voor onderhoud van het uniform bedoeld in de
artikelen XI.IV.8 en XI.IV.9 RPPOL; artikelen XI.IV.8 en XI.IV.9 RPPOL;
h) de vergoedingen die gebonden zijn aan dienstverplaatsingen in h) de vergoedingen die gebonden zijn aan dienstverplaatsingen in
België bedoeld in de artikelen XI.IV.28, 2°, XI.IV.31, XI.IV.32 en België bedoeld in de artikelen XI.IV.28, 2°, XI.IV.31, XI.IV.32 en
XI.IV.66 RPPOL, zoals berekend door het sociaal secretariaat GPI. XI.IV.66 RPPOL, zoals berekend door het sociaal secretariaat GPI.

Art. 4.Het mobiliteitsstelsel dat van toepassing is op de wedden van

Art. 4.Het mobiliteitsstelsel dat van toepassing is op de wedden van

het personeel van de ministeries, is ook van toepassing op de het personeel van de ministeries, is ook van toepassing op de
voorschotten, toelagen en vergoedingen bedoeld in artikel 3. voorschotten, toelagen en vergoedingen bedoeld in artikel 3.
Zij worden gekoppeld aan de spilindex 138,01. Zij worden gekoppeld aan de spilindex 138,01.

Art. 5.De gegevens betreffende de toelagen en vergoedingen van zowel

Art. 5.De gegevens betreffende de toelagen en vergoedingen van zowel

het oorspronkelijk statuut, als deze in uitvoering van RPPOL moeten het oorspronkelijk statuut, als deze in uitvoering van RPPOL moeten
bewaard blijven en, op zijn verzoek, ter beschikking gesteld worden bewaard blijven en, op zijn verzoek, ter beschikking gesteld worden
van het sociaal secretariaat GPI. van het sociaal secretariaat GPI.

Art. 6.De gemeenteontvanger of de bijzondere rekenplichtige :

Art. 6.De gemeenteontvanger of de bijzondere rekenplichtige :

1° vordert van het personeelslid de eventuele onverschuldigde 1° vordert van het personeelslid de eventuele onverschuldigde
bedragen, zoals vastgesteld door het sociaal secretariaat GPI, terug; bedragen, zoals vastgesteld door het sociaal secretariaat GPI, terug;
2° betaalt aan het personeelslid de eventueel nog verschuldigde 2° betaalt aan het personeelslid de eventueel nog verschuldigde
bedragen, zoals vastgesteld door het sociaal secretariaat GPI, terug. bedragen, zoals vastgesteld door het sociaal secretariaat GPI, terug.

Art. 7.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 april 2001.

Art. 7.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 april 2001.

Art. 8.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de

Art. 8.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de

uitvoering van dit besluit. uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 22 juni 2001. Gegeven te Brussel, 22 juni 2001.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Binnenlandse Zaken, De Minister van Binnenlandse Zaken,
A. DUQUESNE A. DUQUESNE
^