Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 22/07/2019
← Terug naar "Koninklijk besluit tot vaststelling van de procedure tot het bekomen van een gebruiksvergunning voor de zones voor commerciële en industriële activiteiten in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België "
Koninklijk besluit tot vaststelling van de procedure tot het bekomen van een gebruiksvergunning voor de zones voor commerciële en industriële activiteiten in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België Koninklijk besluit tot vaststelling van de procedure tot het bekomen van een gebruiksvergunning voor de zones voor commerciële en industriële activiteiten in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België
FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE
VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
22 JULI 2019. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de procedure 22 JULI 2019. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de procedure
tot het bekomen van een gebruiksvergunning voor de zones voor tot het bekomen van een gebruiksvergunning voor de zones voor
commerciële en industriële activiteiten in de zeegebieden onder de commerciële en industriële activiteiten in de zeegebieden onder de
rechtsbevoegdheid van België rechtsbevoegdheid van België
FILIP, Koning der Belgen, FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 20 januari 1999 ter bescherming van het mariene Gelet op de wet van 20 januari 1999 ter bescherming van het mariene
milieu en ter organisatie van de mariene ruimtelijke planning in de milieu en ter organisatie van de mariene ruimtelijke planning in de
zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België, de artikelen 25 en zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België, de artikelen 25 en
26, gewijzigd bij de wet van 21 april 2007; 26, gewijzigd bij de wet van 21 april 2007;
Gelet op het koninklijk besluit van 7 september 2003 houdende de Gelet op het koninklijk besluit van 7 september 2003 houdende de
procedure tot vergunning en machtiging van bepaalde activiteiten in de procedure tot vergunning en machtiging van bepaalde activiteiten in de
zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België; zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België;
Gelet op het koninklijk besluit van 9 september 2003 houdende de Gelet op het koninklijk besluit van 9 september 2003 houdende de
regels betreffende de milieu-effectenbeoordeling in toepassing van de regels betreffende de milieu-effectenbeoordeling in toepassing van de
wet van 20 januari 1999 ter bescherming van het marinemilieu in de wet van 20 januari 1999 ter bescherming van het marinemilieu in de
zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België; zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 7 Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 7
maart 2019; maart 2019;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op
5 april 2019; 5 april 2019;
Gelet op advies 66.025/1 van de Raad van State, gegeven op 16 mei Gelet op advies 66.025/1 van de Raad van State, gegeven op 16 mei
2019, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de 2019, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de
wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Gelet op het advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit, gegeven op Gelet op het advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit, gegeven op
19 juni 2019; 19 juni 2019;
Overwegende het koninklijk besluit van 13 november 2012 betreffende de Overwegende het koninklijk besluit van 13 november 2012 betreffende de
instelling van een raadgevende commissie en de procedure tot aanneming instelling van een raadgevende commissie en de procedure tot aanneming
van een marien ruimtelijk in de Belgische zeegebieden; van een marien ruimtelijk in de Belgische zeegebieden;
Overwegende het koninklijk besluit van 22 mei 2019 tot vaststelling Overwegende het koninklijk besluit van 22 mei 2019 tot vaststelling
van het marien ruimtelijk plan voor de periode van 2020 tot 2026 in de van het marien ruimtelijk plan voor de periode van 2020 tot 2026 in de
Belgische zeegebieden. Belgische zeegebieden.
Op de voordracht van de Minister van Noordzee, Op de voordracht van de Minister van Noordzee,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
HOOFDSTUK 1. - Definities HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit, wordt verstaan onder:

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit, wordt verstaan onder:

1° "commerciële en industriële zones": de zones zoals bepaald in 1° "commerciële en industriële zones": de zones zoals bepaald in
artikel 23 van het koninklijk besluit van 22 mei 2019 tot vaststelling artikel 23 van het koninklijk besluit van 22 mei 2019 tot vaststelling
van het marien ruimtelijk plan voor de periode van 2020 tot 2026 in de van het marien ruimtelijk plan voor de periode van 2020 tot 2026 in de
Belgische zeegebieden; Belgische zeegebieden;
2° "gebruiksvergunning": vergunning voor het gebruik van zones voor 2° "gebruiksvergunning": vergunning voor het gebruik van zones voor
commerciële en industriële activiteiten in de zeegebieden onder de commerciële en industriële activiteiten in de zeegebieden onder de
rechtsbevoegdheid van België; rechtsbevoegdheid van België;
3° "DG Leefmilieu": Directoraat-generaal Leefmilieu, dienst Marien 3° "DG Leefmilieu": Directoraat-generaal Leefmilieu, dienst Marien
Milieu van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van Milieu van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van
de Voedselketen en Leefmilieu; de Voedselketen en Leefmilieu;
4° "dag": kalenderdag; 4° "dag": kalenderdag;
5° "Minister": de minister tot wiens bevoegdheid de bescherming van 5° "Minister": de minister tot wiens bevoegdheid de bescherming van
het mariene milieu behoort; het mariene milieu behoort;
6° "Raadgevende Commissie": de commissie zoals bepaald in het 6° "Raadgevende Commissie": de commissie zoals bepaald in het
koninklijk besluit van 13 november 2012 betreffende de instelling van koninklijk besluit van 13 november 2012 betreffende de instelling van
een raadgevende commissie en de procedure tot aanneming van een marien een raadgevende commissie en de procedure tot aanneming van een marien
ruimtelijk in de Belgische zeegebieden. ruimtelijk in de Belgische zeegebieden.
HOOFDSTUK 2. - Selectie- en toekenningscriteria HOOFDSTUK 2. - Selectie- en toekenningscriteria
Afdeling 1. - Selectiecriteria Afdeling 1. - Selectiecriteria

Art. 2.De selectiecriteria voor het aanvragen van de

Art. 2.De selectiecriteria voor het aanvragen van de

gebruiksvergunning, zijn de volgende: gebruiksvergunning, zijn de volgende:
1° de aanwezigheid bij de aanvrager of bij de instantie die belast is 1° de aanwezigheid bij de aanvrager of bij de instantie die belast is
met de exploitatie, van een aangepaste functionele en financiële met de exploitatie, van een aangepaste functionele en financiële
structuur die de mogelijkheid biedt preventieve maatregelen te plannen structuur die de mogelijkheid biedt preventieve maatregelen te plannen
en toe te passen ten einde de betrouwbaarheid en de veiligheid van de en toe te passen ten einde de betrouwbaarheid en de veiligheid van de
installatie te verzekeren en eveneens, desgevallend, te zorgen voor installatie te verzekeren en eveneens, desgevallend, te zorgen voor
een buitendienststelling of definitieve stopzetting in optimale en een buitendienststelling of definitieve stopzetting in optimale en
veilige omstandigheden en met respect voor het milieu; veilige omstandigheden en met respect voor het milieu;
2° indien de aanvraag uitgaat van een vennootschap, of van 2° indien de aanvraag uitgaat van een vennootschap, of van
vennootschappen, die een joint venture hebben afgesloten, of van een vennootschappen, die een joint venture hebben afgesloten, of van een
tijdelijke vennootschap of vennootschappen in deelneming: tijdelijke vennootschap of vennootschappen in deelneming:
a) oprichting ervan overeenkomstig de Belgische wetgeving, de a) oprichting ervan overeenkomstig de Belgische wetgeving, de
wetgeving van een andere Lidstaat van de Europese Unie; wetgeving van een andere Lidstaat van de Europese Unie;
b) beschikking over een centrale administratie, een voornaamste b) beschikking over een centrale administratie, een voornaamste
vestiging of een maatschappelijke zetel in een Lidstaat van de vestiging of een maatschappelijke zetel in een Lidstaat van de
Europese Unie; Europese Unie;
c) het aanstellen van een contactpunt binnen het Belgisch grondgebied c) het aanstellen van een contactpunt binnen het Belgisch grondgebied
waarlangs alle communicatie gevoerd wordt. waarlangs alle communicatie gevoerd wordt.
3° de beschikking over voldoende financiële en economische draagkracht 3° de beschikking over voldoende financiële en economische draagkracht
die wordt beoordeeld op basis van de documenten opgesomd in artikel 4, die wordt beoordeeld op basis van de documenten opgesomd in artikel 4,
§ 2, 8° ; § 2, 8° ;
4° de verbintenis tot samenstelling van voldoende waarborgen voor de 4° de verbintenis tot samenstelling van voldoende waarborgen voor de
dekking van het risico van burgerlijke aansprakelijkheid met dekking van het risico van burgerlijke aansprakelijkheid met
betrekking tot de installatie en de activiteit; betrekking tot de installatie en de activiteit;
5° de technische bekwaamheden van de aanvrager of van de onderneming, 5° de technische bekwaamheden van de aanvrager of van de onderneming,
rekening houdend met de beoogde industriële en commerciële activiteit. rekening houdend met de beoogde industriële en commerciële activiteit.
Om deze technische bekwaamheid te beoordelen wordt rekening gehouden Om deze technische bekwaamheid te beoordelen wordt rekening gehouden
met de volgende elementen: met de volgende elementen:
a) de vermelding van voorgaande realisaties aan de hand waarvan de a) de vermelding van voorgaande realisaties aan de hand waarvan de
technische kennis kan worden geëvalueerd, op het beoogde of een technische kennis kan worden geëvalueerd, op het beoogde of een
gelijkaardig gebied, gedurende de jaren die het jaar waarin de gelijkaardig gebied, gedurende de jaren die het jaar waarin de
aanvraag wordt ingediend, voorafgaan; aanvraag wordt ingediend, voorafgaan;
b) de referenties, diploma's en professionele titels van de b) de referenties, diploma's en professionele titels van de
belangrijkste kaderleden van het bedrijf en, in het bijzonder, van belangrijkste kaderleden van het bedrijf en, in het bijzonder, van
diegenen die betrokken werkzaamheden opvolgen en leiden; diegenen die betrokken werkzaamheden opvolgen en leiden;
c) de technische middelen die men voor ogen heeft voor de realisatie c) de technische middelen die men voor ogen heeft voor de realisatie
van de werkzaamheden voor de bouw, de exploitatie en onderhoud van de van de werkzaamheden voor de bouw, de exploitatie en onderhoud van de
installatie waarop de aanvraag betrekking heeft. installatie waarop de aanvraag betrekking heeft.
6° afwezigheid van gerechtelijke reorganisatie of van elke analoge 6° afwezigheid van gerechtelijke reorganisatie of van elke analoge
situatie die het resultaat is van een procedure van dezelfde aard, die situatie die het resultaat is van een procedure van dezelfde aard, die
van kracht is in een nationale wetgeving of reglementering, evenals van kracht is in een nationale wetgeving of reglementering, evenals
van een lopende procedure die tot dit resultaat zou kunnen leiden; van een lopende procedure die tot dit resultaat zou kunnen leiden;
7° afwezigheid bij de aanvrager, of het nu gaat om een natuurlijk 7° afwezigheid bij de aanvrager, of het nu gaat om een natuurlijk
persoon, om een rechtspersoon of om een persoon die in de schoot van persoon, om een rechtspersoon of om een persoon die in de schoot van
het bedrijf of de rechtspersoon die de aanvraag indient, een functie het bedrijf of de rechtspersoon die de aanvraag indient, een functie
waarneemt van beheerder, zaakvoerder, directeur of zaakgelastigde, van waarneemt van beheerder, zaakvoerder, directeur of zaakgelastigde, van
een veroordeling bij vonnis met kracht van gewijsde, onder de een veroordeling bij vonnis met kracht van gewijsde, onder de
voorwaarden bedoeld bij artikel 5 van het strafwetboek, voor een voorwaarden bedoeld bij artikel 5 van het strafwetboek, voor een
misdrijf dat na de inwerkingtreding van de wet van 4 mei 1999 tot misdrijf dat na de inwerkingtreding van de wet van 4 mei 1999 tot
instelling van de strafrechtelijke aansprakelijkheid van instelling van de strafrechtelijke aansprakelijkheid van
rechtspersonen, ten laste zou zijn gelegd van de rechtspersoon; rechtspersonen, ten laste zou zijn gelegd van de rechtspersoon;
8° afwezigheid bij de aanvrager, of het nu gaat om een natuurlijk 8° afwezigheid bij de aanvrager, of het nu gaat om een natuurlijk
persoon, om een rechtspersoon of om een persoon die in de schoot van persoon, om een rechtspersoon of om een persoon die in de schoot van
het bedrijf of de rechtspersoon die de aanvraag indient, een functie het bedrijf of de rechtspersoon die de aanvraag indient, een functie
waarneemt van beheerder, zaakvoerder, directeur of zaakgelastigde, van waarneemt van beheerder, zaakvoerder, directeur of zaakgelastigde, van
een veroordeling bij vonnis met kracht van gewijsde wegens deelname een veroordeling bij vonnis met kracht van gewijsde wegens deelname
aan een criminele organisatie, omkoping, fraude of witwassen van geld; aan een criminele organisatie, omkoping, fraude of witwassen van geld;
9° afwezigheid in hoofde van de aanvrager van een toestand van 9° afwezigheid in hoofde van de aanvrager van een toestand van
faillissement zonder eerherstel, van vereffening of van elke situatie faillissement zonder eerherstel, van vereffening of van elke situatie
die het resultaat is van een gelijkaardige procedure die van kracht is die het resultaat is van een gelijkaardige procedure die van kracht is
in een nationale wetgeving of reglementering, evenals van een lopende in een nationale wetgeving of reglementering, evenals van een lopende
procedure die tot dit resultaat zou kunnen leiden. procedure die tot dit resultaat zou kunnen leiden.
Afdeling 2. - Toekenningscriteria Afdeling 2. - Toekenningscriteria

Art. 3.De toekenningscriteria voor het aanvragen van een

Art. 3.De toekenningscriteria voor het aanvragen van een

gebruiksvergunning, zijn de volgende: gebruiksvergunning, zijn de volgende:
1° de meerwaarde op economisch en maatschappelijk vlak; 1° de meerwaarde op economisch en maatschappelijk vlak;
2° de mate van meervoudig ruimtegebruik; 2° de mate van meervoudig ruimtegebruik;
3° de mogelijke gevolgen voor de natuur; 3° de mogelijke gevolgen voor de natuur;
4° de mogelijke gevolgen voor de veiligheid in de zeegebieden; 4° de mogelijke gevolgen voor de veiligheid in de zeegebieden;
5° de mogelijke impact op zeezicht; 5° de mogelijke impact op zeezicht;
6° de kwaliteit van het plan op technisch en economisch gebied, 6° de kwaliteit van het plan op technisch en economisch gebied,
inzonderheid door de toepassing van de best beschikbare technologieën; inzonderheid door de toepassing van de best beschikbare technologieën;
7° de kwaliteit van het voorgelegde plan inzake exploitatie en 7° de kwaliteit van het voorgelegde plan inzake exploitatie en
onderhoud; onderhoud;
8° de sterkte van het consortium op technisch, economisch en 8° de sterkte van het consortium op technisch, economisch en
maatschappelijk vlak. maatschappelijk vlak.
HOOFDSTUK 3. - Indiening van de aanvragen HOOFDSTUK 3. - Indiening van de aanvragen

Art. 4.§ 1. De aanvraag voor een gebruiksvergunning wordt gericht aan

Art. 4.§ 1. De aanvraag voor een gebruiksvergunning wordt gericht aan

DG Leefmilieu bij aangetekende zending. DG Leefmilieu bij aangetekende zending.
§ 2. De aanvraag bevat: § 2. De aanvraag bevat:
1° naam, voornaam, beroep, woonplaats en nationaliteit van de 1° naam, voornaam, beroep, woonplaats en nationaliteit van de
aanvrager; aanvrager;
2° indien het gaat om een rechtspersoon, de handelsnaam of benaming, 2° indien het gaat om een rechtspersoon, de handelsnaam of benaming,
de juridische vorm, de maatschappelijke zetel en de statuten, alsook de juridische vorm, de maatschappelijke zetel en de statuten, alsook
de documenten waarin de bevoegdheid van de ondertekenaars van de de documenten waarin de bevoegdheid van de ondertekenaars van de
aanvraag wordt bevestigd, indien het gaat om een joint venture dient aanvraag wordt bevestigd, indien het gaat om een joint venture dient
elk der contractspartijen deze informatie mee te delen; elk der contractspartijen deze informatie mee te delen;
3° een algemene nota met het voorwerp en een globale beschrijving van 3° een algemene nota met het voorwerp en een globale beschrijving van
de beoogde activiteit en het onderhoud van de beoogde installatie; de beoogde activiteit en het onderhoud van de beoogde installatie;
4° een nota die beantwoordt aan elk van de selectiecriteria die in 4° een nota die beantwoordt aan elk van de selectiecriteria die in
artikel 2, 1° -5° zijn bedoeld; artikel 2, 1° -5° zijn bedoeld;
5° een nota die beantwoordt aan elk van de toekenningscriteria die in 5° een nota die beantwoordt aan elk van de toekenningscriteria die in
artikel 3 zijn bedoeld; artikel 3 zijn bedoeld;
6° de exacte locatie binnen de zone voor commerciële en industriële 6° de exacte locatie binnen de zone voor commerciële en industriële
activiteiten waarvoor de aanvraag wordt ingediend, aangeduid door activiteiten waarvoor de aanvraag wordt ingediend, aangeduid door
coördinaten in graden, minuten en decimalen van minuten en weergegeven coördinaten in graden, minuten en decimalen van minuten en weergegeven
op een kaart in projectie WGS 84; op een kaart in projectie WGS 84;
7° een nota met de beschrijving van de werken die uitgevoerd dienen te 7° een nota met de beschrijving van de werken die uitgevoerd dienen te
worden tijdens de bouw en exploitatie van de installatie, de bij elke worden tijdens de bouw en exploitatie van de installatie, de bij elke
etappe aangewende technische middelen alsook de toepassing ervan, etappe aangewende technische middelen alsook de toepassing ervan,
inclusief de planning van al deze activiteiten; inclusief de planning van al deze activiteiten;
8° de nodige documenten om de financiële en economische draagkracht 8° de nodige documenten om de financiële en economische draagkracht
van de aanvrager te beoordelen vermeld in artikel 2, 3° en meer van de aanvrager te beoordelen vermeld in artikel 2, 3° en meer
bepaald één of meer van de volgende referenties : passende bepaald één of meer van de volgende referenties : passende
bankverklaringen, balansen, uittreksels uit balansen of jaarrekeningen bankverklaringen, balansen, uittreksels uit balansen of jaarrekeningen
van de onderneming, en een verklaring betreffende de totale omzet en van de onderneming, en een verklaring betreffende de totale omzet en
de omzet in werken van de onderneming over de laatste drie boekjaren. de omzet in werken van de onderneming over de laatste drie boekjaren.
Indien de aanvrager aannemelijk kan maken dat hij niet in staat is de Indien de aanvrager aannemelijk kan maken dat hij niet in staat is de
gevraagde referenties over te maken, kan DG Leefmilieu hem toestaan gevraagde referenties over te maken, kan DG Leefmilieu hem toestaan
zijn economische en financiële draagkracht aan te tonen met andere zijn economische en financiële draagkracht aan te tonen met andere
documenten die het geschikt acht; documenten die het geschikt acht;
9° de nodige documenten die aantonen dat er voldoende waarborgen 9° de nodige documenten die aantonen dat er voldoende waarborgen
zullen zijn ter dekking van het risico van burgerlijke zullen zijn ter dekking van het risico van burgerlijke
aansprakelijkheid zoals bedoeld in artikel 2, 4° en artikel 15, 7° en aansprakelijkheid zoals bedoeld in artikel 2, 4° en artikel 15, 7° en
meer bepaald door een bewijs van aansprakelijkheidsverzekering. Indien meer bepaald door een bewijs van aansprakelijkheidsverzekering. Indien
de aanvrager aannemelijk kan maken dat hij niet in staat is de de aanvrager aannemelijk kan maken dat hij niet in staat is de
gevraagde referentie over te maken, kan DG Leefmilieu hem toestaan gevraagde referentie over te maken, kan DG Leefmilieu hem toestaan
zijn waarborgen aan te tonen met andere documenten die het geschikt zijn waarborgen aan te tonen met andere documenten die het geschikt
acht. acht.

Art. 5.§ 1. DG Leefmilieu treedt op als verwerkingsverantwoordelijke

Art. 5.§ 1. DG Leefmilieu treedt op als verwerkingsverantwoordelijke

voor wat betreft de verwerking van de persoonsgegevens van de voor wat betreft de verwerking van de persoonsgegevens van de
aanvrager voor het verlenen van een gebruiksvergunning; aanvrager voor het verlenen van een gebruiksvergunning;
§ 2. De gegevens worden niet langer bewaard dan voor de doeleinden § 2. De gegevens worden niet langer bewaard dan voor de doeleinden
waarvoor ze worden verwerkt, met een maximale bewaartermijn die één waarvoor ze worden verwerkt, met een maximale bewaartermijn die één
jaar na de verjaring van alle vorderingen die tot de bevoegdheid van jaar na de verjaring van alle vorderingen die tot de bevoegdheid van
de verwerkingsverantwoordelijke behoren en in voorkomend geval, de de verwerkingsverantwoordelijke behoren en in voorkomend geval, de
integrale betaling van alle hiermee verbonden bedragen. integrale betaling van alle hiermee verbonden bedragen.
HOOFDSTUK 4. - Behandeling van de aanvragen HOOFDSTUK 4. - Behandeling van de aanvragen

Art. 6.§ 1. Binnen tien dagen na de aangetekende zending zoals

Art. 6.§ 1. Binnen tien dagen na de aangetekende zending zoals

beschreven in artikel 4, § 1, gaat DG Leefmilieu na of de aanvraag beschreven in artikel 4, § 1, gaat DG Leefmilieu na of de aanvraag
alle in artikel 4, § 2, vermelde documenten bevat. alle in artikel 4, § 2, vermelde documenten bevat.
§ 2. Indien de aanvraag volledig is, wordt ze door DG Leefmilieu aan § 2. Indien de aanvraag volledig is, wordt ze door DG Leefmilieu aan
de Minister bezorgd en wordt de aanvrager hiervan in kennis gesteld de Minister bezorgd en wordt de aanvrager hiervan in kennis gesteld
door de Minister bij aangetekende zending. door de Minister bij aangetekende zending.
§ 3. In geval van onvolledigheid van de aanvraag, meldt DG Leefmilieu § 3. In geval van onvolledigheid van de aanvraag, meldt DG Leefmilieu
bij aangetekende zending aan de aanvrager welke informatie of welke bij aangetekende zending aan de aanvrager welke informatie of welke
documenten ontbreken en krijgt de aanvrager tien dagen, ingaand op de documenten ontbreken en krijgt de aanvrager tien dagen, ingaand op de
dag volgend op de datum van de verzending van het verzoek tot dag volgend op de datum van de verzending van het verzoek tot
informatie, om de aanvraag te vervolledigen. informatie, om de aanvraag te vervolledigen.
§ 4. Na ontvangst van de ontbrekende informatie of documenten § 4. Na ontvangst van de ontbrekende informatie of documenten
onderzoekt DG Leefmilieu of de aanvraag nu volledig is en brengt de onderzoekt DG Leefmilieu of de aanvraag nu volledig is en brengt de
Minister hiervan op de hoogte. Minister hiervan op de hoogte.
Indien de aanvraag onvolledig blijft, dan brengt de Minister bij Indien de aanvraag onvolledig blijft, dan brengt de Minister bij
aangetekende zending de aanvrager op de hoogte van zijn beslissing van aangetekende zending de aanvrager op de hoogte van zijn beslissing van
onontvankelijkheid wegens herhaalde onvolledigheid. onontvankelijkheid wegens herhaalde onvolledigheid.

Art. 7.Binnen tien dagen na de kennisgeving aan de aanvrager zoals

Art. 7.Binnen tien dagen na de kennisgeving aan de aanvrager zoals

beschreven in artikel 6, § 2 maakt DG Leefmilieu de aanvraag bekend beschreven in artikel 6, § 2 maakt DG Leefmilieu de aanvraag bekend
door een uittreksel in het Belgisch Staatsblad. Dit bericht bevat door een uittreksel in het Belgisch Staatsblad. Dit bericht bevat
minstens de exacte locatie van de aanvraag en vermeldt tevens waar het minstens de exacte locatie van de aanvraag en vermeldt tevens waar het
dossier met alle nuttige inlichtingen beschikbaar is. dossier met alle nuttige inlichtingen beschikbaar is.

Art. 8.Een aanvraag tot mededinging betreffende de gebruiksvergunning

Art. 8.Een aanvraag tot mededinging betreffende de gebruiksvergunning

voor dezelfde of een overlappende locatie kan ingediend worden binnen voor dezelfde of een overlappende locatie kan ingediend worden binnen
negentig dagen volgend op het uittreksel in het Belgisch Staatsblad, negentig dagen volgend op het uittreksel in het Belgisch Staatsblad,
zoals vermeld in artikel 7. zoals vermeld in artikel 7.
De aanvraag tot mededinging wordt ingediend overeenkomstig artikel 4 De aanvraag tot mededinging wordt ingediend overeenkomstig artikel 4
en wordt onderworpen aan het onderzoek overeenkomstig artikel 6. Zij en wordt onderworpen aan het onderzoek overeenkomstig artikel 6. Zij
maakt echter niet het voorwerp uit van de bekendmaking, zoals vermeld maakt echter niet het voorwerp uit van de bekendmaking, zoals vermeld
in artikel 7, en wordt onmiddellijk behandeld. in artikel 7, en wordt onmiddellijk behandeld.

Art. 9.§ 1. Indien er geen aanvragen tot mededinging werden

Art. 9.§ 1. Indien er geen aanvragen tot mededinging werden

ingediend, bezorgt DG Leefmilieu de aanvraag binnen honderd dagen ingediend, bezorgt DG Leefmilieu de aanvraag binnen honderd dagen
volgend op het uittreksel in het Belgisch Staatsblad, zoals vermeld in volgend op het uittreksel in het Belgisch Staatsblad, zoals vermeld in
artikel 7, aan de Raadgevende Commissie. artikel 7, aan de Raadgevende Commissie.
§ 2. Indien, in afwijking van paragraaf 1, er een aanvraag tot § 2. Indien, in afwijking van paragraaf 1, er een aanvraag tot
mededinging is, dan wordt deze aanvraag binnen tien dagen na de mededinging is, dan wordt deze aanvraag binnen tien dagen na de
kennisgeving aan de aanvrager, zoals beschreven in artikel 6, § 2, kennisgeving aan de aanvrager, zoals beschreven in artikel 6, § 2,
door DG Leefmilieu aan de Raadgevende Commissie bezorgd. door DG Leefmilieu aan de Raadgevende Commissie bezorgd.
§ 3. Op verzoek van de Raadgevende Commissie, kan DG Leefmilieu § 3. Op verzoek van de Raadgevende Commissie, kan DG Leefmilieu
bijkomende inlichtingen vragen aan de aanvrager. Deze inlichtingen bijkomende inlichtingen vragen aan de aanvrager. Deze inlichtingen
dienen binnen tien dagen aangeleverd te worden. In dit geval wordt de dienen binnen tien dagen aangeleverd te worden. In dit geval wordt de
termijn voorgeschreven in artikel 10 verlengd met een duur gelijk aan termijn voorgeschreven in artikel 10 verlengd met een duur gelijk aan
de termijn waarbinnen de aanvrager antwoordt. de termijn waarbinnen de aanvrager antwoordt.

Art. 10.De Raadgevende Commissie brengt een niet-bindend advies uit

Art. 10.De Raadgevende Commissie brengt een niet-bindend advies uit

binnen de termijn bepaald door artikel 7/1, § 2 van het koninklijk binnen de termijn bepaald door artikel 7/1, § 2 van het koninklijk
besluit van 13 november 2012 betreffende de instelling van een besluit van 13 november 2012 betreffende de instelling van een
raadgevende commissie en de procedure tot aanneming van een marien raadgevende commissie en de procedure tot aanneming van een marien
ruimtelijk plan in de Belgische zeegebieden. ruimtelijk plan in de Belgische zeegebieden.

Art. 11.Binnen vijftien dagen na de ontvangst van het advies, zoals

Art. 11.Binnen vijftien dagen na de ontvangst van het advies, zoals

beschreven in artikel 10, of, bij het verstrijken van de termijn beschreven in artikel 10, of, bij het verstrijken van de termijn
bepaald in artikel 7/1, § 2 van het koninklijk besluit van 13 november bepaald in artikel 7/1, § 2 van het koninklijk besluit van 13 november
2012 betreffende de instelling van een raadgevende commissie en de 2012 betreffende de instelling van een raadgevende commissie en de
procedure tot aanneming van een marien ruimtelijk plan in de Belgische procedure tot aanneming van een marien ruimtelijk plan in de Belgische
zeegebieden, brengt DG Leefmilieu de volgende documenten over aan de zeegebieden, brengt DG Leefmilieu de volgende documenten over aan de
Minister: Minister:
1° het gemotiveerd voorstel tot toekenning of weigering van 1° het gemotiveerd voorstel tot toekenning of weigering van
gebruiksvergunning; gebruiksvergunning;
2° het dossier bedoeld in artikel 4; 2° het dossier bedoeld in artikel 4;
3° het advies bedoeld in artikel 10. 3° het advies bedoeld in artikel 10.

Art. 12.§ 1. De Minister beslist over de toekenning van een

Art. 12.§ 1. De Minister beslist over de toekenning van een

gebruiksvergunning binnen een termijn van dertig dagen vanaf de gebruiksvergunning binnen een termijn van dertig dagen vanaf de
ontvangst van het gemotiveerd voorstel van DG Leefmilieu. In geval van ontvangst van het gemotiveerd voorstel van DG Leefmilieu. In geval van
een positieve beslissing wordt deze bij uittreksel bekendgemaakt in een positieve beslissing wordt deze bij uittreksel bekendgemaakt in
het Belgisch Staatsblad en bij aangetekende zending ter kennis het Belgisch Staatsblad en bij aangetekende zending ter kennis
gebracht aan de aanvrager. In geval van een negatieve beslissing wordt gebracht aan de aanvrager. In geval van een negatieve beslissing wordt
de aanvrager daarvan in kennis gesteld bij aangetekende zending. de aanvrager daarvan in kennis gesteld bij aangetekende zending.
§ 2. Dit besluit vermeldt de bijdrage die jaarlijks aan de § 2. Dit besluit vermeldt de bijdrage die jaarlijks aan de
middelenbegroting betaald dient te worden voor het gebruik van de middelenbegroting betaald dient te worden voor het gebruik van de
zone. De Minister bepaalt de modaliteiten voor de betaling van deze zone. De Minister bepaalt de modaliteiten voor de betaling van deze
jaarlijkse bijdrage en desgevallend de bijzondere voorwaarden van jaarlijkse bijdrage en desgevallend de bijzondere voorwaarden van
toekenning. toekenning.

Art. 13.De betekende gebruiksvergunning blijft geschorst totdat

Art. 13.De betekende gebruiksvergunning blijft geschorst totdat

iedere vereiste bijkomende vergunning of machtiging, waaronder deze op iedere vereiste bijkomende vergunning of machtiging, waaronder deze op
basis van het koninklijk besluit van 7 september 2003 houdende de basis van het koninklijk besluit van 7 september 2003 houdende de
procedure tot vergunning en machtiging van bepaalde activiteiten in de procedure tot vergunning en machtiging van bepaalde activiteiten in de
zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België, is verleend en zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België, is verleend en
kennisgeving hiervan, overeenkomstig de toepasselijke wetgeving, is kennisgeving hiervan, overeenkomstig de toepasselijke wetgeving, is
gebeurd. Indien een van de bijkomend vereiste vergunningen of gebeurd. Indien een van de bijkomend vereiste vergunningen of
machtigingen definitief is geweigerd, vervalt de betekende machtigingen definitief is geweigerd, vervalt de betekende
gebruiksvergunning op de dag van de kennisgeving van deze weigering. gebruiksvergunning op de dag van de kennisgeving van deze weigering.

Art. 14.De gebruiksvergunning wordt verleend voor bepaalde duur, die

Art. 14.De gebruiksvergunning wordt verleend voor bepaalde duur, die

beperkt is tot ten hoogste vijftig jaar. Deze kan verlengd worden, beperkt is tot ten hoogste vijftig jaar. Deze kan verlengd worden,
zonder een totale duur van vijfenzeventig jaar te overschrijden. zonder een totale duur van vijfenzeventig jaar te overschrijden.
HOOFDSTUK 5. - Verplichting van de titularis van een HOOFDSTUK 5. - Verplichting van de titularis van een
gebruiksvergunning gebruiksvergunning

Art. 15.De titularis van een gebruiksvergunning:

Art. 15.De titularis van een gebruiksvergunning:

1° maakt de gewijzigde statuten of contractuele bepalingen van zijn 1° maakt de gewijzigde statuten of contractuele bepalingen van zijn
juridische structuur over aan DG Leefmilieu, indien deze aanzienlijk juridische structuur over aan DG Leefmilieu, indien deze aanzienlijk
gewijzigd is; gewijzigd is;
2° licht DG Leefmilieu voorafgaandelijk in over elk plan tot wijziging 2° licht DG Leefmilieu voorafgaandelijk in over elk plan tot wijziging
van de rechtspersoon waardoor de controle op de rechtspersoon wijzigt van de rechtspersoon waardoor de controle op de rechtspersoon wijzigt
of waardoor een gehele of gedeeltelijke overdracht van de rechten, die of waardoor een gehele of gedeeltelijke overdracht van de rechten, die
voortvloeien uit de gebruiksvergunning, plaatsvindt aan derden; voortvloeien uit de gebruiksvergunning, plaatsvindt aan derden;
3° informeert DG Leefmilieu over elke wijziging betreffende de 3° informeert DG Leefmilieu over elke wijziging betreffende de
technische en financiële elementen, vermeld in het oorspronkelijke technische en financiële elementen, vermeld in het oorspronkelijke
dossier op basis waarvan de gebruiksvergunning is toegestaan; dossier op basis waarvan de gebruiksvergunning is toegestaan;
4° treft alle noodzakelijke maatregelen voor de vrijwaring van de 4° treft alle noodzakelijke maatregelen voor de vrijwaring van de
veiligheid in de zeegebieden, zowel tijdens de bouw als tijdens de veiligheid in de zeegebieden, zowel tijdens de bouw als tijdens de
exploitatie van de installatie, en bij de stopzetting ervan ongeacht exploitatie van de installatie, en bij de stopzetting ervan ongeacht
of er al dan niet wordt afgezien van de gebruiksvergunning; of er al dan niet wordt afgezien van de gebruiksvergunning;
5° bouwt een permanent systeem uit voor de evaluatie en controle van 5° bouwt een permanent systeem uit voor de evaluatie en controle van
de maatregelen, bedoeld in 4° ; de maatregelen, bedoeld in 4° ;
6° bouwt de eventuele installatie volgens de normen en reglementen die 6° bouwt de eventuele installatie volgens de normen en reglementen die
van toepassing zijn in België op een wijze die de uitbating, het van toepassing zijn in België op een wijze die de uitbating, het
onderhoud en alle andere tussenkomsten op een veilige manier toelaten; onderhoud en alle andere tussenkomsten op een veilige manier toelaten;
7° beschikt over voldoende waarborgen voor de dekking van het risico 7° beschikt over voldoende waarborgen voor de dekking van het risico
van burgerlijke aansprakelijkheid en brengen DG Leefmilieu op de van burgerlijke aansprakelijkheid en brengen DG Leefmilieu op de
hoogte van elke wijziging van voornoemde waarborgen. hoogte van elke wijziging van voornoemde waarborgen.
HOOFDSTUK 6. - Wijziging, verlenging en overdracht van een HOOFDSTUK 6. - Wijziging, verlenging en overdracht van een
gebruiksvergunning gebruiksvergunning
Afdeling 1. - Wijziging Afdeling 1. - Wijziging

Art. 16.§ 1. De bepalingen van hoofdstukken 3 en 4 zijn van

Art. 16.§ 1. De bepalingen van hoofdstukken 3 en 4 zijn van

toepassing op de aanvragen tot wijzigingen van een gebruiksvergunning. toepassing op de aanvragen tot wijzigingen van een gebruiksvergunning.
§ 2. In afwijking van paragraaf 1, voorzien de bepalingen van § 2. In afwijking van paragraaf 1, voorzien de bepalingen van
artikelen 17 tot 19 in een vereenvoudigde procedure voor elke aanvraag artikelen 17 tot 19 in een vereenvoudigde procedure voor elke aanvraag
tot wijziging van technische en financiële elementen van de tot wijziging van technische en financiële elementen van de
gebruiksvergunning wanneer de titularis één van volgende redenen gebruiksvergunning wanneer de titularis één van volgende redenen
aantoont: aantoont:
1° het marginaal karakter van de gevraagde wijziging; 1° het marginaal karakter van de gevraagde wijziging;
2° de verplichting zo te handelen, vloeit voort uit dwingende 2° de verplichting zo te handelen, vloeit voort uit dwingende
technische redenen, onafhankelijk van zijn wil, die niet ontdekt technische redenen, onafhankelijk van zijn wil, die niet ontdekt
konden worden bij het toekennen van de gebruiksvergunning; konden worden bij het toekennen van de gebruiksvergunning;
3° de gevraagde wijziging is noodzakelijk om aan één van de 3° de gevraagde wijziging is noodzakelijk om aan één van de
verplichtingen, voorgeschreven in artikel 15, te voldoen. verplichtingen, voorgeschreven in artikel 15, te voldoen.
§ 3. De procedure, voorzien in de hoofdstukken 3 en 4, blijft echter § 3. De procedure, voorzien in de hoofdstukken 3 en 4, blijft echter
van toepassing indien er een mededingingsaanvraag werd ingediend en de van toepassing indien er een mededingingsaanvraag werd ingediend en de
aanvraag tot wijziging gebeurt binnen een termijn die minder dan één aanvraag tot wijziging gebeurt binnen een termijn die minder dan één
jaar bedraagt na de toekenning van de gebruiksvergunning en voor zover jaar bedraagt na de toekenning van de gebruiksvergunning en voor zover
de gevraagde wijziging een invloed zou kunnen hebben op de de gevraagde wijziging een invloed zou kunnen hebben op de
vergelijking van de aanvragen bij de toekenning van de vergelijking van de aanvragen bij de toekenning van de
gebruiksvergunning. gebruiksvergunning.

Art. 17.§ 1. In geval van een vereenvoudigde procedure, wordt de

Art. 17.§ 1. In geval van een vereenvoudigde procedure, wordt de

aanvraag tot wijziging van de gebruiksvergunning gericht aan DG aanvraag tot wijziging van de gebruiksvergunning gericht aan DG
Leefmilieu bij aangetekende zending. De aanvraag wordt vergezeld van Leefmilieu bij aangetekende zending. De aanvraag wordt vergezeld van
een nota die minstens de volgende elementen omvat: een nota die minstens de volgende elementen omvat:
1° een opgave van de gevraagde wijzigingen; 1° een opgave van de gevraagde wijzigingen;
2° de reden waarom de vereenvoudigde procedure van toepassing is; 2° de reden waarom de vereenvoudigde procedure van toepassing is;
3° de gevolgen van de gevraagde wijzigingen ten opzichte van de 3° de gevolgen van de gevraagde wijzigingen ten opzichte van de
originele aanvraag; originele aanvraag;
4° de redenen waarom de selectie- en toekenningscriteria, zoals 4° de redenen waarom de selectie- en toekenningscriteria, zoals
beschreven in de artikelen 2 en 3, vervuld blijven. beschreven in de artikelen 2 en 3, vervuld blijven.
§ 2. Indien de aanvraag volledig is, wordt ze door DG Leefmilieu aan § 2. Indien de aanvraag volledig is, wordt ze door DG Leefmilieu aan
de Minister bezorgd en wordt de aanvrager hiervan bij aangetekende de Minister bezorgd en wordt de aanvrager hiervan bij aangetekende
zending op de hoogte gebracht. zending op de hoogte gebracht.
§ 3. Bij een onvolledige aanvraag brengt DG Leefmilieu, binnen tien § 3. Bij een onvolledige aanvraag brengt DG Leefmilieu, binnen tien
dagen na ontvangst van de aanvraag, de aanvrager bij aangetekende dagen na ontvangst van de aanvraag, de aanvrager bij aangetekende
zending op de hoogte welke informatie of welke documenten ontbreken. zending op de hoogte welke informatie of welke documenten ontbreken.
De aanvrager heeft tien dagen om zijn aanvraag te vervolledigen. De aanvrager heeft tien dagen om zijn aanvraag te vervolledigen.
§ 4. Na ontvangst van de ontbrekende informatie of documenten § 4. Na ontvangst van de ontbrekende informatie of documenten
onderzoekt DG Leefmilieu of de aanvraag nu volledig is en brengt de onderzoekt DG Leefmilieu of de aanvraag nu volledig is en brengt de
Minister hiervan op de hoogte. Minister hiervan op de hoogte.
Indien de aanvraag onvolledig blijft, dan brengt de Minister bij Indien de aanvraag onvolledig blijft, dan brengt de Minister bij
aangetekende zending de aanvrager op de hoogte van zijn beslissing van aangetekende zending de aanvrager op de hoogte van zijn beslissing van
onontvankelijkheid wegens herhaalde onvolledigheid. onontvankelijkheid wegens herhaalde onvolledigheid.

Art. 18.Binnen vijftien dagen volgend op de kennisgeving, zoals

Art. 18.Binnen vijftien dagen volgend op de kennisgeving, zoals

beschreven in artikel 17 § 2, maakt DG Leefmilieu haar voorstel tot beschreven in artikel 17 § 2, maakt DG Leefmilieu haar voorstel tot
wijziging of haar voorstel tot weigering en het volledige dossier over wijziging of haar voorstel tot weigering en het volledige dossier over
aan de Minister. aan de Minister.

Art. 19.§ 1. Het ministerieel besluit tot wijziging van de

Art. 19.§ 1. Het ministerieel besluit tot wijziging van de

gebruiksvergunning wordt binnen een termijn van dertig dagen, te gebruiksvergunning wordt binnen een termijn van dertig dagen, te
rekenen vanaf de ontvangstdatum van het voorstel, zoals beschreven in rekenen vanaf de ontvangstdatum van het voorstel, zoals beschreven in
artikel 18, bij aangetekende zending ter kennis gebracht van de artikel 18, bij aangetekende zending ter kennis gebracht van de
aanvrager. Desgevallend vermeldt dit besluit bijzondere voorwaarden aanvrager. Desgevallend vermeldt dit besluit bijzondere voorwaarden
van toekenning. Dit besluit wordt bij uittreksel gepubliceerd in het van toekenning. Dit besluit wordt bij uittreksel gepubliceerd in het
Belgisch Staatsblad. Belgisch Staatsblad.
§ 2. Indien de Minister beslist om de aanvraag tot wijziging van de § 2. Indien de Minister beslist om de aanvraag tot wijziging van de
gebruiksvergunning te weigeren, wordt de aanvrager hiervan in kennis gebruiksvergunning te weigeren, wordt de aanvrager hiervan in kennis
gesteld via bij aangetekende zending, binnen een termijn van dertig gesteld via bij aangetekende zending, binnen een termijn van dertig
dagen, te rekenen vanaf de ontvangstdatum van het voorstel, zoals dagen, te rekenen vanaf de ontvangstdatum van het voorstel, zoals
beschreven in artikel 18, § 1. beschreven in artikel 18, § 1.
Afdeling 2. - Verlenging Afdeling 2. - Verlenging

Art. 20.De bepalingen van de artikelen 17 tot 19 zijn van toepassing

Art. 20.De bepalingen van de artikelen 17 tot 19 zijn van toepassing

op de aanvragen tot verlenging van de gebruiksvergunning. Enkel de op de aanvragen tot verlenging van de gebruiksvergunning. Enkel de
aanvragen tot verlenging die tenminste één jaar voor het verstrijken aanvragen tot verlenging die tenminste één jaar voor het verstrijken
van de geldigheidsduur van de gebruiksvergunning werden aangevraagd van de geldigheidsduur van de gebruiksvergunning werden aangevraagd
bij DG Leefmilieu zijn ontvankelijk. bij DG Leefmilieu zijn ontvankelijk.
Afdeling 3. - Overdracht Afdeling 3. - Overdracht

Art. 21.§ 1. De aanvraag tot verkoop, gehele of gedeeltelijke

Art. 21.§ 1. De aanvraag tot verkoop, gehele of gedeeltelijke

overdracht, verdeling en verhuur van de gebruiksvergunning moet aan DG overdracht, verdeling en verhuur van de gebruiksvergunning moet aan DG
Leefmilieu ter kennis worden gebracht. De titularis van de vergunning Leefmilieu ter kennis worden gebracht. De titularis van de vergunning
mag hier geen gevolg aan geven, voor het verstrijken van een termijn mag hier geen gevolg aan geven, voor het verstrijken van een termijn
van vijfenzeventig dagen. Tijdens deze termijn kan de Minister, op van vijfenzeventig dagen. Tijdens deze termijn kan de Minister, op
voorstel van DG Leefmilieu, aan de titularis betekenen dat deze voorstel van DG Leefmilieu, aan de titularis betekenen dat deze
verrichting onverenigbaar is met het behoud van de gebruiksvergunning verrichting onverenigbaar is met het behoud van de gebruiksvergunning
§ 2. De kandidaat-overnemer van de gebruiksvergunning is onderworpen § 2. De kandidaat-overnemer van de gebruiksvergunning is onderworpen
aan de selectiecriteria opgesomd in artikel 2. De verplichtingen en aan de selectiecriteria opgesomd in artikel 2. De verplichtingen en
voorwaarden betreffende de gebruiksvergunning zijn tegenstelbaar aan voorwaarden betreffende de gebruiksvergunning zijn tegenstelbaar aan
de nieuwe begunstigde van de gebruiksvergunning. de nieuwe begunstigde van de gebruiksvergunning.
HOOFDSTUK 7. - Het vervallen en de intrekking van een HOOFDSTUK 7. - Het vervallen en de intrekking van een
gebruiksvergunning gebruiksvergunning

Art. 22.De intrekking wegens vervallenverklaring van de

Art. 22.De intrekking wegens vervallenverklaring van de

gebruiksvergunning kan worden uitgesproken door de Minister, ingeval gebruiksvergunning kan worden uitgesproken door de Minister, ingeval
de voorgeschreven verplichtingen en voorwaarden niet zijn nageleefd. de voorgeschreven verplichtingen en voorwaarden niet zijn nageleefd.
DG Leefmilieu richt, bij aangetekende zending, een ingebrekestelling DG Leefmilieu richt, bij aangetekende zending, een ingebrekestelling
aan de titularis van de vergunning, waarin een termijn wordt aan de titularis van de vergunning, waarin een termijn wordt
vastgelegd om te voldoen aan zijn verplichtingen en de voorwaarden, of vastgelegd om te voldoen aan zijn verplichtingen en de voorwaarden, of
om uitleg te verschaffen over de niet-naleving ervan. om uitleg te verschaffen over de niet-naleving ervan.
Bij het verstrijken van deze termijn, stuurt DG Leefmilieu Bij het verstrijken van deze termijn, stuurt DG Leefmilieu
desgevallend haar voorstel tot intrekking en het desbetreffende desgevallend haar voorstel tot intrekking en het desbetreffende
dossier naar de Minister. De beslissing van de Minister houdende de dossier naar de Minister. De beslissing van de Minister houdende de
intrekking van de gebruiksvergunning wordt bij aangetekende zending intrekking van de gebruiksvergunning wordt bij aangetekende zending
ter kennis gebracht aan de titularis van de vergunning. ter kennis gebracht aan de titularis van de vergunning.

Art. 23.De Minister bepaalt, in de gebruiksvergunning, de termijnen

Art. 23.De Minister bepaalt, in de gebruiksvergunning, de termijnen

waarbinnen de titularis de bouw en de exploitatie van de activiteit waarbinnen de titularis de bouw en de exploitatie van de activiteit
moet aanvangen, te rekenen vanaf de dag van de kennisgeving van de moet aanvangen, te rekenen vanaf de dag van de kennisgeving van de
vergunning of vanaf de dag waarop kennisgeving wordt gegeven van de vergunning of vanaf de dag waarop kennisgeving wordt gegeven van de
laatste vergunning of machtiging krachtens een andere wetgeving, laatste vergunning of machtiging krachtens een andere wetgeving,
indien deze op een latere datum plaatsvindt. Bij het niet-naleven van indien deze op een latere datum plaatsvindt. Bij het niet-naleven van
deze termijn vervalt de gebruiksvergunning, tenzij de Minister anders deze termijn vervalt de gebruiksvergunning, tenzij de Minister anders
beslist. beslist.

Art. 24.De aanvraag tot verzaking aan de gebruiksvergunning wordt aan

Art. 24.De aanvraag tot verzaking aan de gebruiksvergunning wordt aan

DG Leefmilieu gericht bij aangetekende zending. Zulke aanvraag tot DG Leefmilieu gericht bij aangetekende zending. Zulke aanvraag tot
verzaking kan niet worden geweigerd door de Minister. De bevestiging verzaking kan niet worden geweigerd door de Minister. De bevestiging
tot verzaking wordt door de Minister, op voorstel van DG Leefmilieu en tot verzaking wordt door de Minister, op voorstel van DG Leefmilieu en
bij aangetekende zending ter kennis gebracht aan de titularis van de bij aangetekende zending ter kennis gebracht aan de titularis van de
gebruiksvergunning. Deze bevestiging tot verzaking kan desgevallend gebruiksvergunning. Deze bevestiging tot verzaking kan desgevallend
onderworpen zijn aan de uitvoering van de maatregelen, vereist onderworpen zijn aan de uitvoering van de maatregelen, vereist
krachtens artikel 15 en artikel 25. krachtens artikel 15 en artikel 25.

Art. 25.Bij het vervallen of in geval van intrekking ten gevolge van

Art. 25.Bij het vervallen of in geval van intrekking ten gevolge van

vervallenverklaring of verzaking, worden de maatregelen die vervallenverklaring of verzaking, worden de maatregelen die
voorgeschreven zijn voor het definitief buiten gebruik stellen en het voorgeschreven zijn voor het definitief buiten gebruik stellen en het
weghalen van de installatie, voor het beveiligen van de betrokken zone weghalen van de installatie, voor het beveiligen van de betrokken zone
en voor het behoud en de bescherming van het marien milieu, en voor het behoud en de bescherming van het marien milieu,
verwezenlijkt door de titularis van de gebruiksvergunning. verwezenlijkt door de titularis van de gebruiksvergunning.
Mits akkoord van de Minister, na advies van de betrokken Mits akkoord van de Minister, na advies van de betrokken
overheidsdiensten, kunnen ook andere maatregelen worden toegepast dan overheidsdiensten, kunnen ook andere maatregelen worden toegepast dan
deze die bij de toekenning van de gebruiksvergunning voorzien zijn en deze die bij de toekenning van de gebruiksvergunning voorzien zijn en
die tenminste een evenwaardig resultaat garanderen. die tenminste een evenwaardig resultaat garanderen.
HOOFDSTUK 8. - Wijzigings- en slotbepalingen HOOFDSTUK 8. - Wijzigings- en slotbepalingen

Art. 26.Artikel 29 van het koninklijk besluit van 7 september 2003

Art. 26.Artikel 29 van het koninklijk besluit van 7 september 2003

houdende de procedure tot vergunning en machtiging van bepaalde houdende de procedure tot vergunning en machtiging van bepaalde
activiteiten in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België, activiteiten in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België,
waarvan de bestaande tekst paragraaf 1 zal vormen, wordt aangevuld met waarvan de bestaande tekst paragraaf 1 zal vormen, wordt aangevuld met
een paragraaf 2, luidende: een paragraaf 2, luidende:
" § 2. De Minister kan als gebruiksvoorwaarde opleggen dat de " § 2. De Minister kan als gebruiksvoorwaarde opleggen dat de
vergunninghouder of machtiginghouder bij het uitoefenen van de vergunninghouder of machtiginghouder bij het uitoefenen van de
activiteit dient te waarborgen dat een afvalbeheersplan beschikbaar activiteit dient te waarborgen dat een afvalbeheersplan beschikbaar
is." is."

Art. 27.Het opschrift van het koninklijk besluit van 9 september 2003

Art. 27.Het opschrift van het koninklijk besluit van 9 september 2003

houdende de regels betreffende de milieu-effectenbeoordeling in houdende de regels betreffende de milieu-effectenbeoordeling in
toepassing van de wet van 20 januari 1999 ter bescherming van het toepassing van de wet van 20 januari 1999 ter bescherming van het
marinemilieu in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België marinemilieu in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België
wordt vervangen als volgt: wordt vervangen als volgt:
"Koninklijk besluit van 9 september 2003 houdende de regels "Koninklijk besluit van 9 september 2003 houdende de regels
betreffende de milieueffectenbeoordeling in de zeegebieden onder de betreffende de milieueffectenbeoordeling in de zeegebieden onder de
rechtsbevoegdheid van België" rechtsbevoegdheid van België"

Art. 28.In artikel 11 van hetzelfde besluit wordt de bepaling onder

Art. 28.In artikel 11 van hetzelfde besluit wordt de bepaling onder

3° /2 ingevoegd, luidende: 3° /2 ingevoegd, luidende:
"3° /2 Een rapport over de effecten op de zeevisserij, voor elke "3° /2 Een rapport over de effecten op de zeevisserij, voor elke
activiteit in of met een impact op de zesmijlszone;" activiteit in of met een impact op de zesmijlszone;"

Art. 29.§ 1. Voor de zones A, B en C, zoals aangeduid in artikel 23,

Art. 29.§ 1. Voor de zones A, B en C, zoals aangeduid in artikel 23,

§ 1 van het koninklijk besluit van 22 mei 2019 tot vaststelling van § 1 van het koninklijk besluit van 22 mei 2019 tot vaststelling van
het marien ruimtelijk plan voor de periode van 2020 tot 2026 in de het marien ruimtelijk plan voor de periode van 2020 tot 2026 in de
Belgische zeegebieden, treedt dit besluit in werking op de eerste dag Belgische zeegebieden, treedt dit besluit in werking op de eerste dag
van de maand na afloop van een termijn van tien dagen te rekenen van van de maand na afloop van een termijn van tien dagen te rekenen van
de dag volgend op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad. de dag volgend op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
§ 2. Voor de zones D en E, zoals aangeduid in artikel 23, § 1 van het § 2. Voor de zones D en E, zoals aangeduid in artikel 23, § 1 van het
koninklijk besluit van 22 mei 2019 tot vaststelling van het marien koninklijk besluit van 22 mei 2019 tot vaststelling van het marien
ruimtelijk plan voor de periode van 2020 tot 2026 in de Belgische ruimtelijk plan voor de periode van 2020 tot 2026 in de Belgische
zeegebieden, treedt dit besluit in werking op 20 maart 2020. zeegebieden, treedt dit besluit in werking op 20 maart 2020.

Art. 30.De minister bevoegd voor het Mariene Milieu is belast met de

Art. 30.De minister bevoegd voor het Mariene Milieu is belast met de

uitvoering van dit besluit. uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 22 juli 2019. Gegeven te Brussel, 22 juli 2019.
FILIP FILIP
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Noordzee, De Minister van Noordzee,
Ph. DE BACKER Ph. DE BACKER
^