Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 22/01/2010
← Terug naar "Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders en het koninklijk besluit van 27 december 2007 tot uitvoering van de artikelen 400, 401, 403, 404 en 406 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en van artikel 30bis van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders "
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders en het koninklijk besluit van 27 december 2007 tot uitvoering van de artikelen 400, 401, 403, 404 en 406 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en van artikel 30bis van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders en het koninklijk besluit van 27 december 2007 tot uitvoering van de artikelen 400, 401, 403, 404 en 406 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en van artikel 30bis van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders
FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID, FEDERALE OVERHEIDSDIENST FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID, FEDERALE OVERHEIDSDIENST
FINANCIEN, FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL FINANCIEN, FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL
OVERLEG EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN OVERLEG EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN
ENERGIE ENERGIE
22 JANUARI 2010. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk 22 JANUARI 2010. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk
besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni
1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende
de maatschappelijke zekerheid der arbeiders en het koninklijk besluit de maatschappelijke zekerheid der arbeiders en het koninklijk besluit
van 27 december 2007 tot uitvoering van de artikelen 400, 401, 403, van 27 december 2007 tot uitvoering van de artikelen 400, 401, 403,
404 en 406 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en van 404 en 406 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en van
artikel 30bis van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de artikel 30bis van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de
besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke
zekerheid der arbeiders zekerheid der arbeiders
ALBERT II, Koning der Belgen, ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van Gelet op de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van
28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der
arbeiders, artikel 23, § 2, gewijzigd bij de wet van 6 juli 1989, arbeiders, artikel 23, § 2, gewijzigd bij de wet van 6 juli 1989,
artikel 30bis, § 3, zevende lid, vervangen bij de wet van 27 april artikel 30bis, § 3, zevende lid, vervangen bij de wet van 27 april
2007; 2007;
Gelet op het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering Gelet op het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering
van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28
december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders; december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders;
Gelet op het koninklijk besluit van 27 december 2007 tot uitvoering Gelet op het koninklijk besluit van 27 december 2007 tot uitvoering
van de artikelen 400, 401, 403, 404 en 406 van het Wetboek van de van de artikelen 400, 401, 403, 404 en 406 van het Wetboek van de
inkomstenbelastingen 1992 en van artikel 30bis van de wet van 27 juni inkomstenbelastingen 1992 en van artikel 30bis van de wet van 27 juni
1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende
de maatschappelijke zekerheid der arbeiders; de maatschappelijke zekerheid der arbeiders;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën gegeven op 1 Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën gegeven op 1
september 2009; september 2009;
Gelet op het voorstel van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor Gelet op het voorstel van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor
Sociale zekerheid, gegeven op 26 juni 2009; Sociale zekerheid, gegeven op 26 juni 2009;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting
van 10 december 2009; van 10 december 2009;
Gelet op advies 47.616/1 van de Raad van State, gegeven op 7 januari Gelet op advies 47.616/1 van de Raad van State, gegeven op 7 januari
2010, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de 2010, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de
wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Financiën, de Minister van Op de voordracht van de Minister van Financiën, de Minister van
Sociale Zaken, de Minister van Werk, de Minister van Zelfstandigen en Sociale Zaken, de Minister van Werk, de Minister van Zelfstandigen en
de Minister van Ondernemen, de Minister van Ondernemen,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
HOOFDSTUK I. - Wijziging van het koninklijk besluit van 28 november HOOFDSTUK I. - Wijziging van het koninklijk besluit van 28 november
1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de
besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke
zekerheid der arbeiders zekerheid der arbeiders

Artikel 1.In artikel 34 van het koninklijk besluit van 28 november

Artikel 1.In artikel 34 van het koninklijk besluit van 28 november

1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de
besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke
zekerheid der arbeiders, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 25 zekerheid der arbeiders, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 25
januari 1993, 25 juli 1994 en 14 oktober 2005, worden de volgende januari 1993, 25 juli 1994 en 14 oktober 2005, worden de volgende
wijzigingen aangebracht : wijzigingen aangebracht :
1° het tweede lid wordt vervangen als volgt : 1° het tweede lid wordt vervangen als volgt :
"De werkgever die voor een welbepaald kwartaal (K) bijdragen heeft "De werkgever die voor een welbepaald kwartaal (K) bijdragen heeft
aangegeven ten belope van meer dan 6.197,34 euro is ertoe gehouden aangegeven ten belope van meer dan 6.197,34 euro is ertoe gehouden
voor het kwartaal (K+2), uiterlijk de 5e van iedere maand volgend op voor het kwartaal (K+2), uiterlijk de 5e van iedere maand volgend op
elk van de maanden van dat laatste kwartaal, een voorschot te storten. elk van de maanden van dat laatste kwartaal, een voorschot te storten.
Voor het eerste, tweede en derde kwartaal van het kalenderjaar, is het Voor het eerste, tweede en derde kwartaal van het kalenderjaar, is het
eerste, het tweede en het derde verschuldigde voorschot gelijk aan eerste, het tweede en het derde verschuldigde voorschot gelijk aan
respectievelijk, 30, 30 en 25 pct. van het bedrag van de bijdragen respectievelijk, 30, 30 en 25 pct. van het bedrag van de bijdragen
verschuldigd voor het overeenstemmende kwartaal van het vorige verschuldigd voor het overeenstemmende kwartaal van het vorige
kalenderjaar. Voor het vierde kwartaal van het kalenderjaar, is het kalenderjaar. Voor het vierde kwartaal van het kalenderjaar, is het
eerste, het tweede en het derde te betalen voorschot gelijk aan eerste, het tweede en het derde te betalen voorschot gelijk aan
respectievelijk, 30, 35 en 15 pct. van het bedrag van de bijdragen respectievelijk, 30, 35 en 15 pct. van het bedrag van de bijdragen
verschuldigd voor het overeenstemmende kwartaal van het vorige verschuldigd voor het overeenstemmende kwartaal van het vorige
kalenderjaar. In het geval de bedoelde werkgever geen bijdragen kalenderjaar. In het geval de bedoelde werkgever geen bijdragen
verschuldigd was voor het overeenstemmende kwartaal van het vorige verschuldigd was voor het overeenstemmende kwartaal van het vorige
kalenderjaar, moet hij binnen de voormelde termijnen, bij wijze van kalenderjaar, moet hij binnen de voormelde termijnen, bij wijze van
voorschot op de bijdragen van het kwartaal, een som betalen van 421,42 voorschot op de bijdragen van het kwartaal, een som betalen van 421,42
euro per maand per tewerkgestelde werknemer. Deze som van 421,42 euro euro per maand per tewerkgestelde werknemer. Deze som van 421,42 euro
is nochtans niet verschuldigd door de werkgever die ressorteert onder is nochtans niet verschuldigd door de werkgever die ressorteert onder
het Paritair Comité voor het bouwbedrijf voor de werknemers voor wie het Paritair Comité voor het bouwbedrijf voor de werknemers voor wie
de inlichtingen bedoeld in artikel 5 van het koninklijk besluit van 5 de inlichtingen bedoeld in artikel 5 van het koninklijk besluit van 5
november 2002 tot invoering van een onmiddellijke aangifte van november 2002 tot invoering van een onmiddellijke aangifte van
tewerkstelling, met toepassing van artikel 38 van de wet van 26 juli tewerkstelling, met toepassing van artikel 38 van de wet van 26 juli
1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van
de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels moeten worden de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels moeten worden
meegedeeld. Wanneer het bedrag van de percentages berekend ten aanzien meegedeeld. Wanneer het bedrag van de percentages berekend ten aanzien
van de verschuldigde bijdrage van het overeenstemmende kwartaal van van de verschuldigde bijdrage van het overeenstemmende kwartaal van
het vorige kalenderjaar, het bedrag van de percentages van de het vorige kalenderjaar, het bedrag van de percentages van de
vermoedelijke bijdragen van het lopende kwartaal overschrijdt, kan de vermoedelijke bijdragen van het lopende kwartaal overschrijdt, kan de
werkgever het voorschot tot laatstgenoemd bedrag verminderen, werkgever het voorschot tot laatstgenoemd bedrag verminderen,
onverminderd de toepassing van de bij artikel 54bis bepaalde vaste onverminderd de toepassing van de bij artikel 54bis bepaalde vaste
vergoeding wanneer het aldus betaalde voorschot ontoereikend is." vergoeding wanneer het aldus betaalde voorschot ontoereikend is."
2° In het derde lid, worden het getal "250 000 frank" en het getal "17 2° In het derde lid, worden het getal "250 000 frank" en het getal "17
000 frank" vervangen door het getal "6.197,34 euro" en het getal 000 frank" vervangen door het getal "6.197,34 euro" en het getal
"421,42 euro". "421,42 euro".
3° In het vijfde lid, worden de woorden "de bij het derde lid beoogde 3° In het vijfde lid, worden de woorden "de bij het derde lid beoogde
termijnen, om de Rijksdienst" vervangen door de woorden "de bij het termijnen, om de Rijksdienst" vervangen door de woorden "de bij het
vierde lid beoogde termijnen, om de Rijksdienst". vierde lid beoogde termijnen, om de Rijksdienst".

Art. 2.Artikel 34bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het

Art. 2.Artikel 34bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het

koninklijk besluit 11 december 1998 en gewijzigd bij het koninklijk koninklijk besluit 11 december 1998 en gewijzigd bij het koninklijk
besluit van 14 oktober 2005 wordt vervangen als volgt : besluit van 14 oktober 2005 wordt vervangen als volgt :
"Art. 34bis, § 1. In afwijking van artikel 34, is de werkgever, die "Art. 34bis, § 1. In afwijking van artikel 34, is de werkgever, die
ressorteert onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf en die geen ressorteert onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf en die geen
bijdragen verschuldigd was voor het kwartaal (K - 4) en/of (K - 2), bijdragen verschuldigd was voor het kwartaal (K - 4) en/of (K - 2),
ertoe gehouden uiterlijk de 5e van iedere maand een voorschot van ertoe gehouden uiterlijk de 5e van iedere maand een voorschot van
700,00 euro te storten, vanaf de derde arbeider die hij tewerkstelt op 700,00 euro te storten, vanaf de derde arbeider die hij tewerkstelt op
het einde van de voorgaande maand en waarvoor de som van 421,42 euro, het einde van de voorgaande maand en waarvoor de som van 421,42 euro,
bedoeld in artikel 34, tweede lid, niet verschuldigd is. bedoeld in artikel 34, tweede lid, niet verschuldigd is.
Uiterlijk op 30 juni van ieder jaar kan de Minister van Sociale Zaken, Uiterlijk op 30 juni van ieder jaar kan de Minister van Sociale Zaken,
na advies van het beheerscomité van de Rijksdienst voor sociale na advies van het beheerscomité van de Rijksdienst voor sociale
zekerheid, het bedrag van 700,00 euro, bedoeld bij het vorige lid, zekerheid, het bedrag van 700,00 euro, bedoeld bij het vorige lid,
aanpassen, zonder daarin verder te gaan dan wat de indexeringsregels aanpassen, zonder daarin verder te gaan dan wat de indexeringsregels
toestaan. Het nieuwe, aldus vastgestelde bedrag, wordt in aanmerking toestaan. Het nieuwe, aldus vastgestelde bedrag, wordt in aanmerking
genomen voor de betaling van de maandelijkse voorschotten verschuldigd genomen voor de betaling van de maandelijkse voorschotten verschuldigd
vanaf het eerste kwartaal van het volgende jaar. vanaf het eerste kwartaal van het volgende jaar.
§ 2. De werkgever die ressorteert onder het Paritair Comité voor het § 2. De werkgever die ressorteert onder het Paritair Comité voor het
bouwbedrijf, die procentuele voorschotten verschuldigd is in bouwbedrijf, die procentuele voorschotten verschuldigd is in
toepassing van artikel 34, is bovenop deze procentuele voorschotten toepassing van artikel 34, is bovenop deze procentuele voorschotten
gehouden een maandelijks forfaitair voorschot te betalen van 700,00 gehouden een maandelijks forfaitair voorschot te betalen van 700,00
euro per bijkomende arbeider, vanaf de derde arbeider, indien de euro per bijkomende arbeider, vanaf de derde arbeider, indien de
stijging van het arbeiderspersoneel tussen het kwartaal (K - 4) en het stijging van het arbeiderspersoneel tussen het kwartaal (K - 4) en het
kwartaal K minstens drie arbeiders bedraagt. kwartaal K minstens drie arbeiders bedraagt.
Uiterlijk op 30 juni van ieder jaar kan de Minister van Sociale Zaken, Uiterlijk op 30 juni van ieder jaar kan de Minister van Sociale Zaken,
na advies van het beheerscomité van de Rijksdienst voor sociale na advies van het beheerscomité van de Rijksdienst voor sociale
zekerheid, het bedrag van 700,00 euro, bedoeld bij het vorige lid, zekerheid, het bedrag van 700,00 euro, bedoeld bij het vorige lid,
aanpassen, zonder daarin verder te gaan dan wat de indexeringsregels aanpassen, zonder daarin verder te gaan dan wat de indexeringsregels
toestaan. Het nieuwe, aldus vastgestelde bedrag, wordt in aanmerking toestaan. Het nieuwe, aldus vastgestelde bedrag, wordt in aanmerking
genomen voor de betaling van de maandelijkse voorschotten verschuldigd genomen voor de betaling van de maandelijkse voorschotten verschuldigd
vanaf het eerste kwartaal van het volgende jaar. vanaf het eerste kwartaal van het volgende jaar.
§ 3. Indien betalingen worden ontvangen zowel in het kader van § 3. Indien betalingen worden ontvangen zowel in het kader van
procentuele als van forfaitaire voorschotten, worden deze prioritair procentuele als van forfaitaire voorschotten, worden deze prioritair
toegerekend op de procentuele voorschotten. toegerekend op de procentuele voorschotten.

Art. 3.In artikel 54bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het

Art. 3.In artikel 54bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het

koninklijk besluit van 18 juli 2000 en gewijzigd bij het koninklijk koninklijk besluit van 18 juli 2000 en gewijzigd bij het koninklijk
besluit van 11 december 2001, wordt de eerste zin die aanvangt met de besluit van 11 december 2001, wordt de eerste zin die aanvangt met de
woorden "De werkgever" en eindigt met de woorden "voor het betrokken woorden "De werkgever" en eindigt met de woorden "voor het betrokken
kwartaal", vervangen als volgt : kwartaal", vervangen als volgt :
"De werkgever die voor een kwartaal voorschotten in de zin van artikel "De werkgever die voor een kwartaal voorschotten in de zin van artikel
34, tweede lid, verschuldigd is en die zijn verplichtingen ter zake 34, tweede lid, verschuldigd is en die zijn verplichtingen ter zake
niet nakomt, is de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid een vaste niet nakomt, is de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid een vaste
vergoeding verschuldigd naar verhouding van de "schijf" van aangegeven vergoeding verschuldigd naar verhouding van de "schijf" van aangegeven
bijdragen voor het betrokken kwartaal." bijdragen voor het betrokken kwartaal."
HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het koninklijk besluit van 27 december HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het koninklijk besluit van 27 december
2007 tot uitvoering van de artikelen 400, 401, 403, 404 en 406 van het 2007 tot uitvoering van de artikelen 400, 401, 403, 404 en 406 van het
Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en van artikel 30bis van de Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en van artikel 30bis van de
wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december
1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders

Art. 4.In artikel 26, § 1, derde streepje van het koninklijk besluit

Art. 4.In artikel 26, § 1, derde streepje van het koninklijk besluit

van 27 december 2007 tot uitvoering van de artikelen 400, 401, 403, van 27 december 2007 tot uitvoering van de artikelen 400, 401, 403,
404 en 406 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en van 404 en 406 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en van
artikel 30bis van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de artikel 30bis van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de
besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke
zekerheid der arbeiders, worden de woorden "en die geen bijdragen zekerheid der arbeiders, worden de woorden "en die geen bijdragen
verschuldigd was voor het overeenstemmend kwartaal van het vorig verschuldigd was voor het overeenstemmend kwartaal van het vorig
kalenderjaar" opgeheven. kalenderjaar" opgeheven.

Art. 5.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2010.

Art. 5.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2010.

Art. 6.De minister bevoegd voor Financiën, de minister bevoegd voor

Art. 6.De minister bevoegd voor Financiën, de minister bevoegd voor

Sociale Zaken, de minister bevoegd voor Werk, de minister bevoegd voor Sociale Zaken, de minister bevoegd voor Werk, de minister bevoegd voor
de ondernemingsloketten en de minister bevoegd voor de Kruispuntbank de ondernemingsloketten en de minister bevoegd voor de Kruispuntbank
van Ondernemingen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de van Ondernemingen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de
uitvoering van dit besluit. uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 22 januari 2010. Gegeven te Brussel, 22 januari 2010.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Financiën, De Minister van Financiën,
D. REYNDERS D. REYNDERS
De Minister van Sociale Zaken, De Minister van Sociale Zaken,
Mevr. L. ONKELINX Mevr. L. ONKELINX
De Minister van Werk, De Minister van Werk,
Mevr. J. MILQUET Mevr. J. MILQUET
De Minister van Zelfstandigen, De Minister van Zelfstandigen,
S. LARUELLE S. LARUELLE
De Minister van Economie, De Minister van Economie,
V. VAN QUICKENBORNE V. VAN QUICKENBORNE
^