Koninklijk besluit betreffende de financiering van het Instituut voor veterinaire keuring | Koninklijk besluit betreffende de financiering van het Instituut voor veterinaire keuring |
---|---|
MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU | MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU |
22 DECEMBER 1998. - Koninklijk besluit betreffende de financiering van | 22 DECEMBER 1998. - Koninklijk besluit betreffende de financiering van |
het Instituut voor veterinaire keuring | het Instituut voor veterinaire keuring |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 5 september 1952 betreffende de vleeskeuring en de | Gelet op de wet van 5 september 1952 betreffende de vleeskeuring en de |
vleeshandel, inzonderheid op artikel 6, gewijzigd bij de wetten van 13 | vleeshandel, inzonderheid op artikel 6, gewijzigd bij de wetten van 13 |
juli 1981, 21 december 1994, 20 december 1995, 27 mei 1997 en 8 | juli 1981, 21 december 1994, 20 december 1995, 27 mei 1997 en 8 |
december 1998; | december 1998; |
Gelet op de wet van 15 april 1965 betreffende de keuring van en de | Gelet op de wet van 15 april 1965 betreffende de keuring van en de |
handel in vis, gevogelte, konijnen en wild en tot wijziging van de wet | handel in vis, gevogelte, konijnen en wild en tot wijziging van de wet |
van 5 september 1952 betreffende de vleeskeuring en de vleeshandel, | van 5 september 1952 betreffende de vleeskeuring en de vleeshandel, |
inzonderheid op artikel 6, gewijzigd bij de wetten van 13 juli 1981, | inzonderheid op artikel 6, gewijzigd bij de wetten van 13 juli 1981, |
22 april 1982, 21 december 1994, 20 december 1995 en 8 december 1998; | 22 april 1982, 21 december 1994, 20 december 1995 en 8 december 1998; |
Gelet op de wet van 13 juli 1981 tot oprichting van een Instituut voor | Gelet op de wet van 13 juli 1981 tot oprichting van een Instituut voor |
veterinaire keuring, inzonderheid op de artikelen 9, 5° en 11; | veterinaire keuring, inzonderheid op de artikelen 9, 5° en 11; |
Gelet op de richtlijn 85/73/EEG van de Raad van 29 januari 1985 inzake | Gelet op de richtlijn 85/73/EEG van de Raad van 29 januari 1985 inzake |
de financiering van de keuringen en veterinaire controles zoals | de financiering van de keuringen en veterinaire controles zoals |
bedoeld in de richtlijnen 89/662/EEG, 90/425/EEG, 90/675/EEG en | bedoeld in de richtlijnen 89/662/EEG, 90/425/EEG, 90/675/EEG en |
91/496/EEG, gewijzigd bij de richtlijnen 88/409/EEG, 93/118/EEG, | 91/496/EEG, gewijzigd bij de richtlijnen 88/409/EEG, 93/118/EEG, |
94/64/EG, 95/24/EG, 96/17/EG en 96/43/EG; | 94/64/EG, 95/24/EG, 96/17/EG en 96/43/EG; |
Gelet op het advies van de Raadgevende Commissie, gegeven op 12 | Gelet op het advies van de Raadgevende Commissie, gegeven op 12 |
oktober 1998; | oktober 1998; |
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 1 | Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 1 |
december 1998; | december 1998; |
Gelet op het akkoord van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van | Gelet op het akkoord van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van |
Begroting, gegeven op 8 december 1998; | Begroting, gegeven op 8 december 1998; |
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari | Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari |
1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli | 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli |
1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; | 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; |
Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door de | Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door de |
verplichting de van kracht zijnde financieringsregeling van het | verplichting de van kracht zijnde financieringsregeling van het |
Instituut voor veterinaire keuring in overeenstemming te brengen met | Instituut voor veterinaire keuring in overeenstemming te brengen met |
de Europese wetgeving, aangezien de Europese Commissie een met redenen | de Europese wetgeving, aangezien de Europese Commissie een met redenen |
omkleed advies heeft uitgebracht wegens onvolledige omzetting van de | omkleed advies heeft uitgebracht wegens onvolledige omzetting van de |
richtlijn 96/43/EG; | richtlijn 96/43/EG; |
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, | Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, |
Onze Minister van Financiën en op het advies van Onze in Raad | Onze Minister van Financiën en op het advies van Onze in Raad |
vergaderde Ministers, | vergaderde Ministers, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen | HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : |
1° wet van 5 september 1952 : de wet van 5 september 1952 betreffende | 1° wet van 5 september 1952 : de wet van 5 september 1952 betreffende |
de vleeskeuring en de vleeshandel; | de vleeskeuring en de vleeshandel; |
2° wet van 15 april 1965 : de wet van 15 april 1965 betreffende de | 2° wet van 15 april 1965 : de wet van 15 april 1965 betreffende de |
keuring van en de handel in vis, gevogelte, konijnen en wild en tot | keuring van en de handel in vis, gevogelte, konijnen en wild en tot |
wijziging van de wet van 5 september 1952 betreffende de vleeskeuring | wijziging van de wet van 5 september 1952 betreffende de vleeskeuring |
en de vleeshandel; | en de vleeshandel; |
3° vlees of vis : vlees of vis en voedingsmiddelen die vlees of vis | 3° vlees of vis : vlees of vis en voedingsmiddelen die vlees of vis |
bevatten bedoeld in de wetten van 5 september 1952 en 15 april 1965; | bevatten bedoeld in de wetten van 5 september 1952 en 15 april 1965; |
4° inrichting : een inrichting die is erkend in toepassing van de | 4° inrichting : een inrichting die is erkend in toepassing van de |
wetten van 5 september 1952 en 15 april 1965; | wetten van 5 september 1952 en 15 april 1965; |
5° slachtbeurt : de dagelijkse duur van de slachtactiviteit uitgevoerd | 5° slachtbeurt : de dagelijkse duur van de slachtactiviteit uitgevoerd |
aan eenzelfde slachtlijn, te rekenen vanaf het doden van het eerste | aan eenzelfde slachtlijn, te rekenen vanaf het doden van het eerste |
dier tot de weging of het begin van de koeling van het laatst | dier tot de weging of het begin van de koeling van het laatst |
geslachte dier, verminderd met de duur van de voorziene onderbrekingen | geslachte dier, verminderd met de duur van de voorziene onderbrekingen |
van meer dan een half uur en de noodslachtingen die na de andere | van meer dan een half uur en de noodslachtingen die na de andere |
slachtingen worden uitgevoerd; | slachtingen worden uitgevoerd; |
6° slachttijd : de som van alle slachtbeurten per slachtlijn gedurende | 6° slachttijd : de som van alle slachtbeurten per slachtlijn gedurende |
een kalendermaand; | een kalendermaand; |
7° slachtritme : het aantal geslachte dieren per maand gedeeld door de | 7° slachtritme : het aantal geslachte dieren per maand gedeeld door de |
slachttijd, desgevallend vermenigvuldigd met 2 voor de slachtlijnen | slachttijd, desgevallend vermenigvuldigd met 2 voor de slachtlijnen |
die worden uitgeplitst in meerdere evisceratielijnen, en waarbij elke | die worden uitgeplitst in meerdere evisceratielijnen, en waarbij elke |
slachtbeurt geacht wordt minstens één uur te duren; | slachtbeurt geacht wordt minstens één uur te duren; |
8° jonge runderen : runderen jonger dan één jaar; | 8° jonge runderen : runderen jonger dan één jaar; |
9° partij : een hoeveelheid vlees of vis zoals omschreven in de | 9° partij : een hoeveelheid vlees of vis zoals omschreven in de |
Europese wetgeving inzake de veterinaire controles bij invoer van | Europese wetgeving inzake de veterinaire controles bij invoer van |
producten vanuit derde landen; | producten vanuit derde landen; |
10° Instituut : het Instituut voor veterinaire keuring; | 10° Instituut : het Instituut voor veterinaire keuring; |
11° Minister : de Minister tot wiens bevoegdheid de volksgezondheid | 11° Minister : de Minister tot wiens bevoegdheid de volksgezondheid |
behoort. | behoort. |
HOOFDSTUK II. - Bedrag van de rechten | HOOFDSTUK II. - Bedrag van de rechten |
Art. 2.§ 1. Lastens de exploitant van een slachthuis voor |
Art. 2.§ 1. Lastens de exploitant van een slachthuis voor |
slachtdieren wordt een keurrecht geïnd bestaande uit : | slachtdieren wordt een keurrecht geïnd bestaande uit : |
1° een bedrag per dier dat, rekening houdend met het slachtritme, per | 1° een bedrag per dier dat, rekening houdend met het slachtritme, per |
categorie van dieren is vastgesteld : | categorie van dieren is vastgesteld : |
a) in hoofdstuk I van de bijlage voor de kalendermaanden gedurende | a) in hoofdstuk I van de bijlage voor de kalendermaanden gedurende |
welke aan dezelfde slachtlijn uitsluitend dieren van dezelfde | welke aan dezelfde slachtlijn uitsluitend dieren van dezelfde |
categorie worden geslacht; | categorie worden geslacht; |
b) in hoofdstuk II van de bijlage voor de kalendermaanden gedurende | b) in hoofdstuk II van de bijlage voor de kalendermaanden gedurende |
welke aan dezelfde slachtlijn dieren worden geslacht die tot | welke aan dezelfde slachtlijn dieren worden geslacht die tot |
verschillende categorieën behoren en waarvan het aantal voor de | verschillende categorieën behoren en waarvan het aantal voor de |
berekening van het slachtritme wordt omgezet tot rundvee-eenheden | berekening van het slachtritme wordt omgezet tot rundvee-eenheden |
overeenkomstig hoofdstuk III van de bijlage; | overeenkomstig hoofdstuk III van de bijlage; |
2° een bedrag per dier voor de opsporing van residuen dat is | 2° een bedrag per dier voor de opsporing van residuen dat is |
vastgesteld in hoofdstuk VI van de bijlage. | vastgesteld in hoofdstuk VI van de bijlage. |
Het bedrag voor varkens bedoeld onder 1° wordt verhoogd met 20 % | Het bedrag voor varkens bedoeld onder 1° wordt verhoogd met 20 % |
indien de aangestelde van het slachthuis de tonsillen niet wegsnijdt. | indien de aangestelde van het slachthuis de tonsillen niet wegsnijdt. |
De rechten die in toepassing van 1° per slachtlijn worden geïnd mogen | De rechten die in toepassing van 1° per slachtlijn worden geïnd mogen |
niet lager zijn dan de slachttijd vermenigvuldigd met 1.800 F. | niet lager zijn dan de slachttijd vermenigvuldigd met 1.800 F. |
Het bedrag van de rechten bedoeld onder 1° en 2° is eveneens van | Het bedrag van de rechten bedoeld onder 1° en 2° is eveneens van |
toepassing op de dieren die niet levend in het slachthuis worden | toepassing op de dieren die niet levend in het slachthuis worden |
binnengebracht, met uitzondering van de in nood geslachte dieren. | binnengebracht, met uitzondering van de in nood geslachte dieren. |
Voor dieren die niet aan de slachtlijn worden geslacht, is het bedrag | Voor dieren die niet aan de slachtlijn worden geslacht, is het bedrag |
van de rechten bedoeld in § 2, 1° en 2° van dit artikel van | van de rechten bedoeld in § 2, 1° en 2° van dit artikel van |
toepassing. | toepassing. |
Wanneer de slachtbeurt later dan voorzien een aanvang neemt, wordt het | Wanneer de slachtbeurt later dan voorzien een aanvang neemt, wordt het |
in het slachtplan opgegeven tijdstip als begin van de slachtbeurt in | in het slachtplan opgegeven tijdstip als begin van de slachtbeurt in |
aanmerking genomen. | aanmerking genomen. |
§ 2. Lastens de exploitant van een slachthuis voor slachtdieren met | § 2. Lastens de exploitant van een slachthuis voor slachtdieren met |
een geringe capaciteit, wordt een keurrecht geïnd bestaande uit : | een geringe capaciteit, wordt een keurrecht geïnd bestaande uit : |
1° een bedrag per dier dat is vastgesteld als volgt : | 1° een bedrag per dier dat is vastgesteld als volgt : |
- runderen en eenhoevigen : 450 F; | - runderen en eenhoevigen : 450 F; |
- jonge runderen : 250 F; | - jonge runderen : 250 F; |
- varkens en everzwijnen, met een geslacht gewicht van : | - varkens en everzwijnen, met een geslacht gewicht van : |
- 25 kg of meer : 130 F; | - 25 kg of meer : 130 F; |
- minder dan 25 kg : 50 F; | - minder dan 25 kg : 50 F; |
- loopvogels : 130 F; | - loopvogels : 130 F; |
- schapen, geiten en wilde herkauwers, met een geslacht gewicht van : | - schapen, geiten en wilde herkauwers, met een geslacht gewicht van : |
- minder dan 12 kg : 17,50 F; | - minder dan 12 kg : 17,50 F; |
- 12 kg tot 18 kg : 35 F; | - 12 kg tot 18 kg : 35 F; |
- meer dan 18 kg : 50 F; | - meer dan 18 kg : 50 F; |
2° een bedrag per dier voor de opsporing van residuen dat is | 2° een bedrag per dier voor de opsporing van residuen dat is |
vastgesteld in hoofdstuk VI van de bijlage. | vastgesteld in hoofdstuk VI van de bijlage. |
Het bedrag van de rechten bedoeld onder 1° en 2° is eveneens van | Het bedrag van de rechten bedoeld onder 1° en 2° is eveneens van |
toepassing op de dieren die niet levend in het slachthuis worden | toepassing op de dieren die niet levend in het slachthuis worden |
binnengebracht, met uitzondering van de in nood geslachte dieren. | binnengebracht, met uitzondering van de in nood geslachte dieren. |
Indien de rechten bedoeld onder 1°, per slachtdag verschuldigd voor | Indien de rechten bedoeld onder 1°, per slachtdag verschuldigd voor |
het gezondheidsonderzoek vóór de slachting en de keuring na de | het gezondheidsonderzoek vóór de slachting en de keuring na de |
slachting, lager zijn dan 1.800 F, wordt een bedrag van 1.800 F geïnd, | slachting, lager zijn dan 1.800 F, wordt een bedrag van 1.800 F geïnd, |
verhoogd met 900 F per aangevraagde bijkomende opdracht. | verhoogd met 900 F per aangevraagde bijkomende opdracht. |
§ 3. In afwijking van de §§ 1, 1°, en 2, 1° van dit artikel, is het | § 3. In afwijking van de §§ 1, 1°, en 2, 1° van dit artikel, is het |
bedrag van het recht voor de in nood geslachte dieren, vastgesteld als | bedrag van het recht voor de in nood geslachte dieren, vastgesteld als |
volgt : | volgt : |
a) runderen en eenhoevigen : 800 F per dier; | a) runderen en eenhoevigen : 800 F per dier; |
b) jonge runderen : 400 F per dier; | b) jonge runderen : 400 F per dier; |
c) andere dieren : 200 F per dier. | c) andere dieren : 200 F per dier. |
§ 4. De rechten bedoeld in artikel 2, §§ 1, 1°, 2, 1°, en 3 worden | § 4. De rechten bedoeld in artikel 2, §§ 1, 1°, 2, 1°, en 3 worden |
verhoogd met 900 F per dier of groep van dieren, waarvan het | verhoogd met 900 F per dier of groep van dieren, waarvan het |
identificatiedocument ontbreekt, ongeldig is of niet overeenstemt met | identificatiedocument ontbreekt, ongeldig is of niet overeenstemt met |
het dier of de groep van dieren. | het dier of de groep van dieren. |
Art. 3.§ 1. Lastens de exploitant van een slachthuis voor gevogelte |
Art. 3.§ 1. Lastens de exploitant van een slachthuis voor gevogelte |
en konijnen wordt een keurrecht geïnd bestaande uit : | en konijnen wordt een keurrecht geïnd bestaande uit : |
1° een bedrag per dier dat, rekening houdend met het slachtritme, per | 1° een bedrag per dier dat, rekening houdend met het slachtritme, per |
categorie van dieren is vastgesteld : | categorie van dieren is vastgesteld : |
a) in hoofdstuk IV van de bijlage voor de kalendermaanden gedurende | a) in hoofdstuk IV van de bijlage voor de kalendermaanden gedurende |
welke aan dezelfde slachtlijn uitsluitend gevogelte, konijnen of klein | welke aan dezelfde slachtlijn uitsluitend gevogelte, konijnen of klein |
veder- of haarwild van eenzelfde categorie worden geslacht; | veder- of haarwild van eenzelfde categorie worden geslacht; |
b) in hoofdstuk V van de bijlage voor de kalendermaanden gedurende | b) in hoofdstuk V van de bijlage voor de kalendermaanden gedurende |
welke aan dezelfde slachtlijn dieren worden geslacht die tot | welke aan dezelfde slachtlijn dieren worden geslacht die tot |
verschillende categorieën behoren en waarvan het aantal voor de | verschillende categorieën behoren en waarvan het aantal voor de |
berekening van het slachtritme wordt omgezet tot pluimvee-eenheden | berekening van het slachtritme wordt omgezet tot pluimvee-eenheden |
overeenkomstig hoofdstuk III van de bijlage; | overeenkomstig hoofdstuk III van de bijlage; |
2° een bedrag per dier voor de opsporing van residuen dat is | 2° een bedrag per dier voor de opsporing van residuen dat is |
vastgesteld in hoofdstuk VI van de bijlage. | vastgesteld in hoofdstuk VI van de bijlage. |
De rechten die in toepassing van 1° per slachtlijn worden geïnd mogen | De rechten die in toepassing van 1° per slachtlijn worden geïnd mogen |
niet lager zijn dan de slachttijd vermenigvuldigd met 1.800 F. | niet lager zijn dan de slachttijd vermenigvuldigd met 1.800 F. |
In afwijking van het bepaalde onder 1°, wordt in een slachthuis waar | In afwijking van het bepaalde onder 1°, wordt in een slachthuis waar |
de keurder met het akkoord van de Minister wordt bijgestaan door | de keurder met het akkoord van de Minister wordt bijgestaan door |
aangestelden van het slachthuis, dit bedrag per slachtlijn vastgesteld | aangestelden van het slachthuis, dit bedrag per slachtlijn vastgesteld |
als volgt : | als volgt : |
- één slachtlijn : | - één slachtlijn : |
slachttijd x 1.800 F x 1,1/aantal dieren ; | slachttijd x 1.800 F x 1,1/aantal dieren ; |
- twee slachtlijnen gelijktijdig : | - twee slachtlijnen gelijktijdig : |
slachttijd x 1.800 F x 0,8/aantal dieren . | slachttijd x 1.800 F x 0,8/aantal dieren . |
Het bedrag van de rechten bedoeld onder 1° en 2° is eveneens van | Het bedrag van de rechten bedoeld onder 1° en 2° is eveneens van |
toepassing op de dieren die niet levend in het slachthuis worden | toepassing op de dieren die niet levend in het slachthuis worden |
binnengebracht. | binnengebracht. |
Wanneer de slachtbeurt later dan voorzien een aanvang neemt, wordt het | Wanneer de slachtbeurt later dan voorzien een aanvang neemt, wordt het |
in het slachtplan opgegeven tijdstip als begin van de slachtbeurt in | in het slachtplan opgegeven tijdstip als begin van de slachtbeurt in |
aanmerking genomen. | aanmerking genomen. |
§ 2. Lastens de exploitant van een slachthuis voor gevogelte en | § 2. Lastens de exploitant van een slachthuis voor gevogelte en |
konijnen met een geringe capaciteit, wordt een keurrecht geïnd | konijnen met een geringe capaciteit, wordt een keurrecht geïnd |
bestaande uit : | bestaande uit : |
1° een bedrag per dier dat is vastgesteld als volgt : | 1° een bedrag per dier dat is vastgesteld als volgt : |
a) gevogelte, konijnen en klein veder- of haarwild, met een geslacht | a) gevogelte, konijnen en klein veder- of haarwild, met een geslacht |
gewicht lager dan 2 kg : 1,15 F; | gewicht lager dan 2 kg : 1,15 F; |
b) gevogelte, konijnen en klein veder- of haarwild, met een geslacht | b) gevogelte, konijnen en klein veder- of haarwild, met een geslacht |
gewicht van 2 kg tot 5 kg : 2,30 F; | gewicht van 2 kg tot 5 kg : 2,30 F; |
c) gevogelte, konijnen en klein veder- of haarwild, met een geslacht | c) gevogelte, konijnen en klein veder- of haarwild, met een geslacht |
gewicht van meer dan 5 kg : 4,60 F; | gewicht van meer dan 5 kg : 4,60 F; |
d) loopvogels : 130 F; | d) loopvogels : 130 F; |
2° een bedrag per dier voor de opsporing van residuen dat is | 2° een bedrag per dier voor de opsporing van residuen dat is |
vastgesteld in hoofdstuk VI van de bijlage. | vastgesteld in hoofdstuk VI van de bijlage. |
Indien de rechten bedoeld onder 1°, per slachtdag verschuldigd voor | Indien de rechten bedoeld onder 1°, per slachtdag verschuldigd voor |
het gezondheidsonderzoek vóór en de keuring na de slachting, lager | het gezondheidsonderzoek vóór en de keuring na de slachting, lager |
zijn dan 1.800 F, wordt een bedrag van 1.800 F geïnd, verhoogd met | zijn dan 1.800 F, wordt een bedrag van 1.800 F geïnd, verhoogd met |
900F per aangevraagde bijkomende opdracht. | 900F per aangevraagde bijkomende opdracht. |
Het bedrag van de rechten bedoeld onder 1° en 2° is van toepassing op | Het bedrag van de rechten bedoeld onder 1° en 2° is van toepassing op |
de dieren die niet levend in het slachthuis worden binnengebracht. | de dieren die niet levend in het slachthuis worden binnengebracht. |
§ 3. De exploitant van een slachthuis voor gevogelte en konijnen, | § 3. De exploitant van een slachthuis voor gevogelte en konijnen, |
bedoeld in § 1 van dit artikel, is ertoe gehouden een teller te | bedoeld in § 1 van dit artikel, is ertoe gehouden een teller te |
plaatsen die het aantal geslachte dieren weergeeft. | plaatsen die het aantal geslachte dieren weergeeft. |
§ 4. De rechten bedoeld in artikel 3, §§ 1, 1°, en 2, 1° worden | § 4. De rechten bedoeld in artikel 3, §§ 1, 1°, en 2, 1° worden |
verhoogd met 900 F per dier of groep van dieren waarvan het | verhoogd met 900 F per dier of groep van dieren waarvan het |
identificatiedocument ontbreekt, ongeldig is of niet overeenstemt met | identificatiedocument ontbreekt, ongeldig is of niet overeenstemt met |
het dier of de groep van dieren. | het dier of de groep van dieren. |
Art. 4.Lastens de exploitant van een vrij-wildverwerkingsinrichting |
Art. 4.Lastens de exploitant van een vrij-wildverwerkingsinrichting |
wordt een keurrecht geïnd bestaande uit : | wordt een keurrecht geïnd bestaande uit : |
1° een bedrag per dier dat is vastgesteld als volgt : | 1° een bedrag per dier dat is vastgesteld als volgt : |
a) everzwijnen met een geslacht gewicht : | a) everzwijnen met een geslacht gewicht : |
- van 25 kg of meer : 65 F; | - van 25 kg of meer : 65 F; |
- lager dan 25 kg : 25F; | - lager dan 25 kg : 25F; |
b) loopvogels : 130 F; | b) loopvogels : 130 F; |
c) wilde herkauwers met een geslacht gewicht : | c) wilde herkauwers met een geslacht gewicht : |
- lager dan 12 kg : 9 F; | - lager dan 12 kg : 9 F; |
- van 12 kg tot 18 kg : 18 F; | - van 12 kg tot 18 kg : 18 F; |
- hoger dan 18 kg : 25 F; | - hoger dan 18 kg : 25 F; |
d) klein veder- of haarwild met een geslacht gewicht : | d) klein veder- of haarwild met een geslacht gewicht : |
- lager dan 2 kg : 1,15 F; | - lager dan 2 kg : 1,15 F; |
- van 2 kg tot 5 kg : 2,30 F; | - van 2 kg tot 5 kg : 2,30 F; |
- hoger dan 5 kg : 4,60 F; | - hoger dan 5 kg : 4,60 F; |
2° een bedrag per dier voor de opsporing van residuen dat is | 2° een bedrag per dier voor de opsporing van residuen dat is |
vastgesteld in hoofdstuk VI van de bijlage. | vastgesteld in hoofdstuk VI van de bijlage. |
Indien de som van de rechten bedoeld onder 1° per keuringsopdracht | Indien de som van de rechten bedoeld onder 1° per keuringsopdracht |
lager is dan 900 F wordt een bedrag van 900 F geïnd. | lager is dan 900 F wordt een bedrag van 900 F geïnd. |
Art. 5.§ 1. Lastens de exploitant van het verkoopsorganisme van de |
Art. 5.§ 1. Lastens de exploitant van het verkoopsorganisme van de |
vis wordt voor de uit zee in de vismijn aangevoerde vis een keurrecht | vis wordt voor de uit zee in de vismijn aangevoerde vis een keurrecht |
geïnd bestaande uit : | geïnd bestaande uit : |
1° een bedrag dat is vastgesteld op 0,20 F per kg, verminderd tot 0,10 | 1° een bedrag dat is vastgesteld op 0,20 F per kg, verminderd tot 0,10 |
F per kg voor de vis die bij het ter keuring aanbieden is ingedeeld in | F per kg voor de vis die bij het ter keuring aanbieden is ingedeeld in |
versheidscategorieën overeenkomstig de Europese wetgeving; | versheidscategorieën overeenkomstig de Europese wetgeving; |
2° een bedrag per kg voor de opsporing van residuen dat is vastgesteld | 2° een bedrag per kg voor de opsporing van residuen dat is vastgesteld |
in hoofdstuk VI van de bijlage. | in hoofdstuk VI van de bijlage. |
Indien de som van de rechten bedoeld onder 1° van dit artikel per | Indien de som van de rechten bedoeld onder 1° van dit artikel per |
keuringsopdracht lager is dan 900 F, wordt een bedrag van 900 F geïnd. | keuringsopdracht lager is dan 900 F, wordt een bedrag van 900 F geïnd. |
§ 2. Lastens de exploitant van een viskwekerij of een | § 2. Lastens de exploitant van een viskwekerij of een |
verzendingscentrum wordt een keurrecht geïnd waarvan het bedrag is | verzendingscentrum wordt een keurrecht geïnd waarvan het bedrag is |
vastgesteld op 1.800 F per maand. Dit keurrecht is evenwel niet | vastgesteld op 1.800 F per maand. Dit keurrecht is evenwel niet |
verschuldigd voor de maanden waarin geen vis, die de voor menselijke | verschuldigd voor de maanden waarin geen vis, die de voor menselijke |
consumptie gewenste maat bereikt heeft, wordt opgehaald. | consumptie gewenste maat bereikt heeft, wordt opgehaald. |
Art. 6.Lastens de natuurlijke of de rechtspersoon die vlees of vis in |
Art. 6.Lastens de natuurlijke of de rechtspersoon die vlees of vis in |
de grensinspectiepost aanbiedt, wordt een keurrecht geïnd waarvan het | de grensinspectiepost aanbiedt, wordt een keurrecht geïnd waarvan het |
bedrag is vastgesteld op 0,20 F per kg. | bedrag is vastgesteld op 0,20 F per kg. |
Voor het gedeelte boven 100.000 kg van partijen vis wordt het | Voor het gedeelte boven 100.000 kg van partijen vis wordt het |
keurrecht verminderd tot : | keurrecht verminderd tot : |
- 0,06 F per kg voor vis die geen enkele andere bewerking dan het | - 0,06 F per kg voor vis die geen enkele andere bewerking dan het |
strippen heeft ondergaan; | strippen heeft ondergaan; |
- 0,12 F per kg voor andere vis. | - 0,12 F per kg voor andere vis. |
Deze bedragen kunnen door de Minister worden verminderd voor vlees of | Deze bedragen kunnen door de Minister worden verminderd voor vlees of |
vis, die afkomstig is uit landen waarvoor de bevoegde autoriteiten van | vis, die afkomstig is uit landen waarvoor de bevoegde autoriteiten van |
de Europese Unie wegens een verminderde frequentie van de controles | de Europese Unie wegens een verminderde frequentie van de controles |
een verminderd keurrecht hebben aangenomen. | een verminderd keurrecht hebben aangenomen. |
Per ingevoerde partij wordt een keurrecht van minstens 1.220 F geïnd. | Per ingevoerde partij wordt een keurrecht van minstens 1.220 F geïnd. |
Dit bedrag is vastgesteld op 2.440 F wanneer op verzoek de | Dit bedrag is vastgesteld op 2.440 F wanneer op verzoek de |
keuringsopdracht wordt uitgevoerd op een zondag, een feestdag of | keuringsopdracht wordt uitgevoerd op een zondag, een feestdag of |
tussen 20 uur en 5 uur op de andere dagen. | tussen 20 uur en 5 uur op de andere dagen. |
Wanneer in toepassing van de Europese wetgeving bij doorvoer van vlees | Wanneer in toepassing van de Europese wetgeving bij doorvoer van vlees |
of vis enkel een documentencontrole en een overeenstemmingscontrole | of vis enkel een documentencontrole en een overeenstemmingscontrole |
moeten worden uitgevoerd, wordt een keurrecht van 1.220 F geïnd. | moeten worden uitgevoerd, wordt een keurrecht van 1.220 F geïnd. |
Art. 7.§ 1. Lastens de exploitant van een inrichting, andere dan een |
Art. 7.§ 1. Lastens de exploitant van een inrichting, andere dan een |
slachthuis, wordt een jaarlijks controlerecht geïnd waarvan het | slachthuis, wordt een jaarlijks controlerecht geïnd waarvan het |
bedrag, rekening houdend met het gewicht aan vlees of vis dat tijdens | bedrag, rekening houdend met het gewicht aan vlees of vis dat tijdens |
het jaar voordien in de inrichting is binnengebracht, als volgt is | het jaar voordien in de inrichting is binnengebracht, als volgt is |
vastgesteld : | vastgesteld : |
a) van 1 tot 160.000 kg : 6.000 F, vermeerderd met 0,30 F per kg, met | a) van 1 tot 160.000 kg : 6.000 F, vermeerderd met 0,30 F per kg, met |
een maximum van 44.000 F; | een maximum van 44.000 F; |
b) van 160.001 tot 720.000 kg : 12.000 F, vermeerderd met 0,20 F per | b) van 160.001 tot 720.000 kg : 12.000 F, vermeerderd met 0,20 F per |
kg, met een maximum van 132.000 F; | kg, met een maximum van 132.000 F; |
c) van 720.001 tot 2.400.000 kg : 24.000 F, vermeerderd met 0,15 F per | c) van 720.001 tot 2.400.000 kg : 24.000 F, vermeerderd met 0,15 F per |
kg, met een maximum van 288.000 F; | kg, met een maximum van 288.000 F; |
d) van 2.400.001 tot 4.800.000 kg : 48.000 F, vermeerderd met 0,10 F | d) van 2.400.001 tot 4.800.000 kg : 48.000 F, vermeerderd met 0,10 F |
per kg, met een maximum van 480.000 F; | per kg, met een maximum van 480.000 F; |
e) van 4.800.001 kg of meer : 96.000 F, vermeerderd met 0,08 F per kg, | e) van 4.800.001 kg of meer : 96.000 F, vermeerderd met 0,08 F per kg, |
met een maximum van 1.000.000 F. | met een maximum van 1.000.000 F. |
Het aldus verschuldigde controlerecht wordt, rekening houdend met het | Het aldus verschuldigde controlerecht wordt, rekening houdend met het |
aantal aan de inrichting toegekende erkenningen, vermenigvuldigd met | aantal aan de inrichting toegekende erkenningen, vermenigvuldigd met |
de factor : | de factor : |
1 voor 1 erkenning; | 1 voor 1 erkenning; |
1, 10 voor 2 erkenningen; | 1, 10 voor 2 erkenningen; |
1, 18 voor 3 erkenningen; | 1, 18 voor 3 erkenningen; |
1, 25 voor 4 erkenningen of meer. | 1, 25 voor 4 erkenningen of meer. |
Bij vermeerdering of vermindering van het aantal erkenningen tijdens | Bij vermeerdering of vermindering van het aantal erkenningen tijdens |
het jaar wordt het controlerecht al naar gelang van het geval | het jaar wordt het controlerecht al naar gelang van het geval |
proportioneel vermeerderd of verminderd vanaf het trimester volgend op | proportioneel vermeerderd of verminderd vanaf het trimester volgend op |
dat gedurende welke het aantal erkenningen is gewijzigd. | dat gedurende welke het aantal erkenningen is gewijzigd. |
Voor opslagplaatsen en koel- en vrieshuizen worden de bedragen bedoeld | Voor opslagplaatsen en koel- en vrieshuizen worden de bedragen bedoeld |
onder a) tot e) tot 1/3 verminderd. | onder a) tot e) tot 1/3 verminderd. |
Lastens de exploitant van de inrichting die voor de eerste keer wordt | Lastens de exploitant van de inrichting die voor de eerste keer wordt |
erkend, wordt gedurende het eerste kalenderjaar, vanaf het trimester | erkend, wordt gedurende het eerste kalenderjaar, vanaf het trimester |
volgend op dat gedurende welk de erkenning werd verleend, het | volgend op dat gedurende welk de erkenning werd verleend, het |
maximumbedrag van het controlerecht van categorie a) geïnd. | maximumbedrag van het controlerecht van categorie a) geïnd. |
Indien een inrichting een aaneensluitend geheel vormt met een | Indien een inrichting een aaneensluitend geheel vormt met een |
slachthuis wordt het controlerecht verminderd tot 70 %. | slachthuis wordt het controlerecht verminderd tot 70 %. |
Indien een inrichting niet voldoet aan de door de reglementering | Indien een inrichting niet voldoet aan de door de reglementering |
opgelegde eisen inzake autocontrole, kan de Minister, onverminderd de | opgelegde eisen inzake autocontrole, kan de Minister, onverminderd de |
bepalingen inzake de opschorting of de intrekking van de erkenning, | bepalingen inzake de opschorting of de intrekking van de erkenning, |
het controlerecht verhogen : | het controlerecht verhogen : |
1° met 25 % indien de exploitant niet ingaat op de aanmaning van het | 1° met 25 % indien de exploitant niet ingaat op de aanmaning van het |
Instituut; | Instituut; |
2° met 50 % indien de exploitant niet ingaat op twee opeenvolgende | 2° met 50 % indien de exploitant niet ingaat op twee opeenvolgende |
aanmaningen van het Instituut. | aanmaningen van het Instituut. |
Het verhoogde bedrag is verschuldigd vanaf het trimester volgend op | Het verhoogde bedrag is verschuldigd vanaf het trimester volgend op |
dat gedurende welk de ministeriële beslissing aan de inrichting werd | dat gedurende welk de ministeriële beslissing aan de inrichting werd |
betekend tot het einde van het jaar volgend op dat waarin de | betekend tot het einde van het jaar volgend op dat waarin de |
beslissing van de Minister werd genomen. | beslissing van de Minister werd genomen. |
§ 2. Het controlerecht bedoeld in dit artikel is niet verschuldigd | § 2. Het controlerecht bedoeld in dit artikel is niet verschuldigd |
voor een inrichting die erkend is als onderwijsinrichting of | voor een inrichting die erkend is als onderwijsinrichting of |
opleidingscentrum op voorwaarde dat deze geen vlees of vis in de | opleidingscentrum op voorwaarde dat deze geen vlees of vis in de |
handel brengen. | handel brengen. |
Art. 8.Onverminderd de rechten bedoeld in de artikelen 2 tot 7, |
Art. 8.Onverminderd de rechten bedoeld in de artikelen 2 tot 7, |
worden lastens de aanvrager van een optreden van het Instituut de | worden lastens de aanvrager van een optreden van het Instituut de |
volgende rechten geïnd : | volgende rechten geïnd : |
1° een recht van 900 F per begonnen half uur wanneer op verzoek de | 1° een recht van 900 F per begonnen half uur wanneer op verzoek de |
keuring geheel of gedeeltelijk wordt uitgevoerd buiten een slachthuis, | keuring geheel of gedeeltelijk wordt uitgevoerd buiten een slachthuis, |
een vismijn of een vrij-wildverwerkingsinrichting; | een vismijn of een vrij-wildverwerkingsinrichting; |
2° een recht van 900 F, desgevallend vermeerderd met de kosten die | 2° een recht van 900 F, desgevallend vermeerderd met de kosten die |
voortvloeien uit de laboratoriumonderzoeken, voor de uitvoering van | voortvloeien uit de laboratoriumonderzoeken, voor de uitvoering van |
een tegenkeuring van vlees of vis die in de grensinspectiepost wordt | een tegenkeuring van vlees of vis die in de grensinspectiepost wordt |
aangeboden; | aangeboden; |
3° een recht van 900 F per begonnen half uur, desgevallend vermeerderd | 3° een recht van 900 F per begonnen half uur, desgevallend vermeerderd |
met de kosten van het laboratoriumonderzoek, voor de aflevering van | met de kosten van het laboratoriumonderzoek, voor de aflevering van |
veterinaire certificaten met het oog op de uitvoer, behoudens indien | veterinaire certificaten met het oog op de uitvoer, behoudens indien |
deze enkel bevestigen dat het vlees of de vis geschikt zijn voor | deze enkel bevestigen dat het vlees of de vis geschikt zijn voor |
menselijke consumptie en zij worden afgeleverd tijdens de door de | menselijke consumptie en zij worden afgeleverd tijdens de door de |
reglementering of de richtlijnen van het Instituut opgelegde | reglementering of de richtlijnen van het Instituut opgelegde |
aanwezigheid van de dierenarts in de inrichting; | aanwezigheid van de dierenarts in de inrichting; |
4° een recht van 900 F per begonnen half uur per keurder voor de | 4° een recht van 900 F per begonnen half uur per keurder voor de |
uitvoering van taken die niet behoren tot de opdrachten bedoeld in de | uitvoering van taken die niet behoren tot de opdrachten bedoeld in de |
wetten van 5 september 1952 en 15 april 1965; | wetten van 5 september 1952 en 15 april 1965; |
5° een recht van 20.000 F, verminderd tot 10.000 F voor een inrichting | 5° een recht van 20.000 F, verminderd tot 10.000 F voor een inrichting |
met een geringe capaciteit, voor de behandeling van de aanvraag tot | met een geringe capaciteit, voor de behandeling van de aanvraag tot |
erkenning van een nieuwe inrichting; | erkenning van een nieuwe inrichting; |
6° een recht van 10.000 F, verminderd tot 5.000 F voor een inrichting | 6° een recht van 10.000 F, verminderd tot 5.000 F voor een inrichting |
met een geringe capaciteit voor de behandeling van de aanvraag | met een geringe capaciteit voor de behandeling van de aanvraag |
betreffende de wijziging of de hernieuwing van de erkenning van een | betreffende de wijziging of de hernieuwing van de erkenning van een |
bestaande inrichting; | bestaande inrichting; |
7° een recht van 6.000 F voor de behandeling van de aanvraag tot | 7° een recht van 6.000 F voor de behandeling van de aanvraag tot |
registratie van een vismijn of een vishalle, een vissersvaartuig, een | registratie van een vismijn of een vishalle, een vissersvaartuig, een |
viskwekerij of een verzendingscentrum. | viskwekerij of een verzendingscentrum. |
Art. 9.Voor de financiering van de algemene kosten van het Instituut |
Art. 9.Voor de financiering van de algemene kosten van het Instituut |
worden volgende rechten geïnd : | worden volgende rechten geïnd : |
1° lastens de exploitant van het slachthuis, het verkoopsorganisme van | 1° lastens de exploitant van het slachthuis, het verkoopsorganisme van |
de vis en de vrij- wildverwerkingsinrichting : | de vis en de vrij- wildverwerkingsinrichting : |
- runderen en eenhoevigen : 19 F per dier; | - runderen en eenhoevigen : 19 F per dier; |
- jonge runderen : 7 F per dier; | - jonge runderen : 7 F per dier; |
- schapen, geiten en wilde herkauwers : 1 F per dier; | - schapen, geiten en wilde herkauwers : 1 F per dier; |
-varkens, everzwijnen en loopvogels : 4,5 F per dier; | -varkens, everzwijnen en loopvogels : 4,5 F per dier; |
- gevogelte, konijnen en klein veder- of haarwild, met een geslacht | - gevogelte, konijnen en klein veder- of haarwild, met een geslacht |
gewicht lager dan 2 kg : 0,06 F per dier; | gewicht lager dan 2 kg : 0,06 F per dier; |
- gevogelte, konijnen en klein veder- of haarwild, met een geslacht | - gevogelte, konijnen en klein veder- of haarwild, met een geslacht |
gewicht van 2 kg tot 5 kg : 0,12 F per dier; | gewicht van 2 kg tot 5 kg : 0,12 F per dier; |
- gevogelte, konijnen en klein veder- of haarwild, met een geslacht | - gevogelte, konijnen en klein veder- of haarwild, met een geslacht |
gewicht hoger dan 5 kg, met uitzondering van loopvogels : 0,24 F per | gewicht hoger dan 5 kg, met uitzondering van loopvogels : 0,24 F per |
dier; | dier; |
- uit zee aangevoerde vis : 0,04 F per kg; | - uit zee aangevoerde vis : 0,04 F per kg; |
2° lastens de invoerder die vlees of vis in de grensinspectiepost | 2° lastens de invoerder die vlees of vis in de grensinspectiepost |
aanbiedt : | aanbiedt : |
20 % berekend op het bedrag van het keurrecht bedoeld in artikel 6; | 20 % berekend op het bedrag van het keurrecht bedoeld in artikel 6; |
3° lastens de exploitant van de inrichtingen, bedoeld in artikel 7 : | 3° lastens de exploitant van de inrichtingen, bedoeld in artikel 7 : |
130 % berekend op het bedrag van het controlerecht bedoeld in artikel | 130 % berekend op het bedrag van het controlerecht bedoeld in artikel |
7, met een maximum van : | 7, met een maximum van : |
- 36.000 F voor de inrichtingen bedoeld in artikel 7, § 1, a); | - 36.000 F voor de inrichtingen bedoeld in artikel 7, § 1, a); |
- 132.000 F voor de inrichtingen bedoeld in artikel 7, § 1, b). | - 132.000 F voor de inrichtingen bedoeld in artikel 7, § 1, b). |
Art. 10.§ 1. De Minister kan in de maand oktober van elk jaar na |
Art. 10.§ 1. De Minister kan in de maand oktober van elk jaar na |
advies van de Raadgevende Commissie ingesteld bij het Instituut, de | advies van de Raadgevende Commissie ingesteld bij het Instituut, de |
bedragen bedoeld in artikelen 2 tot 8 en 9, 1° en 3°, alsmede de | bedragen bedoeld in artikelen 2 tot 8 en 9, 1° en 3°, alsmede de |
bedragen bedoeld in de hoofdstukken I, II en IV tot VI van de bijlage | bedragen bedoeld in de hoofdstukken I, II en IV tot VI van de bijlage |
aanpassen aan de schommelingen van het indexcijfer van de | aanpassen aan de schommelingen van het indexcijfer van de |
consumptieprijzen van het Rijk. | consumptieprijzen van het Rijk. |
De aangepaste bedragen kunnen door de Minister worden afgerond na | De aangepaste bedragen kunnen door de Minister worden afgerond na |
advies van deze Commissie. | advies van deze Commissie. |
De nieuwe bedragen zijn toepasselijk voor de facturen uitgereikt vanaf | De nieuwe bedragen zijn toepasselijk voor de facturen uitgereikt vanaf |
de eerste januari van het jaar volgend op dat gedurende hetwelk de | de eerste januari van het jaar volgend op dat gedurende hetwelk de |
aanpassing werd doorgevoerd. | aanpassing werd doorgevoerd. |
Voor de toepassing van dit artikel wordt het bedrag van de rechten | Voor de toepassing van dit artikel wordt het bedrag van de rechten |
bedoeld in dit besluit gekoppeld aan het indexcijfer van de maand | bedoeld in dit besluit gekoppeld aan het indexcijfer van de maand |
augustus 1998. | augustus 1998. |
§ 2. Tegen het einde van het tweede jaar volgend op dat van de eerste | § 2. Tegen het einde van het tweede jaar volgend op dat van de eerste |
toepassing van dit besluit brengt de Minister, na advies van de | toepassing van dit besluit brengt de Minister, na advies van de |
Raadgevende Commisie, verslag uit aan de Regering over de per sector | Raadgevende Commisie, verslag uit aan de Regering over de per sector |
geïnde rechten. | geïnde rechten. |
HOOFDSTUK III. - Aangifte en facturatie van de rechten | HOOFDSTUK III. - Aangifte en facturatie van de rechten |
Art. 11.§ 1. De exploitant van een inrichting, een verkoopsorganisme |
Art. 11.§ 1. De exploitant van een inrichting, een verkoopsorganisme |
van vis, een viskwekerij, een verzendingscentrum of een | van vis, een viskwekerij, een verzendingscentrum of een |
vrij-wildverwerkingsinrichting doet maandelijks aangifte van de | vrij-wildverwerkingsinrichting doet maandelijks aangifte van de |
gegevens die nodig zijn voor de vaststelling van het bedrag van de | gegevens die nodig zijn voor de vaststelling van het bedrag van de |
rechten bedoeld in de artikelen 2 tot 5. Hij moet de gegevens | rechten bedoeld in de artikelen 2 tot 5. Hij moet de gegevens |
opgenomen in de maandelijkse aangifte kunnen staven door notities | opgenomen in de maandelijkse aangifte kunnen staven door notities |
opgenomen op een formulier dat hij dagelijks aan de keurder | opgenomen op een formulier dat hij dagelijks aan de keurder |
overhandigt. | overhandigt. |
§ 2. De exploitant van een inrichting, andere dan een slachthuis, doet | § 2. De exploitant van een inrichting, andere dan een slachthuis, doet |
jaarlijks aangifte van de gegevens die nodig zijn voor de vaststelling | jaarlijks aangifte van de gegevens die nodig zijn voor de vaststelling |
van het bedrag van de rechten bedoeld in de artikel 7. Hij moet de | van het bedrag van de rechten bedoeld in de artikel 7. Hij moet de |
gegevens opgenomen in de jaarlijkse aangifte kunnen staven door | gegevens opgenomen in de jaarlijkse aangifte kunnen staven door |
notities op een formulier dat hij maandelijks aan de keurder | notities op een formulier dat hij maandelijks aan de keurder |
overhandigt. | overhandigt. |
§ 3. De maandelijkse aangifte moet bij de keurkring van het Instituut | § 3. De maandelijkse aangifte moet bij de keurkring van het Instituut |
waarin de inrichting gelegen is toekomen uiterlijk de tiende dag van | waarin de inrichting gelegen is toekomen uiterlijk de tiende dag van |
de maand volgend op die waarop zij betrekking heeft. De exploitant | de maand volgend op die waarop zij betrekking heeft. De exploitant |
overhandigt een afschrift ervan aan de keurder. | overhandigt een afschrift ervan aan de keurder. |
De jaarlijkse aangifte moet bij de keurkring van het Instituut waarin | De jaarlijkse aangifte moet bij de keurkring van het Instituut waarin |
de inrichting gelegen is toekomen uiterlijk op 31 januari van het jaar | de inrichting gelegen is toekomen uiterlijk op 31 januari van het jaar |
dat volgt op dat waarop zij betrekking heeft. De exploitant | dat volgt op dat waarop zij betrekking heeft. De exploitant |
overhandigt een afschrift ervan aan de keurder. | overhandigt een afschrift ervan aan de keurder. |
§ 4. De Minister stelt het model vast van de aangiften en formulieren | § 4. De Minister stelt het model vast van de aangiften en formulieren |
bedoeld in de §§ 1 en 2 dit artikel. | bedoeld in de §§ 1 en 2 dit artikel. |
De Minister kan, onder de voorwaarden die hij bepaalt, toestaan of | De Minister kan, onder de voorwaarden die hij bepaalt, toestaan of |
opleggen dat de inrichtingen die hij aanwijst de gegevens vervat in | opleggen dat de inrichtingen die hij aanwijst de gegevens vervat in |
deze aangiften en formulieren bijhouden en doorzenden door middel van | deze aangiften en formulieren bijhouden en doorzenden door middel van |
een informaticasysteem. | een informaticasysteem. |
§ 5. Het Instituut factureert : | § 5. Het Instituut factureert : |
a) elke maand aan de exploitant van de inrichting, het | a) elke maand aan de exploitant van de inrichting, het |
verkoopsorganisme van de vis, de viskwekerij, het verzendingscentrum | verkoopsorganisme van de vis, de viskwekerij, het verzendingscentrum |
en de vrij-wildverwerkingsinrichting de rechten bedoeld in artikelen | en de vrij-wildverwerkingsinrichting de rechten bedoeld in artikelen |
2, 3, 4, 5, en 9, 1°; | 2, 3, 4, 5, en 9, 1°; |
b) elk trimester aan de exploitant van de inrichting, andere dan een | b) elk trimester aan de exploitant van de inrichting, andere dan een |
slachthuis, de controlerechten en de rechten bedoeld in de artikelen 7 | slachthuis, de controlerechten en de rechten bedoeld in de artikelen 7 |
en 9, 3° voor de betrokken maanden; | en 9, 3° voor de betrokken maanden; |
c) lastens de aanvrager van de opdracht, de rechten bedoeld in artikel | c) lastens de aanvrager van de opdracht, de rechten bedoeld in artikel |
8, 1°, 3° en 4°. | 8, 1°, 3° en 4°. |
HOOFDSTUK IV. - Modaliteiten van betaling en doorrekening | HOOFDSTUK IV. - Modaliteiten van betaling en doorrekening |
Art. 12.De rechten bedoeld in de artikelen 2 tot 5, 7, 8, 1°, 3° en |
Art. 12.De rechten bedoeld in de artikelen 2 tot 5, 7, 8, 1°, 3° en |
4°, alsmede in artikel 9, 1° en 3° moeten aan het Instituut betaald | 4°, alsmede in artikel 9, 1° en 3° moeten aan het Instituut betaald |
zijn, uiterlijk op het einde van de maand volgend op de datum van de | zijn, uiterlijk op het einde van de maand volgend op de datum van de |
factuur. | factuur. |
De rechten bedoeld in artikel 8, 5° tot 7° moeten aan het Instituut | De rechten bedoeld in artikel 8, 5° tot 7° moeten aan het Instituut |
betaald zijn op het ogenblik van de indiening van de aanvraag tot | betaald zijn op het ogenblik van de indiening van de aanvraag tot |
erkenning of registratie of tot wijziging of hernieuwing ervan. Om | erkenning of registratie of tot wijziging of hernieuwing ervan. Om |
ontvankelijk te zijn moet bij de aanvraag het bewijs van betaling van | ontvankelijk te zijn moet bij de aanvraag het bewijs van betaling van |
de voormelde rechten zijn gevoegd. | de voormelde rechten zijn gevoegd. |
De door de douanediensten te innen rechten bedoeld in de artikelen 6, | De door de douanediensten te innen rechten bedoeld in de artikelen 6, |
8, 2° en 9, 2° moeten aan deze diensten worden betaald bij de aangifte | 8, 2° en 9, 2° moeten aan deze diensten worden betaald bij de aangifte |
tot plaatsing onder een douaneregeling van het vlees of de vis. Deze | tot plaatsing onder een douaneregeling van het vlees of de vis. Deze |
rechten worden aan het Instituut gestort overeenkomstig de | rechten worden aan het Instituut gestort overeenkomstig de |
modaliteiten vervat in het protocol dat daartoe met de Minister van | modaliteiten vervat in het protocol dat daartoe met de Minister van |
Financiën wordt afgesloten. | Financiën wordt afgesloten. |
Art. 13.§ 1. Wanneer de maandelijkse of de jaarlijkse aangifte |
Art. 13.§ 1. Wanneer de maandelijkse of de jaarlijkse aangifte |
bedoeld in artikel 11 niet is ingediend op de voorziene vervaldag kan | bedoeld in artikel 11 niet is ingediend op de voorziene vervaldag kan |
het bedrag van de rechten worden verhoogd met 10 % en bij herhaling | het bedrag van de rechten worden verhoogd met 10 % en bij herhaling |
met 50 %. | met 50 %. |
§ 2. Wanneer de aangifte onjuiste gegevens bevat, wordt het gedeelte | § 2. Wanneer de aangifte onjuiste gegevens bevat, wordt het gedeelte |
van het verschuldigd bedrag dat overeenstemt met het verschil tussen | van het verschuldigd bedrag dat overeenstemt met het verschil tussen |
het aangegeven en werkelijk bedrag met 10 % verhoogd en bij herhaling | het aangegeven en werkelijk bedrag met 10 % verhoogd en bij herhaling |
met 50 %. | met 50 %. |
§ 3. Indien de rechten niet zijn betaald op de vervaldag voorzien in | § 3. Indien de rechten niet zijn betaald op de vervaldag voorzien in |
artikel 12, worden zij verhoogd met 10 % en een nalatigheidsintrest | artikel 12, worden zij verhoogd met 10 % en een nalatigheidsintrest |
aan het wettelijk tarief. | aan het wettelijk tarief. |
De nalatigheidsintrest is niet verschuldigd wanneer hij geen 100 F | De nalatigheidsintrest is niet verschuldigd wanneer hij geen 100 F |
bedraagt of wanneer de berekeningsgrondslag ervan lager is dan 5.000 | bedraagt of wanneer de berekeningsgrondslag ervan lager is dan 5.000 |
F. | F. |
De Minister kan bij laattijdige betaling geheel of gedeeltelijk afzien | De Minister kan bij laattijdige betaling geheel of gedeeltelijk afzien |
van de verhogingen en/of de intresten wanneer : | van de verhogingen en/of de intresten wanneer : |
1° ingevolge overmacht de exploitant zich in de onmogelijkheid bevindt | 1° ingevolge overmacht de exploitant zich in de onmogelijkheid bevindt |
om de rechten te betalen binnen de voorziene termijn; | om de rechten te betalen binnen de voorziene termijn; |
2° ten uitzonderlijke titel, redenen op het vlak van de billijkheid, | 2° ten uitzonderlijke titel, redenen op het vlak van de billijkheid, |
de niet toepassing van de verhogingen en/of van de intresten | de niet toepassing van de verhogingen en/of van de intresten |
rechtvaardigen. | rechtvaardigen. |
§ 4. De toepassing van de bepalingen van dit besluit wordt | § 4. De toepassing van de bepalingen van dit besluit wordt |
gecontroleerd door de ambtenaren van het Instituut daartoe aangewezen | gecontroleerd door de ambtenaren van het Instituut daartoe aangewezen |
door de Minister. | door de Minister. |
Deze ambtenaren zijn gemachtigd zich alle gegevens en documenten te | Deze ambtenaren zijn gemachtigd zich alle gegevens en documenten te |
laten voorleggen waaruit de basis voor de berekening van de | laten voorleggen waaruit de basis voor de berekening van de |
verschuldigde rechten alsmede de betaling ervan kunnen blijken. | verschuldigde rechten alsmede de betaling ervan kunnen blijken. |
Zij kunnen het bedrag van de rechten ambtshalve vaststellen wanneer de | Zij kunnen het bedrag van de rechten ambtshalve vaststellen wanneer de |
controles worden verhinderd of bemoeilijkt of wanneer gegevens of | controles worden verhinderd of bemoeilijkt of wanneer gegevens of |
documenten ontbreken of onjuist zijn. | documenten ontbreken of onjuist zijn. |
§ 5. Onverminderd het bepaalde in artikel 6 van de wetten van 5 | § 5. Onverminderd het bepaalde in artikel 6 van de wetten van 5 |
september 1952 en 15 april 1965, wordt in geval van wanbetaling de | september 1952 en 15 april 1965, wordt in geval van wanbetaling de |
invordering van de rechten verzekerd door de Administratie van de | invordering van de rechten verzekerd door de Administratie van de |
B.T.W., Registratie en Domeinen, overeenkomstig de procedure | B.T.W., Registratie en Domeinen, overeenkomstig de procedure |
vastgesteld in artikel 94 van het koninklijk besluit van 17 juli 1991 | vastgesteld in artikel 94 van het koninklijk besluit van 17 juli 1991 |
houdende coördinatie van de wetten op de Rijkscomptabiliteit. | houdende coördinatie van de wetten op de Rijkscomptabiliteit. |
§ 6. De diensten van het Ministerie van Financiën verstrekken op | § 6. De diensten van het Ministerie van Financiën verstrekken op |
eenvoudige aanvraag aan het Instituut al de inlichtingen en gegevens | eenvoudige aanvraag aan het Instituut al de inlichtingen en gegevens |
die het nuttig acht voor de toepassing van dit besluit. | die het nuttig acht voor de toepassing van dit besluit. |
Art. 14.§ 1. De rechten bedoeld in de artikelen 2 tot 4 kunnen worden |
Art. 14.§ 1. De rechten bedoeld in de artikelen 2 tot 4 kunnen worden |
verhaald op de eigenaar van het dier of de groep van dieren. | verhaald op de eigenaar van het dier of de groep van dieren. |
De rechten voor de opsporing van residuen kunnen door de | De rechten voor de opsporing van residuen kunnen door de |
belanghebbende worden verhaald op de persoon, als verantwoordelijke | belanghebbende worden verhaald op de persoon, als verantwoordelijke |
ingeschreven op het paspoort of het identificatiedocument bedoeld in | ingeschreven op het paspoort of het identificatiedocument bedoeld in |
de reglementering betreffende de identificatie van de dieren. | de reglementering betreffende de identificatie van de dieren. |
§ 2. De exploitanten van de inrichtingen vermelden het bedrag van de | § 2. De exploitanten van de inrichtingen vermelden het bedrag van de |
rechten bedoeld in artikel 9 afzonderlijk op hun facturen, tenzij aan | rechten bedoeld in artikel 9 afzonderlijk op hun facturen, tenzij aan |
de hand ervan genoegzaam blijkt dat het in de verkoopprijs begrepen | de hand ervan genoegzaam blijkt dat het in de verkoopprijs begrepen |
is. | is. |
HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen | HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen |
Art. 15.In artikel 2 van het koninklijk besluit van 4 december 1995 |
Art. 15.In artikel 2 van het koninklijk besluit van 4 december 1995 |
tot onderwerping aan vergunning van plaatsen waar voedingsmiddelen | tot onderwerping aan vergunning van plaatsen waar voedingsmiddelen |
gefabriceerd of in de handel gebracht worden of met het oog op de | gefabriceerd of in de handel gebracht worden of met het oog op de |
uitvoer behandeld worden, worden de volgende wijzigingen aangebracht : | uitvoer behandeld worden, worden de volgende wijzigingen aangebracht : |
a) het 3° wordt vervangen door de volgende bepaling : | a) het 3° wordt vervangen door de volgende bepaling : |
« 3° inrichtingen die over een erkenning of een registratienummer | « 3° inrichtingen die over een erkenning of een registratienummer |
beschikken in toepassing van de besluiten genomen ter uitvoering van | beschikken in toepassing van de besluiten genomen ter uitvoering van |
de wetten van 5 september 1952 betreffende de vleeskeuring en de | de wetten van 5 september 1952 betreffende de vleeskeuring en de |
vleeshandel en van 15 april 1965 betreffende de keuring van en de | vleeshandel en van 15 april 1965 betreffende de keuring van en de |
handel in vis, gevogelte, konijnen en wild en tot wijziging van de wet | handel in vis, gevogelte, konijnen en wild en tot wijziging van de wet |
van 5 september 1952 betreffende de vleeskeuring en de vleeshandel »; | van 5 september 1952 betreffende de vleeskeuring en de vleeshandel »; |
b) het 4° wordt opgeheven. | b) het 4° wordt opgeheven. |
Art. 16.Bij de eerste facturatie van de rechten die in toepassing van |
Art. 16.Bij de eerste facturatie van de rechten die in toepassing van |
dit besluit verschuldigd zijn, brengt het Instituut de bedragen in | dit besluit verschuldigd zijn, brengt het Instituut de bedragen in |
mindering die de exploitanten van de inrichtingen in toepassing van | mindering die de exploitanten van de inrichtingen in toepassing van |
het voornoemde koninklijk besluit van 4 december 1995 aan de Schatkist | het voornoemde koninklijk besluit van 4 december 1995 aan de Schatkist |
hebben gestort, voor zover zij vóór 1 maart 1999 het bewijs van | hebben gestort, voor zover zij vóór 1 maart 1999 het bewijs van |
betaling leveren. | betaling leveren. |
Art. 17.Bij wijze van overgangsbepaling en in afwijking van artikel |
Art. 17.Bij wijze van overgangsbepaling en in afwijking van artikel |
11, § 3, tweede lid doen de exploitanten van de inrichtingen bedoeld | 11, § 3, tweede lid doen de exploitanten van de inrichtingen bedoeld |
in artikel 7 van dit besluit uiterlijk tegen 1 maart 1999 aangifte van | in artikel 7 van dit besluit uiterlijk tegen 1 maart 1999 aangifte van |
het gewicht van het vlees of de vis die in de loop van het jaar 1998 | het gewicht van het vlees of de vis die in de loop van het jaar 1998 |
in hun inrichting werden binnengebracht. De exploitant moet dit | in hun inrichting werden binnengebracht. De exploitant moet dit |
gewicht kunnen staven aan de hand van registers of handelsdocumenten. | gewicht kunnen staven aan de hand van registers of handelsdocumenten. |
Art. 18.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1999. |
Art. 18.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1999. |
Art. 19.Onze Minister van Volksgezondheid en Pensioenen en Onze |
Art. 19.Onze Minister van Volksgezondheid en Pensioenen en Onze |
Minister van Financiën zijn, ieder wat hem betreft, belast met de | Minister van Financiën zijn, ieder wat hem betreft, belast met de |
uitvoering van dit besluit. | uitvoering van dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 22 december 1998. | Gegeven te Brussel, 22 december 1998. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, | De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, |
M. COLLA | M. COLLA |
De Minister van Financiën, | De Minister van Financiën, |
J.-J. VISEUR | J.-J. VISEUR |
Bijlage | Bijlage |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |