| Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juli 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, betreffende de bijdrage aan het Fonds voor bestaanszekerheid voor de eindejaarspremie | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juli 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, betreffende de bijdrage aan het Fonds voor bestaanszekerheid voor de eindejaarspremie |
|---|---|
| MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID | MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID |
| 22 AUGUSTUS 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend | 22 AUGUSTUS 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend |
| wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juli 2001, | wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juli 2001, |
| gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie | gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie |
| en distributie, betreffende de bijdrage aan het Fonds voor | en distributie, betreffende de bijdrage aan het Fonds voor |
| bestaanszekerheid voor de eindejaarspremie (1) | bestaanszekerheid voor de eindejaarspremie (1) |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
| 28; | 28; |
| Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de elektriciens : | Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de elektriciens : |
| installatie en distributie; | installatie en distributie; |
| Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, | Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
| overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juli 2001, gesloten | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juli 2001, gesloten |
| in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en | in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en |
| distributie, betreffende de bijdrage aan het Fonds voor | distributie, betreffende de bijdrage aan het Fonds voor |
| bestaanszekerheid voor de eindejaarspremie. | bestaanszekerheid voor de eindejaarspremie. |
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
| van dit besluit. | van dit besluit. |
| Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 22 augustus 2002. | Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 22 augustus 2002. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Werkgelegenheid, | De Minister van Werkgelegenheid, |
| Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
| Bijlage | Bijlage |
| Paritair Subcomité voor de elektriciens : | Paritair Subcomité voor de elektriciens : |
| installatie en distributie | installatie en distributie |
| Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juli 2001 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juli 2001 |
| Bijdrage aan het Fonds voor bestaanszekerheid voor de eindejaarspremie | Bijdrage aan het Fonds voor bestaanszekerheid voor de eindejaarspremie |
| (Overeenkomst geregistreerd op 1 oktober 2001 onder het nummer | (Overeenkomst geregistreerd op 1 oktober 2001 onder het nummer |
| 59077/CO/149.01) | 59077/CO/149.01) |
| HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
| de werkgevers, de werklieden en de werksters van de ondernemingen die | de werkgevers, de werklieden en de werksters van de ondernemingen die |
| ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de elektriciens : | ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de elektriciens : |
| installatie en distributie, maar met uitzondering van de ondernemingen | installatie en distributie, maar met uitzondering van de ondernemingen |
| dewelke aangesloten zijn bij de Federatie van de Electriciteit en de | dewelke aangesloten zijn bij de Federatie van de Electriciteit en de |
| Electronica (FEE) of bij de beroepsvereniging van de Radio- en | Electronica (FEE) of bij de beroepsvereniging van de Radio- en |
| Televisiedistributie (RTD). | Televisiedistributie (RTD). |
Art. 2.Voor de toepassing van deze colletieve arbeidsovereenkomst, |
Art. 2.Voor de toepassing van deze colletieve arbeidsovereenkomst, |
| wordt onder "werklieden" verstaan : de werklieden en de werksters. | wordt onder "werklieden" verstaan : de werklieden en de werksters. |
| HOOFDSTUK II. | HOOFDSTUK II. |
| Bijdrage aan het Fonds voor bestaanszekerheid voor eindejaarspremie | Bijdrage aan het Fonds voor bestaanszekerheid voor eindejaarspremie |
Art. 3.In overeenstemming met de bepalingen van artikel 4, § 3, van |
Art. 3.In overeenstemming met de bepalingen van artikel 4, § 3, van |
| de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de eindejaarspremie van | de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de eindejaarspremie van |
| 18 oktober 1999, geregistreerd op 3 april 2000 onder het nummer | 18 oktober 1999, geregistreerd op 3 april 2000 onder het nummer |
| 54456/CO/149.01, wordt de totale bijdrage van de werkgevers bepaald op | 54456/CO/149.01, wordt de totale bijdrage van de werkgevers bepaald op |
| 12,84 pct. van de brutolonen van de werklieden om de financiering van | 12,84 pct. van de brutolonen van de werklieden om de financiering van |
| de eindejaarspremie te verzekeren. | de eindejaarspremie te verzekeren. |
Art. 4.Deze totale bijdrage van 12,84 pct. is gebaseerd op een |
Art. 4.Deze totale bijdrage van 12,84 pct. is gebaseerd op een |
| basisbijdrage van 7,80 pct. in overeenstemming met artikel 4, § 2, van | basisbijdrage van 7,80 pct. in overeenstemming met artikel 4, § 2, van |
| de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de eindejaarspremie van | de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de eindejaarspremie van |
| 18 oktober 1999 en in overeenstemming met artikel 25.2, § 3, van de | 18 oktober 1999 en in overeenstemming met artikel 25.2, § 3, van de |
| collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de Statuten van het fonds | collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de Statuten van het fonds |
| voor bestaanszekerheid van 10 juli 2001 en houdt rekening met de | voor bestaanszekerheid van 10 juli 2001 en houdt rekening met de |
| verschuldigde patronale Rijksdienst voor Sociale Zekerheid-bijdrage. | verschuldigde patronale Rijksdienst voor Sociale Zekerheid-bijdrage. |
| HOOFDSTUK III. - Inning en invordering | HOOFDSTUK III. - Inning en invordering |
Art. 5.De inning en de invordering van de bijdragen worden door de |
Art. 5.De inning en de invordering van de bijdragen worden door de |
| Rijksdienst voor Sociale Zekerheid verzekerd bij toepassing van | Rijksdienst voor Sociale Zekerheid verzekerd bij toepassing van |
| artikel 7 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor | artikel 7 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor |
| bestaanszekerheid, (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 7 | bestaanszekerheid, (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 7 |
| februari 1958). | februari 1958). |
| HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen | HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen |
Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve |
Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve |
| arbeidsovereenkomst betreffende de bijdrage aan het Fonds voor | arbeidsovereenkomst betreffende de bijdrage aan het Fonds voor |
| bestaanszekerheid voor de eindejaarspremie van 13 maart 2000. | bestaanszekerheid voor de eindejaarspremie van 13 maart 2000. |
Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
| januari 2002 en geldt voor onbepaalde duur. | januari 2002 en geldt voor onbepaalde duur. |
| Zij kan door één van de partijen worden opgezegd met een opzeg van zes | Zij kan door één van de partijen worden opgezegd met een opzeg van zes |
| maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de | maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de |
| voorzitter van het Paritair Subcomité voor de elektriciens : | voorzitter van het Paritair Subcomité voor de elektriciens : |
| installatie en distributie. | installatie en distributie. |
| Deze opzegging kan slechts ingaan ten vroegste vanaf 1 januari 2004. | Deze opzegging kan slechts ingaan ten vroegste vanaf 1 januari 2004. |
| Indien één van de partijen wenst over te gaan tot de opzegging van | Indien één van de partijen wenst over te gaan tot de opzegging van |
| deze collectieve arbeidsovereenkomst, verbindt deze partij er zich toe | deze collectieve arbeidsovereenkomst, verbindt deze partij er zich toe |
| 3 maanden voordat de opzegging effectief kan ingaan alle partijen bij | 3 maanden voordat de opzegging effectief kan ingaan alle partijen bij |
| elkaar te brengen om de redenen van de opzegging toe te lichten en | elkaar te brengen om de redenen van de opzegging toe te lichten en |
| tegelijkertijd amendementsvoorstellen in te dienen en te bespreken. | tegelijkertijd amendementsvoorstellen in te dienen en te bespreken. |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 augustus | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 augustus |
| 2002. | 2002. |
| De Minister van Werkgelegenheid, | De Minister van Werkgelegenheid, |
| Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |