← Terug naar "Koninklijk besluit tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van sommige bepalingen van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de gasmarkt en het fiscaal statuut van de elektriciteitsproducenten "
Koninklijk besluit tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van sommige bepalingen van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de gasmarkt en het fiscaal statuut van de elektriciteitsproducenten | Koninklijk besluit tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van sommige bepalingen van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de gasmarkt en het fiscaal statuut van de elektriciteitsproducenten |
---|---|
MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN | MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN |
21 SEPTEMBER 2000. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de datum | 21 SEPTEMBER 2000. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de datum |
van inwerkingtreding van sommige bepalingen van de wet van 29 april | van inwerkingtreding van sommige bepalingen van de wet van 29 april |
1999 betreffende de organisatie van de gasmarkt en het fiscaal statuut | 1999 betreffende de organisatie van de gasmarkt en het fiscaal statuut |
van de elektriciteitsproducenten | van de elektriciteitsproducenten |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de | Gelet op de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de |
gasmarkt en het fiscaal statuut van de elektriciteitsproducenten, | gasmarkt en het fiscaal statuut van de elektriciteitsproducenten, |
inzonderheid artikel 33; | inzonderheid artikel 33; |
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de | Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de |
omstandigheid dat voornoemde wet van 29 april 1999 de omzetting in | omstandigheid dat voornoemde wet van 29 april 1999 de omzetting in |
Belgisch recht beoogt van de bepalingen van Richtlijn 98/30/EG van het | Belgisch recht beoogt van de bepalingen van Richtlijn 98/30/EG van het |
Europees Parlement en de Raad van 2 juni 1998 betreffende | Europees Parlement en de Raad van 2 juni 1998 betreffende |
gemeenschappelijke regels voor de interne markt van aardgas; dat de | gemeenschappelijke regels voor de interne markt van aardgas; dat de |
termijn voor de omzetting van deze richtlijn op 10 augustus 2000 zal | termijn voor de omzetting van deze richtlijn op 10 augustus 2000 zal |
verstrijken; dat de Belgische Regering heeft aangekondigd dat zij | verstrijken; dat de Belgische Regering heeft aangekondigd dat zij |
alles in het werk wilde stellen om de richtlijn binnen deze termijn om | alles in het werk wilde stellen om de richtlijn binnen deze termijn om |
te zetten; dat de Regering meent dat elke vertraging in de omzetting | te zetten; dat de Regering meent dat elke vertraging in de omzetting |
de concurrentiepositie van de Belgische industrie kan schaden, | de concurrentiepositie van de Belgische industrie kan schaden, |
rekening houdend met de belangrijke tendens tot versnelling van het | rekening houdend met de belangrijke tendens tot versnelling van het |
omzettingsproces van de richtlijn in de andere Lidstaten van de | omzettingsproces van de richtlijn in de andere Lidstaten van de |
Europese Unie; dat dit besluit bijgevolg zo spoedig mogelijk moet | Europese Unie; dat dit besluit bijgevolg zo spoedig mogelijk moet |
worden genomen; | worden genomen; |
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 20 juli 2000, | Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 20 juli 2000, |
met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde | met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde |
wetten op de Raad van State; | wetten op de Raad van State; |
Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van | Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van |
Mobiliteit en Vervoer en van Onze Staatssecretaris voor Energie en op | Mobiliteit en Vervoer en van Onze Staatssecretaris voor Energie en op |
het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, | het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit moet worden verstaan |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit moet worden verstaan |
onder : | onder : |
"de wet van 12 april 1965" : de wet van 12 april 1965 betreffende het | "de wet van 12 april 1965" : de wet van 12 april 1965 betreffende het |
vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen, | vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen, |
gewijzigd door de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van | gewijzigd door de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van |
de gasmarkt en het fiscaal statuut van de elektriciteitsproducenten. | de gasmarkt en het fiscaal statuut van de elektriciteitsproducenten. |
Art. 2.De bepalingen van de wet van 29 april 1999 betreffende de |
Art. 2.De bepalingen van de wet van 29 april 1999 betreffende de |
organisatie van de gasmarkt en het fiscaal statuut van de | organisatie van de gasmarkt en het fiscaal statuut van de |
elektriciteitsproducenten treden in werking als volgt : | elektriciteitsproducenten treden in werking als volgt : |
1° op de datum van inwerkingtreding van dit besluit, de artikelen : 2; | 1° op de datum van inwerkingtreding van dit besluit, de artikelen : 2; |
3 voor zover het artikel 2, § 3, van de wet van 12 april 1965 | 3 voor zover het artikel 2, § 3, van de wet van 12 april 1965 |
vervangt; 6; 11 voor zover het artikel 15/4 in de wet van 12 april | vervangt; 6; 11 voor zover het artikel 15/4 in de wet van 12 april |
1965 invoegt; 12 voor zover het artikel 15/5, § 2, lid 2 en § 3, leden | 1965 invoegt; 12 voor zover het artikel 15/5, § 2, lid 2 en § 3, leden |
1 en 2, artikel 15/6, §§ 1 en 2 en artikelen 15/8 en 15/9 in de wet | 1 en 2, artikel 15/6, §§ 1 en 2 en artikelen 15/8 en 15/9 in de wet |
van 12 april 1965 invoegt; 13 voor zover het de artikelen 15/10 en | van 12 april 1965 invoegt; 13 voor zover het de artikelen 15/10 en |
15/11 in de wet van 12 april 1965 invoegt; 14; 15 voor zover het de | 15/11 in de wet van 12 april 1965 invoegt; 14; 15 voor zover het de |
artikelen 15/17 en 15/18 in de wet van 12 april 1965 invoegt; 18; 21 | artikelen 15/17 en 15/18 in de wet van 12 april 1965 invoegt; 18; 21 |
voor zover het artikel 20/1, § 1, 1°, en §§ 2 en 3 in de wet van 12 | voor zover het artikel 20/1, § 1, 1°, en §§ 2 en 3 in de wet van 12 |
april 1965 invoegt; 22; 23; 26, § 3; 31 en 32; | april 1965 invoegt; 22; 23; 26, § 3; 31 en 32; |
2° vanaf het eerste boekjaar van de geïntegreerde gasonderneming dat | 2° vanaf het eerste boekjaar van de geïntegreerde gasonderneming dat |
volgt op 10 augustus 2000: artikel 13 voor zover het artikel 15/12 van | volgt op 10 augustus 2000: artikel 13 voor zover het artikel 15/12 van |
de wet van 12 april 1965 invoegt. | de wet van 12 april 1965 invoegt. |
Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het |
Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het |
Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. | Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. |
Art. 4.De Minister bevoegd voor Energie is belast met de uitvoering |
Art. 4.De Minister bevoegd voor Energie is belast met de uitvoering |
van dit besluit. | van dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 21 september 2000. | Gegeven te Brussel, 21 september 2000. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Vice-Eerste Minister | De Vice-Eerste Minister |
en Minister van Mobiliteit en Vervoer, | en Minister van Mobiliteit en Vervoer, |
Mevr. I. DURANT | Mevr. I. DURANT |
De Staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling, | De Staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling, |
O. DELEUZE | O. DELEUZE |