Koninklijk besluit houdende financiering van de startbaanovereenkomsten toegekend door de Staat aan de Regie der Gebouwen | Koninklijk besluit houdende financiering van de startbaanovereenkomsten toegekend door de Staat aan de Regie der Gebouwen |
---|---|
MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID | MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID |
21 NOVEMBER 2001. - Koninklijk besluit houdende financiering van de | 21 NOVEMBER 2001. - Koninklijk besluit houdende financiering van de |
startbaanovereenkomsten toegekend door de Staat aan de Regie der | startbaanovereenkomsten toegekend door de Staat aan de Regie der |
Gebouwen (1) | Gebouwen (1) |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de | Gelet op de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de |
werkgelegenheid, inzonderheid op artikel 43; | werkgelegenheid, inzonderheid op artikel 43; |
Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 2000 tot uitvoering van | Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 2000 tot uitvoering van |
de artikelen 30, 39, § 1, en § 4, tweede lid, 40, tweede lid, 41, 43, | de artikelen 30, 39, § 1, en § 4, tweede lid, 40, tweede lid, 41, 43, |
tweede lid en 47, § 1, vijfde lid, en § 5, tweede lid van de wet van | tweede lid en 47, § 1, vijfde lid, en § 5, tweede lid van de wet van |
24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid, inzonderheid | 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid, inzonderheid |
op bij artikel 5, eerste lid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van | op bij artikel 5, eerste lid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van |
12 augustus 2000; | 12 augustus 2000; |
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 30 | Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 30 |
november 2000, | november 2000, |
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting gegeven op | Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting gegeven op |
5 december 2000, | 5 december 2000, |
Gelet op de wetten op de Raad van State; gecoördineerd op 12 januari | Gelet op de wetten op de Raad van State; gecoördineerd op 12 januari |
1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 | 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 |
juli 1989 en 4 augustus 1996; | juli 1989 en 4 augustus 1996; |
Gelet op de dringende noodzakelijkheid; | Gelet op de dringende noodzakelijkheid; |
Overwegende dat de inwerkingtreding van de arbeidsovereenkomsten | Overwegende dat de inwerkingtreding van de arbeidsovereenkomsten |
uitgewerkt in het kader van het Rosettaplan, overeenkomsten dekken | uitgewerkt in het kader van het Rosettaplan, overeenkomsten dekken |
afgesloten vanaf 1 januari 2001 tot 31 december 2001; | afgesloten vanaf 1 januari 2001 tot 31 december 2001; |
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid en op advies | Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid en op advies |
van Onze in Raad vergaderde Ministers, | van Onze in Raad vergaderde Ministers, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit moet verstaan worden |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit moet verstaan worden |
onder : | onder : |
1° de wet : de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de | 1° de wet : de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de |
werkgelegenheid; | werkgelegenheid; |
2° het koninklijk besluit : het koninklijk besluit van 30 maart 2000 | 2° het koninklijk besluit : het koninklijk besluit van 30 maart 2000 |
tot uitvoering van de artikelen 30, 39, § 1, en § 4, tweede lid, 40, | tot uitvoering van de artikelen 30, 39, § 1, en § 4, tweede lid, 40, |
tweede lid, 41, 43, tweede lid en 47, § 1, vijfde lid, en § 5, tweede | tweede lid, 41, 43, tweede lid en 47, § 1, vijfde lid, en § 5, tweede |
lid van de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de | lid van de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de |
werkgelegenheid, inzonderheid op de artikelen 4 en 5, eerste lid, | werkgelegenheid, inzonderheid op de artikelen 4 en 5, eerste lid, |
gewijzigd bij het koninklijk besluit van 12 augustus 2000; | gewijzigd bij het koninklijk besluit van 12 augustus 2000; |
3° de Minister : de federale Minister van Werkgelegenheid; | 3° de Minister : de federale Minister van Werkgelegenheid; |
4° de Regie : de Regie der Gebouwen; | 4° de Regie : de Regie der Gebouwen; |
5° de openbare dienst belast met het toezicht en de opvolging van de | 5° de openbare dienst belast met het toezicht en de opvolging van de |
globale projecten : de Directie van de inschakeling in het | globale projecten : de Directie van de inschakeling in het |
arbeidsproces van de Administratie van de Werkgelegenheid van het | arbeidsproces van de Administratie van de Werkgelegenheid van het |
Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid; | Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid; |
6° de RSZ : de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. | 6° de RSZ : de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. |
Art. 2.Dit besluit bepaalt de nadere regels voor de aanwending en de |
Art. 2.Dit besluit bepaalt de nadere regels voor de aanwending en de |
verdeling van de begroting voor de globale projecten van de Regie. | verdeling van de begroting voor de globale projecten van de Regie. |
HOOFDSTUK II. - Aanwending en verdeling van de financiële middelen | HOOFDSTUK II. - Aanwending en verdeling van de financiële middelen |
Art. 3.§ 1. De Minister verdeelt, na goedkeuring door de Minister van |
Art. 3.§ 1. De Minister verdeelt, na goedkeuring door de Minister van |
Begroting, volgens de bijzondere regels voorzien in dit hoofdstuk, per | Begroting, volgens de bijzondere regels voorzien in dit hoofdstuk, per |
kwartaal, de bedragen van de begroting toegekend aan de globale | kwartaal, de bedragen van de begroting toegekend aan de globale |
projecten. | projecten. |
Dit maximum bedrag komt vanaf 1 januari 2001 tot 31 december 2001 voor | Dit maximum bedrag komt vanaf 1 januari 2001 tot 31 december 2001 voor |
de Regie overeen met 42 219 630 BEF. | de Regie overeen met 42 219 630 BEF. |
§ 2. Het bedrag bedoeld in § 1 wordt enkel toegekend voor de | § 2. Het bedrag bedoeld in § 1 wordt enkel toegekend voor de |
financiering van de startbaanovereenkomsten bedoeld in de | financiering van de startbaanovereenkomsten bedoeld in de |
partnership-overeenkomst. | partnership-overeenkomst. |
HOOFDSTUK III. - Betaling | HOOFDSTUK III. - Betaling |
Afdeling 1. - Algemene bepalingen | Afdeling 1. - Algemene bepalingen |
Art. 4.De betalingen van het bedrag bedoeld in artikel 3 van dit |
Art. 4.De betalingen van het bedrag bedoeld in artikel 3 van dit |
besluit worden toegekend wanneer de bepalingen voorzien in dit besluit | besluit worden toegekend wanneer de bepalingen voorzien in dit besluit |
gerespecteerd worden. | gerespecteerd worden. |
Afdeling 2. - Voorschot | Afdeling 2. - Voorschot |
Art. 5.§ 1. Aan de Regie wordt een éénmalig voorschot toegekend dat |
Art. 5.§ 1. Aan de Regie wordt een éénmalig voorschot toegekend dat |
gelijk is aan de bijdrage bedoeld in artikel 3, § 1, tweede lid, van | gelijk is aan de bijdrage bedoeld in artikel 3, § 1, tweede lid, van |
dit besluit. | dit besluit. |
§ 2. De Regie bezorgt aan de Minister in de maand volgend op de | § 2. De Regie bezorgt aan de Minister in de maand volgend op de |
publicatie van dit besluit in het Belgisch Staatsblad, een door zijn | publicatie van dit besluit in het Belgisch Staatsblad, een door zijn |
leidend ambtenaar voor echt verklaarde en ondertekende schuldvordering | leidend ambtenaar voor echt verklaarde en ondertekende schuldvordering |
inzake de aanvraag tot betaling van het éénmalige voorschot. | inzake de aanvraag tot betaling van het éénmalige voorschot. |
§ 3. Dit voorschot wordt uitbetaald binnen de 30 dagen volgend op de | § 3. Dit voorschot wordt uitbetaald binnen de 30 dagen volgend op de |
indiening van voornoemde schuldvordering. | indiening van voornoemde schuldvordering. |
Afdeling 3. - Afrekening | Afdeling 3. - Afrekening |
Art. 6.§ 1. De Regie maakt binnen de drie maanden na het einde van |
Art. 6.§ 1. De Regie maakt binnen de drie maanden na het einde van |
het kwartaal waarop de uitgaven betrekking hebben, een driemaandelijks | het kwartaal waarop de uitgaven betrekking hebben, een driemaandelijks |
dossier over aan de Minister. Dit dossier moet minstens samengesteld | dossier over aan de Minister. Dit dossier moet minstens samengesteld |
zijn uit de volgende verantwoordingsstukken : | zijn uit de volgende verantwoordingsstukken : |
1° de lijst van de jongeren aangeworven met een startbaanovereenkomst | 1° de lijst van de jongeren aangeworven met een startbaanovereenkomst |
bedoeld in de partnership-overeenkomst; | bedoeld in de partnership-overeenkomst; |
2° een kopie van bevestiging van ontvangst opgestuurd door de openbare | 2° een kopie van bevestiging van ontvangst opgestuurd door de openbare |
dienst belast met het toezicht en de opvolging van de globale | dienst belast met het toezicht en de opvolging van de globale |
projecten zoals bepaald in artikel 32 van de wet; | projecten zoals bepaald in artikel 32 van de wet; |
3° een kopie van de loonfiche. | 3° een kopie van de loonfiche. |
Deze verantwoordingsstukken moeten apart opgesteld worden voor elke | Deze verantwoordingsstukken moeten apart opgesteld worden voor elke |
jongere aangeworven in het kader van een startbaanovereenkomst zoals | jongere aangeworven in het kader van een startbaanovereenkomst zoals |
bedoeld in de partnership-overeenkomst; | bedoeld in de partnership-overeenkomst; |
4°een kopie van de RSZ-aangifte. | 4°een kopie van de RSZ-aangifte. |
§ 2. Het dossier moet bij de Minister worden ingediend uiterlijk op de | § 2. Het dossier moet bij de Minister worden ingediend uiterlijk op de |
laatste kalenderdag van de maand volgend op het betreffende kwartaal | laatste kalenderdag van de maand volgend op het betreffende kwartaal |
overeenkomstig de voorwaarden opgelegd door dit besluit. | overeenkomstig de voorwaarden opgelegd door dit besluit. |
§ 3. Wanneer door de openbare dienst belast met het toezicht en de | § 3. Wanneer door de openbare dienst belast met het toezicht en de |
opvolging van de globale projecten vastgesteld wordt dat, op basis van | opvolging van de globale projecten vastgesteld wordt dat, op basis van |
de ingediende verantwoordingsstukken, bedoeld in § 1, een te hoog | de ingediende verantwoordingsstukken, bedoeld in § 1, een te hoog |
bedrag uitgekeerd werd als voorschot, wordt dit geregulariseerd op het | bedrag uitgekeerd werd als voorschot, wordt dit geregulariseerd op het |
kwartaal volgend op het kwartaal waarop de stukken betrekking hebben. | kwartaal volgend op het kwartaal waarop de stukken betrekking hebben. |
§ 4. Het éénmalige voorschot voorzien in het artikel 5 van dit | § 4. Het éénmalige voorschot voorzien in het artikel 5 van dit |
besluit, wordt verrekend vanaf het derde kwartaal 2001. | besluit, wordt verrekend vanaf het derde kwartaal 2001. |
Art. 7.De informatie bedoeld in artikel 6 van dit besluit wordt |
Art. 7.De informatie bedoeld in artikel 6 van dit besluit wordt |
overgemaakt naar het model opgenomen in de bijlage bij dit besluit. | overgemaakt naar het model opgenomen in de bijlage bij dit besluit. |
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen | HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen |
Art. 8.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001. |
Art. 8.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001. |
Art. 9.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
Art. 9.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
van dit besluit. | van dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 21 november 2001. | Gegeven te Brussel, 21 november 2001. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Werkgelegenheid, | De Minister van Werkgelegenheid, |
Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad | (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad |
Wet van 24 december 1999, Belgisch Staatsblad van 27 januari 2000, Ed. | Wet van 24 december 1999, Belgisch Staatsblad van 27 januari 2000, Ed. |
2; | 2; |
Koninklijk besluit van 30 maart 2000, Belgisch Staatsblad van 31 maart | Koninklijk besluit van 30 maart 2000, Belgisch Staatsblad van 31 maart |
2000; | 2000; |
Koninklijk besluit van 12 augustus 2000, Belgisch Staatsblad van 19 | Koninklijk besluit van 12 augustus 2000, Belgisch Staatsblad van 19 |
oktober 2000. | oktober 2000. |