← Terug naar "Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 december 1971 houdende uitvoering van sommige bepalingen van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 "
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 december 1971 houdende uitvoering van sommige bepalingen van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 | Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 december 1971 houdende uitvoering van sommige bepalingen van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 |
---|---|
MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU | MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU |
21 MAART 2000. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk | 21 MAART 2000. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk |
besluit van 21 december 1971 houdende uitvoering van sommige | besluit van 21 december 1971 houdende uitvoering van sommige |
bepalingen van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 | bepalingen van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 |
VERSLAG AAN DE KONING | VERSLAG AAN DE KONING |
Sire, | Sire, |
Het huidig artikel 50 van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 | Het huidig artikel 50 van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 |
verleent uitdrukkelijk delegatie aan de Koning om, na advies van het | verleent uitdrukkelijk delegatie aan de Koning om, na advies van het |
Beheerscomité van het Fonds voor arbeidsongevallen, de nadere regels | Beheerscomité van het Fonds voor arbeidsongevallen, de nadere regels |
te bepalen voor de ambtshalve aansluiting van de niet-verzekerde | te bepalen voor de ambtshalve aansluiting van de niet-verzekerde |
werkgever. | werkgever. |
De Koning heeft reeds op basis van deze rechtsgrond de | De Koning heeft reeds op basis van deze rechtsgrond de |
berekeningswijze van de bijdrage wegens ambtshalve aansluiting bij het | berekeningswijze van de bijdrage wegens ambtshalve aansluiting bij het |
Fonds voor arbeidsongevallen vastgesteld in artikel 59 van het | Fonds voor arbeidsongevallen vastgesteld in artikel 59 van het |
koninklijk besluit van 21 december 1971 houdende uitvoering van | koninklijk besluit van 21 december 1971 houdende uitvoering van |
sommige bepalingen van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971. | sommige bepalingen van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971. |
Het voorgestelde ontwerp van besluit wijzigt enkel de berekeningswijze | Het voorgestelde ontwerp van besluit wijzigt enkel de berekeningswijze |
van deze bijdrage en kadert bijgevolg volkomen binnen dezelfde | van deze bijdrage en kadert bijgevolg volkomen binnen dezelfde |
delegatie aan de Koning. | delegatie aan de Koning. |
Bovendien bepaalt artikel 59quater, eerste lid, van de | Bovendien bepaalt artikel 59quater, eerste lid, van de |
arbeidsongevallenwet dat de Koning de wijze van berekening, inning en | arbeidsongevallenwet dat de Koning de wijze van berekening, inning en |
invordering bepaalt van de bedragen, bedoeld bij de artikelen 59, 2°, | invordering bepaalt van de bedragen, bedoeld bij de artikelen 59, 2°, |
3°, 4°, 5°, 7°, 8°, 9°, 14° en 59bis. Artikel 59, 4°, betreft de | 3°, 4°, 5°, 7°, 8°, 9°, 14° en 59bis. Artikel 59, 4°, betreft de |
bijdragen verschuldigd door de werkgevers die verzuimen om | bijdragen verschuldigd door de werkgevers die verzuimen om |
verzekeringscontract af te sluiten bij een gemachtigde verzekeraar. | verzekeringscontract af te sluiten bij een gemachtigde verzekeraar. |
Door de Raad van State werd op 10 september 1999 een negatief advies | Door de Raad van State werd op 10 september 1999 een negatief advies |
verstrekt op grond van een misverstand in hoofde van de Raad van State | verstrekt op grond van een misverstand in hoofde van de Raad van State |
die de bijdrage wegens ambtshalve aansluiting beschouwt als een | die de bijdrage wegens ambtshalve aansluiting beschouwt als een |
verzekeringspremie, hetgeen vereist dat "het bedrag van die bijdrage | verzekeringspremie, hetgeen vereist dat "het bedrag van die bijdrage |
in een redelijke verhouding staat tot het verzekerde risico". De | in een redelijke verhouding staat tot het verzekerde risico". De |
bijdrage wegens ambtshalve aansluiting is nochtans geenszins een | bijdrage wegens ambtshalve aansluiting is nochtans geenszins een |
verzekeringspremie die aan het Fonds voor arbeidsongevallen, bij | verzekeringspremie die aan het Fonds voor arbeidsongevallen, bij |
gebreke van een verzekeraar, wordt gestort. De wetgever van 1971 heeft | gebreke van een verzekeraar, wordt gestort. De wetgever van 1971 heeft |
immers uitdrukkelijk geopteerd voor een wettelijk | immers uitdrukkelijk geopteerd voor een wettelijk |
verzekeringsmonopolie in hoofde van de private wetverzekeraars. | verzekeringsmonopolie in hoofde van de private wetverzekeraars. |
Om deze reden wordt met dit negatief advies geen rekening gehouden en | Om deze reden wordt met dit negatief advies geen rekening gehouden en |
wordt het ontwerp ongewijzigd ter ondertekening aan de Koning | wordt het ontwerp ongewijzigd ter ondertekening aan de Koning |
voorgelegd. | voorgelegd. |
Ik heb de eer te zijn, | Ik heb de eer te zijn, |
Sire, | Sire, |
van Uwe Majesteit, | van Uwe Majesteit, |
de zeer eerbiedwaarge | de zeer eerbiedwaarge |
en zeer getrouwe dienaar. | en zeer getrouwe dienaar. |
De Minister van Sociale Zaken, | De Minister van Sociale Zaken, |
F. VANDENBROUCKE | F. VANDENBROUCKE |
21 MAART 2000. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk | 21 MAART 2000. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk |
besluit van 21 december 1971 houdende uitvoering van sommige | besluit van 21 december 1971 houdende uitvoering van sommige |
bepalingen van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 | bepalingen van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, inzonderheid op | Gelet op de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, inzonderheid op |
artikel 50; | artikel 50; |
Gelet op het koninklijk besluit van 21 december 1971 houdende | Gelet op het koninklijk besluit van 21 december 1971 houdende |
uitvoering van sommige bepalingen van de arbeidsongevallenwet van 10 | uitvoering van sommige bepalingen van de arbeidsongevallenwet van 10 |
april 1971, inzonderheid op artikel 59, gewijzigd bij het koninklijk | april 1971, inzonderheid op artikel 59, gewijzigd bij het koninklijk |
besluit van 10 december 1987; | besluit van 10 december 1987; |
Gelet op het advies van het Beheerscomité van het Fonds voor | Gelet op het advies van het Beheerscomité van het Fonds voor |
arbeidsongevallen, gegeven op 15 maart 1999 en 11 januari 2000; | arbeidsongevallen, gegeven op 15 maart 1999 en 11 januari 2000; |
Gelet op het advies van de Raad van State; | Gelet op het advies van de Raad van State; |
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, | Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Artikel 59, derde lid, van het koninklijk besluit van 21 |
Artikel 1.Artikel 59, derde lid, van het koninklijk besluit van 21 |
december 1971 houdende uitvoering van sommige bepalingen van de | december 1971 houdende uitvoering van sommige bepalingen van de |
arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, gewijzigd bij het koninklijk | arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, gewijzigd bij het koninklijk |
besluit van 10 december 1987 wordt vervangen door het volgende lid : | besluit van 10 december 1987 wordt vervangen door het volgende lid : |
« Het percentage bedoeld in het vorige lid bedraagt : | « Het percentage bedoeld in het vorige lid bedraagt : |
- 3 pct. indien het verzuim, bedoeld in het eerste lid, over meer dan | - 3 pct. indien het verzuim, bedoeld in het eerste lid, over meer dan |
3 doch minder dan 7 opeenvolgende kalendermaanden verspreid is; | 3 doch minder dan 7 opeenvolgende kalendermaanden verspreid is; |
- 4 pct. indien het verzuim over meer dan 6 doch minder dan 13 | - 4 pct. indien het verzuim over meer dan 6 doch minder dan 13 |
opeenvolgende kalendermaanden verspreid is; | opeenvolgende kalendermaanden verspreid is; |
- 5 pct. indien het verzuim over meer dan 12 opeenvolgende | - 5 pct. indien het verzuim over meer dan 12 opeenvolgende |
kalendermaanden verspreid is. » | kalendermaanden verspreid is. » |
Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2001. |
Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2001. |
Voor de berekening van de bijdrage voor ambtshalve aansluiting met | Voor de berekening van de bijdrage voor ambtshalve aansluiting met |
betrekking tot de kalendermaanden gelegen vóór 1 januari 2000, blijft | betrekking tot de kalendermaanden gelegen vóór 1 januari 2000, blijft |
het percentage van 2,5 pct. van kracht. | het percentage van 2,5 pct. van kracht. |
Voor de berekening van de duurtijd van het verzuim zoals bedoeld in | Voor de berekening van de duurtijd van het verzuim zoals bedoeld in |
artikel 59, derde lid, van hetzelfde besluit, zoals gewijzigd bij | artikel 59, derde lid, van hetzelfde besluit, zoals gewijzigd bij |
artikel 1, worden de kalenderrnaanden gelegen voor 1 januari 2000 | artikel 1, worden de kalenderrnaanden gelegen voor 1 januari 2000 |
evenwel samengeteld met deze vanaf deze datum, zo zij aaneensluiten. | evenwel samengeteld met deze vanaf deze datum, zo zij aaneensluiten. |
Art. 3.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering |
Art. 3.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering |
van dit besluit. | van dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 21 maart 2000. | Gegeven te Brussel, 21 maart 2000. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Sociale Zaken, | De Minister van Sociale Zaken, |
F. VANDENBROUCKE | F. VANDENBROUCKE |