← Terug naar "Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2023, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier, betreffende de inspanningen inzake permanente vorming van de arbeiders "
| Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2023, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier, betreffende de inspanningen inzake permanente vorming van de arbeiders | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2023, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier, betreffende de inspanningen inzake permanente vorming van de arbeiders |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
| 21 FEBRUARI 2024. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend | 21 FEBRUARI 2024. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend |
| wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september | wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september |
| 2023, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van | 2023, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van |
| papier, betreffende de inspanningen inzake permanente vorming van de | papier, betreffende de inspanningen inzake permanente vorming van de |
| arbeiders (1) | arbeiders (1) |
| FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
| 28; | 28; |
| Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de terugwinning | Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de terugwinning |
| van papier; | van papier; |
| Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
| overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2023, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2023, |
| gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier, | gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier, |
| betreffende de inspanningen inzake permanente vorming van de | betreffende de inspanningen inzake permanente vorming van de |
| arbeiders. | arbeiders. |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
| dit besluit. | dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 21 februari 2024. | Gegeven te Brussel, 21 februari 2024. |
| FILIP | FILIP |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| P.-Y. DERMAGNE | P.-Y. DERMAGNE |
| Nota | Nota |
| (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
| Bijlage | Bijlage |
| Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier | Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier |
| Collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2023 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2023 |
| Inspanningen inzake permanente vorming van de arbeiders (Overeenkomst | Inspanningen inzake permanente vorming van de arbeiders (Overeenkomst |
| geregistreerd op 16 oktober 2023 onder het nummer 183070/CO/142.03) | geregistreerd op 16 oktober 2023 onder het nummer 183070/CO/142.03) |
| HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
| de werkgevers en werklieden van de ondernemingen welke ressorteren | de werkgevers en werklieden van de ondernemingen welke ressorteren |
| onder het Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier. | onder het Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier. |
| Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt | Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt |
| onder "arbeiders" verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werklieden. | onder "arbeiders" verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werklieden. |
| HOOFDSTUK II. - Juridisch kader | HOOFDSTUK II. - Juridisch kader |
Art. 2.§ 1. Dit hoofdstuk wordt gesloten in uitvoering van Hoofdstuk |
Art. 2.§ 1. Dit hoofdstuk wordt gesloten in uitvoering van Hoofdstuk |
| 12. - Investeren in opleiding - artikelen 50 tot 63 van de wet van 3 | 12. - Investeren in opleiding - artikelen 50 tot 63 van de wet van 3 |
| oktober 2022 houdende diverse arbeidsbepalingen. | oktober 2022 houdende diverse arbeidsbepalingen. |
| § 2. Overeenkomstig artikel 54, § 2 van de wet van 3 oktober 2022 | § 2. Overeenkomstig artikel 54, § 2 van de wet van 3 oktober 2022 |
| houdende diverse arbeidsbepalingen, gepubliceerd in het Belgisch | houdende diverse arbeidsbepalingen, gepubliceerd in het Belgisch |
| Staatsblad van 10 november 2022, hebben de arbeiders in bedrijven | Staatsblad van 10 november 2022, hebben de arbeiders in bedrijven |
| vanaf 20 werknemers (uitgedrukt in VTE) een individueel | vanaf 20 werknemers (uitgedrukt in VTE) een individueel |
| opleidingsrecht van 4 dagen per 2 jaar voor een voltijds | opleidingsrecht van 4 dagen per 2 jaar voor een voltijds |
| tewerkgestelde arbeider vanaf 1 januari 2023. Het collectief | tewerkgestelde arbeider vanaf 1 januari 2023. Het collectief |
| opleidingsrecht wordt geschrapt. | opleidingsrecht wordt geschrapt. |
| In deze bedrijven wordt ook volgend groeipad afgesproken : | In deze bedrijven wordt ook volgend groeipad afgesproken : |
| - 2025-2026 : 6 dagen individueel recht per 2 jaar voor een voltijds | - 2025-2026 : 6 dagen individueel recht per 2 jaar voor een voltijds |
| tewerkgestelde arbeider; | tewerkgestelde arbeider; |
| - 2027-2028 : 8 dagen individueel recht per 2 jaar voor een voltijds | - 2027-2028 : 8 dagen individueel recht per 2 jaar voor een voltijds |
| tewerkgestelde arbeider; | tewerkgestelde arbeider; |
| - Vanaf 2029 : 25 dagen individueel recht per 5 jaar voor een voltijds | - Vanaf 2029 : 25 dagen individueel recht per 5 jaar voor een voltijds |
| tewerkgestelde arbeider. | tewerkgestelde arbeider. |
| § 3. Vanaf 1 januari 2023 hebben de arbeiders in bedrijven tussen 10 | § 3. Vanaf 1 januari 2023 hebben de arbeiders in bedrijven tussen 10 |
| en 19 werknemers (uitgedrukt in VTE) een individueel opleidingsrecht | en 19 werknemers (uitgedrukt in VTE) een individueel opleidingsrecht |
| van 3 dagen per 2 jaar voor een voltijds tewerkgestelde arbeider. Het | van 3 dagen per 2 jaar voor een voltijds tewerkgestelde arbeider. Het |
| collectief opleidingsrecht wordt geschrapt. | collectief opleidingsrecht wordt geschrapt. |
| § 4. In bedrijven met minder dan 10 werknemers (uitgedrukt in VTE) | § 4. In bedrijven met minder dan 10 werknemers (uitgedrukt in VTE) |
| blijft vanaf 1 januari 2023 een collectief recht op vorming van 3 | blijft vanaf 1 januari 2023 een collectief recht op vorming van 3 |
| dagen per 2 jaar voor een voltijds tewerkgestelde arbeider van | dagen per 2 jaar voor een voltijds tewerkgestelde arbeider van |
| toepassing. | toepassing. |
| § 5. Onder "opleiding" wordt formele en informele opleiding verstaan | § 5. Onder "opleiding" wordt formele en informele opleiding verstaan |
| zoals gedefinieerd in artikel 50 van de bovengenoemde wet. | zoals gedefinieerd in artikel 50 van de bovengenoemde wet. |
| HOOFDSTUK III. - Buitengewone bijdrage | HOOFDSTUK III. - Buitengewone bijdrage |
Art. 3.Bovendien wordt een buitengewone werkgeversbijdrage aan het |
Art. 3.Bovendien wordt een buitengewone werkgeversbijdrage aan het |
| sociaal fonds voorzien, overeenkomstig artikel 29, alinea 2 van de | sociaal fonds voorzien, overeenkomstig artikel 29, alinea 2 van de |
| statuten van het "Sociaal Fonds voor de ondernemingen voor recuperatie | statuten van het "Sociaal Fonds voor de ondernemingen voor recuperatie |
| van papier", vastgesteld bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 | van papier", vastgesteld bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 |
| december 2022, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning | december 2022, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning |
| van papier (178390/CO/142.03), houdende wijziging en coördinatie van | van papier (178390/CO/142.03), houdende wijziging en coördinatie van |
| de statuten van het "Sociaal Fonds voor de ondernemingen voor | de statuten van het "Sociaal Fonds voor de ondernemingen voor |
| recuperatie van papier". | recuperatie van papier". |
Art. 4.Deze buitengewone bijdrage, verschuldigd door de bij artikel 5 |
Art. 4.Deze buitengewone bijdrage, verschuldigd door de bij artikel 5 |
| van voormelde statuten bedoelde werkgevers, wordt als volgt bepaald : | van voormelde statuten bedoelde werkgevers, wordt als volgt bepaald : |
| - vanaf 1 januari 2024 tot en met 31 december 2025 is de bijdrage 0,90 | - vanaf 1 januari 2024 tot en met 31 december 2025 is de bijdrage 0,90 |
| pct. van de onbegrensde brutolonen aan 108 pct., die voor de | pct. van de onbegrensde brutolonen aan 108 pct., die voor de |
| werklieden en werksters aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid | werklieden en werksters aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid |
| worden aangegeven. | worden aangegeven. |
Art. 5.De inning en de invordering van de bijdragen worden door de |
Art. 5.De inning en de invordering van de bijdragen worden door de |
| Rijksdienst voor Sociale Zekerheid verzekerd bij toepassing van | Rijksdienst voor Sociale Zekerheid verzekerd bij toepassing van |
| artikel 7 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor | artikel 7 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor |
| bestaanszekerheid. | bestaanszekerheid. |
| HOOFDSTUK IV. - Geldigheidsduur | HOOFDSTUK IV. - Geldigheidsduur |
Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve |
Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve |
| arbeidsovereenkomst betreffende de vorming van 3 december 2021, | arbeidsovereenkomst betreffende de vorming van 3 december 2021, |
| gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier, | gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier, |
| algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 7 oktober | algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 7 oktober |
| 2022 (Belgisch Staatsblad van 21 februari 2023) en geregistreerd onder | 2022 (Belgisch Staatsblad van 21 februari 2023) en geregistreerd onder |
| het nummer 171531/CO/142.03. | het nummer 171531/CO/142.03. |
| Tenzij anders vermeld, treedt deze collectieve arbeidsovereenkomst in | Tenzij anders vermeld, treedt deze collectieve arbeidsovereenkomst in |
| werking op 1 januari 2023 en wordt gesloten voor onbepaalde duur. | werking op 1 januari 2023 en wordt gesloten voor onbepaalde duur. |
| Zij kan door elk van de ondertekenende organisaties worden opgezegd, | Zij kan door elk van de ondertekenende organisaties worden opgezegd, |
| mits een opzeggingstermijn van drie maanden betekend bij een ter post | mits een opzeggingstermijn van drie maanden betekend bij een ter post |
| aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Paritair Subcomité | aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Paritair Subcomité |
| voor de terugwinning van papier en aan de ondertekenende organisaties. | voor de terugwinning van papier en aan de ondertekenende organisaties. |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 21 februari | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 21 februari |
| 2024. | 2024. |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| P.-Y. DERMAGNE | P.-Y. DERMAGNE |